Reactie op het interview in de Volkskrant met scheidend directeur van de Politieacademie over verkorting van het politieonderwijs
Politie
Brief regering
Nummer: 2020D04214, datum: 2020-02-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29628-935).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 29628 -935 Politie.
Onderdeel van zaak 2020Z01984:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-02-11 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-02-19 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-02-20 14:00: Politie (Algemeen overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-03-04 14:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
29 628 Politie
Nr. 935 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 februari 2020
Uw vaste commissie Justitie en Veiligheid heeft mij 19 december 2019 gevraagd een reactie te geven op de berichtgeving in de Volkskrant van 16 december 2019 betreffende een interview met de heer Kuijs, vertrekkend directeur van de Politieacademie. In het interview geeft de heer Kuijs aan van mening te zijn dat verkorting van het politieonderwijs ten koste gaat van de kwaliteit van het politieonderwijs.
Zoals ik in mijn brief van 13 november 2019 «Reactie op brieven van de Regioburgemeesters inzake bewaken en beveiligen en politiecapaciteit»1 heb aangegeven staat de politiecapaciteit onder druk. De tijdige vervanging van de uitstroom uit de operationele sterkte en de uitbreiding daarvan vormt een stevige uitdaging. Tegelijkertijd wordt momenteel veel van de politie gevraagd. Vanuit de politieorganisatie, maar ook de gezagen, wordt daarom de naar mijn oordeel terechte vraag gesteld of de nieuwe collega’s niet eerder beschikbaar en inzetbaar kunnen zijn. De instroom zal daarvoor in de komende jaren verder moeten worden verhoogd en de opleidingscapaciteit moet daarvoor zo goed mogelijk worden ingezet.
Een adequate politieopleiding is een belangrijke voorwaarde voor een professionele politieorganisatie. De Politieacademie geeft aan dat een nog hogere instroom niet binnen de huidige basispolitieopleiding opgevangen kan worden. Dit vraagt om herziening van de opleiding. Ook de uitwerking van de herijkte en nieuwe beroepsprofielen geeft aanleiding voor het bouwen van een nieuw fundament voor deze opleiding. De wens tot flexibilisering van het politieonderwijs wordt bij de uitwerking van het nieuwe fundament meegenomen. Er is niet meer één manier van opleiden, het leren wordt op verschillende manieren ingericht om de lerende zo goed mogelijk te bedienen.
Net als de heer Kuijs hecht ik veel waarde aan de kwaliteit van de basispolitieopleiding. Zoals ik heb aangegeven in mijn brief van 17 december 2019 «Reactie op voorstellen van de vakbonden en de maatregelen van de gezagen in diverse gemeenten»2 ben ik met politie, Politieacademie en ook met de vakbonden in gesprek over de mogelijkheden die er zijn om de basispolitieopleiding te herzien. Daarbij zal ik bewaken dat er geen concessies worden gedaan aan de kwaliteit van de basispolitieopleiding. Het doel van de verbetervoorstellen is het onderwijs flexibeler te maken en de inzetbaarheid en inplanbaarheid van aspiranten te vergroten.
De komende periode worden de contouren van de nieuwe basispolitieopleiding en de voorstellen voor instroom verder uitgewerkt. Daarbij wordt in beeld gebracht wat er nodig is voor de uitvoering. Ik verwacht uw Kamer in het voorjaar nader te informeren over de uitkomsten van de herziening van de basispolitieopleiding en de te nemen vervolgstappen.
Naast de verkorting van de politieopleidingen gaat de heer Kuijs in het interview in op het onderzoek van ABDTOPConsult «Samen werken aan goed politieonderwijs en -onderzoek». De afgelopen maanden is door de politie, de Politieacademie en het departement invulling gegeven aan de uitwerking van de verbetervoorstellen zoals deze zijn opgenomen in genoemd rapport. Zo is er is een nieuw mandaatbesluit opgesteld van de korpschef aan de directeur van de Politieacademie waarin de rollen en verantwoordelijkheden helder zijn vastgelegd. Daarmee wordt tevens invulling gegeven aan de aanbeveling over de verantwoordelijkheid voor de integrale sturing (en verantwoording) door de directeur van de Politieacademie. Tevens is de aansluiting van de P&C-cyclus van de Politieacademie op die van de politie verbeterd.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus