Gewijzigd amendement van de leden Den Boer en Sneller 35106-(R2115)-18 t.v.v. nr. 15 over het informeren van de Kamers inzake benoeming lid van de Onderzoeksraad
Wijziging van de Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid in verband met enkele aanpassingen
Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)
Nummer: 2020D08535, datum: 2020-03-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35106-18).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.W. den Boer, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J.C. Sneller, Tweede Kamerlid (D66)
Onderdeel van kamerstukdossier 35106 (R2115)-18 Wijziging van de Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid in verband met enkele aanpassingen.
Onderdeel van zaak 2020Z04083:
- Indiener: M.G.W. den Boer, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.C. Sneller, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2020-03-03 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 106 Wijziging van de Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid in verband met enkele aanpassingen
Nr. 18 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN DEN BOER EN SNELLER TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 15
Ontvangen 3 maart 2020
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel C, wordt na het derde onderdeel een onderdeel ingevoegd, luidende:
3a. In het vijfde lid (nieuw) wordt aan het slot een zin toegevoegd, luidende: Onze Minister informeert de Staten-Generaal over de gevolgde procedure bij de benoeming en de benoemde kandidaat.
Toelichting
De indieners achten het wenselijk dat de Minister na de benoeming van een lid van de Onderzoeksraad voor veiligheid (raad) de Kamers gemotiveerd informeert over de gevolgde procedure en de benoemde kandidaat. Met deze verantwoordingsplicht krijgen de Kamers een (beperkte) rol bij de benoemingsprocedure, in lijn met de eerdere motie Sneller/Den Boer.1 Dit ligt in de rede en is ook wenselijk gezien het grote belang van de onafhankelijkheid van de raad.
Den Boer
Sneller
Kamerstukken II 2019/20, 35 300 VII, nr. 25.↩︎