Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (twintigste tranche)
Regels met betrekking tot versnelde ontwikkeling en verwezenlijking van ruimtelijke en infrastructurele projecten (Crisis- en herstelwet)
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2020D01593, datum: 2020-01-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2020D01593).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. Ziengs, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C.J.M. Roovers, griffier
Onderdeel van zaak 2019Z23332:
- Indiener: S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen
- Volgcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- Volgcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-11-28 14:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-12-12 11:30: Procedurevergadering vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-01-16 14:00: Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (twintigste tranche) (TK 32127-236) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2021-04-14 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2020D01593 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft enkele vragen en opmerkingen over de brief van de Minister voor Milieu en Wonen d.d. 27 november 2019 inzake het Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (twintigste tranche) (Kamerstuk 32 127, nr. 236).
De voorzitter van de commissie,
Ziengs
De griffier van de commissie,
Roovers
Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (twintigste tranche) (Kamerstuk 32 127, nr. 236)
De leden van de CDA-fractie hebben kennis genomen van het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (twintigste tranche). Zij hebben nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie zien dat zeven gemeenten (i.c. Peel en Maas, Heerhugowaard, Hoorn, Koggeland, Leeuwarden, Ooststellingwerf en Weststellingwerf) nu reeds zijn aangewezen voor duurzame, innovatieve experimenten waarmee vergunningsvrije zonnevelden mogelijk zijn voor een periode van vijftien jaar. Allereerst vragen zij hoe de term «tijdelijk» moet worden geduid als zonnevelden 30 jaar mogen liggen. Graag vernemen zij tevens in welke mate experimenten in die gemeenten zijn gestart en wat de eerste ervaringen daarbij zijn. Daarbij vernemen zij graag hoeveel hectare weidegrond thans belegd is met zonnevelden en wat de concrete plannen zijn.
De leden van de CDA-fractie lezen dat de termijn van vijftien jaar in de praktijk te kort blijkt voor een gunstige exploitatie van de zonnevelden. Zij vragen of daarbij niet alleen gekeken is naar de levensduur van zonnepanelen maar ook naar de te verwachten innovaties. Zelden gaan zonnepanelen 30 jaar mee en vaak zijn er binnen 15 jaar innovaties die vervanging wenselijk maken, zo menen zij.
De leden van de CDA-fractie vragen of bij de aanleg van deze zonnevelden de afweging plaats vindt dat bestaande beschikbare daken de voorkeur verdienen om met zonnepanelen belegd te worden (de «zonneladder»).
De leden van de CDA-fractie vragen naar aanleiding van onderdeel F of projecten waar geen (of amper) sprake is van woningbouw doch wel van forse energieprojecten ook onder het bereik van dit artikel vallen. Aangezien dat geen effect heeft op de realisatie van woningen, zou dat, naar de visie van deze leden, niet het geval moeten zijn.
De leden van de CDA-fractie vragen of het mogelijk is om in Artikel II inzake het uitvoeren van een plan-mer-beoordeling verdergaande vrijstellingen te introduceren. Wordt de ruimte die de Europese regelgeving biedt ten volle benut, zo vragen zij.