Uitstel beantwoording vragen van het lid Laçin over het schippersechtpaar dat ernstig ziek is geworden als gevolg van de met hun schip vervoerde lading die met het bestrijdingsmiddel Fosfine was behandeld
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2020D01432, datum: 2020-01-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-1463).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z24798:
- Gericht aan: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Indiener: C. Laçin, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1463
Vragen van het lid Laçin (SP) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht dat een schippersechtpaar op de intensive care is beland na vergiftiging door lading (ingezonden 11 december 2019).
Mededeling van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 17 januari 2020).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat een schippersechtpaar op de intensive care is beland na vergiftiging door hun eigen lading?1
Vraag 2
Kunt u inzichtelijk maken hoe vaak er vergiftigingen met biociden plaatsvinden? Kunt u daarbij ook toelichten of in dat overzicht incidenten opgenomen zijn waar de blootstelling minder langdurig is, waardoor ziekenhuisopname niet altijd noodzakelijk is?
Vraag 3
Indien een dergelijk overzicht niet beschikbaar is, bent u dan bereid om hier onderzoek naar te doen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Waar kunnen gedupeerden terecht met hun vragen en hoe kunnen zij gecompenseerd worden voor hun gemaakte kosten en gemiste inkomens? Welke rol ziet u voor uzelf hierin?
Vraag 5
Welke stappen, zoals het aansprakelijk stellen, worden er genomen tegen de verlader van de lading giftig veevoer?
Vraag 6
Hoe kan het dat bij de overslag in meerdere binnenvaartschepen niets is geconstateerd over de (zeer) hoge dosis fosfinegas?
Vraag 7
Welke instantie(s) had(den) moeten aanslaan of ingrijpen bij de te hoge waarde fosfinegas, en waarom is dit niet gebeurd?
Vraag 8
Welke (Europese) afspraken zijn er over het inspecteren op aanwezigheid van biociden van schepen die van buiten Europa komen?
Vraag 9
Is er een meldingsplicht bij de havenautoriteiten wanneer bij zeeschepen de lading met biociden, zoals fosfine, is bewerkt? Zo nee, gaat u een dergelijke meldplicht alsnog invoeren voor zeeschepen die onze havens binnenlopen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Bent u bereid om bij geurloze biociden standaard een toegevoegd reukmiddel verplicht te stellen, zodat mensen die in aanraking met biociden komen, weten dat deze stof(fen) aanwezig zijn? Zo nee, waarom niet en welke maatregelen bent u dan bereid om te nemen die ervoor zorgen dat biociden beter opgemerkt kunnen worden?
Vraag 11
Welke inspanningen zijn er om andere landen te overtuigen het gebruik van fosfine te verbieden?
Mededeling
Op 11 december 2019 ontving ik Kamervragen van het lid Laçin (SP) over het schippersechtpaar dat ernstig ziek is geworden als gevolg van de met hun schip vervoerde lading die met het bestrijdingsmiddel Fosfine was behandeld.
De beantwoording van deze Kamervragen kost meer tijd vanwege het feit dat de ILT het ongevalsonderzoek nog niet heeft afgerond en voor de juiste beantwoording interdepartementale afstemming benodigd is. Daarom is het niet mogelijk de Kamervragen binnen de gestelde termijn van drie weken te beantwoorden.
Nos.nl, 7 december 2019: «Schippersechtpaar op intensive care door giftig gas in lading» (https://nos.nl/artikel/2313633-schippersechtpaar-op-intensive-care-door-giftig-gas-in-lading.html)↩︎