Antwoord op vragen van het lid Hijink over de communicatie rondom de melding van de eerste coronabesmetting in Nederland
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2020D08804, datum: 2020-03-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-1948).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Onderdeel van zaak 2020Z04003:
- Gericht aan: B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
- Indiener: H.P.M. Hijink, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1948
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over de communicatie rondom de melding van de eerste coronabesmetting in Nederland (ingezonden 2 maart 2020).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 4 maart 2020).
Vraag 1, 2, 3
Klopt het dat u al voorafgaand aan de NOS-uitzending «Het Coronavirus: feiten en fabels» op de hoogte was van de vaststelling van het virus bij een patiënt in Brabant?1
Waarom is ervoor gekozen om de mededeling live in de uitzending bekend te maken?
Is het niet vreemd dat in het grootste deel van de uitzending gesproken is over het hypothetische geval van een eerste besmetting, terwijl een deel van de sprekers – inclusief uzelf – op dat moment al op de hoogte was van een eerste besmetting?
Antwoord 1, 2, 3
In de namiddag van 27 februari – voorafgaand aan de NOS-uitzending over het nieuwe coronavirus – kreeg ik bericht van het RIVM dat een eerste uitgevoerde test een positief resultaat had gegeven. De test moest echter nog een tweede keer worden uitgevoerd en worden bevestigd door het RIVM. Ook moest daarna uiteraard de patiënt zelf en zijn familie nog worden geïnformeerd. Pas daarna kan publiekscommunicatie plaatsvinden. Tijdens de uitzending kreeg ik te horen dat iedereen geïnformeerd was en heb ik ervoor gekozen dit bericht bekend te maken. Alternatief was dit na de uitzending te doen. Dat leek -en lijkt mij nog steeds – ongewenst.
Vraag 4
Waarom heeft u er niet voor gekozen om direct bekend te maken dat er een besmetting in Nederland was aangetroffen, maar dat details later moesten volgen omdat, uiteraard, eerst betrokken instanties en personen op de hoogte moeten zijn?
Antwoord 4
Standaard werkwijze van het RIVM is dat eerst de patiënt, diens naasten en de zorginstelling waar de patiënt verblijft worden geïnformeerd. Pas daarna kan informatie breder worden gedeeld. Dit vind ik de enige correcte werkwijze.
Vraag 5
Denkt u niet dat de uitzending van de NOS in een heel ander licht was komen te staan als vooraf bekend was geweest dat een besmetting in Nederland al reeds was vastgesteld? Was een bekendmaking aan het begin van de uitzending of voorafgaand aan de uitzending niet verstandiger geweest?
Antwoord 5
Zie vraag 4
Vraag 6
Klopt het dat het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis op donderdagavond verrast werd door het feit dat u live in de uitzending bekendmaakte dat het virus Nederland had bereikt? Hoe verklaart u dat? Is de bekendmaking met het ziekenhuis afgestemd? Kunt u dat toelichten?
Antwoord 6
Het RIVM, de GGD Hart van Brabant en mijn ministerie hebben voorafgaand aan en tijdens de NOS-uitzending veelvuldig met het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis overlegd. De bekendmaking is door mijn ministerie met hen afgestemd. Ik herken uw signaal dan ook niet.
Vraag 7
Wilt u bovenstaande vragen beantwoorden voorafgaand aan het debat dat de Kamer deze week over het coronavirus houdt?
Antwoord 7
Ik zal uw vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden.
Brabants Dagblad, 28 februari 2020, «Het briefje voor Bruno Bruins: in scène gezet of complete verrassing?» (https://www.bd.nl/dossier-coronavirus/het-briefje-voor-bruno-bruins-in-scene-gezet-of-complete-verrassing~aadfe75c/).↩︎