Reactie op verzoek commissie om het kabinetsstandpunt omtrent de GIRFEC (Getting it right for every child) methode uit Schotland
Jeugdzorg
Brief regering
Nummer: 2020D02660, datum: 2020-01-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31839-715).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 31839 -715 Jeugdzorg.
Onderdeel van zaak 2020Z01252:
- Indiener: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-01-29 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-02-12 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-06-23 16:00: Jeugd (Algemeen overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-09-09 13:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
31 839 Jeugdzorg
Nr. 715 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 januari 2020
Op 18 december 2019 heb ik het verzoek van de vaste Tweede Kamercommissie VWS ontvangen om het kabinetsstandpunt omtrent de GIRFEC (Getting it right voor every child)-methode toe te lichten en aan te geven of er plannen zijn om deze methode in Nederland te verspreiden.
Het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) volgt vanuit zijn rol als onafhankelijk kennisinstituut internationale ontwikkelingen en faciliteert de kennisuitwisseling met andere landen. Zo is tijdens een werkbezoek van jeugdhulp- en onderwijsorganisaties aan Schotland de aanpak van GIRFEC bekeken. Het NJi heeft aangegeven dat GIRFEC als een internationaal voorbeeld geldt van overheidsbeleid waarin de waarden van het Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind worden vertaald naar de praktijk. Elk land doet dat op zijn eigen manier. Op verzoek van de betrokken Nederlandse organisaties was het NJi betrokken bij de Nederlandse vertaling van een van de elementen van GIRFEC, de zogeheten kansencirkel. Een aantal gemeenten en praktijkorganisaties zijn hiermee aan de slag zijn gegaan.
Over enkele elementen uit GIRFEC loopt er een discussie. Ouders, ouderorganisaties en deskundigen hebben zorgen geuit over de veronderstelde sterke bemoeienis van de overheid bij de opvoeding van kinderen, ook als ouders daar niet om vragen. Het gaat dan onder meer om de rol van de zogenaamde «named person» die een belangrijke rol vervult bij de inzet van ondersteuning en die over de nodige (privacygevoelige) informatie zou kunnen gaan beschikken. Dit element in de Schotse wetgeving is na veel discussie en juridische procedures inmiddels komen te vervallen. Voor zover bekend bij het NJi wordt het element van de «named person» in Nederland nergens in de praktijk toegepast.
Een ander punt van zorg is het oneigenlijke gebruik van de kansencirkel uit de methode. Deze cirkel is bedoeld als ondersteunend instrument om het gesprek tussen ouders en professionals over de ontwikkeling van een kind te faciliteren vanuit een positieve, waarden gedreven benadering. De zorg is dat de kansencirkel in de Nederlandse context wordt gebruikt als een risicotaxatie-instrument om veiligheids- en ontwikkelproblemen te signaleren. Dit is nadrukkelijk niet de bedoeling. Er zijn geen concrete aanwijzingen dat het daadwerkelijk zo wordt gebruikt. Desalniettemin zal het NJi bij de Nederlandse vertaling van de kansencirkel toevoegen dat de kansencirkel niet bedoeld is als risicotaxatie-instrument.
Ik volg de ontwikkelingen over de GIRFEC-methode met belangstelling. Echter, ik ben niet voornemens om GIRFEC of specifieke elementen eruit in Nederland te verspreiden. Ik zie in het decentrale jeugdstelsel hier geen rol voor de rijksoverheid weggelegd. Opvoeding is primair de verantwoordelijkheid van ouders. Ons jeugdstelsel is erop gericht waar nodig passende ondersteuning te bieden, georganiseerd door gemeenten.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge