Tweede voortgangsrapportage actieprogramma 'Eén tegen eenzaamheid'
Zorg en maatschappelijke ondersteuning
Brief regering
Nummer: 2020D00947, datum: 2020-01-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29538-311).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Geleerde lessen bij de aanpak van eenzaamheid. Opbrengsten van de decentralisatie- uitkering
- Rapportage eerste fase ex durante evaluatie programma Eén tegen Eenzaamheid
- Advies Raad van Ouderen - Zingeving
- Programma Eén tegen eenzaamheid
- Verandering in prevalentie van eenzaamheid onder ouderen in de periode eind 2011 – begin 2019
Onderdeel van kamerstukdossier 29538 -311 Zorg en maatschappelijke ondersteuning.
Onderdeel van zaak 2020Z00449:
- Indiener: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-01-21 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-01-30 16:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-06-15 10:00: Care (Notaoverleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-06-23 16:00: Jeugd (Algemeen overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-09-09 13:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-11-11 13:30: Langer Thuis / Dementiezorg / PGB / Wijkverpleging / Wmo (Algemeen overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-01-27 10:00: Extra procedurevergadering commissie VWS (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
29 538 Zorg en maatschappelijke ondersteuning
Nr. 311 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 januari 2020
In maart 2018 lanceerde ik het actieprogramma Eén tegen eenzaamheid1: één van de drie programma’s binnen het Pact voor de ouderenzorg. Het doel van Eén tegen eenzaamheid is de trend van eenzaamheid onder ouderen te doorbreken en dat kunnen we alleen gezamenlijk. Met de lancering van dit programma heb ik opgeroepen om in actie te komen. Die oproep is breed omarmd. Met deze brief en de meegestuurde infographic (bijlage 1)2 neem ik uw Kamer mee in de bereikte resultaten tot nu toe.
De hoofdpunten van deze brief zijn:
– Uit alle hoeken van de samenleving zijn duizenden mensen en publieke en private organisaties actief aan de slag gegaan om eenzaamheid aan te pakken. De infrastructuur om gezamenlijk de trend van eenzaamheid te doorbreken staat. Inmiddels hebben 100 landelijke organisaties en 126 gemeenten zich gecommitteerd om proactief én gezamenlijk de trend van eenzaamheid te doorbreken. De inzet om iemands eenzaamheid te doorbreken, komt hiermee op veel meer plekken en veel vaker terug. Alles dichter bij de dagelijkse omgeving van ouderen. Met deze grote en diverse groep aan partijen hebben we een stevig netwerk van preventie en bestrijding rond het thema gebouwd met een enorm bereik.
– Eenzaamheid is stevig op de maatschappelijke agenda gekomen en hierdoor wordt het beter erkend, herkend en aangepakt. Dat was hard nodig. Er wordt vaker en makkelijker over eenzaamheid gesproken en geschreven. Het taboe rondom eenzaamheid is verminderd en hierdoor kan het probleem effectiever worden bestreden.
– Kennis over eenzaamheid en de effectieve interventies worden breed gedeeld. Adviseurs zijn aangesteld om gemeenten door heel Nederland te ondersteunen in hun lokale aanpak van eenzaamheid. Zij zijn toegerust met concrete instrumenten voor de aanpak van eenzaamheid die zijn ontwikkeld in de praktijk en hun effect hebben bewezen. Zowel middels een subsidieregeling (waarvan inmiddels al 35 voorstellen zijn gehonoreerd), een benchmark bij gemeenten en een lopende beleidsevaluatie wordt geleerd over de effectiviteit van interventies en dit actieprogramma.
– Het doorbreken van eenzaamheid is een kwestie van de lange adem en de effecten van onze inspanningen zijn morgen niet zichtbaar. Dat betekent dat ontzettend veel inspanningen van zeer veel partijen voor langere termijn noodzakelijk zijn. Gevoelens van eenzaamheid veranderen ook niet vandaag of morgen en dat betekent dat het meten van onze effecten ook een kwestie van de lange adem is. We moeten realistisch blijven over harde cijfers in een korte periode over een omkering van een trend van gevoelens van eenzaamheid. Dat betekent dat het programma duurzaam moeten worden geborgd zodat de gezamenlijke inzet volhardend wordt doorgezet.
In december 2018 heb ik u voor het eerst gerapporteerd over de voortgang van het programma.3 In deze brief neem ik uw Kamer graag mee op de volgende onderwerpen in wat sinds die tijd is bereikt. In deze brief zal ik:
– Kort terugblikken naar de aanleiding en inhoud van het actieprogramma;
– Aangeven welke acties en opbrengsten in 2019 zijn gerealiseerd;
– Reageren op bevindingen uit bijgevoegde lopende onderzoeken;
– Een korte vooruitblik naar de inzet in 2020 geven.
De aanleiding en inhoud van Eén tegen eenzaamheid
Met het actieprogramma Eén tegen eenzaamheid pakken we eenzaamheid onder ouderen aan. In Nederland voelt meer dan vijftig procent van de 75-plussers zich eenzaam. Het aantal eenzame ouderen is de afgelopen jaren toegenomen. In 2030 zijn naar schatting 2,1 miljoen mensen in Nederland boven 75 jaar. Als we deze trend niet doorbreken, zijn er in 2030 meer dan een miljoen eenzame ouderen4.
Onderzoek wijst uit dat eenzaamheid serieuze gevolgen kan hebben voor de gezondheid. Eenzaamheid en sociale isolatie verhogen de kans op een beroerte en een hartinfarct. Daardoor neemt het overlijdensrisico toe5. Daarnaast verhoogt eenzaamheid de kans op angst en depressiestoornissen, en zijn eenzame mensen vatbaarder voor verslavingen6. Het doorbreken van iemands eenzaamheid is niet eenvoudig. Dat gebeurt dicht bij mensen zelf, vanuit nabijheid van mensen, met compassie en inleving. Er is geen eenduidig antwoord op wat helpt tegen eenzaamheid. Oplossingen zijn per definitie maatwerk. Het aanpakken van eenzaamheid behoeft een veelzijdige aanpak. Daarom richt het actieprogramma zich op het oprichten van zowel een landelijke als lokale coalities. Deze landelijke en lokale coalities tegen eenzaamheid vormen de motor achter de beweging die ik heb ingezet om eenzaamheid aan te pakken.
Dat gebeurt via twee actielijnen:
Actielijn 1 signaleren en bespreekbaar maken
Op eenzaamheid rust vaak een taboe. Deze actielijn is gericht op het bespreekbaar maken en beter signaleren van eenzaamheid. Van kapperszaak tot supermarkt, van museum tot gebedshuis. Daar waar mensen in het dagelijks leven sowieso komen. De publiekscampagne, het inrichten van signaalpunten, het doen van huisbezoeken, het in kaart brengen van risicogebieden en de 24 uur per dag, 7 dagen per week beschikbaarheid van een luisterend oor zijn acties in 2019 die hieraan bij hebben gedragen.
Actielijn 2 doorbreken en duurzaam aanpakken
Er zijn heel veel interventies die zich richten op het verminderen en voorkomen van eenzaamheid. Eenzaamheid kent ook verschillende vormen; emotioneel, sociaal, existentieel. Iedereen kan eenzaamheid overkomen, door life-events en door veranderingen in de omgeving. Wat werkt bij wie en waarom, vraagt nog veel meer kennis. Om effectiviteit van de verschillende initiatieven te onderzoeken is er een subsidieregeling in samenwerking met ZonMw gestart. In totaal zijn er 102 voorstellen in behandeling genomen (zowel nieuwe als bestaande initiatieven).
Duurzaam aanpakken zit ook in het anders inrichten van de fysieke leefomgeving, het op een slimme manier toepassen van technologie zodat deze contact bevordert en meer inzetten op het voorkomen van eenzaamheid door op de juiste momenten de juiste informatie te geven. Bijvoorbeeld op het moment van pensionering, bij verhuizing, op het moment dat het rijbewijs niet meer verlengd wordt. Op deze praktische manier proberen we het verschil te maken.
Het actieprogramma heeft een looptijd van vier jaar, verdeeld in vier fasen. De eerste twee fases (0 = de Planvorming en 1 = Opbouw van het programma) werden in 2019 afgerond. Fase 2, de uitvoering van de plannen, is in volle gang. Volgens de beleidsevaluatie gebeurt dit met een «logisch construct dat doelen, opgaven en uitdagingen lijkt te dienen met over het algemeen een positieve waardering». Eind 2020 gaat het programma de fase van borging van het bestrijden van eenzaamheid met structureel beleid in.
Acties en opbrengsten
1. Bewustwordingscampagne – publiekscampagne op twee momenten in 2019
De publiekscampagne richtte zich op het doorbreken van eenzaamheid onder ouderen, door henzelf en vooral door het algemeen publiek.
In juli en augustus werd de kleiner wordende wereld van ouderen tijdens de zomerperiode onder de aandacht gebracht. Juist in deze periode blijkt één op de zes ouderen zich nog eenzamer te voelen.7 Naasten zijn op vakantie. Vrijwilligerswerk en verenigingsleven ligt vaak stil. Er was een speciaal op de zomerperiode gerichte televisiespot. In het oog sprongen banners boven de vertrekbalies op Schiphol en digitale abri’s in de vertrekhal van Rotterdam Airport gericht op vakantiegangers met de oproep «Laat wat van je horen». De Raad van Ouderen heeft advies uitgebracht tijdens het ontwikkelproces van de uitingen.
In oktober was rondom de Week tegen Eenzaamheid het tweede campagnemoment op tv en online met de boodschap «Iedereen kan iets doen tegen eenzaamheid».
De waardering voor de publiekscampagne scoort bij alle doelgroepen zeer hoog. De maatschappelijke relevantie van het bespreken van eenzaamheid wordt door het algemeen publiek duidelijk erkend8. Met de campagne wordt de landelijke beweging tegen eenzaamheid ook herkenbaarder bij organisaties met als effect dat zij mee willen doen. Zo zijn er campagnes op eigen initiatief uitgevoerd door gemeenten en andere organisaties onder de noemer van de landelijke beweging tegen eenzaamheid. Komend jaar zet ik de publiekscampagne voort.
2. Week-tegen-Eenzaamheid
De Week tegen Eenzaamheid vond dit jaar tussen 1 en 8 oktober plaats, voor de 10e keer. De week begon niet, zoals gepland, met een bijeenkomst in de Ridderzaal, maar door de 300 voorbereidde maaltijden uit te delen in een aantal buurtcentra.
Het doel van de week is bewustwording creëren en activiteiten te laten plaatsvinden voor mensen die eenzaam zijn. Vrijwilligersorganisaties zetten deze week ook hun vrijwilligers regelmatig extra in de schijnwerpers (bijvoorbeeld Humanitas). Het thema van de week was «Kom Erbij». Partijen en mensen die iets wilden organiseren konden een pakket aanvragen met attributen om de activiteit vorm en inhoud te geven. Er werden 550 pakketten aangevraagd, waarmee onder andere 38.000 placemats zijn besteld, 2.000 posters en 46.000 ansichtkaarten. Het thema heeft tijdens de Week aandacht gekregen in bijna 400 landelijke en vooral ook lokale media. De televisieserie «Wie kent mij nog?» en de documentaire «Goede Buren» gaven deze week verdiepend beeld aan de opgave waar we voor staan in Nederland. En radioprogramma’s zoals «Spraakmakers» en «Dit is de dag» hadden verdiepende interviews.
Naast de vele (gratis) eet en ontmoetingsgelegenheden (zoals «social bootcamp», «kletskoekhoeken», «Soamen op ’n Benkske») die er deze week waren, hieronder enkele voorbeelden van leden uit de nationale en lokale coalities om de diversiteit te illustreren:
– De «eenzaamheidslijn»: Gedurende de week was er veel aandacht voor de «Eenzaamheidslijn», een gezamenlijk initiatief van de Luisterlijn en Incluzio. Iedereen die zin had in een praatje of goed gesprek kon daar die week naar bellen. De impact van een écht gesprek van mens tot mens kan een groot verschil maken in hoe iemand zich die dag voelt. In deze week belden er zo’n 5.000 mensen naar dit nummer.
– Eredivisie: Tijdens diverse eredivisiewedstrijden in speelronde 9 maakten ouderen hun opwachting als player-escort om zo het groeiende probleem van eenzaamheid en sociaal isolement in deze bevolkingsgroep voor het voetlicht te brengen. Een initiatief van KPN het mooiste contactfonds, en de Vriendenloterij.
– Avondvullend tv-programma: Omroep Max wijdde een avondvullendprogramma aan eenzaamheid. Er keken zo’n 650.000 mensen naar de live-uitzending. In samenwerking met het belpanel van De Luisterlijn werden bijna 5.000 telefoontjes ontvangen en 300 gesprekken gevoerd. Dit resulteerde in circa 100 initiatieven die zijn overhandigd aan VWS.
– Ontmoetingsgebakje: Tijdens de derde editie van «WestlandOntmoet» gedurende de week was er aandacht voor de kracht van een ontmoeting: een gesprek, wandeling of kopje koffie met een Westlands «ontmoetingsgebakje» aangeboden door de lokale bakker.
– Scholieren: In Dordrecht waren zo’n 125 leerlingen van have 5 actief om stadsgenoten met een klein netwerk een leuke middag te bezorgen. Een bloemencentrum gaf 300 rozen gratis ter beschikking voor de scholieren om uit te delen.
– Portretten: Stadsnetwerk eensamen presenteerde in de Week tegen Eenzaamheid een minidocumentaire met zeven portretten van Groningers die vertellen over hun eenzaamheid.
– Kunstkoppels: Bij aankomst in de Kunsthal Rotterdam kregen de bezoekers een kaart met daarop een kunstwerk van de tentoonstelling «Joana Vasconcelos. I’m Your Mirror». Aan de hand daarvan zoeken ze iemand met hetzelfde kunstvoorwerp. Zo ontmoeten twee onbekenden, van een andere generatie of leefwijze, elkaar.
– Matchmarkt. Voor inwoners die zich niet langer alleen willen voelen en die graag nieuwe mensen willen ontmoeten, organiseerde de gemeente Schagen met verschillende organisaties een matchmarkt.
Maar liefst 80% van de Nederlandse bevolking wil een bijdrage leveren om eenzaamheid terug te dringen. Zo blijkt uit de flitspeiling die ik heb laten doen voorafgaand aan de week. De activatie van deze bereidheid zal ik in 2020 verder aanwakkeren, onder andere tijdens de Week tegen eenzaamheid.
3. Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid
De Nationale Coalitie tegen eenzaamheid is een publiek-private netwerk dat het voortouw neemt bij het doorbreken van de trend van eenzaamheid onder ouderen. Deelnemers leveren een bijdrage; ieder vanuit de eigen core business. Ten eerste de grote vrijwilligersorganisaties die dagelijks duizenden vrijwilligers met honderden activiteiten voor duizenden ouderen organiseren. Een paar voorbeelden: bij het Ouderenfonds zijn jaarlijks zo’n 9.000 vrijwilligers actief, Vier het Leven is met meer dan 1.800 vrijwilligers actief in 86 gemeenten, en jaarlijks helpen de 25.000 vrijwilligers van Humanitas zo’n 75.000 mensen. Dit is niet alleen belangrijk vanwege het werk dat verricht wordt.
Ik neem u graag mee in enkele voorbeelden van de infrastructuur die door middel van aangesloten nationale partners wordt gerealiseerd om eenzaamheid te signaleren en te verminderen. Drie aangesloten supermarktketens hebben gezamenlijk bijna 2.200 filialen door het hele land, met daarbij veel winkelmedewerkers die (kenmerken van) eenzaamheid kunnen signaleren. Ook hebben veel filialen ontmoetingsplaatsen of koffietafels met een sociale functie.
Daarnaast heeft een postbedrijf elke dag 25.000 postbezorgers verspreid door heel Nederland. Het postbedrijf wilt haar bezorgers faciliteren en informeren in het gebruik van het Signaalpunt tegen eenzaamheid, zodat er een stevige infrastructuur rondom het signaleren van eenzaamheid ontstaat. Ook worden pakketbezorgers van medische apparatuur speciaal getraind. Zij krijgen een training met VR zodat bezorgers nog meer aandacht voor klanten krijgen en eerder eenzaamheid signaleren. Inmiddels hebben al 120 bezorgers deze training gevolgd. Daarnaast is een kinderopvang aangesloten met ruim 400 locaties en 26.000 kinderen, waarbij kinderen op bezoek gaan bij ouderen, kaartjes sturen of bezoek krijgen van ouderen, en organiseren zij een landelijk zomerevent. Zij hebben een handleiding ontwikkeld om alle medewerkers toe te rusten om deze activiteiten goed te organiseren. Een museum heeft een speciaal programma voor (eenzame) ouderen opgezet en heeft dit jaar 180 ouderen bereikt. Deze bezoeken bestonden uit drie contactmomenten in drie maanden, waarbij wordt ingezet op duurzame contacten tussen de groepsleden. In 2020 wordt dit aantal verdubbeld naar 360 ouderen. Bovendien wordt ook ingezet op de fysieke toegankelijkheid van het museum voor ouderen en worden alle medewerkers en beveiligers getraind in het ontvangen van ouderen.
Momenteel hebben 100 organisaties zich aangesloten en daar komen steeds nieuwe partijen bij. Dat is 54% meer dan vorig jaar. Onder hen bevinden zich kennisinstellingen, landelijke bedrijven met haarvaten in verschillende sectoren van de samenleving, zorgorganisaties die met ouderen in contact staan en sport- en cultuurinstellingen. Dit levert veel nieuwe, structurele initiatieven op. Hieronder enkele voorbeelden.
Kinderdagverblijven: Er zijn diverse kinderdagverblijven, peuteropvang en BSO’s die de strijd aan gaan tegen eenzaamheid onder ouderen. Ze sturen kaartjes, organiseren workshops zoals «Muziek en Bewegen» voor jong en oud of brengen een bezoekje aan een verzorgingstehuis. Een landelijk georganiseerd kinderdagverblijf heeft een handboek ontwikkeld om het personeel toe te rusten voor deze sociale activiteiten met ouderen Sportverenigingen en Ouderenfonds: In het najaar van 2019 waren loten te koop voor een loterij, waarbij kopers per lot een oudere aan een wekelijks contact hielpen. Een van de projecten die werd gefinancierd is De Derde Helft, een project van het Ouderenfonds waarbij sportverenigingen ontmoetingsplekken worden voor ouderen. Tijdens De Derde Helft organiseren sportverenigingen in samenwerking met ouderen activiteiten in hun clubhuis, zoals dansavondjes, computerles, yoga, stand up comedy- en literatuuravonden. Activiteiten georganiseerd dóór ouderen en de sportverenigingen, vóór ouderen en de sportverenigingen. Inmiddels is dit project in 8 gemeenten gestart. Kletskassa’s: In juli 2019 was ik aanwezig bij de opening van de eerste supermarktkassa voor mensen die zich niet willen haasten of behoefte hebben aan dat extra contactmoment. De supermarkt werkt hierbij ook samen met een burgerinitiatief waarbij een vrijwilliger in de koffiecorner van de winkel met ouderen in gesprek gaat en zo nodig hulp organiseert. Dit initiatief is succesvol en wordt uitgebreid naar 30 tot 40 winkels. Museumbezoek: en museum organiseert samen met zorg- en welzijnsorganisaties gratis rondleidingen voor ouderen, alles wordt georganiseerd. Ze worden door een speciale museumPLUSbus opgehaald en thuisgebracht. Deze bus rijdt elke dag een groep senioren naar één van de veertien deelnemende musea. Het gaat om senioren die fysiek écht niet meer zelfstandig een museum kunnen bezoeken. Een vrijwilligersorganisatie (Vier het Leven) helpt weer om ouderen bij de bus te brengen en te begeleiden tijdens het bezoek. |
Een aanjaaggroep met vooraanstaande Nederlanders (bijvoorbeeld Foppe de Haan, Ali B en Bert van Leeuwen) hebben een rol om deze groep te inspireren. Dit doen zij op bijeenkomsten en door het inzetten van hun eigen netwerk en podium.
En verder: Een bank helpt ouderen met «financieel veilig ouder te worden» door seniorenadviseurs in te zetten. Een supermarkt leidt personeel in de winkel op om bewust te zijn van de signalen van eenzaamheid. Elke deelnemer heeft een intentieverklaring ondertekend en daarmee een commitment van twee jaar ingezet om bij te dragen aan minder eenzaamheid. Op de website www.eentegeneenzaamheid.nl/nationalecoalitie zijn alle deelnemers te vinden.
Eenzaamheid staat niet als opgave op zichzelf. Om de partners in de nationale coalitie meer inzicht te geven en daarmee ook meer kansen om zich in te zetten, worden deze aanpalende onderwerpen verdiept in bijeenkomsten. In 2019 zijn de thema’s technologie en zingeving opgepakt. Er zijn specifieke bijeenkomsten georganiseerd over deze onderwerpen in relatie tot eenzaamheid, waarin veel ideeën en nieuwe contacten zijn uitgewisseld met initiatieven tot gevolg. In 2020 zullen wij ons verdiepen in de relatie tussen eenzaamheid en armoede, mobiliteit en kunst/cultuur, en verkennen wat daar aan mogelijkheden liggen. Mensen in armoede hebben een verhoogde kans op eenzaamheid en minder mogelijkheden om deel te nemen aan betaalde activiteiten. Hier kunnen we met de partners in de nationale coalitie mogelijk iets voor betekenen. Net als voor mensen die minder mobiel zijn en daardoor liever binnen blijven. Tenslotte, kunst en cultuur kunnen werken als een effectief middel om eenzaamheid te bestrijden.
4. Lokale coalities
Om eenzaamheid in de wijken in beeld te krijgen en te doorbreken moet lokaal actie worden ondernomen. Gemeenten hebben op grond van de Wmo die opdracht en voelen die urgentie ook. Twee derde van de gemeenten heeft aandacht voor eenzaamheid in hun collegeprogramma’s. Een ambassadeur roept bestuurders bij alle gemeenten in Nederland op om daad bij het woord te voegen.
De kaarten met de risicogebieden van eenzaamheid per wijk, die het RIVM heeft gemaakt als onderdeel van de toolkit, stellen gemeenten in staat om hun interventies en lokale coalitie passend te maken voor de eenzaamheids-opgave per wijk. Het aantal gemeenten dat daaraan een signaleringspunt koppelt, is toegenomen. Ook het aantal gemeenten dat werkt met Welzijn op Recept en huisbezoeken is verder gegroeid. Exacte aantallen volgen begin 2020 als de nu lopende benchmark onder gemeenten is uitgevoerd. Deze benchmark dient inzicht te geven in de voortgang van de aanpak eenzaamheid bij gemeenten, met als specifiek kader de vijf pijlers en de toolkit. In december 2019 is de vragenlijst uitgezet. Eind januari 2020 ontvang ik de eerste rapportage. Vervolgens voert het onderzoeksbureau deze benchmark eind 2020 en eind 2021 nogmaals uit om de voortgang te monitoren. Ik informeer Uw Kamer in de volgende rapportage over de uitkomsten.
De volgende concrete resultaten zijn bereikt in samenwerking met gemeenten en verschillende lokale partners:
– 126 gemeenten zijn verbonden aan het actieprogramma door bijvoorbeeld het ondertekenen van de vijf pijlers9 of aan de slag te gaan met instrumenten uit de toolkit (een verzameling van in de praktijk ontwikkelde instrumenten die bijdragen aan de vermindering van eenzaamheid);
– Deze aangesloten gemeenten tellen samen 758.930 75-plussers. Dit is 53,9% van het totaalaantal 75-plussers in Nederland;
– 10 gemeenten hebben een «Signaalpunt eenzaamheid» ingericht, 6 zijn in ontwikkeling en 18 hebben interesse;
– Meer dan een kwart van de aangesloten gemeenten leggen jaarlijks huisbezoeken af aan 75-plussers, of bereiden dat voor;
– Bijna een derde van de aangesloten gemeenten vormden een lokale coalitie die met verschillende partijen een lokale aanpak formuleren voor preventie of bestrijding van eenzaamheid. Een aantal voorbeelden staan hieronder;
– Vijftien adviseurs bieden de nu 126 gemeenten, verspreid door heel Nederland, praktische ondersteuning in hun aanpak van eenzaamheid, bijvoorbeeld bij het implementeren van een signaalpunt tegen eenzaamheid en jaarlijkse huisbezoeken van 75-plussers;
– De Nationale Coalitie en de beweging op lokaal niveau met de lokale coalities versterken elkaar. Landelijke partijen doen lokaal mee met hun eigen vestiging(en).
Nog belangrijker is wat er daadwerkelijk gebeurd bij deze gemeenten die zich actief inzetten om eenzaamheid bij hun inwoners te verkleinen. Verschillende onderzoeken waar ik hieronder verder op in ga, geven daar een beeld van. Elke lokale situatie is uiteindelijk anders en kent zijn eigen «push en pull» factoren om iets aan eenzaamheid te doen. Hierbij enkele voorbeelden die die diversiteit weergeeft:
Een lokale coalitie in een middag in Valkenburg Een lokale coalitie tegen eenzaamheid vormen lijkt misschien moeilijk te realiseren. In gemeente Valkenburg is er echter voortvarend aan de slag gegaan met een innovatieve aanpak. Door een beroepenlijst op te stellen en daar namen aan toe te voegen werd een gevarieerd gezelschap geactiveerd van onder andere een notaris, de politie, de zorg- & welzijnsorganisatie, een pedicure en de thuiszorg. In slechts één middag is de coalitie opgericht en zijn er taken toebedeeld. Zorg voor elkaar Breda Met de aanpak «Omgaan met Eenzaamheid in Breda» is een lokale coalitie aan de slag gegaan om een efficiënte en duurzame aanpak op te zetten en tegelijktijdig een beweging met een gedeelde visie op gang te brengen. Dit doen ze in drie werkgroepen (bewustwording, deskundigheidsbevordering, eenzaamheid in de wijk Haagse Beemden). In 2020 wordt een meerjarenperspectief ontwikkeld en in februari/maart vindt een stedelijke bijeenkomst plaats. Daarnaast is er een centrale stedelijke aanpak «Dag eenzaamheid». Daarin wordt eenzaamheid bespreekbaar gemaakt als onderdeel van het leven. Tegelijkertijd draagt de aanpak bij aan waardevolle ontmoetingen ter vermindering van eenzaamheid. Netwerk Samen tegen Eenzaamheid in Oegstgeest 6 mei 2019 was de eerste bijeenkomst van het netwerk Samen tegen eenzaamheid Oegstgeest in oprichting. Inmiddels is in oktober het netwerk officieel opgericht en hebben meer dan 70 mensen een «Ik-doe-mee-verklaring» ondertekend. Aan het netwerk neemt een gevarieerde groep deel van zorg- en welzijnsmedewerkers, ondernemers, betrokken inwoners en afgevaardigden van belangengroeperingen. In werkgroepen wordt gewerkt aan het in beeld brengen van de sociale kaart, het organiseren van signaleringscursussen en het maken van een publiekscampagne. Daarnaast is een groep ervaringsdeskundigen actief om te adviseren over het huidige aanbod. Met dit 4-jarige project brengt gemeente Oegstgeest een beweging op gang die niet alleen organisaties maar ook inwoners van het dorp uitdaagt een bijdrage te leveren aan de aanpak van eenzaamheid. Pilots in Utrecht Gemeente Utrecht heeft de volgende pilots die als doel hebben om andere gemeenten van te laten leren: – Lokale campagne «Stel je voor». Betreft: Campagne rondom de Week-tegen-Eenzaamheid. Samen met NS en Pro-Rail is een online- en offlinecampagne in een totale tijdspan van 6 weken rondom de Week-tegen-Eenzaamheid geweest. De onlinecampagne bereikte 346 duizend mensen. – Deskundigheidsbevordering in Utrecht. Betreft: trainingen van vrijwilligers in het tegengaan van eenzaamheid. – Versterken van de lokale coalitie. Betreft: Community Management van de Utrechtse Coalitie. Het betreft het aanjagen en versterken van de lokale coalitie. Tegelijkertijd wordt er ingezet op monitoren van resultaten en het ophalen van knelpunten. – Automaatje Utrecht. Betreft: Project om meer minder-mobiele Utrechtse ouderen in staat te stellen contact te maken/ onderhouden met vrijwilligers. Het doel is een brede doelgroep minder-mobiele Utrechtse ouderen bereiken en voorkomen dat zij in een isolement geraken door hun verminderde mobiliteit. Méér minder-mobiele Utrechtse ouderen in staat stellen betekenisvolle contacten te leggen of te onderhouden door hen activering en/of vervoer aan te bieden. |
Bevindingen in lopende onderzoeken
1. Kwantitatieve onderzoeken
Begin 2019 heeft de Wetenschappelijke adviescommissie (WAC) advies uitgebracht over het meten van de prevalentie van eenzaamheid en hoe het doel van dit actieprogramma, namelijk een trendbreuk op de gevoelens van eenzaamheid bij 75+ers, gemeten zou kunnen worden. In mijn reactie op dit advies10 heb ik u toegezegd tussen de metingen van de Gezondheidsmonitor, waarin vierjaarlijks in iedere gemeente langs de «De Jong Gierveld-schaal» wordt gemeten, het LASA-onderzoek te gebruiken om te bezien of we de goede kant op bewegen om de trend van eenzaamheid te doorbreken.
Wanneer we spreken over een «trendbreuk» op eenzaamheid zijn er vier verschillende niveaus om daarnaar te kijken. We kunnen kijken naar de verandering op het individuele niveau en op het landelijk niveau.
Op individueel niveau kan (middels het LASA-onderzoek 11) inzicht worden verkregen over a) de verandering in de gevoelens van eenzaamheid van één persoon over de loop van de jaren en b) het verschil tussen een 75+er nu en een 75+er 10 jaar geleden.
Op landelijk niveau kan (middels de Gezondheidsmonitor 12) inzicht worden verkregen over a) de verandering in het percentage van de bevolking dat zich eenzaam voelt tussen 2012, 2016 en 2020 en b) de verandering in het percentage dat zich eenzaam voelt corrigerend voor het effect van de demografische vergrijzing.
Op de volgende verschillende momenten in 2020 en 2021 komt informatie uit deze onderzoeken (zie tabel 1). Ik zal de WAC vragen mij te adviseren over de interpretatie van deze verschillende data en wat dit dan zegt over de beoogde trendbreuk en bijbehorende opgave waar we als maatschappij voor staan. In de volgende voortgangsrapportage zal ik u hierover informeren.
LASA-onderzoek | Najaar 2019 Maart 2020 |
400 77–100 jaar 10 gemeenten |
Q4 2019 (bijgevoegd) Q4 2020 |
Gezondheidsmonitor | Najaar 2012 Najaar 2016 Najaar 2020 |
~450.000 18–100 jaar landelijk |
Reeds beschikbaar Reeds beschikbaar Q2 2021 |
CBS Sociale samenhang & Welzijn | 2017 2019 |
7.500 7.500 Representatieve steekproef |
Reeds beschikbaar Q3 2020 |
Nivel Participatiemonitor | Najaar 2019 Najaar 2020 |
4.500 4.500 Representatieve steekproef |
Q4 2019 Q3 2020 |
LASA-rapport
Het rapport met analyse over de eerste extra meting bij de LASA-populatie (betreffende de periode eind 2011 tot begin 2019) is bij deze brief toegevoegd (bijlage 2)13. Dit rapport kan gezien worden als 0-meting voor de volgende metingen gedurende het actieprogramma. Dat betekent dat er in de volgende voortgangsrapportage van 2020 een vergelijking kan worden gemaakt tussen deze metingen.
De resultaten tonen aan dat eenzame ouderen niet eenzamer zijn geworden sinds 2011. Ook bevestigt de analyse over deze meting dat eenzaamheid gemiddeld genomen toeneemt met het ouder worden. In de context van een vergrijzende samenleving is dat een relevante constatering, die de urgentie van de inspanningen van het actieprogramma benadrukt. Het gaat er om de te verwachte trend gelet op de vergrijzing, te keren.
2. Kwalitatieve onderzoeken en resultaten, subsidieregeling
De WAC heeft in haar eerste brief advies ook enkele procesindicatoren genoemd die aan kunnen tonen of de beweging richting een trendbreuk groeit. Conform mijn toezegging informeer ik u met deze voortgangsrapportage over de onderzoeken en bevindingen die ik hier nu over heb.
Onderzoek naar resultaten gemeenten met een decentralisatieuitkering
Eind 2018 hebben zestien gemeenten met één of meer wijken/kernen met een eenzaamheidspercentage van meer dan 56% een decentralisatie uitkering ontvangen voor de aanpak van eenzaamheid. Bijgevoegd (bijlage 3)14 treft u het rapport van de inventarisatie wat er binnen deze gemeenten is gebeurd.
Inzichten uit dit rapport versnellen de aanpak voor andere gemeenten. De aanpak en geleerde lessen uit deze zestien gemeenten wordt gedeeld met de adviseurs die gemeenten lokaal ondersteunen. Zo kan bijvoorbeeld de inventarisatiefase en verdiepingsslag bij «nieuwe» gemeenten relatief sneller worden doorlopen.
Hoewel sommige gemeenten al bezig waren met de aanpak van eenzaamheid heeft in zijn algemeenheid de decentralisatie-uitkering een forse impuls gegeven aan de aanpak van eenzaamheid in de zestien gemeenten. Doordat er geld beschikbaar kwam, is het onderwerp vaak hoger op de agenda van het gemeentebestuur en de gemeenteraden gekomen. De landelijke aandacht die het Actieprogramma heeft gegenereerd, heeft volgens sommige gemeenten deze impuls nog eens versterkt. De meeste gemeenten geven aan dat zij de middelen van de uitkering zo duurzaam mogelijk willen inzetten om met name de kwaliteit van de bestaande voorzieningen, activiteiten en initiatieven te verbeteren. Veel gemeenten zetten de middelen over meerdere jaren in.
Geleerde lessen uit deze gemeenten met een extra financiële impuls zijn:
– De eerste stap van bijna alle gemeenten die een decentralisatie uitkering ontvingen was het in kaart brengen van wat er in de gemeente reeds gebeurt op het gebied van voorkomen en bestrijden van eenzaamheid.
– Na de fase van inventariseren zijn veel gemeenten aan de slag gegaan met een duurzame verbeterslag, enerzijds door de kwaliteit van bestaande activiteiten te verhogen en anderzijds het bestaande aanbod aan te vullen met ontbrekende activiteiten.
– Voor sommige gemeenten leidt het inventariseren van activiteiten ook tot het inzicht dat er behoefte is aan meer afstemming en samenwerking tussen organisaties die betrokken zijn.
– In een aantal gemeenten is een verdiepingsslag op de interventies gemaakt. Er is gaandeweg een inzicht opgedaan dat «eenzaamheid verminderen meer is dan alleen ontmoeting faciliteren»
– Een ander inzicht dat gemeenten opdeden is dat eenzaamheid een overkoepelend sociaal vraagstuk is: «Eenzaamheid gaat overal dwars doorheen, bijna alle netwerken in het sociale domein hebben wel een link met eenzaamheid». De gemeenten wijzen erop dat ze het probleem integraal moeten aanpakken. Daardoor wordt de aanpak van eenzaamheid in sommige gemeenten ingebed in bestaande programma’s of structuren.
– Tenslotte, bijna alle gemeenten werken met netwerken (lokale coalities) bij hun aanpak van eenzaamheim. Vaak zijn dit partijen uit de gehele lokale samenleving. De rol die de gemeenten hier zelf in vervullen is vaak van invloed op het succes van de lokale coalitie.
Advies over zingeving (Raad van Ouderen)
De Raad van Ouderen adviseert het Ministerie van VWS en andere partijen die actief zijn in de ouderenzorg, en vraagt aandacht voor relevante thema's. De raad bestaat uit ouderen die ook actief zijn in regionale en landelijke ouderennetwerken. Het vierde advies (bijlage 4)15, uitgebracht in november 2019, ging op mijn verzoek over zingeving. De vraag was: «hoe maken we zingevingsvragen laagdrempeliger en toegankelijk zodat ouderen zich daadwerkelijk minder eenzaam voelen?» In het advies doet de Raad in totaal 12 aanbevelingen die in haar ogen bijdragen aan de zingeving bij ouderen. Oprechte aandacht voor ouderen in het dagelijkse leven, een goede voorbereiding op de derde levensfase en faciliteren dat ouderen op eigen wijze aan de samenleving kunnen blijven deelnemen zijn volgens de Raad de belangrijkste succesfactoren voor betekenisvol contact en een zinvol bestaan. Samen met het Pact voor de Ouderenzorg is in november een congres rondom Zingeving georganiseerd, waarin initiatieven zijn bedacht die bij moeten dragen aan een zingevend bestaan voor ouderen, en daarmee aan vermindering van eenzaamheid. De opbrengst van deze bijeenkomst inclusief het advies van de Raad van Ouderen, wordt binnen de Pact partijen en programma’s volgend jaar verder opgepakt.
Subsidieregeling met ZonMw
Zoals deze brief alleen al aantoont, is er ontzettend veel kennis en wil om actie te ondernemen, overal verspreid door Nederland. Om te zorgen dat deze kennis en kunde tot uiting komen, heeft ZonMw, in opdracht van het Ministerie van VWS, een subsidieoproep voor initiatieven tegen eenzaamheid uitgezet. De subsidieoproep is bedoeld om de (door)ontwikkeling van effectieve interventies tegen eenzaamheid te inventariseren en financieel te ondersteunen, maar ook om de geselecteerde veelbelovende activiteiten te omschrijven en te evalueren. Zo bouwt het programma gezamenlijk een database op van goede voorbeelden.
ZonMw heeft in 2019 twee subsidierondes opengesteld in het kader van de versterking aanpak eenzaamheid. Startende en bestaande lokale initiatieven konden binnen deze rondes een aanvraag doen voor de ontwikkeling, uitvoering en verspreiding van initiatieven gericht op het voorkomen of bestrijden van eenzaamheid onder 75-plussers. Procesevaluatie en het beschrijven van de aanpak middels een handboek maken onderdeel uit van de projecten.
Binnen de oproep voor bestaande initiatieven zijn 58 aanvragen in behandeling genomen. Daarvan worden 35 aanvragen gehonoreerd op basis van de in de oproep gehanteerde relevantie- en kwaliteitscriteria. De honoreringen vertegenwoordigen gezamenlijk een bedrag van ruim € 800.000. Op het gebied van relevantie is onder andere beoordeeld op de beschrijving van ervaringen met het initiatief, aansluiting op de lokale situatie, de beschrijving en betrokkenheid van de doelgroep en samenwerking met andere relevante partijen. De kwaliteitscriteria hadden betrekking op de kwaliteit van de doelstelling, plan van aanpak, haalbaarheid, samenstelling en expertise projectgroep, continuïteit en begroting.
Binnen de oproep startende initiatieven zijn 44 aanvragen in behandeling genomen. Het beoordelingsproces loopt op dit moment nog en de besluitbrieven worden uiterlijk eind januari verstuurd.
Nog voor de zomer van dit jaar vindt opnieuw een subsidieoproep plaats, dan ook gericht op de verbinding met landelijke initiatieven. De precieze invulling van de tweede oproep wordt in de komende weken uitgewerkt. De bevindingen en verbeterpunten uit de eerste subsidieoproep vormen daarin een belangrijk uitgangspunt.
Lange termijn kennisagenda
De WAC komt begin 2020 met hun derde advies, over een agenda voor onderzoek en ontwikkeling op de lange termijn. Op dit moment werkt de WAC ook aan een checklist aan de hand waarvan gemeenten de kwaliteit van cursussen en trainingen op het gebied van eenzaamheid kunnen beoordelen. De checklist wordt opgenomen in de toolbox van de adviseurs.
Ex-durante Beleidsevaluatie
Het programma wordt sinds september 2019 ex-durante geëvalueerd met de onderzoeksvraag of de opzet van het programma met de landelijke en lokale coalities bijdraagt aan de impact die we willen bereiken. Daarin wordt gekeken naar de doeltreffendheid (doen we wat we beogen?) en doelmatigheid (doen we dat efficiënt?). Middels een inhoudsanalyse, interviews en ronde-tafel-gesprekken zijn lokale, landelijke betrokkenen van binnen en buiten het programma bevraagd. Bijgevoegd treft u het eerste rapport (bijlage 5)16
De belangrijkste bevindingen zijn:
– Het initiatief voor en de regievoering op het programma door het ministerie wordt als positief ervaren, onder andere vanwege de doorzettingsmacht en de versnelling die dit oplevert. Er is een beweging in gang gezet die wordt herkend en VWS pakt hierin een inspirerende rol.
– De opzet van het programma met een Nationale Coalitie en lokale coalities met partijen die bijdragen aan het verminderen van eenzaamheid en daarbij worden ondersteund vanuit het Ministerie van VWS, waarbij de Wetenschappelijke Adviescommissie zorgdraagt voor kennisontwikkeling en -borging, wordt positief gewaardeerd in beleving en werking ervan.
– Een belangrijke uitdaging voor het programma is het (nog) verder versterken van de kracht en werking van de Nationale Coalitie zelf en het verder versterken van de verbinding met de lokale coalities. Ook kan de ondersteuning aan lokale coalities nog beter en concreter, met aandacht voor wat werkt, maar ook voor wat niet werkt (voorkomen van verlies van energie). In 2020 breid ik daarom de toolkit uit met verschillende concrete instrumenten, zoals een checklist voor trainingen en een handreiking monitoring en evaluatie.
Na het agenderen moeten nu concrete resultaten worden behaald doordat partners aan de slag gaan met effectieve interventies. Ten tweede is ook de borging van de thematiek op langere termijn een uitdaging voor betrokkenen. Er is een aantal concrete aanbevelingen gedaan, waar het programma mee aan de slag gaat. Het onderzoeksbureau is gevraagd om actiegericht verder te onderzoeken. Dus mee te lopen en bij te sturen aan de hand van bevindingen. Een volgend verslag hiervan stuur ik eind 2020 met de volgende voortgangsrapportage.
Motie van het lid Krol over gemeenten stimuleren om zich aan te sluiten bij Eén-tegen-eenzaamheid
Tot slot wil ik met deze brief nog de motie van het lid Krol afdoen17, ingediend bij de behandeling van de vorige voortgangsrapportage, die de regering verzoekt zich meer in te spannen en ervoor te zorgen dat gemeenten zich zo snel mogelijk aansluiten bij het actieprogramma Eén tegen eenzaamheid. Ik geef daar als volgt gehoor aan:
– Een ambassadeur bezoekt wethouders om het thema eenzaamheid te agenderen en wethouders uit te nodigen zich aan te sluiten bij het actieprogramma;
– 15 adviseurs ondersteunen gemeenten in de totstandkoming en uitrol van het eenzaamheidsbeleid; De toolkit voor gemeenten wordt uitgebreid met praktische handvatten waar gemeenten gebruik van kunnen maken.
– In 2020 wordt er weer volop tijdens bijeenkomsten ingezet om gemeenten te bewegen zich aan te sluiten bij het programma. Zo verwacht ik op 15 januari 2020 bij het congres in de Ridderzaal weer nieuwe gemeenten te verwelkomen bij het programma.
Deze lopende inspanningen hebben ertoe geleid dat de 70 deelnemende gemeenten van december 2018 zijn uitgebreid naar 126 gemeenten op dit moment. Mijn programma is erop gericht dat dit cijfer in 2020 toeneemt naar 200.
Tot slot
Tot slot is het belangrijk om ook over de grenzen te kijken van 2020. Er zijn verschillende thema’s en onderwerpen die onze aandacht in 2021 vragen. Eenzaamheid is niet uitsluitend iets van ouderen. Eenzaamheid kent geen voorkeuren: jong, oud, rijk of arm, eenzaamheid vinden we terug in alle bevolkingslagen. De toon is gezet om eenzaamheid voor andere doelgroepen bespreekbaarder te maken. Bijvoorbeeld voor eenzaamheid onder jongeren. Een meldpunt voor eenzame jongeren kent sinds de lancering in oktober al meer dan duizend jongeren meldingen. Zoals ik in mijn vorige voortgangsrapportage18 al aangaf in reactie op de motie van het lid Raemakers-Kuiken zet ik de ondersteuning aan gemeenten breed in voor alle doelgroepen die te maken krijgen met eenzaamheid.
Internationaal kan er kennis worden opgedaan. Er valt te leren van landen als Denemarken, Finland, en Japan. Het Verenigd Koninkrijk stelde al een Minister Against Loneliness aan. Duitsland heeft een peerreview groep opgestart waar Nederland deel van uitmaakt. Mogelijk leidt dit tot een uitgebreider Europees netwerk.
Eenzaamheid blijft een complex fenomeen. Er zijn te veel mensen die ongewild lijden onder een eenzaam bestaan. Met het actieprogramma hoop ik dat een toon is gezet die een lang gevolg krijgt. De eerste periode van het programma heeft het accent gelegen op het agenderen van het onderwerp en het activeren van partijen. Daar zijn we goed in geslaagd met onder meer 126 actieve lokale coalities tegen eenzaamheid en 100 organisaties die daarnaast nog activiteiten ondernemen. Nu verschuift de aandacht naar de kwaliteit van alle verschillende interventies die we in het land tegenkomen: welke acties helpen het best om eenzaamheid te bestrijden? Die kennis gaan we goed borgen en delen met zoveel mogelijk partijen, om uiteindelijk het einddoel (minder eenzame ouderen) te bereiken. Iemands eenzaamheid is niet in een jaar opgelost. Het vergt een aanpak van een lange adem vanuit verschillende hoeken van de samenleving. Met dit programma, en alle betrokkenen, is daar de eerste belangrijke stap in gezet.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Kamerstuk 29 538, nr. 252↩︎
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎
Kamerstuk 29 538, nr. 282↩︎
Bijlage bij Kamerstuk 29 538, nr. 252↩︎
Hakulinen, C., Pulkki-Råback, L., Virtanen, M., Jokela, M., Kivimäki, M., & Elovainio, M. (2018). Social isolation and loneliness as risk factors for myocardial infarction, stroke and mortality: UK Biobank cohort study of 479 054 men and women. Heart, 104(18), 1536–1542.↩︎
Schoenmakers, E. C., Fokkema, T., & van Tilburg, T. G. (2014). Eenzaamheid is moeilijk op te lossen en treft niet alleen ouderen. Demos, 30(8), 5–7.↩︎
KBO-PCOB onderzoek, 3 juli 2019: https://www.kbo-pcob.nl/nieuws/kbo-pcob-start-strijd-tegen-zomereenzaamheid/↩︎
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/campagnes/campagneresultaten↩︎
Dit zijn de volgende vijf pijlers: (1) bestuurlijk commitment, (2) Creëer een sterk netwerk, (3) Betrek mensen, eenzamen zelf, (4) Werk aan een duurzame aanpak en (5) Monitoring en evaluatie.↩︎
Kamerstuk 29 538, nr. 290↩︎
De studie Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA) voert elke drie of vier jaar een onderzoek uit in een steekproef van ouderen uit negen gemeenten in westen, oosten en zuiden van het land. Tussen deze hoofdwaarnemingen vinden soms tussenwaarnemingen plaats. Met de beschikbare data is in oktober 2019 een onderzoek uitgevoerd, met als onderzoeksvraag: «Wat is de verandering in eenzaamheid onder de LASA-ondervraagden van 75 jaar en ouder van eind 2011 tot begin 2019?»↩︎
De Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen geeft inzicht in de gezondheid en leefstijl van Nederlanders van 19 jaar en ouder en vindt elke vier jaar plaats. De volgende Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen is in het najaar van 2020.↩︎
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎
Motie met Kamerstuk 31 765, nr. 378↩︎
Kamerstuk 29 538, nr. 282↩︎