Gevolgen COVID-19 (Coronavirus) op uitzendingen en inzet in het buitenland
Nederlandse deelname aan vredesmissies
Brief regering
Nummer: 2020D10601, datum: 2020-03-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29521-402).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29521 -402 Nederlandse deelname aan vredesmissies.
Onderdeel van zaak 2020Z05114:
- Indiener: A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie
- Medeindiener: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2020-03-18 13:00: Debat over de actuele ontwikkelingen rondom het coronavirus (Plenair debat (debat)), TK
- 2020-03-26 10:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-04-20 13:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2020-06-18 13:30: Personeel (Algemeen overleg), vaste commissie voor Defensie
- 2020-06-24 15:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
29 521 Nederlandse deelname aan vredesmissies
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 402 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN DEFENSIE EN VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 maart 2020
In deze brief gaan wij, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Justitie en Veiligheid, in op de huidige stand van zaken van de gevolgen van COVID-19 voor militaire en civiele uitzendingen in lopende missies en operaties, evenals de inzet van het Ministerie van Defensie in het Caribische deel van het Koninkrijk der Nederlanden.
Militaire uitzendingen en inzet
Voor Nederlandse militairen actief in het buitenland geldt dat er ter plaatse op last van het Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid (CEAG) van het Ministerie van Defensie passende gezondheidsmaatregelen worden genomen. Het CEAG maakt daartoe een operationele vertaling van de adviezen van het RIVM, die weer gebaseerd zijn op de richtlijnen van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO). Daarnaast kan zowel het gastland, de missieleiding of de zogenaamde lead nation aanvullende maatregelen nemen. Indien dat het geval is worden deze door de Nederlandse militairen opgevolgd. Ten slotte bestaat er de mogelijkheid voor de Nederlandse commandant ter plaatse om aanvullende maatregelen te nemen wanneer dit noodzakelijk wordt geacht. Op dit moment ziet het Ministerie van Defensie geen aanleiding om militairen te repatriëren.
Irak
Binnen de anti-ISIS coalitie geeft Nederland in Bagdad met een detachement Special Operations Forces (SOF) trainingen aan Iraakse Special Forces. In Noord-Irak verzorgen Nederlandse trainers vanuit Erbil trainingen aan Koerdische strijdkrachten, als onderdeel van de Capacity Building Mission Iraq (CBMI) en gecoördineerd vanuit het Kurdish Training Coordination Center (KTCC). Voor beide locaties geldt dat er, conform instructie van het CEAG, standaard preventieve hygiënische maatregelen van kracht zijn.
Zoals op 4 maart jl. is gemeld in het openbare Weekoverzicht Defensieoperaties zijn de trainingsactiviteiten van de anti-ISIS coalitie in Irak in de omgeving van Erbil en in Bagdad tijdelijk stilgelegd. Op last van het Iraakse Ministerie van Gezondheid en het Iraakse Ministerie van Defensie vinden er tot en met 21 maart geen trainingsactiviteiten plaats in Bagdad en omstreken. Op last van het Ministry of Peshmerga Affairs vinden er tot en met zeker 14 maart geen trainingsactiviteiten plaats in de Koerdistan Autonome Regio (KAR).
Voor de Nederlandse militairen actief in de NAVO-missie in Irak (NMI) te Bagdad geldt dat er, conform instructie van het CEAG, standaard preventieve hygiënische maatregelen van kracht zijn.
Afghanistan en Golfregio
Voor de Nederlandse bijdrage aan de NAVO-missie Resolute Support (RSM) in Afghanistan geldt dat er in Mazar-e-Sharif op last van de missieleiding preventieve hygiënische maatregelen van kracht zijn. Ook in Kabul zijn deze maatregelen van kracht, conform instructie van het CEAG.
Voor wat betreft de Nederlandse bijdrage ter versterking van de maritieme veiligheid in de Golfregio (EMASOH) geldt dat voor het fregat Zr. Ms. De Ruyter op dit moment geen aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn. Waar het gaat over havenbezoeken worden de instructies van het CEAG ten aanzien van het desbetreffende gastland opgevolgd.
Overige militaire uitzendingen en inzet
Voor de overige militaire uitzendingen en de inzet van het Ministerie van Defensie in het Caraïbisch deel van het Koninkrijk geldt dat er, conform instructie van het CEAG, standaard preventieve hygiënische maatregelen van kracht zijn. Voor de Nederlandse bijdrage aan de United States Security Coordinator missie (USSC) geldt aanvullend dat op last van de Palestijnse autoriteiten er deze week geen trainingen worden verzorgd.
Militaire oefeningen
Ook voor militaire oefeningen worden in het kader van COVID-19 passende maatregelen genomen. Zo is de oefening Frisian Flag vanaf Vliegbasis Leeuwarden geannuleerd (gepland van 23 maart tot 3 april). Ook is de internationale oefening Cold Response in en nabij Noorwegen gestopt en zal op last van de Noorse strijdkrachten geleidelijk worden afgebouwd. De Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk hebben oefening Defender 2020 aangepast. De geplande troepenverplaatsing van een Amerikaanse gevechtsbrigade door Nederland wordt niet voortgezet. Het Ministerie van Defensie blijft de bondgenoten ondersteunen tot zij uit Nederland zijn vertrokken. De genoemde maatregelen kunnen tevens gevolgen hebben voor de gereedstelling van de Krijgsmacht.
Civiele- en politie uitzendingen
Nederland zendt individuele civiele experts en politiefunctionarissen uit naar verschillende civiele en militaire missies. Voor deze uitgezonden civiele experts gelden dezelfde richtlijnen als voor uitgezonden diplomaten. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken baseert deze richtlijnen op de adviezen van het RIVM, die weer gebaseerd zijn op de richtlijnen van de WHO. De momenteel uitgezonden civiele experts zijn hierover geïnformeerd en waar nodig wordt met hen nader contact onderhouden. Ook de richtlijnen die de politiefunctionarissen in de missies hebben ontvangen zijn gebaseerd op de adviezen van het RIVM en de WHO.
Daarnaast kunnen de missieleiding en het gastland aanvullende maatregelen nemen. Alle civiele experts en politiefunctionarissen hebben van de respectievelijke ministeries het advies ontvangen om specifieke maatregelen uitgevaardigd door betreffende missie of gastland op te volgen.
Tot slot verwacht het kabinet dat bovengenoemde maatregelen geruime tijd van kracht kunnen zijn. Het kabinet houdt de situatie in alle gebieden waar Nederlandse militairen, civiele experts en politiefunctionarissen opereren nauwgezet in de gaten. Mocht de situatie veranderen zal het kabinet passende maatregelen nemen.
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok