Amendement van de leden Bisschop en Von Martels t.v.v. nr. 12 over het schrappen van artikel 20a
Regels betreffende beschermende maatregelen tegen schadelijke organismen bij planten (Plantgezondheidswet)
Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)
Nummer: 2020D00900, datum: 2020-01-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35083-18).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R. Bisschop, Tweede Kamerlid (Ooit SGP kamerlid)
- Mede ondertekenaar: M.R.H.M. von Martels, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35083 -18 Regels betreffende beschermende maatregelen tegen schadelijke organismen bij planten (Plantgezondheidswet).
Onderdeel van zaak 2020Z00398:
- Indiener: R. Bisschop, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M.R.H.M. von Martels, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2020-01-21 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 083 Regels betreffende beschermende maatregelen tegen schadelijke organismen bij planten (Plantgezondheidswet)
Nr. 18 AMENDEMENT VAN DE LEDEN BISSCHOP EN VON MARTELS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 121
Ontvangen 15 januari 2020
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel 31, onderdeel B, vervalt.
II
Artikel 31, onderdeel H, vervalt.
III
Artikel 32, onderdeel B, vervalt.
Toelichting
Dit amendement regelt dat het voorgestelde artikel 20a van de Wet gewasbeschermingsmiddelen, zoals opgenomen in artikel 31, onderdeel B, van het wetsvoorstel vervalt. Dit artikel verbiedt gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen om gewasbeschermingsmiddelen voorhanden of op voorraad te hebben die niet zijn toegelaten voor de eigen teelt. Het verbiedt leveranciers om middelen te leveren als deze middelen niet toegelaten zijn voor de teelten die afnemers hebben. De indieners voorzien grote onduidelijkheid in de uitvoering van dit verbod. Het is in de praktijk niet werkbaar en geeft betrokken gebruikers en leveranciers op zijn minst weinig rechtszekerheid.
Zoals door de regering ook wordt geconstateerd kunnen voorraden gewasbeschermingsmiddelen overgebleven zijn van een vorig teeltseizoen of kunnen teeltplannen onverwachts wijzigen, waardoor telers snel aanlopen tegen het genoemde verbod. Het zal in de praktijk lastig zijn om hier rekening mee te houden, omdat de bewijsvoering voor telers in verschillende gevallen lastig zal zijn. Dat doet afbreuk aan de vereiste rechtszekerheid. De indieners wijzen er ook op dat verschillende telers bespuitingen uitvoeren op percelen van andere telers. Het zal in de handhavingspraktijk lastig zijn om hier rekening mee te houden.
Wat betreft de positie van de leveranciers willen de indieners erop wijzen dat in een deel van de gevallen de leverancier niet op de hoogte zal zijn van de gewassen die een teler teelt of van wijzigingen in teeltplannen. Het blijft onduidelijk waar leveranciers wel of niet op aangesproken kunnen worden.
Kortom, de genoemde bepalingen zullen in de praktijk voor veel onduidelijkheid en uitvoeringsproblemen zorgen en tasten de rechtszekerheid van gebruikers en leveranciers van gewasbeschermingsmiddelen aan. De indieners stellen derhalve voor artikel 20a te schrappen, alsmede verwijzingen daarnaar.
Bisschop
Von Martels
Vervanging in verband met een wijziging in de ondertekening.↩︎