[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

35047, eindtekst

Wijziging van de Paspoortwet in verband met de invoering van elektronische identificatie met een publiek identificatiemiddel en het uitbreiden van het basisregister reisdocumenten

Eindtekst

Nummer: 2020D07683, datum: 2020-02-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2018Z17349:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

11 februari 2020



	Wijziging van de Paspoortwet in verband met de invoering van
elektronische identificatie met een publiek identificatiemiddel en het
uitbreiden van het basisregister reisdocumenten







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN RIJKSWET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de
Paspoortwet te wijzigen in verband met de invoering van elektronische
identificatie met een publiek middel en de uitbreiding van het
basisregister reisdocumenten;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State van het
Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de
bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij
deze:

ARTIKEL I

De Paspoortwet wordt als volgt gewijzigd:

0A

Voor artikel 1 wordt een paragraafaanduiding ingevoegd, luidende:

§ 1. Definities en reikwijdte

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef komt te luiden:

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

2. Onder verlettering van de onderdelen j tot en met o tot k tot en met
p wordt na onderdeel i een onderdeel ingevoegd, luidende:

j.  definitief aan het verkeer onttrekken: het deugdelijk vernietigen,
dan wel het geheel of gedeeltelijk onbruikbaar maken en aan de houder
teruggeven van het reisdocument.

3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel p (nieuw)
door een puntkomma worden vier onderdelen toegevoegd, luidende:

q. burgerservicenummer: het nummer, bedoeld in artikel 1, onder b, van
de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer;

r. publiek identificatiemiddel: een van rijkswege uitgegeven en aan een
natuurlijk persoon verstrekt elektronisch middel dat
persoonsidentificatiegegevens bevat en wordt gebruikt voor de
authenticatie van een natuurlijke persoon die toegang wenst tot
elektronische dienstverlening; 

s. elektronische dienstverlening: verlening van elektronische diensten
aan natuurlijke personen, ondernemingen of rechtspersonen ter
uitoefening van een publieke taak, in het algemeen belang of waarbij het
burgerservicenummer wordt verwerkt, door een bestuursorgaan als bedoeld
in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene wet
bestuursrecht of een bij of krachtens de Wet digitale overheid
aangewezen organisatie, waarvoor authenticatie op betrouwbaarheidsniveau
substantieel of hoog als bedoeld in de Wet digitale overheid is vereist;

t. tot signalering bevoegd orgaan: een autoriteit of orgaan als bedoeld
in een van de artikelen 18 tot en met 24 van deze wet.

Aa

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel f, wordt “nooddocument;” vervangen
door “nooddocument: laissez-passer of noodpaspoort;”

2. In het eerste lid, onderdeel g, wordt “door Onze Minister vast te
stellen.” vervangen door “bij of krachtens algemene maatregel van
rijksbestuur vast te stellen.”

3. Het derde lid komt te luiden:

3. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur wordt van de in
het eerste en tweede lid bedoelde documenten de geldigheidsduur en het
model vastgesteld. Van de in het eerste lid bedoelde reisdocumenten
wordt bij algemene maatregel van rijksbestuur tevens de territoriale
geldigheid vastgesteld. 

4. Na het derde lid worden twee leden toegevoegd, luidende:

4. Onze Minister draagt zorg voor de in het eerste en tweede lid
bedoelde documenten.

5. Elk reisdocument blijft na uitreiking rijkseigendom. Onze Minister
oefent het eigendomsrecht uit.

Ab

Na artikel 2 wordt een paragraafaanduiding ingevoegd, luidende:

§ 2. Gegevens ten behoeve van reisdocumenten

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

In het eerste lid komt de tweede zin te luiden:

Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kan worden bepaald
in welke gevallen wordt afgezien van vermelding van respectievelijk
geboorteplaats, woonplaats, adres en lengte.

In het derde lid wordt “Bij algemene maatregel van rijksbestuur”
vervangen door “Bij of krachtens algemene maatregel van
rijksbestuur”.

Het vierde lid komt te luiden:

In bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur te bepalen
gevallen wordt in een reisdocument het burgerservicenummer van de houder
vermeld.

4. Het achtste lid komt te luiden:

8. De tot uitreiking bevoegde autoriteiten voeren een
reisdocumentenadministratie ten behoeve van de aanvraag, verstrekking en
uitreiking van reisdocumenten. De administratie bevat de gegevens
bedoeld in het eerste, tweede, vierde, vijfde, zesde en zevende lid,
alsmede andere gegevens die bij de aanvraag zijn overgelegd. De
administratie is zowel op naam als op documentnummer toegankelijk. Bij
of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur worden regels gesteld
met betrekking tot de verwerking van gegevens in de administratie.

C

Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3a

1. Bij algemene maatregel van rijksbestuur kunnen documenten als bedoeld
in artikel 2 worden aangewezen waar het publiek identificatiemiddel op
wordt geplaatst. 

2. Het publiek identificatiemiddel dat krachtens het eerste lid op het
document is geplaatst, bevat de bij algemene maatregel van rijksbestuur
vast te stellen gegevens.

3. Gebruik van het publiek identificatiemiddel is alleen mogelijk indien
de houder van het document beschikt over een burgerservicenummer. 

4. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur worden regels
gesteld omtrent de technische en organisatorische inrichting van de
voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de vervaardiging en het kunnen
gebruiken van het publiek identificatiemiddel en de daarmee
samenhangende verwerking van gegevens.

5. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur worden regels
gesteld omtrent de kosten die ten laste worden gebracht voor
vervaardiging en verstrekking van een publiek identificatiemiddel en
voor de handelingen die door Onze Minister worden verricht voor het
gebruik kunnen maken van dit middel.

Ca

Artikel 4 vervalt.

Cb

In artikel 4a, eerste lid, wordt “basisregister reisdocumenten”
vervangen door “register vermiste of vervallen reisdocumenten”.

Cc

De artikelen 4a en 4b vervallen.

D

Na artikel 4b wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 3. Het basisregister reisdocumenten

Artikel 4c	

	

1. Er is een basisregister reisdocumenten. Onze Minister is
verantwoordelijk voor de gegevensverwerkingen in dit register. 

2. Het basisregister reisdocumenten heeft tot doel de autoriteiten,
instellingen en personen bedoeld in artikel 4e te voorzien van de in het
basisregister reisdocumenten opgenomen gegevens voor zover deze gegevens
noodzakelijk zijn voor de vervulling van hun taken en werkzaamheden
bedoeld in dat artikel. Het basisregister reisdocumenten heeft mede tot
doel om organen en instellingen te voorzien van de in het register
opgenomen gegevens in overige bij algemene maatregel van rijkbestuur aan
te wijzen gevallen.   

3. Onze Minister stelt regels over het beheer, de beveiliging en de
betrouwbaarheid van het register. 

Artikel 4d 

1. In het basisregister reisdocumenten worden uitsluitend de volgende
gegevens opgenomen:

a. gegevens als bedoeld in artikel 3, eerste, vierde, vijfde, zesde en
zevende lid;

b. gegevens die bij de aanvraag zijn overgelegd, niet zijnde de
gezichtsopname, handtekening dan wel vingerafdruk van de aanvrager, en
gegevens die betrekking hebben op de status van een reisdocument,
alsmede de autoriteit die de gegevens heeft verstrekt en de datum waarop
de gegevens zijn verstrekt; 

c. gegevens met betrekking tot de status van het reisdocument als
publiek identificatiemiddel. 

2. De autoriteiten, belast met de uitvoering van deze wet, en de
bestuursorganen en aangewezen organisaties bedoeld in de Wet digitale
overheid verstrekken de in het basisregister reisdocumenten op te nemen
gegevens aan Onze Minister. 

3. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kunnen andere
organen, instellingen en personen voor verstrekking worden aangewezen
die bij de uitoefening van hun wettelijke taak over gegevens komen te
beschikken die van belang zijn voor de bijhouding van het basisregister
reisdocumenten. 

4. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur worden nadere
regels gesteld omtrent de gegevensverwerking in het basisregister
reisdocumenten, alsmede de bewaartermijn, de verwijdering en de
vernietiging van de in het basisregister reisdocumenten opgenomen
gegevens.

Artikel 4e 

1. De gegevens uit het basisregister reisdocumenten kunnen worden
verstrekt ten behoeve van de volgende taken of werkzaamheden aan de
daarmee belaste organen en instellingen:

a. voor het in ontvangst nemen van aanvragen en het uitreiken,
verstrekken, weigeren, wijzigen, vervallen verklaren, inhouden, dan wel
definitief aan het verkeer onttrekken van documenten als bedoeld in
artikel 2 van deze wet: de autoriteiten die belast zijn met deze taken; 

b. voor het uitvoeren van artikel 25 van deze wet: Onze Minister, de
Gouverneurs en de tot signalering bevoegde organen; 

c. voor het laten functioneren van de voorzieningen ten behoeve van
elektronisch berichtenverkeer, elektronische informatieverschaffing en
elektronische authenticatie: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties;

d. ter voorkoming en bestrijding van misbruik van of fraude met
reisdocumenten: de organen, instellingen en personen met een wettelijke
verplichting of een gerechtvaardigd belang daartoe;

e. voor de taken in het belang van de nationale veiligheid: de Algemene
Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en de Militaire Inlichtingen- en
Veiligheidsdienst;

f. voor opsporing of voor toezicht op naleving van wettelijke
voorschriften: organen en personen met een publiekrechtelijke
opsporingstaak, onderscheidenlijk met een toezichthoudende taak;

g. ter identificatie van slachtoffers als gevolg van rampen of strafbare
feiten: organen en personen die op grond van een wettelijk voorschrift
zijn belast met deze taak;

h. ter uitvoering van de Rijkswet op het Nederlanderschap: Onze Minister
van Justitie en Veiligheid; 

i.  ter uitvoerlegging van strafvonnissen: Onze Minister die het
aangaat.

2. De gegevens uit het basisregister reisdocumenten kunnen ook worden
verstrekt ten behoeve van aanvullende bij algemene maatregel van
rijksbestuur aan te wijzen gevallen. 

3. Ten aanzien van de verstrekkingen bedoeld in het eerste lid,
onderdeel a, van dit artikel wordt bij of krachtens algemene maatregel
van rijksbestuur bepaald welke gegevens worden verstrekt en op welke
wijze deze verstrekkingen plaatsvinden. 

4. Alle overige verstrekkingen uit het basisregister reisdocumenten
vinden plaats op grond van een besluit van Onze Minister naar aanleiding
van een daartoe in te dienen aanvraag. In dit besluit wordt bepaald
welke gegevens worden verstrekt en de wijze waarop deze gegevens worden
verstrekt. Van dit besluit wordt mededeling gedaan op een voor eenieder
kenbare wijze.

Da

Na artikel 4e wordt een paragraafaanduiding ingevoegd, luidende:

§ 4. Overige algemene bepalingen

E

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en derde lid wordt telkens “Bij algemene maatregel
van rijksbestuur” vervangen door “Bij of krachtens algemene
maatregel van rijksbestuur”.

2. In het derde lid wordt “de burger” vervangen door “de
aanvrager” en wordt “een in die algemene maatregel van rijksbestuur
te bepalen bedrag” vervangen door “een in of krachtens die algemene
maatregel van rijksbestuur te bepalen bedrag”.

3. In het zesde lid wordt “bij algemene maatregel van rijksbestuur”
telkens vervangen door “bij of krachtens algemene maatregel van
rijksbestuur” en wordt “gemeentelijke verordening of
eilandsraadsverordening” vervangen door “bij gemeentelijke
verordening of bij eilandsraadsverordening”.

Ea0

Voor artikel 16 wordt de paragraafaanduiding van paragraaf 3 Ҥ 3.
Andere reisdocumenten” vervangen door “§ 3. Nooddocumenten en
andere reisdocumenten”.

Ea

Artikel 16, tweede lid, komt te luiden:

2. Ten aanzien van elke categorie van reisdocumenten als bedoeld in  
HYPERLINK "http://wetten.overheid.nl/BWBR0005212/2017-10-01/0" \l
"HoofdstukI_Artikel2"  artikel 2, eerste lid, onder g , wordt bij of
krachtens algemene maatregel van rijksbestuur bepaald aan wie en onder
welke voorwaarden deze documenten kunnen worden verstrekt.

F

Artikel 16a, eerste lid, komt te luiden:

1. Iedere Nederlander die in de basisregistratie personen is
ingeschreven of die woonachtig is buiten het Koninkrijk heeft, binnen de
grenzen bij deze wet bepaald, recht op een Nederlandse identiteitskaart,
geldig voor tien jaren.

G

Artikel 26 komt te luiden:

Artikel 26

1. Bevoegd tot het in ontvangst nemen van aanvragen voor nationale
paspoorten, reisdocumenten voor vluchtelingen en reisdocumenten voor
vreemdelingen zijn:

a. in het Europese deel van Nederland: de burgemeester, voor zover het
personen betreft die als ingezetene in de basisregistratie personen zijn
ingeschreven met een adres in zijn gemeente;

b. in Aruba, Curaçao en Sint Maarten: de Gouverneur en, voor zover het
personen betreft die in de bevolkingsadministratie van Aruba, Curaçao
of Sint Maarten zijn opgenomen, de door de Gouverneur na overleg met
Onze Minister daartoe aangewezen autoriteiten;

c. in een openbaar lichaam: de gezaghebber, voor zover het personen
betreft die in de bevolkingsadministratie van het openbaar lichaam zijn
opgenomen, en in bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur te
bepalen gevallen;

d. in het buitenland: Onze Minister van Buitenlandse Zaken, voor zover
het personen betreft die zich buiten het Koninkrijk bevinden;

e. in bijzondere gevallen: de bij of krachtens algemene maatregel van
rijksbestuur daartoe aangewezen autoriteiten en de door de Gouverneur na
overleg met Onze Minister daartoe aangewezen autoriteiten.

2. Bevoegd tot het in ontvangst nemen van aanvragen voor diplomatieke
paspoorten en voor dienstpaspoorten is Onze Minister van Buitenlandse
Zaken en in bijzondere gevallen de bij of krachtens algemene maatregel
van rijksbestuur daartoe aangewezen autoriteiten. 

3. Bevoegd tot het in ontvangst nemen van aanvragen voor reisdocumenten
als bedoeld in   HYPERLINK
"http://wetten.overheid.nl/BWBR0005212/2017-10-01/0" \l
"HoofdstukI_Artikel2"  artikel 2, eerste lid, onder f en g , zijn: 

a. In Aruba, Curaçao en Sint Maarten: de Gouverneur en de door hem na
overleg met Onze Minister daartoe aangewezen autoriteiten; 

b. In het buitenland: Onze Minister van Buitenlandse Zaken voor zover
het personen betreft die zich buiten het Koninkrijk bevinden;

c. In overige gevallen: De bij of krachtens algemene maatregel van
rijksbestuur daartoe aangewezen autoriteiten.

4. Bevoegd tot het in ontvangst nemen van aanvragen voor Nederlandse
identiteitskaarten en vervangende Nederlandse identiteitskaarten zijn de
daartoe bij of krachtens het eerste lid onder a, c, d en e aangewezen
autoriteiten.

H

Artikel 27 komt te luiden: 

Artikel 27

1. Een reisdocument kan slechts worden verstrekt, nadat een aanvraag is
ingediend bij een in artikel 26 bedoelde autoriteit. 

2. Een aanvraag ingediend bij een in artikel 26 bedoelde autoriteit in
een openbaar lichaam, Aruba, Curaçao of Sint Maarten wordt slechts in
behandeling genomen als is voldaan aan het in of krachtens dit hoofdstuk
bepaalde. De aanvrager wordt van het niet in behandeling nemen van de
aanvraag terstond op de hoogte gesteld.

I

In artikel 28 wordt na het derde lid een lid toegevoegd, luidende:

4. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur worden regels
gesteld over de gegevens die in de aanvraag worden opgenomen en de wijze
waarop dit gebeurt, over de door de betrokkene in het kader van het
aanvraag- en uitgifteproces van reisdocumenten over te leggen bescheiden
en de beoordeling daarvan, alsmede over de beveiliging van dit proces.

J

Artikel 40 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:

e. in bijzondere gevallen: de bij of krachtens algemene maatregel van
rijksbestuur daartoe aangewezen autoriteiten en de door de Gouverneur na
overleg met Onze Minister daartoe aangewezen autoriteiten.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. Bevoegd tot het verstrekken van diplomatieke paspoorten en
dienstpaspoorten is Onze Minister van Buitenlandse Zaken en in
bijzondere gevallen de bij of krachtens algemene maatregel van
rijksbestuur daartoe aangewezen autoriteiten. 

3. Het derde lid komt te luiden:

3. Bevoegd tot het verstrekken van reisdocumenten als bedoeld in  
HYPERLINK "http://wetten.overheid.nl/BWBR0005212/2017-10-01/0" \l
"HoofdstukI_Artikel2"  artikel 2, eerste lid, onder f en g , zijn: 

a. In Aruba, Curaçao en Sint Maarten: de Gouverneur en de door hem na
overleg met Onze Minister daartoe aangewezen autoriteiten; 

b. In het buitenland: Onze Minister van Buitenlandse Zaken voor zover
het personen betreft die zich buiten het Koninkrijk bevinden;

c. In overige gevallen: De bij of krachtens algemene maatregel van
rijksbestuur daartoe aangewezen autoriteiten.

4. Het vierde lid komt te luiden:

4. Bevoegd tot verstrekken van Nederlandse identiteitskaarten en
vervangende Nederlandse identiteitskaarten zijn de daartoe bij of
krachtens het eerste lid onder a, c, d en e aangewezen autoriteiten.

Ja

Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt “De krachtens artikel 40 bevoegde
autoriteiten” vervangen door “De in artikel 40 bedoelde
autoriteiten”. 

2. Na het derde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kunnen nadere
regels worden gesteld over de termijnen van of de procedures ten aanzien
van de verstrekking van reisdocumenten. 

Jaa

Aan artikel 42 wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kunnen nadere
regels worden gesteld over de termijnen van of de procedures ten aanzien
van de uitreiking van reisdocumenten. 

Jb

In artikel 43 wordt “volgens bij regeling van Onze Minister te stellen
regels,” vervangen door “volgens bij of krachtens algemene maatregel
van rijksbestuur vast te stellen regels,” en wordt “bevoegd tot
wijziging als bedoeld in artikel 1, onder g.” vervangen door
“bevoegd tot wijziging van reisdocumenten.”.

K

Artikel 44 wordt als volgt gewijzigd:

In het eerste lid, wordt “zijn de autoriteiten die ingevolge artikel
40 bevoegd zijn tot verstrekking daarvan.” vervangen door “zijn de
autoriteiten bedoeld in artikel 40.” 

Het tweede lid komt te luiden:

2. De tot weigering of vervallenverklaring bevoegde autoriteit die een
aanvraag in behandeling neemt betreffende een persoon ten aanzien van
wie een mededeling als bedoeld in   HYPERLINK
"http://wetten.overheid.nl/BWBR0005212/2017-10-01/0" \l
"HoofdstukIII_Paragraaf2_Artikel25"  artikel 25, vierde lid , is gedaan,
of die een ingevolge   HYPERLINK
"http://wetten.overheid.nl/BWBR0005212/2017-10-01/0" \l
"HoofdstukVIII_Artikel52"  artikel 52  of   HYPERLINK
"http://wetten.overheid.nl/BWBR0005212/2017-10-01/0" \l
"HoofdstukVIII_Artikel53"  53  ingehouden reisdocument heeft ontvangen,
overtuigt zich er terstond van of de gronden tot weigering of
vervallenverklaring ten aanzien van betrokkene nog bestaan.

Ka

Na artikel 46a wordt in Hoofdstuk VI een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 46b

Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kunnen nadere
regels worden gesteld over de termijnen of de procedures ten aanzien van
de weigering of vervallenverklaring van reisdocumenten. 

Kb

Artikel 47 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde tot en met
vierde lid tot tweede tot en met derde lid. 

2. In het derde lid (nieuw) wordt “bedoeld in het derde lid,”
vervangen door “bedoeld in het tweede lid,”.

3. Na het derde lid (nieuw) wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:

4. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kunnen nadere
regels worden gesteld over de vermelding bedoeld in het tweede lid,
alsmede over de verwijdering daarvan. 

Kc

Na artikel 50 wordt in Hoofdstuk VII een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 50a

Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kunnen nadere
regels worden gesteld over de procedures ten aanzien van het vervallen
van rechtswege van reisdocumenten van handelingsonbekwamen. 

Kd

In hoofdstuk VIII wordt voor artikel 51 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 50b

Bevoegd tot het inhouden van reisdocumenten zijn: 

a. de autoriteiten, die bevoegd zijn tot het in ontvangst nemen van een
aanvraag voor reisdocumenten;

b. de autoriteiten belast met de grensbewaking, de politie en de
ambtenaren belast met het toezicht op vreemdelingen;

c. de autoriteiten, bedoeld in de artikelen 18 en 19, in de situatie
bedoeld in artikel 52.

Ke

Het tweede tot en met vierde lid van artikel 54 worden vervangen door

“2. De houder van een reisdocument dat van rechtswege is vervallen
ingevolge het bepaalde in artikel 47, eerste lid, onder a, b, c, e, h of
i, wordt hiervan op het moment van de inhouding in kennis gesteld door
de tot inhouding van het reisdocument bevoegde autoriteit.

3. De daartoe bevoegde autoriteit onttrekt het ingehouden reisdocument
definitief aan het verkeer, tenzij nog een beroepstermijn openstaat, een
beroepsprocedure aanhangig is of het reisdocument anderszins in een
gerechtelijke procedure nodig is.

4. Indien de autoriteit die het reisdocument heeft ingehouden, niet
bevoegd is tot definitieve onttrekking van reisdocumenten aan het
verkeer, zendt hij het ingehouden reisdocument onverwijld aan een
daartoe wel bevoegde autoriteit. De houder wordt hiervan terstond in
kennis gesteld.

5. Indien het van rechtswege vervallen reisdocument is ingehouden naar
aanleiding van een mededeling van Onze Minister als bedoeld in  
HYPERLINK "https://wetten.overheid.nl/BWBR0005212/2017-10-01" \l
"HoofdstukIII_Paragraaf2_Artikel25"  artikel 25, vierde lid , wordt Onze
Minister van de inhouding onverwijld in kennis gesteld.

6. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kunnen nadere
regels worden gesteld over de procedures ten aanzien van de inhouding
van reisdocumenten.”

Kf

Artikel 55 vervalt.

Kg

Artikel 57 komt te luiden:

Artikel 57

Bevoegd tot het definitief aan het verkeer onttrekken van reisdocumenten
zijn de autoriteiten die bevoegd zijn tot verstrekking, weigering of
vervallenverklaring van reisdocumenten. Bij of krachtens algemene
maatregel van rijksbestuur worden regels gesteld over de gronden voor en
de wijze van het onttrekken aan het verkeer.

L

Artikel 59 komt te luiden: 

Artikel 59

1. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kunnen nadere
regels worden gesteld over het aanvraag- en uitgifteproces en over
verwerking van gegevens in het kader daarvan.

2. Onze Minister kan regels vaststellen voor de nadere uitwerking van de
procedures betreffende het aanvraag- en uitgifteproces van
reisdocumenten, alsmede over de technische uitwerking en de beveiliging
van dit proces.

M

De artikelen 65, 65a en 66 vervallen.

ARTIKEL II

De Rijkswet van 11 juni 2009 tot wijziging van de Paspoortwet in verband
met het herinrichten van de reisdocumentenadministratie (Stb. 2009, 252)
wordt ingetrokken. 

ARTIKEL III

Deze rijkswet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld. 

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad
van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad
van Sint-Maarten zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de
nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

 

 

 PAGE    

 PAGE   12