Lijst van vragen over de nulmeting en monitoring Plastic Pact NL (Kamerstuk 32852-112)
Grondstoffenvoorzieningszekerheid
Lijst van vragen
Nummer: 2020D10331, datum: 2020-03-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2020D10331).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: B. Schuurkamp, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2020Z03042:
- Indiener: S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-02-19 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-02-19 14:20: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-03-12 12:00: Nulmeting en monitoring Plastic Pact NL (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-04-16 12:00: Circulaire economie (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-05-12 17:00: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-09-03 14:45: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-12-02 13:00: Circulaire economie (Algemeen overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
2020D10331 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister voor Milieu en Wonen inzake de Nulmeting en monitoring Plastic Pact NL (Kamerstuk 32 852, nr. 112).
De voorzitter van de commissie,
Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie,
Schuurkamp
1 | Waarom is niet ingezet op een alternatief voor het gebruik van plastic, in plaats van inzetten op recyclebaarheid en een vrij laag percentage vermindering? Hoe staat het met kabinetsplannen om juist deze alternatieven tot ontwikkeling te laten komen en het aantal verpakkingen drastisch te verminderen? |
2 | Klopt het dat het alleen plastic voor eenmalig gebruik betreft? Welke plastics c.q. plastic producten betreft het die niet onder het Europees verbod op wegwerpplastics vallen? |
3 | Waarom is niet ingezet op een verbod op alle plastic voor eenmalig gebruik? |
4 | Hoe past het niet inzetten op een alternatief dan wel verbod op alle wegwerpplastics binnen het streven van de Europese Unie (EU) en Nederland om in 2050 klimaatneutraal te produceren? |
5 | Kunt u reageren op de geplande bouw van een grote plasticfabriek door de Koninklijke Shell in de Verenigde Staten van Amerika? Hoe verhoudt dit zich tot de Nederlandse inzet voor een internationaal Plastic Pact? Gaat u hierover in gesprek met Shell? |
6 | Hoeveel wordt geïnvesteerd in het goedkoper maken van recyclebaar plastic, om de verschuiving te bewerkstelligen dat nieuw plastic niet meer goedkoper is dan gebruikt plastic? |
7 | Klopt het dat zonder wetgeving voor het gebruik van recyclaten het vrijwel onmogelijk is om goedkoop «virgin» plastic te doen verminderen of geheel in te wisselen? |
8 | Hoe verhouden de doelen uit het Plastic Pact zich tot de effecten op de totale milieudruk van verpakkingen (zoals voedselverspilling en transporteffecten)? Hoe wordt voorkomen dat het halen van de doelen op zich belangrijker worden dan het totaaleffect op het milieu? |
9 | Welke maatregelen neemt u om de afzetmarkt voor gerecyclede kunststoffen aantrekkelijker te maken? |
10 | Welke concrete bijdrage levert het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aan het Plastic Pact? |
11 | Welke bedrijven hebben zich onttrokken aan de afgesproken nulmeting? |
12 | Wat zijn de belangrijkste redenen dat bedrijven zich hebben onttrokken aan de afgesproken nulmeting? Is hierover gesproken? |
13 | Hoe gaat u verder, nu de nulmeting is mislukt? |
14 | Wat is het Pact nog waard, nu de meerderheid van de aangesloten partijen niet bereid is gebleken om de eerste stap te zetten? |
15 | Is het juist dat de nulmeting die binnen het Plastic Pact is gedaan, slechts beperkt inzicht geeft in de stand van zaken bij de deelnemende partijen? Zo ja, hoe kan dit en gaat u hierop bijsturen? |
16 | Wordt verder achterhaald waarom partijen geen data hebben aangeleverd, nu uit de rapportage van andere partijen blijkt dat dit wel degelijk mogelijk was? Kan dit onwil zijn? Zijn er consequenties voor de partijen die wel het Pact hebben ondertekend, maar geen gegevens aanleveren? |
17 | Klopt het dat de huidige methode voor de nulmeting zeer tijdrovend is en veel expertkennis vraagt? Zo ja, hoe kan dit worden verbeterd? |
18 | Wordt verwacht dat de aangesloten partijen wel bereid zijn om de maatregelen te nemen die echt impact hebben op hun werkwijze, geld kosten of een veel groter commitment vragen dan de nulmeting? |
19 | Zijn er sancties voor bedrijven die hun medewerking weigeren? Zijn sancties nodig? |
20 | Hoeveel bedrijven zijn niet aangesloten, terwijl ze wel een relevante rol spelen in de plastic sector? |
21 | Hoe gaan we verder, nu de eerste stap is mislukt? |
22 | Welk percentage van de partijen die in aanmerking komen voor het Plastic Pact nemen ook daadwerkelijk deel? Is bekend waarom de niet deelnemende partijen van ondertekening afzien? |
23 | Is bekend welke partijen/uit welke sector niet deelnemen aan het Pact? |
24 | Waar schort het exact aan, wanneer wordt gesteld dat de monitoring beter kan en moet? Kan dit worden toegelicht? |
25 | Wat zijn de positieve prikkels of «beloningen» voor partijen die het Plastic Pact realiseren? Zijn hier afspraken over gemaakt? |
26 | Waarom ontbreken gegevens over de hoeveelheid schadelijke stoffen in plastic, zoals zeer zorgwekkende stoffen (ZZS)? Waarom zijn deze cijfers niet allang bekend bij betreffende partijen, waaronder het ministerie? |
27 | Op welke wijze kan er wel snel zicht komen op de mogelijke aanwezigheid van Substances of Very High Concern (SVHC)? |
28 | In hoeverre wordt vooruitgang in recyclebaarheid nu belemmerd door dit gebrek aan inzicht in SVHC? |
29 | Waarom is gekozen voor het percentage van 35% gebruik van recycled of biobased plastics in het ontwerp? Waarom is dit percentage niet veel hoger? |
30 | Zijn biobased plastics (volledig) afbreekbaar? |
31 | Waarom is gekozen voor het percentage van 20% reductie in gebruik? Waarom is dit percentage niet veel hoger? |
32 | Is bekend hoe de ontwikkeling van meer recyclebaar materiaal, meer gerecycled/biobased plastic in het ontwerp, minder plastic en sortering, de afgelopen jaren is geweest bij de partijen die het Pact hebben ondertekend? Met andere woorden, is buiten een nulmeting ook gekeken naar de (autonome) ontwikkeling op de punten van de doelstellingen? |
33 | Waarom is niet ingezet op een verbod op het gebruik van onnodige plastic verpakkingen en eenmalige plastic producten? Hoe verhoudt het ontbreken hiervan zich tot de doelstelling in 2050 tot een volledig circulaire economie te komen? |
34 | Hoe verhoudt de doelstelling om tot hoogwaardige afvalstromen te komen zich tot het huishoudelijk inzamelen van plastic verpakkingen? Klopt het dat dit juist voor vervuilde stromen zorgt? |
35 | Klopt het dat er verschuivingen zijn als het gaat om het scheiden van plastic van voorscheiden naar nascheiden, bijvoorbeeld in de gemeente Rotterdam, en wat betekent dit voor het Plastic Pact? |
36 | Op welke wijze worden de aanbevelingen opgevolgd? |
37 | Kan met name worden ingegaan op aanbeveling zes: de milieu-impact van eventuele alternatieven? |
38 | Zijn de aangeleverde data voldoende betrouwbaar als een deel van de partijen overgaat tot het doen van schattingen en aannames met betrekking tot de cijfers? |