Tweede nota van wijziging
Voorstel van wet van het lid Van Meenen tot wijziging van de Wet kinderopvang teneinde te bevorderen dat ouders kunnen kiezen tussen kindercentra die wel of niet kinderen toelaten die niet deelnemen aan het rijksvaccinatieprogramma
Nota van wijziging (initiatiefvoorstel)
Nummer: 2020D05325, datum: 2020-02-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35049-14).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.H. van Meenen, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35049 -14 Voorstel van wet van het lid Van Meenen tot wijziging van de Wet kinderopvang teneinde te bevorderen dat ouders kunnen kiezen tussen kindercentra die wel of niet kinderen toelaten die niet deelnemen aan het rijksvaccinatieprogramma.
Onderdeel van zaak 2018Z17437:
- Indiener: P.H. van Meenen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Onderdeel van zaak 2020Z02541:
- Indiener: P.H. van Meenen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2018-10-09 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2019-03-28 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-04-02 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2019-04-16 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2019-05-15 14:00: Voorstel van wet van het lid Raemakers tot wijziging van de Wet kinderopvang teneinde te bevorderen dat ouders kunnen kiezen tussen kindercentra die wel of niet kinderen toelaten die niet deelnemen aan het rijksvaccinatieprogramma - 35049 (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2019-06-25 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2019-07-03 14:40: Aansluitend aan de beëdiging: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-10-15 16:00: Voorstel van wet van het lid Raemakers tot wijziging van de Wet kinderopvang teneinde te bevorderen dat ouders kunnen kiezen tussen kindercentra die wel of niet kinderen toelaten die niet deelnemen aan het rijksvaccinatieprogramma (35049) (eerste termijn Kamer) (Plenair debat (initiatiefwetgeving)), TK
- 2020-02-06 20:30: Voorstel van wet van het lid Van Meenen tot wijziging van de Wet kinderopvang teneinde te bevorderen dat ouders kunnen kiezen tussen kindercentra die wel of niet kinderen toelaten die niet deelnemen aan het rijksvaccinatieprogramma (35049) (antwoord 1e termijn + rest) (Plenair debat (initiatiefwetgeving)), TK
- 2020-02-11 15:05: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2020-02-18 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2020-02-18 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 049 Voorstel van wet van het lid Van Meenen tot wijziging van de Wet kinderopvang teneinde te bevorderen dat ouders kunnen kiezen tussen kindercentra die wel of niet kinderen toelaten die niet deelnemen aan het rijksvaccinatieprogramma
Nr. 14 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 10 februari 2020
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I wordt voor de punt aan het slot van het voorgestelde artikel 1.49a, eerste lid, ingevoegd «, voor zover medische redenen daaraan niet aantoonbaar in de weg staan».
B
Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IA
Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zendt binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
Toelichting
Onderdeel A
Deze wijziging leidt ertoe dat houders van kindercentra het toelatingsbeleid waarop het eerste lid van artikel 1.49a ziet, niet kunnen hanteren als grond om kinderen te weigeren die om medische redenen geen deel kunnen nemen aan het Rijksvaccinatieprogramma. Dergelijke redenen doen zich overigens erg weinig voor. Daarom zal deze uitzondering hoogst zelden invloed hebben op de veiligheid in het betrokken kindercentrum.
Onderdeel B
De toevoeging komt tegemoet aan de behoefte om betrekkelijk snel na de inwerkingtreding van de wet de doeltreffendheid en de gevolgen ervan te evalueren. Daaronder vallen zowel de mate van verwerkelijking van de doelstellingen en de neveneffecten als de evenredigheid, subsidiariteit, uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid, afstemming op andere regelingen, eenvoud, duidelijkheid en toegankelijkheid.
Van Meenen