[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lagere ammoniakemissie bij mestaanwending en PBL Policy Brief ‘Stikstof in Perspectief’

Problematiek rondom stikstof en PFAS

Brief regering

Nummer: 2020D06562, datum: 2020-02-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35334-45).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35334 -45 Problematiek rondom stikstof en PFAS.

Onderdeel van zaak 2020Z03117:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS

Nr. 45 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 februari 2020

Op uw verzoek en het verzoek van de vaste commissie voor LNV reageer ik in deze brief op het artikel «Metingen: landbouw stoot 10% minder ammoniak uit op weiland» uit het magazine Resource van Wageningen University and Research en het PBL Policy Brief «Stikstof in Perspectief» dat in december 2019 is gepubliceerd (Handelingen II 2019/20, nr. 47, Regeling van werkzaamheden).

Artikel WUR

In het artikel staat dat op basis van het toepassen van een verbeterde statistische analysemethode op oude meetdata is gebleken dat de ammoniakemissie bij het uitrijden van dierlijke mest, volgens de regels van emissiearm bemesten, altijd met 10% is overschat.

Ik heb u in januari 2019 geïnformeerd over een rapportage van het RIVM en de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM) (Kamerstuk 32 670, nr. 143), waarin wordt ingegaan op het uiteenlopen van de trend in gemeten ammoniakconcentratie in de lucht en de berekende ammoniakemissie.

Naar aanleiding van deze rapportage heb ik de CDM gevraagd mij te adviseren over wat er moet gebeuren om de berekeningen op dit punt beter in overeenstemming te brengen met de werkelijkheid. Ik zal het CDM verzoeken om dit artikel en het onderliggende onderzoek mee te nemen in dat advies. In maart verwacht ik hierover nader door het CDM te worden geïnformeerd. Ik zal u dan vanzelfsprekend ook informeren.

Policy Brief PBL

In de Policy Brief «Stikstof in Perspectief» adviseert het PBL om het beleid niet te beperken tot het reduceren van stikstofdepositie, maar op het bredere doel van de gunstige instandhouding van de natuur te richten. De waterkwaliteit en -kwantiteit, inrichting van natuurgebieden en het creëren van extra natuur zijn ook belangrijk. De Europese habitatrichtlijn is gericht op instandhouding van specifieke natuurkwaliteiten. De richtlijn legt geen directe link met de hoeveelheid stikstofdepositie in een natuurgebied. Het PBL geeft aan dat dit niet wegneemt dat het nodig is om op korte termijn de stikstofdepositie in de natuurgebieden sterk te verminderen. Het is volgens het PBL nodig om de wetenschappelijke onderbouwing van het natuurbeleid de komende jaren te versterken.

In de voortgangsbrief stikstof van 16 december 2019 (Kamerstuk 35 334, nr. 25) kondigt het kabinet aan om samen met provincies een programma natuur op te zetten in aansluiting op Nederland Natuurpositief. Doel van dit programma is enerzijds het verbeteren en versterken van het bestaande beleid en anderzijds het verbreden van het natuurbeleid en het beter verbinden van natuur en biodiversiteit met andere domeinen, zoals stedelijk gebied, wonen en landbouw. Dit strookt met de brede benadering die PBL in de policy brief voor staat.

Het kabinet onderschrijft de constatering van het PBL Policy paper om te komen tot het meer structureel en gezaghebbend onderbouwen van de ecologische beoordeling van de invloed van beleidskeuzes op de instandhoudingsdoelen van Natura 2000-gebieden. Het kabinet onderzoekt momenteel in welke vorm dit geborgd kan worden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten