Selectie pilotprojecten klimaatadaptatie
Deltaprogramma
Brief regering
Nummer: 2020D00846, datum: 2020-01-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31710-76).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31710 -76 Deltaprogramma.
Onderdeel van zaak 2020Z00381:
- Indiener: S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-01-22 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-01-28 15:35: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-06-22 10:00: Water (Algemeen overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-06-24 15:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
31 710 Deltaprogramma
Nr. 76 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 januari 2020
Met deze brief informeer ik u over de selectie van pilotprojecten die ik in 2020 zal ondersteunen om de uitvoering van ruimtelijke adaptatie bij koplopers te versnellen en nu al urgente problematiek aan te pakken. Belangrijk doel van deze pilotprojecten is ook het ontwikkelen van kennis over de uitvoering van maatregelen voor klimaatadaptatie en deze kennis met andere partijen te delen.
Zoals u weet heb ik in het bestuursakkoord Klimaatadaptatie toegezegd decentrale overheden te ondersteunen bij de versnelling van klimaatadaptatie. Daartoe heb ik in 2019 en 2020 in totaal € 20 miljoen vrijgemaakt. Daarvan is € 10 miljoen bestemd voor het ondersteunen van pilots van overheden die uitvoeringsgerede plannen hebben. Op 25 april 2019 heb ik u geïnformeerd over de selectie van de eerste tranche pilotprojecten1.
Voor de tweede tranche zijn 24 aanvragen ingediend, voor een totaalbedrag van ruim € 20 miljoen. Alle pilotvoorstellen zijn beoordeeld op de vooraf via www.ruimtelijkeadaptatie.nl 2 bekend gemaakte voorwaarden, waaronder tenminste 50% cofinanciering door de regio, onderbouwing van de maatregelen op basis van stresstesten of aangetoonde urgentie, en het daadwerkelijk kunnen starten in de eerste helft van 2020. Vervolgens heb ik een keuze moeten maken tussen de voorstellen die aan deze criteria voldeden. Daarbij heb ik overwegingen als verwachte leereffecten, betrokkenheid van kennisinstellingen, geografische spreiding en het percentage regionale financiering betrokken. Op basis daarvan zijn vijf voorstellen geselecteerd. Het gaat om uitvoeringsprojecten in Eindhoven, Horst aan de Maas, Dordrecht, de provincie Gelderland en Enschede.
Klimaatrobuust Clausplein in Eindhoven
Dit project betreft de herinrichting van het volledig verharde Clausplein. Door vergroenen van het plein wordt het verblijfsklimaat op het plein op warme dagen verbeterd en wordt tevens de wateroverlast in de naastgelegen straat bij piekbuien verminderd. Er wordt ook een waterbuffersysteem aangebracht. Hiermee wordt, naast het verminderen van de kans op wateroverlast, een waterberging gecreëerd om het groen van water te voorzien in droge perioden.
De plannen zijn met buurtbewoners en ondernemers uitgewerkt. Diverse nationale en internationale onderzoeksinstellingen zijn betrokken via het internationale Unalab-programma. Waterschap de Dommel draagt bij aan het project met onder andere kennisinbreng.
Project Klimaatplein Gasthoes en omgeving in Horst aan de Maas
Uit de stresstesten komt het projectgebied rond het Gasthoes als een knelpunt naar voren met een groot risico op wateroverlast enerzijds en hittestress anderzijds. Daarnaast is er sprake van verdroging in het gebied. De gemeente grijpt een herstructurering van het centrumgebied aan om ook klimaatadaptatiemaatregelen te treffen en zet daarbij in op het toepassen van innovatieve methoden en technieken, gericht op berging en infiltratie van water en verkoeling bij warm weer. De effectiviteit van maatregelen wordt onderzocht door de Universiteit Utrecht.
Stadspark als natuurlijke klimaatbuffer in Dordrecht
De gemeente heeft de ambitie de Dordwijkzone om te vormen tot een nieuw stadspark dat (tevens) fungeert als natuurlijke klimaatbuffer. In de klimaatbuffer kunnen klimaatdreigingen voor omliggende wijken, zoals hitte en wateroverlast, worden opgevangen. Door de verdichtingsopgave van 10.000 woningen voor 2030 krijgt de Dordwijkzone een nog belangrijker rol voor de stad en wijken. In het project krijgen diverse maatregelen een plek, waaronder het project «waterkraan» om doorstroom van water uit de Biesbosch te bevorderen. Om te leren van de uitvoering betrekt de gemeente de stichtingen ARK Natuurontwikkeling en Ecoshape. De effectiviteit van de maatregelen zal worden gemonitord.
Klimaatadaptatiemaatregelen met effectmonitoring voor vijf locaties in Gelderland
De provincie Gelderland zet samen met de gemeenten Elburg, Doetinchem, Apeldoorn, Nijmegen en Arnhem in op versnelling van urgente klimaatadaptatiemaatregelen en kennisontwikkeling door gezamenlijke monitoring. De ambitie in deze projecten is om klimaatadaptatie te combineren met ambities ten aanzien van leefomgevingskwaliteit, energietransitie, mobiliteit en biodiversiteit. Met monitoring wordt kennis opgedaan voor deze vijf casussen, waarbij de informatie die wordt gegenereerd over effectiviteit van maatregelen en de effecten op het natuurlijke systeem voor veel partijen in Nederland waardevol is. Leereffecten en ervaringen van de uitvoeringsprojecten worden onderzocht door de Hogeschool Van Hall Larenstein.
Aanleg stadsbeek in Enschede
Enschede is door zijn ligging kwetsbaar voor wateroverlast. De stad ligt op een stuwwal en de hoogteverschillen in de stad zijn zo’n 44 meter. Daarnaast is infiltratie van hemelwater veelal lastig, omdat in de ondergrond van de stuwwal ondoorlatende leemlagen voorkomen. Uit stresstesten blijkt dat de wijken Pathmos en Stadsveld een zeer groot risico hebben op wateroverlast en met voorrang moeten worden aangepakt.
Daarom is gestart met het project Stadsbeek, waarmee de gemeente Enschede en waterschap Vechtstromen de oude bekenstructuur terugbrengt. Met deze maatregel wordt naast wateroverlast ook droogte en hittestress aangepakt. Daarnaast worden particulieren gestimuleerd om zelf maatregelen te treffen. De Universiteit Twente monitort de effectiviteit van gevolgde aanpak en maatregelen.
Met de indieners van deze voorstellen zal ik de komende periode nadere afspraken maken over de inhoud en financiering van de pilots en het verspreiden van de leereffecten uit deze pilots. De kennis die wordt opgedaan tijdens deze projecten kan door andere lokale of regionale overheden toegepast worden.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga