Reactie op de motie van het lid Van der Graaf over de reikwijdte van de Bibob-toets uitbreiden
Bestrijding georganiseerde criminaliteit
Brief regering
Nummer: 2020D06890, datum: 2020-02-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29911-271).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 29911 -271 Bestrijding georganiseerde criminaliteit.
Onderdeel van zaak 2020Z03266:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-03-03 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-03-11 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-03-12 14:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit
Nr. 271 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 februari 2020
Tijdens het Voortgezet Algemeen Overleg georganiseerde criminaliteit/ondermijning op 19 december jongstleden (Handelingen II 2019/20, nr. 39, item 45) diende het Kamerlid Van der Graaf (ChristenUnie) een motie in.1 Deze motie is vooralsnog aangehouden in verband met een toezegging van mijn kant om per brief te reageren op deze voorgenomen motie. Met deze brief doe ik mijn toezegging gestand.
Inhoud van de motie
Met de door het Kamerlid Van der Graaf ingediende motie wordt de regering verzocht «de reikwijdte van de Bibob-toets uit te breiden naar aanvragen van wijziging, afwijking of ontheffing van het bestemmingsplan».
In deze brief komt de term «ontheffing van het bestemmingsplan» niet terug, omdat een dergelijke ontheffing met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) vervangen is door een omgevingsvergunning voor het afwijken van een bestemmingsplan.
Omdat het omgevingsplan onder de Omgevingswet de opvolger wordt van het bestemmingsplan, wordt hierna de term «omgevingsplan» gebruikt.
Afwijken van omgevingsplan
Voor zover de motie verzoekt om afwijkingen van een omgevingsplan onder de Wet Bibob te brengen, laat ik het oordeel aan uw Kamer.
Voor een dergelijke afwijking is een vergunning nodig, te weten een omgevingsvergunning voor omgevingsplanactiviteiten. Met het voorstel tot wijziging van de Wet Bibob (tweede tranche), dat momenteel in (internet)consultatie is, wordt voorgesteld om omgevingsvergunningen voor omgevingsplanactiviteiten als zodanig bibobabel te maken. Dat betekent dat ook een omgevingsvergunning voor een afwijking van het omgevingsplan onder de reikwijdte van de Wet Bibob zal komen te vallen.
Wijzigen van omgevingsplan
Voor zover de motie vraagt om wijzigingen van een omgevingsplan onder de Wet Bibob te brengen, ontraad ik de motie.
De vaststelling of wijziging van een omgevingsplan is een besluit van algemene strekking. Het Bibob-instrument kan alleen gekoppeld worden aan een bevoegdheid van een bestuursorgaan om beschikkingen te nemen.
Koppelen aan besluiten van algemene strekking is niet mogelijk, omdat het daarbij niet gaat om één of meer bepaalbare personen, maar om een onbepaalde groep personen. Een besluit tot vaststelling van een omgevingsplan is daarmee niet op een specifieke activiteit gericht en is evenmin een besluit op een aanvraag. Daarmee is er tevens geen persoon waarnaar een Bibob-toets kan plaatsvinden.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Kamerstuk 29 911, nr. 268↩︎