[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over goedkeuring meeste plannen Sterk Techniekonderwijs (Kamerstuk 30079-109)

VMBO

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2020D03449, datum: 2020-01-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2020D03449).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2019Z25554:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2020D03449 Inbreng verslag van een schriftelijk overleg

Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media d.d. 17 december 2019 inzake goedkeuring meeste plannen Sterk Techniekonderwijs (Kamerstuk 30 079, nr. 109).

De voorzitter van de commissie,
Tellegen

Adjunct-griffier van de commissie,
Bosnjakovic

Inhoud

I Vragen en opmerkingen uit de fracties

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

Inbreng van de leden van de D66-fractie

Inbreng van de leden van de GroenLinks-fractie

II Reactie van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media

I Vragen en opmerkingen uit de fracties

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief inzake goedkeuring meeste plannen Sterk Techniekonderwijs en zijn blij dat techniekonderwijs in het Nederland hierdoor wordt gestimuleerd. Desondanks hebben ze hierover nog enkele vragen.

De leden lezen in de brief van de Minister dat Nederland is verdeeld onder 78 regio’s, waarbij er 45 plannen inmiddels zijn goedgekeurd. Voor 33 plannen moest er nog een aanpassing worden gedaan, maar daar zijn ook 26 plannen van goedgekeurd. Dit betekent dat er regio’s zijn die geen ondersteuning krijgen in het innovatief en toekomstbestendig maken van hun harde techniekonderwijs. Welke regio’s zijn dit? Hoe is de regionale spreiding gewaarborgd? Hoe waarborgt de Minister dat de leerlingen in deze regio’s wel gestimuleerd worden te kiezen voor techniekonderwijs? Waarop zijn de overige zeven plannen afgekeurd? Hebben deze afgekeurde onderwijsinstellingen ondersteuning gekregen vanuit het ministerie en ziet de Minister mogelijkheden om deze instellingen te helpen bij het creëren van goed techniekonderwijs?

De leden lezen in de brief van de Minister dat de Minister inzet op scholingsadviseurs. Hoe wordt deze functie vormgegeven?

De lezen voorts in de brief van de Minister dat de Minister inzet op een critical friend. Hoe wordt deze functie vormgegeven?

De leden lezen dat er bij scholen die in twee rondes zijn afgewezen, er mogelijk iets aan de hand is. Hoe gaat de Minister erachter komen of dit daadwerkelijk het geval is? Daarnaast lezen de leden dat in sommige regio’s het nog niet lukt om een slagvaardige samenwerking van de grond te krijgen. Hoe gaat de Minister deze regio’s ondersteunen zodat dat wel mogelijk wordt? Daarnaast lezen de leden dat sommige regio’s dunbevolkt zijn en dat leerlingendaling debet is aan de planvorming. Hoe waarborgt de Minister dan alsnog de mogelijkheden voor deze leerlingen om zich te specialiseren in techniekonderwijs?

De leden lezen dat uiterlijk 1 juni 2020 de afgewezen regio’s opnieuw de kans krijgen om hun plannen in te dienen en dat de Minister ervanuit gaat dat vanaf dat moment het hele land kan werken aan een sterk technisch vmbo. Hoe waarborgt de Minister dat alle plannen goedgekeurd gaan worden? Wat gebeurt er als dat niet het geval is?

De leden lezen dat de Minister extra wil inzetten op het lerarentekort in de techniek vanuit de middelen voor sterk techniekonderwijs. Op welke manier gaat de Minister dat doen? Heeft de Minister duidelijke doelstellingen gecreëerd? Wanneer is de inzet voor de Minister geslaagd? Daarnaast vragen de leden op welke manier er samengewerkt wordt met de arbeidsmarkt. Ziet de Minister mogelijkheden om experts vanuit het werkveld voor de techniekklas te krijgen? Is de Minister bereid om hier verder onderzoek naar te doen?

De leden krijgen signalen dat er nog veel onduidelijkheden zijn over de doelen die gesteld worden aan het techniekonderwijs in het basisonderwijs. Is de Minister het daarmee eens? Hoe gaat de Minister dat verbeteren? De leden zien dat hierdoor het techniekonderwijs moeizaam van de grond komt bij basisscholen. Welke concrete stappen neemt de Minister om dat te verbeteren? Aangezien het verbeteren van technisch vmbo begint bij goed techniekonderwijs op de basisschool, zo stellen de leden.

Inbreng van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de goedkeuring van de meeste plannen Sterk Techniekonderwijs en willen de Minister nog enkele vragen voorleggen.

De leden lezen dat 33 plannen bijstelling nodig hadden en opnieuw zijn beoordeeld en er nu nog zeven plannen zijn die niet zijn goedgekeurd. Wat gebeurt er met deze regio’s, ontvangen zij bijvoorbeeld geen bekostiging? Hoe ziet de ondersteuning eruit die deze regio’s ontvangen, zo vragen deze leden

De leden van de GroenLinks-fractie hebben de brief van de Minister inzake goedkeuring meeste plannen Sterk Techniekonderwijs tot zich genomen. De voornoemde leden hebben nog enkele vragen hierover.

Extra inzet voor de nieuwe leerweg en voor lerarenopleidingen techniek

De Minister stelt in zijn brief dat hij vanwege extra financiële ruimte nog specifiek extra geld wil inzetten om het grote lerarentekort in het techniekonderwijs tegen te gaan. Hij schrijft dat het lerarentekort bijzonder nijpend is in de techniek en daarmee een van de meest cruciale risicofactoren voor het slagen van de extra investeringen in het technisch vmbo. De Minister schrijft echter niet in de brief hoe hij dit gaat doen. De voornoemde leden vragen hoe de Minister het extra geld gaat inzetten om specifiek het lerarentekort in de techniek aan te pakken. Welke plannen heeft de Minister daarvoor en hoeveel geld gaat hij daarin investeren? De Minister schrijft dat veel opleidingen alleen nog maar deeltijd worden aangeboden omdat er te weinig instroom is voor de voltijdopleiding en dat de verwachting is dat een groot deel van de huidige docenten op grond van hun leeftijd uitstroomt. De voornoemde leden vragen hoe de Minister het vak van techniekdocent aantrekkelijker wil maken. Gaat de Minister ook specifiek inzetten op zij-instroom als het gaat om het werven van leraren voor het techniekonderwijs? Zo ja, op welke manier? Ten slotte vragen de voornoemde leden in hoeverre de plannen rondom het technisch vmbo überhaupt te realiseren zijn, als het lerarentekort zo nijpend is in het techniekonderwijs. Moet niet eerst het lerarentekort worden aangepakt, zo vragen de leden.

II Reactie van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media