Reactie op verzoek commissie over een brief inzake bericht dat zestien vliegtuigen konden landen op gesloten landingsbaan Schiphol
Veiligheidsbeleid Burgerluchtvaart
Brief regering
Nummer: 2020D09548, datum: 2020-03-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24804-117).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 24804 -117 Veiligheidsbeleid Burgerluchtvaart.
Onderdeel van zaak 2020Z04546:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-03-26 10:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-04-21 12:00: Luchtvaart (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-04-23 14:00: Procedurevergadering (per videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-05-12 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
24 804 Veiligheidsbeleid Burgerluchtvaart
Nr. 117 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 maart 2020
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft mij op 19 februari jl. per brief verzocht om nadere informatie over een voorval op de Zwanenburgbaan op Schiphol op zaterdag 18 januari 2020. In deze brief informeer ik u nader over deze kwestie.
Op 18 januari 2020 zijn op Schiphol zestien landingen uitgevoerd op de Zwanenburgbaan terwijl deze baan op dat moment formeel door luchthaven Schiphol nog niet beschikbaar was gesteld aan Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL). Deze baan is vervolgens 25 minuten in gebruik geweest. De procedure voor ingebruikname van een baan is dat LVNL de luchthaven informeert over het tijdstip dat zij een baan in gebruik wil nemen. Voordat de baan wordt vrijgegeven inspecteert de luchthaven de baan. Als deze inspectie heeft plaatsgevonden, vraagt LVNL daarna formeel de baan voor ingebruikname aan bij de luchthaven. In dit geval heeft deze formele aanvraag niet plaatsgevonden. LVNL geeft bij navraag aan dat alle betrokken partijen wel op de hoogte waren van de ingebruikname van de Zwanenburgbaan. De baan was geïnspecteerd en de baanverlichting met bijbehorende stopbars, die beschermen tegen het ongeautoriseerd oprijden van de baan, waren aangezet. Volgens LVNL is er geen sprake geweest van botsingsgevaar.
LVNL is naar aanleiding van dit voorval samen met de luchthaven Schiphol een nader onderzoek gestart.
LVNL heeft het voorval gemeld aan de Onderzoeksraad voor Veiligheid en de ILT. Het is aan de Onderzoeksraad om te besluiten of zij daadwerkelijk onderzoek instelt. Daarnaast heeft LVNL het voorval gepubliceerd op de website op 24 januari.
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) staat in nauw contact met LVNL over de voortgang van het onderzoek van LVNL en Schiphol. LVNL heeft laten weten het onderzoek eind maart 2020 gereed te hebben. Het onderzoek moet meer inzicht bieden in de oorzaken van het voorval en eventuele beheersmaatregelen die LVNL en/of Schiphol noodzakelijk achten om voorvallen als deze in de toekomst te voorkomen. De ILT volgt dit onderzoek en ik wacht de uitkomsten van dit onderzoek af. LVNL zal de uitkomsten van het onderzoek ook zelf publiceren.
Uw Kamer heeft mij verzocht om u specifiek te informeren over de omstandigheden en een tijdlijn aan te geven van het voorval. Gelet op het nog lopende onderzoek door LVNL en luchthaven Schiphol kan ik hier echter niet op vooruit lopen.
Ik heb eerder kennis genomen van het bericht dat LVNL zou willen onderzoeken of juridische stappen tegen media mogelijk en gewenst zijn met het oog op het heruitzenden van de communicatie tussen luchtverkeersleider en piloten. Ondertussen heb ik van LVNL begrepen dat zij afzien van deze juridische stappen.
Intussen heeft het Kamerlid Van Raan (Partij voor de Dieren) schriftelijke vragen gesteld over deze kwestie. Ik zal u de antwoorden separaat toezenden.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga