[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Beleidsreactie op rapporten "Evaluatie pilot zelfredzaamheid PI Nieuwersluis" en "Het effect van een alternatief detentieregime op gedrag en gezondheid van gedetineerden”

Justitiële Inrichtingen

Brief regering

Nummer: 2020D04123, datum: 2020-02-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24587-761).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 24587 -761 Justitiële Inrichtingen.

Onderdeel van zaak 2020Z01940:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

24 587 Justitiële Inrichtingen

Nr. 761 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 februari 2020

Met deze brief reageer ik op de eerder aangeboden rapporten «Evaluatie pilot zelfredzaamheid PI Nieuwersluis» aangeboden door mijn ambtsvoorganger op 13 februari 2017 (bijlage bij Kamerstuk 24 587, nr. 674) en het rapport «Het effect van een alternatief detentieregime op gedrag en gezondheid van gedetineerden» door de universiteiten van Leiden en Tilburg, aangeboden op 8 januari 2020.1 Aan de hand van pilots is onderzocht of het toekennen van extra vrijheden bijdraagt aan een vergroting van het gevoel van veiligheid, vermindering van werkdruk en een toename van autonomie van de justitiabele, wat bijdraagt aan een veilige terugkeer naar de samenleving.

Conform mijn visie op effectieve gevangenisstraffen: «Recht doen, kansen bieden» doe ik recht aan maatschappij en slachtoffer door straffen effectief en zeker uit te voeren. Daarnaast is het zaak om detentie zo in te zetten dat justitiabelen zelf weer grip krijgen op het eigen leven en niet opnieuw de fout in gaan. Hiervoor moet de basis binnen penitentiaire inrichtingen op orde zijn en blijven. Om die reden wil ik het hardwerkende personeel in het gevangeniswezen een zo veilig mogelijke werkomgeving bieden. Om de detentietijd optimaal te benutten zet de gedetineerde zich vanaf dag één in voor de eigen re-integratie. Hiervoor staan gedetineerden zelf aan de lat. Daar waar nodig wordt de gedetineerde ondersteund.

Om dit beleid optimaal vorm te geven is het van groot belang dat het personeel in de penitentiaire inrichtingen (PI's) goed kan opereren binnen een veilige werkomgeving. Uit een recente enquête van FNV Justitie en Veiligheid (waarover uw Kamer separaat geïnformeerd wordt) en het RSJ advies «Spanning in detentie» blijkt dat werknemers een toenemende werkdruk ervaren.2 Ik neem deze signalen zeer serieus en presenteer in deze brief twee maatregelen om de werkdruk zowel onmiddellijk alsook op de lange termijn terug te dringen. Ik ga eerst in op de bevindingen van de rapporten, waarna ik uiteenzet met welke maatregelen ik de werkdruk beoog te verminderen.

Bevindingen rapporten

De afgelopen jaren hebben dertien pilots plaatsgevonden waarmee is onderzocht of het mogelijk is om via maatregelen extra vrijheden toe te kennen die bijdragen aan een vergroting van het gevoel van veiligheid, vermindering van werkdruk voor inrichtingspersoneel en een toename van autonomie van de justitiabele, wat bijdraagt aan een veilige terugkeer naar de samenleving. Voorbeelden van deze maatregelen zijn beveiligde telefonie op cel, meer bewegingsvrijheid binnen de beveiligde ring, de mogelijkheid de cel zelf van buiten af te sluiten en zelf koken.

De pilots laten zien dat het inzetten van een aantal van deze maatregelen mogelijk is en dat dit een positief effect heeft op het gedrag van gedetineerden tijdens detentie. Bovendien dragen deze maatregelen bij aan werkdrukvermindering voor het personeel en een toename van het gevoel van veiligheid onder werknemers en gedetineerden in de PI.

Maatregelen die bijdragen aan veiligheid in de PI, werkdrukvermindering en veilige terugkeer naar de samenleving

Met de visie op effectieve gevangenisstraffen: «Recht doen, kansen bieden» voor ogen heb ik gekeken naar de resultaten van de pilots. Uit de rapportage van de pilot in de PI Nieuwegein blijkt dat van twee onderzochte maatregelen met zekerheid gezegd kan worden dat deze een positieve bijdrage leveren aan de vermindering van werkdruk voor het personeel, het gevoel van veiligheid voor gedetineerden en personeel en een vermindering van het aantal incidenten op de afdeling. Het gaat hierbij om de maatregelen beveiligde telefoon op cel en het zelf van buiten afsluiten van de eigen cel. Deze maatregelen zet ik hieronder verder uiteen.

Beveiligde telefoon op cel

Gedetineerden mogen bellen met een centrale telefoon op de eigen leefafdeling. Een beveiligde betaaltelefoon op cel zorgt voor meer rust onder gedetineerden, omdat het incidenten zoals vechtpartijen op de afdeling voorkomt bij het gebruik van de gemeenschappelijke telefoon. Die problemen zijn vooral het gevolg van de beperkte tijd dat de gemeenschappelijke telefoon beschikbaar is. Een beveiligde telefoon op cel voorkomt deze problemen waardoor het personeel niet meer hoeft te interveniëren en de werkdruk afneemt.

Telefonie op cel werkt in principe hetzelfde als een bestaande telefoon op de leefafdeling. In beide gevallen kunnen gedetineerden met een persoonsgebonden code bellen. De beschikking over een telefoon op cel betekent niet dat gedetineerden dag en nacht kunnen bellen. Er kan worden geregeld hoelang gedetineerden kunnen bellen, bijvoorbeeld niet langer dan 10 minuten per week (het wettelijk minimum). De telefoonfunctie kan ook op bepaalde tijdstippen worden afgesloten. Ook de telefoon op cel is beveiligd; nummers kunnen worden afgesloten en de gesprekken worden opgenomen en kunnen worden uitgeluisterd. Uitzondering hierop zijn gesprekken tussen gedetineerden en hun advocaat.

De komende periode wordt voor de invoering aanvangt eerst een beleidskader telefonie ontwikkeld waarin voorwaarden voor de ingebruikname van telefoon op cel worden omschreven.

Zelf afsluitbare cel

Zodra het personeel de celdeur ontgrendeld heeft kunnen gedetineerden de deur van buitenaf zelf sluiten zodat anderen niet in hun cel kunnen komen. De gedetineerden kunnen de eigen celdeur alleen van buiten afsluiten. Aan de binnenzijde van de cel bevindt zich geen sleutelgat. Penitentiair inrichtingswerkers hebben sleutels om celdeuren op ieder moment van buiten te kunnen openen en te sluiten en zij bepalen of en wanneer dat gebeurt. Het voordeel van deze maatregel is dat gedetineerden hun persoonlijke eigendommen kunnen afschermen tijdens hun verblijf op de afdeling. Dat voorkomt incidenten op de leefafdeling, zoals diefstal. Het zelf kunnen afsluiten van de celdeur zorgt voor minder wantrouwen, beter gedrag van gedetineerden en een positievere sfeer op de afdeling. Bovendien betekent het een aanzienlijke werkverlichting voor het personeel, omdat penitentiair inrichtingswerkers bijvoorbeeld niet meer met iedere gedetineerde hoeven mee te lopen om diens cel te openen zodat de gedetineerde naar binnen kan.

Beide maatregelen worden ingevoerd op alle reguliere afdelingen binnen de PI’s. Bijzondere afdelingen zoals de extra beveiligde inrichting, de terroristenafdeling en de penitentiair psychiatrische centra worden uitgesloten van deze maatregelen. De zelf afsluitbare cellen worden direct in gebruik genomen, wat meteen verlichting betekent van de werkdruk voor het personeel. Telefonie op cel kan voor tien inrichtingen direct of dit jaar nog in gebruik genomen worden. Voor de overige twaalf PI’s wordt telefonie op cel geïntegreerd in de toekomstige verbouwingsplannen. Dit wordt dan in zeven jaar gerealiseerd. Op deze wijze kunnen deze maatregelen binnen de huidige financiële kaders ingevoerd worden.

De overige maatregelen waarmee geëxperimenteerd is, zoals vrij luchten, bieden vooralsnog onvoldoende bewijs of meetbaar effect op werkdrukvermindering en een vergroting van de veiligheid om in te voeren in de dagelijkse praktijk van de PI.

De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker


  1. Bijlage bij Kamerstuk 24 587, nr. 758↩︎

  2. Kamerstukken 24 587 en 29 279, nr. 757↩︎