Uitvoering van de verschillende aangenomen moties tijdens het VSO Toekomstverkenning zorg in Flevoland op 4 december 2019
Ziekenhuiszorg
Brief regering
Nummer: 2020D02540, datum: 2020-01-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31016-275).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Onderdeel van kamerstukdossier 31016 -275 Ziekenhuiszorg.
Onderdeel van zaak 2020Z01202:
- Indiener: B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-01-28 15:35: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-02-12 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-09-09 14:05: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
31 016 Ziekenhuiszorg
Nr. 275 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 januari 2020
Hierbij informeer ik u over de wijze waarop ik uitvoering heb gegeven aan de verschillende aangenomen moties tijdens het VSO Toekomstverkenning zorg in Flevoland op 4 december 2019 (Handelingen II 2019/20, nr. 32, VSO toekomst verkenning zorg in Flevoland (Kamerstuk 31 016, nr. 245)). Het gaat om de volgende zes moties:
– de motie van het lid Van den Berg van het CDA over een agenda met de doorlooptijd en de financiering van de interventies (Kamerstuk 31 016, nr. 259);
– de gewijzigde motie van de leden Van den Berg van het CDA en Ploumen van de PvdA over een gespecialiseerd Geboortecentrum (Kamerstuk 31 016, nr. 267);
– de motie van de leden Dik-Faber van de CU en van der Staaij van de SGP over de evaluatie van de noodzaak van de extra ambulancezorg op Urk (Kamerstuk 31 016, nr. 262);
– de motie van het lid Dik-Faber van de CU over de toekomstagenda voor de lange termijn in Flevoland (Kamerstuk 31 016, nr. 263);
– de motie van de leden Veldman van de VVD en Dik-Faber van de CU over proactief aan de slag gaan met initiatieven voor eHealth in de regio Flevoland (Kamerstuk 31 016, nr. 264);
– de motie van de leden van der Staaij van de SGP en Dik-Faber van de CU over afspraken met regiopartners over financiering voor de Agenda voor de zorg in Flevoland (Kamerstuk 31 016, nr. 266).
De motie van lid Van den Berg van het CDA over een agenda met de doorlooptijd en de financiering van de interventies (Kamerstuk 31 016, nr. 259)
De gewijzigde motie van de leden Van den Berg van het CDA en Ploumen van de PvdA over een gespecialiseerd Geboortecentrum (Kamerstuk 31 016, nr. 267)
De motie van het lid Dik-Faber van de CU over toekomstagenda voor de lange termijn in Flevoland (Kamerstuk 31 016, nr. 263)
De motie van de leden Veldman van de VVD en Dik-Faber van de CU over proactief aan de slag gaan met initiatieven voor eHealth in de regio Flevoland (Kamerstuk 31 016, nr. 264)
Ik heb deze verzoeken onder de aandacht gebracht van de Zorgtafel via het Voortgangsoverleg dat op 9 december 2019 heeft plaatsgevonden. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Agenda voor de Zorg in Flevoland ligt bij de veldpartijen. De Zorgtafel bewaakt de voortgang van de Agenda voor de Zorg in Flevoland, dus die moet deze verzoeken uitvoeren. Tijdens de Zorgtafel van 20 november is afgesproken dat door de betrokken stakeholders een plan van aanpak opgesteld zal worden voor alle punten op de Agenda voor de Zorg voor Flevoland. In de plannen van aanpak worden concrete doelen, resultaten en de bijbehorende tijdpaden benoemd per initiatief. Ook is hierbij aandacht voor de lange termijn en daarmee wordt dus gewerkt aan toekomstbestendige zorg in Flevoland.
In deze agenda worden ook acties genoemd op het gebied van e-health. De Zorgtafel kijkt dus ook expliciet naar de voortgang op gebied van e-health. Ik heb al eerder mijn steun uitgesproken dat partijen in Flevoland afspraken maken over de inzet van vormen van «slimme zorg».
Wat betreft het realiseren van een bevalkamer of een geboortecentrum het volgende. Deze initiatieven maken onderdeel uit van de toekomstverkenning van de zorg in Flevoland. Zoals ik eerder heb aangegeven ligt de uitvoering hiervan bij de veldpartijen en wordt dit initiatief verder verkend. Het is aan de regionale partijen – het ziekenhuis, de verloskundigen, de zorgverzekeraars – om afspraken te maken over het eventueel verder doorontwikkelen van het concept van een bevalkamer tot een gespecialiseerd geboortecentrum en om afspraken te maken over een extra bijdrage voor achterwachtverloskundigen. Ik blijf de voortgang van de uitvoering van de Agenda voor de Zorg in Flevoland volgen via het Voortgangsoverleg. Via dit overleg kan ik behulpzaam zijn bij de knelpunten die boven tafel komen. Ik zal er daar ook op letten dat er wordt voldaan aan de noodzakelijke voorwaarden (bijvoorbeeld capaciteit en financiële middelen) voor de uitvoering van de agenda van de zorg in Flevoland.
De motie van de leden Dik-Faber van de CU en van der Staaij van de SGP over evaluatie van de noodzaak van de extra ambulancezorg op Urk (Kamerstuk 31 016, nr. 262)
Deze evaluatie wordt uitgevoerd. Eén van de aanbevelingen van de toekomstverkenner was namelijk: het versneld evalueren van de extra ambulance op Urk, waarbij de bijdrage aan het publiek vertrouwen in de beschikbaarheid van de acute zorg zwaar moet meewegen. Die opdracht is uitgezet bij een derde partij en heeft expliciet betrekking op die aanbeveling. Er wordt dus niet alleen gekeken naar het aantal ritten.
De motie van de leden van der Staaij van de SGP en Dik-Faber van de CU over afspraken met regiopartners over financiering voor de agenda voor de zorg in Flevoland (Kamerstuk 31 016, nr. 266)
Ik heb uw verzoek onder de aandacht gebracht van de Zorgtafel via het Voortgangsoverleg dat op 9 december 2019 heeft plaatsgevonden. Zorgverzekeraars hebben aangegeven zich verantwoordelijk te voelen en gemotiveerd te zijn om actief invulling te geven aan de acties die in de agenda staan waar het uitgaven in de curatieve zorg betreffen. Daar waar onderwerpen over de grenzen van het stelsel heen gaan, zullen zij die in gezamenlijkheid oppakken met gemeenten en zorgkantoren. De gemeenten zullen de acties moeten financieren die de maatschappelijke ondersteuning betreffen, bijvoorbeeld ouderen en jeugd. Zaken die bijvoorbeeld openbaar vervoer betreffen, dienen door het openbaar bestuur gefinancierd te worden. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Agenda voor de Zorg in Flevoland ligt bij de veldpartijen. De Zorgtafel bewaakt de voortgang van de Agenda voor de Zorg in Flevoland, dus die moet het verzoek over het maken van afspraken over de financiering van de agenda voor de zorg in Flevoland uitvoeren. Zoals eerder aangegeven blijf ik via mijn betrokkenheid de regionale afspraken – ook in hun onderlinge samenhang – volgen.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins