Amendement van de leden Van den Berge en Kuik over vergoeding voor leden van studentenraden
Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en een aantal andere wetten in verband met diverse maatregelen gericht op het versterken van de positie van mbo-studenten (Wet versterken positie mbo-studenten)
Amendement
Nummer: 2020D08290, datum: 2020-03-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35252-8).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.N. van den Berge, Tweede Kamerlid (Ooit GL kamerlid)
- Mede ondertekenaar: A. Kuik, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35252 -8 Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en een aantal andere wetten in verband met diverse maatregelen gericht op het versterken van de positie van mbo-studenten (Wet versterken positie mbo-studenten).
Onderdeel van zaak 2020Z03971:
- Indiener: C.N. van den Berge, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: A. Kuik, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 252 Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en een aantal andere wetten in verband met diverse maatregelen gericht op het versterken van de positie van mbo-studenten (Wet versterken positie mbo-studenten)
Nr. 8 AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DEN BERGE EN KUIK
Ontvangen 2 maart 2020
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel R, wordt het voorgestelde artikel 8.1.5c als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Onverminderd het eerste lid, ontvangt een lid van de studentenraad als bedoeld in artikel 8.1.5, tweede lid, onderdeel a, een financiële ondersteuning ter hoogte van een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen minimumbedrag. De voordracht voor deze algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
II
In artikel II, onderdeel P, wordt het voorgestelde artikel 8.1.6d als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Onverminderd het eerste lid, ontvangt een lid van de vertegenwoordiging als bedoeld in artikel 8.1.6a, tweede lid, onderdeel a, een financiële ondersteuning ter hoogte van een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen minimumbedrag. De voordracht voor deze algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Toelichting
In het wetsvoorstel wordt op dit moment niet bepaald wat de minimale hoogte is van de compensatie voor mbo-studenten die zitting hebben in de studentenraad van hun instelling. Dit wordt per instelling bepaald. Zeggenschap is volgens indieners geen gunst die met inzet van eigen tijd en middelen van de student bekostigd kan worden, maar een recht dat vormgegeven dient te worden vanuit goede randvoorwaarden.
Daarnaast is de studentenraad in het kader van de burgerschapsopdracht een goede leerschool voor studenten om ervaring op te doen met democratische besluitvormingsprocessen en de invloed die zij daarop kunnen uit kunnen oefenen.
Daarom willen indieners graag dat bij algemene maatregel van bestuur een eerlijke minimumvergoeding vastgesteld wordt in samenspraak tussen JOB, MBO Raad en ministerie, waarbinnen mbo-studenten redelijkerwijs geacht kunnen worden van hun recht op zeggenschap gebruik te maken. De algemene maatregel van bestuur die regels over de minimumvergoeding bevat, wordt voorgehangen.
Van den Berge
Kuik