Reactie op verzoek commissie over het borgen van de veiligheid op luchthavens in verband met drones
Veiligheidsbeleid Burgerluchtvaart
Brief regering
Nummer: 2020D09551, datum: 2020-03-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-24804-118).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 24804 -118 Veiligheidsbeleid Burgerluchtvaart.
Onderdeel van zaak 2020Z04549:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-03-26 10:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-04-21 12:00: Luchtvaart (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-04-23 14:00: Procedurevergadering (per videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-05-12 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
24 804 Veiligheidsbeleid Burgerluchtvaart
Nr. 118 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9Ā maart 2020
Conform het verzoek van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat van 5Ā februari jl. informeer ik uw Kamer hierbij over het borgen van de veiligheid op luchthavens in verband met drones.
Incidenten rondom luchthavens met drones zoals op Gatwick Airport in december 2018 en meer recent op Madrid-Barajas Airport op 2Ā februari jl. hebben geleid tot toegenomen aandacht voor de veiligheid op Nederlandse luchthavens in verband met drones. Het ministerie is hierbij actief betrokken vanuit de verantwoordelijkheid als bevoegde autoriteit voor burgerluchtvaart en de algemene verkeersveiligheid in de lucht. In Nederland zijn in samenwerking met betrokken partijen uit de luchtvaart- en veiligheidssector maatregelen ontwikkeld tegen mogelijke bedreigingen door drones. De ontwikkelde maatregelen en procedures dragen bij aan het waarborgen van de veiligheid van het luchtverkeer en de veiligheid op de grond.
Naast preventieve maatregelen, waarop vanwege veiligheidsredenen in deze brief niet verder kan worden ingegaan, is vanaf begin 2019 met alle betrokken partijen, waaronder het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het Ministerie van Justitie en Veiligheid, de Koninklijke Marechaussee, de Nationale Politie, de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL), de lokale autoriteiten, de KLM en de luchthavenexploitanten, het onderwerp drones nog hoger op de agenda gezet. Er is gewerkt aan responseprocedures om droneverstoringen snel te beƫindigen en eventuele verstoringen van het vliegverkeer tot een minimum te beperken. Daarnaast vinden er regelmatig overleg en oefeningen plaats om luchthavens voor te bereiden op eventuele incidenten met drones. Ook vindt op internationaal niveau uitwisseling van best practices plaats tussen luchthavens en overheden.
In het najaar van 2019 heeft in samenwerking met Schiphol, LVNL, de Koninklijke Marechaussee, de politie, veiligheidsregio Kennemerland en nabijgelegen gemeenten een brede voorlichting plaatsgevonden rondom luchthaven Schiphol. Doel van deze voorlichting was om dronevliegers te wijzen op de risicoās van het vliegen in de buurt van luchthavens.
Per 1Ā juli van dit jaar treden nieuwe Europese regels voor het gebruik van drones in werking. Een aantal elementen uit deze regelgeving draagt bij aan de handhaafbaarheid van dronepiloten die overtredingen begaan. Zo wordt het voor droneoperators bijvoorbeeld verplicht zich te registreren. Europese lidstaten hebben de mogelijkheid gekregen om zones in te stellen waar afgeweken kan worden van deze Europese regels. Het instellen van no-fly zones behoort ook tot de mogelijkheden. Het ministerie is momenteel met betrokken overheids- en sectorpartijen aan het verkennen in hoeverre het instellen van no-fly zones, los van de plekken waar het vanuit nationale regelgeving al verboden is om te vliegen, een reĆ«le optie is om onder andere de veiligheid op luchthavens te borgen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga