Antwoord op vragen van het lid Van der Lee over het INTERREG-programma
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2020D03530, datum: 2020-01-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-1545).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (Ooit BBB kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z26058:
- Gericht aan: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Indiener: T.M.T. van der Lee, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1545
Vragen van het lid Van der Lee (GroenLinks) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het INTERREG-programma (ingezonden 20 december 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 30 januari 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het INTERREG-programma?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 t/m 5
Deelt u de mening dat INTERREG A-programma`s belangrijke instrumenten zijn voor het wegnemen van grensbarrières en voor het benutten van kansen in de grensregio?
Deelt u de mening dat de betreffende Europese middelen niet alleen ingezet moeten worden voor innovatie, maar ook breder om grensknelpunten op te lossen, bijvoorbeeld op het terrein van infrastructuur, arbeidsmarkt, onderwijs, veiligheid, klimaat en grensbestuur?
Deelt u de mening dat er ook ruimte moet zijn voor ondersteuning van grensoverschrijdende geïntegreerde gebiedsontwikkeling op het terrein van ecologie, cultuur en veiligheid?
Bent u bereid in het overleg met de grensregio voor het nieuwe INTERREG-programma Vlaanderen – Nederland de genoemde thema`s hierin een plek te geven en dat een deel van het budget hiervoor kan worden aangewend?
Antwoord 2 t/m 5
Het kabinet zet voor Interreg A-programma’s in op een verdere focus op de maatschappelijke thema`s innovatie, duurzaamheid, energietransitie en klimaatadaptatie en het verminderen van de barrièrewerking van grenzen. Deze inzet is in overleg met decentrale overheden tot stand gekomen.
Interreg A-programma’s nemen grensbarrières weg door grensregio’s met elkaar te verbinden, waarbij het benutten van het economisch potentieel van deze regio’s uiteraard een van de belangrijke aandachtspunten is. Daar zijn verschillende soorten interventies voor nodig. Het betreft hier geld uit het Meerjarig Financieel Kader van de EU. Het kabinet vindt het daarom van belang dat het, in lijn met de BNC-fiches over Interreg2 en de gemeenschappelijke bepalingen voor alle ESI-fondsen3, duidelijk is wat de toegevoegde waarde is van Europees geld voor deze investeringen en interventies en dat versnippering wordt voorkomen. Omdat Nederland en haar buurlanden hoogontwikkelde kenniseconomieën zijn, zal één van de aandachtspunten bij Interreg A-programma’s het verbinden en stimuleren van samenwerking zijn tussen innovatieve clusters van bedrijven en kennisinstellingen aan weerszijde van de grens, omdat dat tot hogere Europese toegevoegde waarde leidt. Dat is ook belangrijk voor het verdienvermogen en het creëren van werkgelegenheid in deze regio’s.
Het past daarnaast bij de inzet van het kabinet om ook grensbarrières aan te pakken die deze en andere grensoverschrijdende samenwerkingsprojecten in de weg staan. Die grensbelemmeringen kunnen per regio verschillen en zullen ook in de toekomst aandacht krijgen in de Interreg A-programma’s. De nieuwe programma’s (waaronder Vlaanderen-Nederland) worden op dit moment in samenwerking met de betreffende decentrale overheden en de partnerlanden nog voorbereid. De beschikbare budgetten zullen afhankelijk zijn van de lopende MFK-discussie op EU-niveau.