[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de extra Europese Raad van 20 en 21 februari 2020

Europese Raad

Brief regering

Nummer: 2020D07985, datum: 2020-02-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-20-1524).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 20-1524 Europese Raad.

Onderdeel van zaak 2020Z03815:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

21 501-20 Europese Raad

Nr. 1524 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 februari 2020

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, het verslag aan van de extra Europese Raad van 20 en 21 februari 2020.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok

VERSLAG VAN DE EXTRA EUROPESE RAAD VAN 20 EN 21 FEBRUARI 2020

Op donderdag 20 en vrijdag 21 februari 2020 vond een buitengewone bijeenkomst van de Europese Raad (ER) plaats over het EU Meerjarig Financieel Kader voor de periode 2021–2027 (MFK). Daarnaast nam de ER een verklaring aan over de situatie in Idlib, Syrië. Aan het begin van de bijeenkomst vond een gedachtewisseling plaats met de voorzitter van het Europees Parlement (EP), de heer Sassoli.

Meerjarig Financieel Kader 2021–27

De voorzitter van de Europese Raad, de heer Charles Michel, had zich, op basis van het door de ER in december 2019 gegeven mandaat, ten doel gesteld toe te werken naar overeenstemming over het nieuwe MFK. Daartoe verspreidde hij op 14 februari jl. een nieuw onderhandelingsdocument (negotiating box), waarvan uw Kamer op 17 februari jl. een kabinetsappreciatie ontving (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1523). Over dit voorstel vond een eerste discussie plaats tijdens een ingelaste Raad Algemene Zaken op 17 februari jl. Het verslag daarvan ging uw Kamer toe op 18 februari jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2117). In de Raad Algemene Zaken lagen de standpunten van lidstaten nog ver uit elkaar, zowel wat betreft de hoogte van het uitgavenplafond, als ook ten aanzien van de inhoudelijke prioriteiten en de financiering van de EU-begroting.

Tijdens de ER werd in de eerste tafelronde op donderdag snel duidelijk dat het krachtenveld nog sterk verdeeld is. De MFK-onderhandelingen zijn complex mede vanwege het vertrek van het VK uit de EU en de gevolgen daarvan voor de lastenverdeling van de EU-begroting. In de discussie spraken vele lidstaten hun ontevredenheid uit over het onderhandelingsdocument. Enerzijds waren er meerdere lidstaten die het voorgestelde plafond van 1,074% van het EU27 BNI te hoog vonden. Zij drongen aan op verdere besparingen op met name het cohesiebeleid en het landbouwbeleid om binnen een lagere EU-begroting ruimte te behouden voor nieuwe uitdagingen op het terrein van o.a. concurrentiekracht, digitalisering, veiligheid en klimaat. Anderzijds stelden veel lidstaten dat de beoogde budgetten voor het cohesiebeleid en het landbouwbeleid ontoereikend zijn. Meerdere lidstaten noemden de terugval in hun nationale allocatie uit deze budgetten onacceptabel. Lidstaten benadrukten het belang van structuurfondsen voor het functioneren van de interne markt en de bijdrage die het landbouwbeleid kan leveren aan het realiseren van klimaatambities. Een aantal lidstaten stelde daarenboven dat de huidige afdrachtenkortingen moeten worden afgeschaft. Er waren ook lidstaten die zich (op onderdelen) positief uitlieten over de ingezette richting van het onderhandelingsvoorstel.

Verder richtte de discussie zich op de voorstellen voor nieuwe eigen middelen op basis waarvan de afdrachten van de lidstaten worden bepaald. In het onderhandelingsdocument zijn voorstellen opgenomen voor een afdracht op basis van niet-gerecycled plastic verpakkingsafval en op basis van ETS-opbrengsten. Diverse lidstaten spraken, onder voorwaarden, steun uit voor een of beide voorstellen. Er waren ook lidstaten die zich tegen de voorstellen uitspraken, met name tegen een afdracht op basis van ETS-opbrengsten. Nederland heeft zich ten aanzien van deze voorstellen terughoudend opgesteld.

Tot slot toonde een aantal lidstaten, waaronder Nederland, zich zeer terughoudend over de voorgestelde kapitaalverhoging van de Europese Investeringsbank (EIB), vanwege vragen over haalbaarheid, absorptievermogen en governance.

De Minister-President sprak zijn interventie uit mede namens de regeringsleiders van Denemarken, Oostenrijk en Zweden (de zgn. «Frugal Four»). Hij bepleitte een toekomstgericht, eerlijk en financieel houdbaar MFK en stelde dat de voorgestelde forse verhoging van het plafond ongegrond is. Deze groep lidstaten wil de omvang van de EU-begroting houden op 1% van het EU27 BNI en daarbinnen moderniseren door de EU-begroting meer te richten op o.a. onderzoek en innovatie, migratie, veiligheid en klimaat. Het huidige onderhandelingsvoorstel komt onvoldoende tegemoet aan die inzet. De Minister-President drong namens de Frugal Four aan op substantiële besparingen, in het bijzonder op het terrein van cohesie en landbouw, en pleitte voor modernisering van de EU-begroting. Omdat sterke conditionaliteiten voor Nederland onlosmakelijk verbonden zijn met een moderne EU-begroting, benadrukte de Minister-President de noodzaak van een effectieve conditionaliteit ten aanzien van rechtsstatelijkheid, waarmee de ontvangst van EU-middelen gekoppeld is aan de naleving van rechtsstatelijkheidsbeginselen. Bovendien onderstreepte de Minister-President namens deze groep dat permanente afdrachtenkortingen van voldoende omvang noodzakelijk zijn om tot een acceptabel resultaat te komen. Nederland beargumenteerde daarnaast dat de perceptiekostenvergoeding voor de inning van douanerechten niet verlaagd mag worden.

Op basis van deze eerste tafelronde concludeerde de voorzitter van de ER dat zijn voorstel van 14 februari jl. onvoldoende basis bood voor consensus en verzocht hij om bilaterale consultaties met alle lidstaten om oplossingsrichtingen in kaart te brengen. Nederland trok hierbij samen op met andere netto betalers en had tevens een actieve rol in dialogen met andere lidstaten om te verkennen of en op welke wijze verschillende posities overbrugd kunnen worden.

Als uitkomst van deze consultatiefase presenteerde de Europese Commissie, als onderhandelingsfacilitator, een technisch voorstel met mogelijke aanpassingen voor een nieuwe negotiating box. Voor deze ideeën bleek echter onvoldoende draagvlak in de Europese Raad te bestaan. Lidstaten die prioriteit stellen aan intensivering van het cohesie- of landbouwbeleid zagen te weinig van hun wensen terug en verwierpen de voorstellen. De «zuinige lidstaten» markeerden dat de voorstellen weliswaar positieve elementen bevatten, maar dat over het geheel bezien er sprake is van onvoldoende voortgang. Voor Nederland staan de voorgestelde aanpassingen te ver af van de inzet om een afdrachtenstijging te vermijden.

De voorzitter van de Europese Raad stelde daarop vast dat er geen overeenstemming was en kondigde aan dat hij de komende weken verdere consultaties met lidstaten zal voeren om toe te werken naar een compromis. Op basis daarvan zal hij de Europese Raad op een nog nader te bepalen tijdstip opnieuw bijeenroepen.

Overige agendapunten

De Europese Raad nam een verklaring aan over de situatie in Idlib, Syrië. Als gevolg van het offensief van het Assad-regime en zijn Russische en Iraanse bondgenoten voltrekt zich daar een humanitaire ramp. Zo zijn er sinds december al bijna een miljoen mensen op de vlucht geslagen voor het geweld en het oprukkende regime. De Europese Raad heeft alle partijen opgeroepen de vijandelijkheden onmiddellijk te staken en heeft het belang benadrukt van directe toegang tot humanitaire hulp en een politieke oplossing. Tevens heeft de Europese Raad zijn oproep herhaald om de situatie in Syrië aan het Internationaal Strafhof voor te leggen, omdat hij het van belang acht dat er rekenschap wordt afgelegd voor schendingen van het internationaal humanitair recht en het internationaal recht inzake de mensenrechten.

Toezegging plenair debat 18 februari jl.

De informatie zoals toegezegd tijdens het plenaire debat van 18 februari jl. over het subsidiebeleid van de Europese Commissie inzake communicatie (Handelingen II 2019/20, nr. 55, debat over de Buitengewone Europese top van 20 februari 2020) vergt nader overleg met de Europese Commissie. Het kabinet zet zich ervoor in dat deze informatie op korte termijn met uw Kamer zal worden gedeeld.