Antwoord op vragen van het lid Leijten over het bericht dat het nog zeker een jaar gaat duren tot de toeslagenaffaire is opgelost
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2020D04076, datum: 2020-02-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-1568).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Financiën (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën
Onderdeel van zaak 2020Z00173:
- Gericht aan: W.B. Hoekstra, minister van Financiën
- Indiener: R.M. Leijten, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1568
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Minister van Financiën over het bericht dat het nog zeker een jaar gaat duren tot de toeslagenaffaire is opgelost (ingezonden 10 januari 2020).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën) en Antwoord van Staatssecretaris Van Huffelen (Financiën) (ontvangen 4 februari 2020).
Vraag 1 en 2
Kunt u aangeven op basis van welke inschatting of signalen u de waarschuwing hebt afgegeven dat de afwikkeling van dossiers in de toeslagenaffaire nog een jaar kunnen gaan duren?1
Kunt u zich voorstellen dat dit voor gedupeerde ouders – die zich, mede door het gesprek met u persoonlijk, eindelijk gehoord voelen – een domper is?
Antwoord 1 en 2
Na jaren van onzekerheid kan ik me zeer goed voorstellen dat het teleurstellend is voor ouders om te horen dat de afhandeling van dossiers nog een jaar kan gaan duren. Zoals ook in het debat op 21 januari jl. benoemd is zullen we alles op alles zetten om de CAF 11-dossiers, maar ook zo veel mogelijk dossiers van ouders die nu al in het vizier zijn, voor het einde van dit kalenderjaar op te lossen. Inmiddels hebben zich naast CAF 11 ruim 4.900 ouders zich als gedupeerden gemeld, dat betekent voor tienduizenden uren extra werk in deze dossiers. De komende tijd werken we stap voor stap aan het afhandelen van de dossiers. Hierbij zijn zowel snelheid als zorgvuldigheid van belang.
Vraag 3
Ziet u een mogelijkheid om, los van de daadwerkelijke afwikkeling, ouders wel eerder duidelijkheid te geven of en zo ja hoe zij in aanmerking kunnen komen voor compensatie en/of een schadevergoeding? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3
Inmiddels hebben, naast de CAF-11 ouders, ruim 4900 ouders zich gemeld als gedupeerden. Circa 2700 ouders hebben zich rechtstreeks bij de Belastingdienst/Toeslagen gemeld, 1450 via het zwartboek van de SP en 750 via BOinK. Deze groep is zeer divers en dat maakt de beoordeling van alle gevallen complex. Snelheid en zorgvuldigheid gaan hierin helaas niet altijd samen. Ik zeg uw Kamer toe aan deze groep ouders, na het uitkomen van het eindrapport van de Commissie Donner het rapport van de ADR en de kabinetsreactie daarop, een voortgangsbrief te sturen.
Vraag 4
Zou u het een logische werkwijze vinden dat als de Belastingdienst geen dossier heeft, noch een bevindingendocument waarom de ouders «opzet/grove schuld» wordt verweten – iets wat wel conform de interne werkinstructies gemaakt moet worden2 – dat er dan overgegaan wordt tot compensatie? Immers de bewijslast om iemand te beschuldigen ontbreekt? Kunt u op deze suggestie ingaan?
Antwoord 4
Als de Belastingdienst/Toeslagen, bijvoorbeeld door een onvolledig dossier, niet aannemelijk kan maken dat sprake is (geweest) van opzet of grove schuld, kunnen de aan die kwalificatie verbonden gevolgen voor onder meer de invordering uiteraard niet (meer) intreden. Het (achteraf) niet aannemelijk kunnen maken van opzet of grove schuld hoeft echter niet één op één te betekenen dat compensatie aan de orde is, dit zal per situatie bekeken moeten worden. Het kabinet zal terugkomen op de afhandeling van de overige CAF- en aanverwante zaken in reactie op het eindrapport van de Commissie Donner en het rapport van de ADR. De vaststelling van de kaders voor compensatie en het aspect van opzet/grove schuld zullen daarbij aan de orde komen.
Vraag 5
Heeft u al meer inzicht gekregen op het verzoek om de verjaring van teruggevorderde kinderopvangtoeslag te laten vervallen, conform het antwoord dat u gaf tijdens de behandeling van de Najaarsnota op 18 december 2019?3
Antwoord 5
De compensatieregeling voor CAF11-ouders ziet op de jaren 2012 tot en met 2014. De eventuele verjaring van de teruggevorderde kinderopvangtoeslag speelt bij de vaststelling van de compensatie geen rol. Zoals aangegeven in het antwoord op de vorige vraag zal het kabinet terugkomen op de afhandeling van de overige CAF- en aanverwante zaken in reactie op het eindrapport van de Commissie Donner en het rapport van de ADR. In dat kader zal ook de (mogelijke) samenhang met de verjaringsregels voor de toegekende of teruggevorderde toeslagen worden bezien.
Vraag 6 en 7
Is het juist dat ik uit uw brief van 7 januari opmaak dat er tot 1 maart nodig is om dossiers van negen mensen in orde te brengen?4
Klopt mijn inschatting dat dit mensen betreft die onder een fraudeonderzoek van een Combiteam Aanpak Facilitators (CAF) vallen? Zo ja, worden tegelijkertijd dan ook dossiers van andere betrokken ouders bij datzelfde CAF in orde gemaakt?
Antwoord 6 en 7
Ja, het klopt dat de Belastingdienst/Toeslagen ernaar streeft deze, inmiddels tien, ouders uiterlijk 1 maart 2020, maar waar mogelijk eerder, hun dossiers te overhandigen.5 Zoals de Minister van Financiën in zijn brief van 7 januari jl. aangaf gaat ook hier oog voor de informatiebehoefte van de ouder en zorgvuldigheid boven snelheid.6 Deze ouders zijn betrokken in omvangrijke en complexe groepsmatige onderzoeken uit het verleden, waarvan het in vier gevallen gaat om een fraudeonderzoek binnen de CAF. De overige zes zijn fraudezaken uit de periode voorafgaand aan de oprichting van de CAF. Dit betreft zeer omvangrijke dossiers die meer tijd vergen, juist om ouders behulpzaam te zijn en hen het gewenste inzicht te verschaffen. U zal van de voortgang hierover op de hoogte gehouden worden. De Belastingdienst/Toeslagen zal overigens niet ongevraagd dossiers aan ouders verstrekken.
Vraag 8
Kunt u verklaren hoe het mogelijk is dat er gesproken wordt van het opvragen van negentien dossiers op 11 november 2019, terwijl er die dag tenminste 25 gedupeerde ouders aanwezig waren?
Antwoord 8
Op 11 november 2019 zijn er naar aanleiding van de demonstratie in Rotterdam bij het kantoor van de Belastingdienst 19 verzoeken van ouders binnengekomen, die hun dossier wilden ontvangen. Er waren inderdaad meer dan 19 personen aanwezig op 11 november, doordat er ook partners en sympathisanten van de ouders aanwezig waren.
Vraag 9
Is door de Belastingdienst inmiddels in kaart gebracht hoeveel mensen vanaf 2009 «opzet/grove schuld» is verweten waardoor hun kinderopvangtoeslag op nul is gezet en over uitbetaalde jaren is teruggevorderd? Zo nee, wanneer kan deze inventarisatie wel gemaakt zijn?
Antwoord 9
Een nihilstelling vindt plaats als de ouder niet voldoet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de toeslag. De vaststelling van opzet of grove schuld speelt een rol bij de beoordeling of ouders in aanmerking komen voor een persoonlijke betalingsregeling. Als opzet of grove schuld wordt vastgesteld, dan leidt dat tot afwijzing van het verzoek om een persoonlijke betalingsregeling, maar niet tot het op nul stellen of terugvorderen van de kinderopvangtoeslag. Het aantal toeslagschuldgerechtigden dat in de periode vanaf 2010 de kwalificatie opzet of grove schuld heeft gekregen en nog steeds een toeslagschuld heeft, bedraagt ongeveer 8.500 personen. Op dit moment onderzoekt de Belastingdienst hoeveel mensen in totaal de kwalificatie «opzet of grove schuld» gekregen heeft. Zodra ik dat aantal heb, informeer ik uw Kamer daarover.
Vraag 10
Kunt u aangeven welke lessen u uit de door de ouders zeer gewaardeerde gesprekken meeneemt?
Antwoord 10
De belangrijkste les is dat er onvoldoende oog is geweest voor de menselijke maat. We hebben fouten gemaakt en de ouders te lang in een onzekere en onduidelijke situatie laten zitten. De overheid hoort fatsoenlijk om te gaan met burgers, daarom begrijp ik – zeker na de persoonlijke verhalen – het gevoel van onrecht bij de ouders. We moeten zaken in de dienstverlening aan burgers fundamenteel anders doen.
Vraag 11
Kunt u aangeven hoe de gesprekken tot stand zijn gekomen?
Antwoord 11
De Minister van Financiën heeft afgelopen weken veel gesprekken gevoerd, met medewerkers, met leidinggevenden – zowel binnen het departement als binnen de Belastingdienst – en met betrokken ouders. Voor het uitnodigen van de ouders is ouderbelangenorganisatie BOinK benaderd. Zij vertegenwoordigen ruim 5.000 oudercommissies en vertegenwoordigen daarmee naar eigen zeggen zo’n 80% van de ouders die gebruik maken van kinderopvang.7 Bovendien is BOinK een bekende partner en zijn ze betrokken bij het Verbeterprogramma kinderopvangtoeslag van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Belastingdienst/Toeslagen. Veel ouders hebben persoonlijk contact met BOinK over hun situatie met de kinderopvangtoeslag. Ouders voelen zich daarnaast ook gehoord door de organisatie, mede omdat ze het Meldpunt Stopgezette Kinderopvangtoeslag zijn gestart (met de SP en de Bond van Belastingbetalers) en medeopsteller zijn van het daarbij behorende zwartboek. Veel ouders hebben zich ook aangemeld bij het Meldpunt. Het was om deze reden mijn inschatting dat BOinK voor de ouders een betrouwbare partner is. Dit helpt het gesprek makkelijker in een open setting op gang te brengen en biedt de ouders comfort. De ouders zijn geselecteerd en telefonisch uitgenodigd door BOinK tussen kerst en vrijdag 3 januari. Voor de 2 gesprekken in kleine setting op woensdag 10 januari hebben zich in totaal 14 ouders aangemeld. Deze ouders zijn geregistreerd als zelfmelder en worden ook zo behandeld.
Vraag 12
Was het de wens van het ministerie dat ouders vooraf geen contact met de media zouden hebben? Kunt u aangeven hoe dit precies is verlopen?
Antwoord 12
Nee, het staat burgers altijd vrij om pers te spreken. Het ministerie heeft hierbij geen rol gehad. BOinK heeft op eigen initiatief een e-mail opgesteld en verstuurd over onder andere communicatie met de media na de ouders telefonisch te hebben uitgenodigd.
Trouw, 8 januari 2020 (https://www.trouw.nl/binnenland/eindelijk-vinden-de-gedupeerden-in-toeslagaffaire-gehoor~bcd1c8f6/)↩︎
Bijlage 3 (kaders verwijtbaarheid KOT) bij Kamerstuk 31 066, nr. 544.↩︎
«Ik krijg op deze specifieke motie het signaal dat het verstandig is met Donner in gesprek te gaan, en dat het verstandig is om juridisch uit te zoeken wat het betekent en onderzoek te doen. Ik zou echt een beroep willen doen op de redelijkheid van de heer Alkaya om de motie aan te houden. Anders moet ik de motie ontraden. Maar ik wil de motie niet ontraden. Ik wil er juist met een positieve grondhouding naar kunnen kijken.»
Ongecorrigeerd stenografisch verslag: https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/plenaire_verslagen/detail/29627cd6–0fe4–46bb-b648–3f6b9ba1093d#id9d5de1ba↩︎
Kenmerk 2020Z00092↩︎
Zie hiervoor ook de brief van 17 januari 2020, Kamerstukken II, 2019/20, 31 066, nr. 579.↩︎
Kamerstukken II, 2019/20, 31 066, nr. 578.↩︎
https://www.boink.info/waarom-lid-worden↩︎