Antwoord op vragen van het lid Smals over het bericht ‘Maximaal bedrag dat erkende leerbedrijven ontvangen uit de subsidieregeling Praktijkleren voor iedere bbl-studenten’
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2020D06392, datum: 2020-02-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-1804).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van zaak 2020Z01025:
- Gericht aan: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: B.M.G. Smals, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1804
Vragen van het lid Smals (VVD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Maximaal bedrag die erkende leerbedrijven ontvangen uit de subsidieregeling Praktijkleren voor iedere bbl-studenten» (ingezonden 23 januari 2020).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 14 februari 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht van de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) over het bedrag van maximaal 2.216,70 euro die erkende leerbedrijven ontvangen vanuit de subsidieregeling Praktijkleren voor iedere bbl-student (beroepsbegeleidende leerweg-student), die zij een leerbaan aanboden in schooljaar 2018–2019? 1
Antwoord 1
Ja, daar ben ik bekend mee.
Vraag 2
Hoe heeft u uitvoering gegeven aan de motie van het lid Tielen c.s., waardoor de looptijd van de regeling praktijkleren is verlengd tot 2023?2 Heeft u hierbij rekening gehouden met een stijging van de aanvraag voor de regeling praktijkleren? Zo nee, wat zijn dan hiervan de gevolgen?
Antwoord 2
Op 10 december 2018 is de Kamer geïnformeerd dat ter uitvoering van de gewijzigde motie-Tielen de Subsidieregeling praktijkleren is verlengd tot 20233.
Er is bij de uitvoering van de motie rekening gehouden met de stijging van de aanvragen voor de regeling. Omdat het aantal studenten in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) in de jaren 2018–2020 hoger uitvalt dan aanvankelijk geraamd en vanaf 2021 een daling van het aantal leerbanen wordt verwacht, zijn middelen uit de jaren na 2020 naar voren gehaald om het bedrag per leerwerkplek zo stabiel mogelijk te houden.
Vraag 3
Kunt u meer informatie geven over de omvang van de subsidieregeling en die in de jaren daarvoor? Hoe hoog was het bedrag per bbl-student? Is dit voldoende financiële ondersteuning per bbl-student?
Antwoord 3
Onderstaande tabel toont de ontwikkeling van het budget voor het mbo binnen de regeling en de subsidie per praktijkleerplaats in de periode 2014–2018.
Budget mbo binnen regeling praktijkleren (x € 1 mln.) | 188,9 | 188,9 | 188,9 | 188,9 | 193,9 | 196,8 |
Subsidie per praktijkleerplaats bbl (€) | 2.700 | 2.700 | 2.700 | 2.587 | 2.465 | 2.217 |
Gezien de stand van de conjunctuur, de krapte op de arbeidsmarkt en de uitkomsten van de evaluatie door Regioplan4, waaruit blijkt dat de subsidieregeling voor leerbedrijven niet de belangrijkste reden is om praktijkleerplaatsen aan te bieden, mag verondersteld worden dat werkgevers ook met een lagere subsidie blijven voorzien in praktijkleerplaatsen en werkleerplaatsen. Immers, zij profiteren van het aanbieden van praktijkplaatsen en leerwerk-plaatsen doordat studenten tijdens hun studie al direct aan de slag gaan en na het behalen van hun diploma voor het overgrote deel werkzaam blijven bij hun leerbedrijf. Omdat bedrijven een forse bijdrage leveren aan de opleiding van vakmensen vind ik het van belang dat de overheid binnen de financiële kaders hier een prestatie tegenover mag stellen.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de berichten dat de subsidieregeling zo succesvol is, dat de subsidie per bbl-student steeds lager uitvalt?
Antwoord 4
De berichten laten mijns inziens zien dat de regeling voorziet in een behoefte van werkgevers en bijdraagt aan het creëren van voldoende praktijkleerplaatsen voor bbl-studenten. Gegeven de financiële kaders is het budget echter niet groot genoeg om iedereen de maximale subsidie van € 2.700 uit te keren.
Vraag 5
Hoe beoordeelt u het SEO onderzoek in samenwerking met MKBNL en VNO-NCW dat een bbl-opleiding meer oplevert dan dat het kost?
Antwoord 5
Het onderzoek van het SEO brengt in beeld dat de maatschappelijke kosten en baten van de beroepsbegeleidende leerweg ten opzichte van de situatie zonder deze leerweg zowel voor werkgevers als de overheid positief zijn. Ik beschouw het onderzoek als een waardering voor het Nederlandse beroepsonderwijs dat zich kenmerkt door twee leerwegen zodat de talenten van studenten optimaal kunnen worden benut.
Vraag 6
Ziet u noodzaak om het systeem van de subsidieregeling bbl te hervormen of middelen binnen de eigen begroting te zoeken, zodat erkende leerbedrijven voldoende subsidie ontvangen per bbl-student? Zo ja, hoe gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Op basis van de evaluatie die vorig jaar aan uw Kamer is toegezonden, heb ik geen aanleiding gezien om het systeem van de subsidieregeling bbl te hervormen. In 2022 wordt de subsidie Praktijkleren geëvalueerd. Bij deze evaluatie zal ook gekeken worden naar de uitputting van de regeling en het bedrag per student. Op basis van die evaluatie zal de Kamer geïnformeerd worden.