Onderzoeksrapport ‘De aanpak van cybercrime door de regionale eenheden van politie’
Naar een veiliger samenleving
Brief regering
Nummer: 2020D06788, datum: 2020-02-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28684-612).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 28684 -612 Naar een veiliger samenleving.
Onderdeel van zaak 2020Z03209:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-03-03 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-03-11 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-04-15 14:00: Nationale veiligheid (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-09-29 13:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
28 684 Naar een veiliger samenleving
Nr. 612 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 februari 2020
Met deze brief bied ik uw Kamer het onderzoeksrapport «De aanpak van cybercrime door de regionale eenheden van politie – van intake van cybercrime naar opsporing en vervolging» aan1. Het onderzoek is door BBSO in opdracht van het onafhankelijke onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap uitgevoerd. Het onderzoeksrapport werd 6 februari door Politie en Wetenschap openbaar gemaakt. Hoewel het rapport openbaar en daarmee kenbaar is voor uw Kamer, vind ik het van belang dit rapport expliciet aan uw Kamer aan te bieden.
Bevindingen
De drie belangrijkste bevindingen in het onderzoeksrapport zijn als volgt:
– De aanpak van cybercrime door de politie verdient een verbreding en intensivering vanwege een toenemende digitalisering van de criminaliteit.
– De oprichting van cybercrimeteams binnen regionale eenheden van de politie leidt weliswaar tot een spilfunctie voor enkele gespecialiseerde teams, maar (nog) niet tot een brede inbedding van de aanpak binnen de politieorganisatie.
– De politie komt hierdoor te weinig toe aan een adequate intake van aangiften van cyberdelicten, van screening van cyberzaken en van opsporing van cyberverdachten.
Reactie
De aanpak van cybercrime bestaat uit vier sporen2, waarvan wetenschappelijk onderzoek er één is. In dat kader worden er verschillende wetenschappelijke onderzoeken uitgevoerd. Daarnaast voeren andere kennisinstellingen onderzoek uit naar gerelateerde onderwerpen. In zowel de brieven van 28 november 20193 en 28 januari 20204 van de Minister voor Rechtsbescherming, als in mijn brief van 16 januari 20205 is gemeld dat de uitkomsten van de verschillende onderzoeken naar cybercrime in samenhang worden bezien en op basis daarvan conclusies worden getrokken voor de aanpak van cybercrime. Gekeken wordt hoe die conclusies betrokken kunnen worden bij de andere sporen van de aanpak van cybercrime zoals de versterking van de opsporing, effectieve preventie en een ondersteuning van slachtoffers. Dat geldt ook voor het voorliggende onderzoek. Dit onderzoek is door de onderzoekers gekenschetst als verkennend omdat er binnen de politie op het brede thema van cybercriminaliteit en digitalisering veel in gang is gezet waarbij ingezette acties nog niet altijd zijn afgerond. Het onderzoek omvat tegen die achtergrond van soms nog niet afgeronde ontwikkelingen nuttige observaties, die nu al kunnen worden gebruikt in de voortdurende actualisering van de integrale aanpak van cybercrime. Zoals onder andere toegezegd in bovenstaande brieven en vermeld tijdens het algemeen overleg criminaliteitsbestrijding van 5 februari wordt uw Kamer in het voorjaar van 2020 nader over de aanpak van cybercrime geïnformeerd.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus