[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over de brief van SDO met een signaal over mogelijk misbruik van onderwijsbudget van de overheid

Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Brief regering

Nummer: 2020D09538, datum: 2020-03-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31288-835).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31288 -835 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid.

Onderdeel van zaak 2020Z04544:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 835 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 maart 2020

De commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft mij verzocht te reageren op een brief van SDO met een signaal over mogelijk misbruik van onderwijsbudget van de overheid. Op 14 januari jl. (2020D00759) heb ik u laten weten dat het betreffende signaal over Avans Hogeschool, die een hbo-opleiding verzorgt waar medewerkers van Jumbo aan deelnemen, bekend is bij de Inspectie van het Onderwijs en heb ik toegezegd u te informeren zodra de bevindingen van de inspectie bekend zijn.

De inspectie heeft een vooronderzoek uitgevoerd naar dit signaal. Gedurende het vooronderzoek heeft de inspectie inlichtingen ingewonnen bij de signaalgever, het CvB en management van de onderwijsinstelling. Ook heeft de inspectie relevante informatie bij Avans opgevraagd, verkregen en bestudeerd, waaronder het contract dat Avans en Jumbo Supermarkten B.V. overeengekomen zijn. De inspectie stelde vast dat het betreffende onderwijs normaal bekostigde duale opleidingen betreft, en dat het onderwijs, de examinering en de financiële afwikkeling overeenkomstig de daarvoor geldende wettelijke regels plaatsvindt.

De inspectie heeft bij het vooronderzoek geen aanwijzingen gevonden voor een redelijk vermoeden dat er sprake is van overtreding van wettelijke voorschriften. Daarom is besloten dat er onvoldoende grond is voor een formeel onderzoek (WOT artikel 12a lid 1). Indien er in de toekomst nieuwe signalen of indicaties worden verkregen, dan kan de inspectie overwegen om alsnog een formeel onderzoek uit te voeren.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven