Reactie op de motie van het lid Aartsen over aanpassing van de BMKB-regeling en de gewijzigde motie van de leden Aartsen en Amhaouch over deelverpanding mogelijk maken
Bedrijfslevenbeleid
Brief regering
Nummer: 2020D10584, datum: 2020-03-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32637-414).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (Ooit BBB kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 32637 -414 Bedrijfslevenbeleid.
Onderdeel van zaak 2020Z05106:
- Indiener: M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-03-26 10:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-05-18 16:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-10-08 10:00: Ondernemen en bedrijfsfinanciering (omgezet in een schriftelijk overleg) (Algemeen overleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-10-08 12:00: Ondernemen en Bedrijfsfinanciering (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2021-01-26 16:30: Extra-procedurevergadering commissie EZK (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
32 637 Bedrijfslevenbeleid
Nr. 414 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 maart 2020
Conform het verzoek van het lid Aartsen (VVD) op 11 februari 2020, informeer ik uw Kamer hierbij over de uitvoering van twee moties die op diezelfde dag zijn aangenomen, te weten de motie van het lid Aartsen1 die verzoekt om de BMKB-regeling zo aan te passen dat deze beter en meer beschikbaar is voor alternatieve financiers en specifiek werkbaar te maken voor crowdfunding, en de motie van de leden Aartsen en Amhaouch2 om te komen met een voorstel om deelverpanding mogelijk te maken (Handelingen II 2019/20, nr. 52, stemmingen).
Aanpassing van de BMKB-regeling
De motie van het lid Aartsen roept op om de BMKB-regeling zo aan te passen dat deze beter en meer beschikbaar is voor alternatieve financiers en specifiek werkbaar te maken voor crowdfunding. In reactie op zijn verzoek, heb ik in het VAO van 4 februari 2020 aangegeven dat nader onderzoek nodig is naar of er mogelijkheden zijn om dit te doen en hem gevraagd of hij bereid is om deze motie zo aan te passen dat verzocht wordt te kijken naar de mogelijkheden om de BMKB-regeling, of in andere regelingen, te bezien hoe crowdfunding daarin een plek kan krijgen (Handelingen II 2019/20, nr. 49, VAO Ondernemen en bedrijfsfinanciering). Na een negatief antwoord van het lid Aartsen op dit voorstel, heb ik deze motie moeten ontraden. Aangezien nadere verkenning echt nodig is om de juiste keuzes te kunnen maken ten aanzien van aanpassingen in de regeling – in aanvulling op wat reeds mogelijk is – kan ik deze motie nu niet onverkort uitvoeren.
Relevante ontwikkelingen m.b.t. de mogelijkheden voor alternatieve financiers
Na een pilotfase vanaf 2012 staat de BMKB-regeling sinds 2017 permanent open voor alternatieve financiers, inclusief crowdfunding-platforms. Sindsdien zijn diverse alternatieve financiers (waaronder crowdfunding-platforms) geaccrediteerd voor de regeling. Daarnaast zijn subsidies toegekend aan onder meer de Stichting MKB Financiering en de branchevereniging Nederland Crowdfunding, met als doel de alternatieve financieringssector te professionaliseren en de bekendheid en toegankelijkheid van alternatieve financiering te vergroten. Dit heeft o.a. geleid tot een Gedragscode MKB Financiers waarin concrete uitgangspunten zijn geformuleerd op gebied van (maximale) rentetarieven, transparante provisies en verantwoord financieren.
Dit zijn positieve ontwikkelingen.
Mijn ministerie heeft, samen met Stichting MKB Financiering, oriënterende gesprekken gevoerd met de directies van enkele grote crowdfunding-platforms in Nederland. Uit deze gesprekken is gebleken dat de crowdfunding-platforms relatief onbekend zijn met de mogelijkheden en de werking van de BMKB-regeling (en voor grotere leningen de regeling Garantie Ondernemingsfinanciering). Daarnaast blijkt dat crowdfunding-platforms divers zijn in hun bedrijfsmodellen, ondere andere op gebied van risicobeoordeling, het al dan niet vestigen van zekerheden en deelfinanciering door een professionele partij. Daardoor is onduidelijk welke aanpassingen van de BMKB-regeling wenselijk c.q. noodzakelijk zijn om de beschikbaarheid en de werking van de regeling te verbeteren, en welke waarborgen nodig zijn om bovenmatige schade te voorkomen. Daarvoor is diepere consultatie nodig, zowel van de crowdfunding-platforms als van andere alternatieve financiers. Ook zal moeten worden onderzocht wat de budgettaire effecten zijn van eventuele aanpassingen van de regeling.
In mijn Kamerbrief van 28 januari 2020 heb ik aangegeven dat ik samen met RVO.nl onderzoek wil doen naar de mogelijkheden van verdere stimulering van alternatieve (niet-bancaire) financiering van het mkb (Kamerstuk 32 637, nr. 403). Hierbij wil ik goed kijken naar de mogelijkheden binnen de BMKB, maar ook naar andere EZK-financieringsinstrumenten. Ik wil op korte termijn daarover, in samenwerking met Stichting MKB Financiering en branchevereniging Nederland Crowdfunding, verder in gesprek gaan met de crowdfunding-platforms en andere alternatieve financiers. Ik zal de Kamer over de uitkomsten van deze gesprekken nader te informeren in de voortgangsrapportage over het MKB-actieplan in de zomer van 2020.
Mogelijk maken deelverpanding
In reactie op de motie Aartsen-Amhaouch, die mij verzoekt om met een voorstel te komen om deelverpanding mogelijk te maken, heb ik in het VAO van 4 februari 2020 aangegeven dat – juridisch gezien – niets deelverpanding in de weg staat en deelverpanding dus al mogelijk is.
In beginsel hebben partijen contractvrijheid. Niettemin hebben ontwikkelingen in de mkb-financieringsmarkt, die ik hieronder nader toelicht, aanleiding gegeven tot een nog lopend onderzoek naar praktische knelpunten in de huidige situatie, en heb ik in het VAO van 4 februari 2020 verzocht om de motie aan te houden totdat de resultaten van het onderzoek bekend zijn. Daarop heeft het lid Aartsen aangegeven de motie niet aan te willen houden en heb ik de motie moeten ontraden. Aangezien deelverpanding juridisch gezien al mogelijk is, en daarbij een eventueel voorstel ter verbetering van de positie van mkb-ondernemingen in de praktijk geheel afhankelijk is van de uitkomsten van het reeds lopende onderzoek, kan ik deze motie nu niet uitvoeren.
Relevante ontwikkelingen op het gebied van zekerhedenrecht
In het verleden werd de volledige financiering van een mkb-onderneming meestal door één (bancaire) financier ingevuld die dan ook doorgaans zekerheden vestigde op alle activa van de onderneming. Daarnaast werden in kredietovereenkomsten vaak clausules opgenomen die het aangaan van andere financieringsverplichtingen en het verstrekken van zekerheden aan andere financiers verbieden of daarvoor toestemming vereisen van de eerste financier. Doel van dit soort clausules is vooral om overcreditering en daarmee verhoging van het kredietrisico te voorkomen.
Door de opkomst van alternatieve (niet-bancaire) financiers neemt stapelfinanciering toe. Gestapeld financieren houdt in dat de financiering wordt samengesteld uit meerdere financieringsbronnen, inclusief vormen van alternatieve financiering. Meestal vormt gedeeltelijke bancaire financiering daarbij nog wel de basis. Door de Basel-regelgeving worden hogere risicogewogen vermogenseisen gesteld aan de banken. Dit heeft er onder andere voor gezorgd dat leningen aan het mkb zwaarder wegen op de bankbalansen. Gevolg is dat banken nog wel een deel van de financiering op zich willen nemen, maar niet altijd meer alleen het volledige kredietrisico willen lopen. Inmiddels stimuleren bijna alle Nederlandse banken mkb-ondernemers om ook te kijken naar alternatieve financieringsvormen zoals crowdfunding. Dat maakt het financieringsvraagstuk echter wel complexer, omdat iedere financier zijn eigen normen en criteria hanteert op gebied van risicobeoordeling, tarieven en zekerheden.
Mede naar aanleiding van de motie van de leden Wörsdörfer en Sneller3 heb ik overleg geïnitieerd met banken en alternatieve financiers over knelpunten bij zekerheden aan de hand van casuïstiek. Verder laat ik onderzoek uitvoeren naar de actuele praktijk van zekerhedenstelling door bancaire en niet-bancaire financiers bij mkb-financiering in Nederland en enkele andere EU-lidstaten. Het onderzoek richt zich ook op de verbeteringsmogelijkheden van zekerhedendeling. De uitkomsten van dit onderzoek verwacht ik aan het eind van het tweede kwartaal 2020 met de Kamer te kunnen delen.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer