Motie van het lid Van Meenen over een uitvoerbaar en hanteerbaar toetsingskader
Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het onderwijstoezicht en enkele andere wetten in verband met actualisering van de deugdelijkheidseisen, het daarmee samenhangende onderwijstoezicht en vermindering van administratieve verplichtingen in het funderend onderwijs, alsmede reparatie van wetstechnische gebreken (actualisering deugdelijkheidseisen funderend onderwijs)
Motie
Nummer: 2020D02097, datum: 2020-01-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35102-17).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.H. van Meenen, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van zaak 2020Z00982:
- Indiener: P.H. van Meenen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2020-01-22 19:15: Wet actualisering deugdelijkheidseisen funderend onderwijs (35102) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2020-02-04 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 102 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het onderwijstoezicht en enkele andere wetten in verband met actualisering van de deugdelijkheidseisen, het daarmee samenhangende onderwijstoezicht en vermindering van administratieve verplichtingen in het funderend onderwijs, alsmede reparatie van wetstechnische gebreken (actualisering deugdelijkheidseisen funderend onderwijs)
Nr. 17 MOTIE VAN HET LID VAN MEENEN
Voorgesteld 22 januari 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de onderwijsinspectie vaststelt dat in het funderend onderwijs experimentele onderwijsconcepten gehanteerd worden die niet deugdelijk zijn onderbouwd en die het belang van kinderen schaden;
overwegende dat elk kind recht heeft op goed onderwijs dat op een deugdelijke onderbouwing gebaseerd is;
verzoekt de Minister, in overleg met de onderwijsinspectie te komen tot een uitvoerbaar en hanteerbaar toetsingskader voor de deugdelijkheid van onderwijskundige concepten, en de Kamer hierover voor de volgende begrotingsbehandeling te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Meenen