Maandrapportage CBR december 2019 over de divisies Rijgeschiktheid Medisch en Klantenservice
Maatregelen verkeersveiligheid
Brief regering
Nummer: 2020D02143, datum: 2020-01-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29398-791).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29398 -791 Maatregelen verkeersveiligheid.
Onderdeel van zaak 2020Z01003:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-01-30 13:50: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-02-05 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-02-05 15:00: Verkeersveiligheid (Algemeen overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-02-06 14:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
Nr. 791 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 januari 2020
Zoals toegezegd in het debat over het CBR op 11 september jl. (Handelingen II 2018/19, nr. 107, item 12) ontvangt u hierbij de rapportage van het CBR over de divisies Rijgeschiktheid Medisch en Klantenservice over de maand december1. De rapportage laat zien hoe het CBR afgelopen maand heeft gepresteerd vergeleken met het base case scenario van de prognose die u op 10 september jl. heeft ontvangen.
Naar aanleiding van mijn toezegging in het debat over het CBR op 11 december jl. heeft het CBR een aantal aanpassingen gedaan in de rapportage. Daardoor heeft de rapportage een iets andere opzet dan de rapportages over de voorgaande maanden. De belangrijkste wijziging is de toevoeging van een samenvatting van één pagina, waarin de realisatie en prognose van de drie belangrijkste parameters (verlopen rijbewijzen, werkvoorraad en reactietermijnen) is opgenomen, zowel in cijfers als in tekst. Daarnaast is de rapportage korter en compacter geworden en zijn de toezeggingen die ik heb gedaan tijdens het debat op 11 december jl. naar aanleiding van de vragen van het lid Postma over de dossiers die vallen onder de administratieve verlenging en de mogelijkheden om de passieve aanvragen uit te splitsen verwerkt in de rapportage. Voor de passieve aanvragen geldt dat het voor het CBR helaas niet mogelijk is om een uitsplitsing te maken naar het deel van de aanvragen waarvoor de actie bij de burger ligt en het deel waarvoor de actie bij een keuringsarts of medisch specialist ligt. Ik zal samen met het CBR bekijken wat eventueel wel mogelijk is om te voorkomen dat dossiers lang stil blijven liggen bij keuringsartsen of medisch specialisten. Ik hoop dat de doorgevoerde wijzigingen eraan bijdragen om de rapportage duidelijker en toegankelijker te maken.
Bijstelling looptijd Programma RGahS
Het CBR heeft mij in het kader van het aangescherpt toezicht geïnformeerd dat er sprake is van een bijstelling van de einddatum en kostenprognose van het programma Rijgeschiktheid aan het Stuur (RGahS). Dit heeft twee oorzaken. In de eerste plaats is er meer tijd nodig dan voorzien voor het operationaliseren van het proces «Mededelingen» (het afhandelen van mededelingen van politie en justitie). Dit heeft geen gevolgen voor de afhandeling van aanvragen voor een gezondheidsverklaring. Voor aanvragen «Medisch» is het systeem volledig in gebruik genomen. Met de volledige ingebruikname voor aanvragen «Medisch» blijkt er echter wel een aantal systeemaanpassingen benodigd te zijn om het proces te optimaliseren en verder te verbeteren. Dat is de tweede oorzaak van de bijgestelde einddatum en kostenprognose. De einddatum van het programma is bijgesteld van 31 maart 2020 naar 30 juni 2020. De totale kostenprognose van het programma is bijgesteld van € 35,9 naar € 37,2 miljoen. De bijstelling van de einddatum en kostenprognose zal zo spoedig mogelijk worden verwerkt op het Rijks ICT-dashboard.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎