Het bericht dat de VN een zwarte lijst gepubliceerd heeft van bedrijven die zakendoen in Israëlische nederzettingen
Schriftelijke vragen
Nummer: 2020D06274, datum: 2020-02-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2020Z02996).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.G. van der Staaij, Tweede Kamerlid (Ooit SGP kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J.S. Voordewind, Tweede Kamerlid (Ooit ChristenUnie kamerlid)
- Mede ondertekenaar: R. de Roon, Tweede Kamerlid (PVV)
Onderdeel van zaak 2020Z02996:
- Gericht aan: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Indiener: C.G. van der Staaij, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: R. de Roon, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.S. Voordewind, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2020Z02996
Vragen van de leden Van der Staaij (SGP), Voordewind (ChristenUnie) en De Roon (PVV) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat de VN een zwarte lijst gepubliceerd heeft van bedrijven die zakendoen in Israëlische nederzettingen (ingezonden 14 februari 2020).
Vraag 1
Kent u het bericht «VN publiceert lijst van bedrijven met banden Israëlische nederzettingen»?1
Vraag 2
Welke redenen liggen ten grondslag aan het op dit moment en op deze wijze publiceren van een dergelijke lijst door de VN Mensenrechtenraad?
Vraag 3
In hoeverre acht u deze redenen of argumenten valide?
Vraag 4
In hoeverre bent u het eens met het officiële narratief van de Raad dat het hier «geen juridisch oordeel over de activiteiten van de bedrijven» betreft?
Vraag 5
Deelt u de mening dat het hier minstens gaat om een sterke (internationaal-)politieke veroordeling en daarmee een bruikbaar handvat voor verdere initiatieven van de beweging voor Boycot, Desinvesteringen en Sancties (BDS-beweging)?
Vraag 6
Is het niet ongewenst een dergelijke lijst te maken gezien het feit dat het niet juridisch verboden is om zaken te doen in betwiste gebieden?
Vraag 7
In hoeverre vindt u het rechtvaardig en terecht dat deze lijst alleen het Israëlisch-Palestijnse vraagstuk betreft, en dat andere betwiste gebieden wederom ongemoeid worden gelaten?
Vraag 8
Wat zijn volgens u de (potentieel) negatieve effecten van publicatie van deze lijst voor de betreffende bedrijven, zoals Booking.com, bijvoorbeeld als het gaat om het in een kwaad daglicht stellen van deze bedrijven?
Vraag 9
Deelt u de mening dat bedrijven die actief zijn in de Palestijnse gebieden een belangrijke bijdrage leveren aan economische vooruitgang, werkgelegenheid, en waardevolle intermenselijke contacten, en daarom alle steun verdienen?
Vraag 10
Deelt u de mening dat publicatie van de lijst daarom juist contraproductief is of kan zijn als het gaat om perspectieven op vrede en verzoening?
Vraag 11
Beaamt u dat publicatie van deze lijst door de VN-Mensenrechtenraad, waar Nederland momenteel ook lid van is, in strijd is met het kabinetsstandpunt dat Nederland geen boycots tegen Israël steunt?
Vraag 12
Wilt u in VN-verband op ferme wijze afstand nemen van publicatie van deze lijst, en zich inzetten voor zuivering van de goede naam en faam van de betreffende ondernemingen?
Vraag 13
Zet u zich er daarbij voor in dat deze publicatie niet kan leiden tot resoluties van de VN-Veiligheidsraad?
Vraag 14
Wilt u genoemde zorgen over de publicatie van deze lijst delen tijdens de Raad Buitenlandse Zaken d.d. 17 februari, en hierover in het bijzonder het gesprek aangaan met EU-lidstaten die eveneens lid zijn van de VN-Mensenrechtenraad?
Vraag 15
Bent u bereid u des te meer in te zetten voor het materieel schrappen van agendapunt 7 van de agenda van de VN-Mensenrechtenraad?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid De Roon (PVV), ingezonden 14 februari 2020 (vraagnummer 2020Z02992).
NOS, 12 februari 2020↩︎