[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de reactie op het rapport ‘Tussen ambt en markt’ van de Commissie herijking tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders (Kamerstuk 29279-574)

Rechtsstaat en Rechtsorde

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2020D11148, datum: 2020-03-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2020D11148).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2020Z01949:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2020D11148 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister voor Rechtsbescherming over het rapport «Tussen ambt en markt» van de Commissie herijking tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders (Kamerstuk 29 279, nr. 574).

De voorzitter van de commissie,
Van Meenen

De adjunct-griffier van de commissie,
Tielens-Tripels

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie waarderen u reactie op het rapport «Tussen ambt en markt». Zij spreken tevens waardering uit voor het verbieden van prijsafspraken tussen de gerechtsdeurwaarder en opdrachtgever die de onafhankelijke positie van de gerechtsdeurwaarder in gevaar brengen. Deze leden hebben dan ook slechts een enkele vraag. Wanneer verwacht u de overgenomen aanbevelingen van de Commissie herijking tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders (Commissie Oskam) door te kunnen voeren?

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de kabinetsreactie op het rapport «Tussen ambt en markt» van de Commissie Oskam. Zij willen steun uitspreken voor de maatregelen die u neemt ten aanzien van de gerechtsdeurwaarderssector. De zogenaamde kickbackfees zijn een onbedoeld neveneffect van het huidige stelsel. Deze vorm van prijsafspraken zorgen ervoor dat gerechtsdeurwaarders aangezet worden tot het uiterste te gaan en laat de schuldeiser geen of zeer weinig kostenrisico lopen. Deze leden achten dat onwenselijk en zijn daarom ook tevreden met de aangekondigde maatregel op dit vlak. Deze leden hebben nog wel vragen over de kabinetsreactie.

De leden van de D66-fractie zijn verheugd over het voornemen conform de aanbeveling van de Commissie Oskam de wet- en regelgeving dusdanig aan te passen dat kickbackfees verboden worden. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan de motie-Van Weyenberg c.s. (Kamerstuk 24 515, nr. 508). Deze leden lezen dat u zo spoedig mogelijk in verder overleg treedt met de betrokken stakeholders. Zij vragen wanneer dit overleg plaatsvindt en wanneer de noodzakelijke wijzigingen in de wet- en regelgeving gereed zijn? Welk tijdpad hanteert u voor de aanpassing van de wet- en regelgeving en bent u bereid de Kamer over de voortgang daarvan te informeren?

De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief over het rapport «Tussen ambt en markt» van de Commissie herijking tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders. Zij hebben over dit rapport en de kritiek van de toezichthouder op dit rapport al eerder schriftelijke vragen gesteld, maar maken van deze mogelijkheid graag gebruik om aanvullende vragen te stellen over het rapport en de kabinetsreactie daarop. Voornoemde leden zijn verheugd te lezen dat u bereid bent de kickback fees te verbieden. Deze leden vragen nog wel wanneer dit voornemen ook daadwerkelijk in een algemene maatregel van bestuur zal zijn vervat. Kan dit zo snel mogelijk geregeld worden?

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de reactie op het rapport «Tussen ambt en markt» van de Commissie herijking tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders. Genoemde leden hebben oog voor de ingewikkelde situatie waarin mensen met schulden zich bevinden. Het niet onevenredig oplopen van de schulden, is dan ook een belangrijk uitgangspunt bij de inning. Derhalve vragen deze leden wat de geschetste maatregelen nu in de praktijk zullen gaan betekenen voor schuldenaren? Hoe wordt geborgd dat de maximale incassokosten die in rekening mogen worden gebracht, worden gehandhaafd en of het minimumbedrag omlaag kan, conform de uitgangspunten van het regeerakkoord?

De aan het woord zijnde leden constateren dat de kabinetsreactie meer dan zes maanden op zich heeft laten wachten, terwijl de intentie was in het najaar een reactie de Kamer te doen toekomen. Wat is de reden van deze vertraging geweest? Deelt u de noodzaak de geschetste maatregelen voortvarend ter hand te nemen? Kunt u daarom een overzicht geven van de nu voorgestelde maatregelen met een bijbehorend tijdpad? In het bijzonder vragen voorgenoemde leden dit waar het het verbod op de kickback-fee betreft. Op welke termijn wordt in overleg getreden met betrokken stakeholders? Welke uitgangspunten hanteert de regering hierbij en wanneer kan de Kamer een voorstel tegemoetzien?

2. Kostprijs en indexering

De leden van de CDA-fractie constateren dat u in lijn met het advies van de Commissie Oskam aanpassingen zal doen aan de schuldenaarstarieven en het bezien van de indexeringsbepaling in het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders (Btag). U geeft aan dat het verhoogde schuldenaarstarief hoe dan ook een extra drempel is voor de schuldenaar. Is dat voor u een goede reden het tarief dan maar te verhogen? Ook zijn deze leden benieuwd naar de vorderingen op het terrein van de indexeringsbepaling in het Btag.

De leden van de SP-fractie zijn blij met het voornemen tot een herijking van de schuldenaarstarieven te komen. Dit is hoognodig, na een jarenlange kaalslag door te lage indexering. Toch begrijpen voornoemde leden dat deze herijking nog niet heeft plaatsgevonden. Wanneer denkt u de tarieven daadwerkelijk aan te passen? Waarom zegt u niet toe periodiek te tarieven tegen het licht te houden en zo nodig te herzien? Bent u alsnog bereid deze toezegging te doen en bent u bereid opnieuw te kijken of alle door de deurwaarder uitgevoerde werkzaamheden wel allemaal vergoed worden?

De leden van de ChristenUnie-fractie merken op dat wordt gesteld dat de tariefsverhoging voor schuldenaren in nominale zin is te overzien. Terecht wordt daarbij opgemerkt dat voor schuldenaren die al in de schulden zitten of om andere redenen moeite hebben om de rekening te betalen, het verhogen van een schuldenaarstarief een extra drempel betekent. Hoe ziet u de volgordelijkheid van de tariefsverhoging voor zich in relatie tot maatregelen om perverse prijsafspraken te voorkomen?

3. Opleiding en Toekomstperspectief

De leden van de CDA-fractie lezen in het rapport van de Commissie Oskam dat in 2018 het aantal verrichte ambtshandelingen is gedaald met 35% ten opzichte van 2016. Deze leden begrijpen dat een (groot) deel van deze daling het gevolg is van betere omgang met schulden, eerder inzetten van schuldhulpverlening en betalingsregelingen en dat daarmee er veel maatschappelijke kosten worden bespaard, iets dat gerechtsdeurwaarders zelf ook ondersteunen. Deze leden vragen de hoe hiermee wordt omgegaan op de lange termijn voor wat betreft de gerechtsdeurwaarders, naast de aanpassingen die beloofd worden in de tarifering. Houdt u er rekening mee dat een krimpende markt ook tot gevolg zal hebben dat het aantal actieve gerechtsdeurwaarders(kantoren) zal krimpen?

De leden van de SP-fractie vragen of inzicht kan worden gegeven in de aantallen deurwaarders door de jaren heen. Klopt het dat op dit moment veel, ook jonge deurwaarders, het vak verlaten? Klopt het dat de opleiding vrijwel opgedroogd is en dreigt te verdwijnen? Kunt u uiteenzetten hoeveel mensen de opleiding tot gerechtsdeurwaarder volgen en hoe zich dit afzet tegenover de afgelopen 20 jaar?

De aan het woord zijnde leden vragen of u inziet dat er de afgelopen jaren dusdanig veel bezuinigd is, tarieven die niet zijn meegestegen met de kosten die gemaakt moeten worden, op gerechtsdeurwaarders dat kantoren, die zelf ook al jaren bezuinigen op uitgaven niet kunnen voorkomen dat er verliezen gedraaid worden? Waarom zouden mensen volgens u op dit moment nog gerechtsdeurwaarder willen worden? Kunt u verduidelijken wat het gevolg is van een dalend aantal gerechtsdeurwaarders? Wie gaat het werk uitvoeren als het deurwaarderskorps gaandeweg verdwijnt?

4. Kritiek op marktwerking

De leden van de SP-fractie zouden graag eerst kort stil willen staan bij de situatie vóór 2001, toen er nog geen marktwerking was en de contractuele relaties tussen crediteur en debiteur en deurwaarder en crediteur duidelijk waren. De incasso- en proceskosten werden voor rekening en risico van de crediteur gemaakt en op een juridische grond, meestal ten titel van schade, gevorderd van de debiteur. De gerechtsdeurwaarder speelde tussen die partijen een onafhankelijke rol. De gerechtsdeurwaarder declareerde immers zijn kosten bij zijn opdrachtgever (de crediteur), los van de vraag of laatstgenoemde die kosten ook daadwerkelijk van zijn debiteur kon terugvorderen. Het gevolg van 20 jaar marktwerking, zo concluderen de leden van de SP-fractie, is een directe en uiterst ongewenste verschuiving van het kostenrisico van de crediteur naar de gerechtsdeurwaarder. De gerechtsdeurwaarder, als openbaar ambtenaar belast met het uitoefenen van overheidsmacht, heeft daarmee een onmiddellijk eigen belang gekregen bij de uitkomsten van het incassowerk dat hij uitvoert. Acht u dit wenselijk? Hoe zou u het vinden als het loon van een politieagent bepaald zou worden naarmate hij boetes uitdeelt? Dit is toch een uiterst vreemde situatie? Graag een uitgebreide reactie.

Het gevolg van het verschuiven van het kostenrisico is dat schuldeisers, vooral de grote en invloedrijke, dankzij de concurrentie hun financiële risico fors hebben weten terug te dringen. In veel, zo niet de meeste gevallen is voor hen het incassowerk gratis of zelfs lucratief. Acht u dat een wenselijke ontwikkeling? Kunt u stilstaan bij de rol van de overheid als een van de grootste schuldeisers? Is de overheid niet één van de grootste veroorzakers van de problemen bij deurwaarderskantoren door te hoge garantierendementen te vragen? In antwoord op eerdergenoemde schriftelijke vragen gaf u onomwonden aan dat de beslissing om van de gerechtsdeurwaarderssector begin dit millennium een markt te maken, een principiële keuze was en dus niet eentje die gestaafd werd door bewijs dat marktwerking de deurwaarders, de schuldeisers en de schuldenaars ook daadwerkelijk ten goede zou komen. Kan worden verduidelijkt waarom nu toch wordt vastgehouden aan de keuze de gerechtsdeurwaarderssector een markt te laten zijn, terwijl kan worden geconstateerd dat de marktwerking heeft geleid tot diverse perverse prikkels, zoals de zogenaamde kickback fee, maar ook het feit dat het voor de deurwaarder gunstig is om veel kosten te maken die de schuldenaar moet betalen, terwijl die schuldenaar daar niets over te zeggen heeft? Botsen de termen «maatschappelijk verantwoord incasseren» en «marktwerking» niet altijd met elkaar? De leden van de SP-fractie vragen of nieuw onderzoek naar de effecten van marktwerking in de deurwaarderssector niet op zijn plaats is, omdat zelfs de commissie constateerde dat zij op basis van de bestaande onderzoeken niet kan concluderen of marktwerking wel of niet wenselijk is?

De aan het woord zijnde leden hebben onlangs een aanbestedingsdocument ingezien van Coöperatie Parkeer Service U.A., een overheidscoöperatie ten aanzien van de naheffing van parkeerbelastingen. Voor deze aanbesteding gold, zo staat in het document, het gunningscriterium «Economisch Meest Voordelig Inschrijving». De partij die de laagste totale jaarprijs biedt voor de invordering van naheffingsaanslagen krijgt de maximale te behalen aantal punten. Nergens worden punten toegekend voor maatschappelijk verantwoord incasseren. Voorts moet de gegunde partij maar liefst een rendement van 95% behalen, binnen zes maanden. Doet zij dat niet, dan dient de gegunde partij zélf het verschil tussen het behaalde rendement en die 95% te vergoeden. Deze leden horen heel graag hoe een deurwaarder met dit eisenpakket nog maatschappelijk verantwoord zijn werk kan doen. Vindt u het zelf nog te verantwoorden dat een overheidsinstantie zich tot dergelijke eisen verlaagt, rekening houdend met de Rijksincassovisie en brede aanpak van problematische schulden? Zo ja, waarom? Zo nee, wat gaat u doen dit soort praktijken nu een halt toe te roepen en in de toekomst te voorkomen?

5. Toezichthouder

De leden van de SP-fractie hebben inmiddels kunnen vernemen dat de bevindingen van de commissie leidend zijn geweest in de te nemen maatregelen aangaande de gerechtsdeurwaarderssector en dus niet de bevindingen van de onafhankelijke toezichthouder. Dit bevreemdt deze leden. Wat is het nut van een toezichthouder als bijvoorbeeld de kritiek op de marktwerking in de sector niet wordt overgenomen door de Minister?

6. Betalingsregeling overeenkomen

De leden van de SP-fractie vragen of het klopt dat een deurwaarder voor een overeengekomen betalingsregeling nadat een executoriale titel is verkregen géén vergoeding krijgt voor haar bemiddelende rol bij die overeengekomen betalingsregeling? Als dat klopt, waarom is dit dan zo? Van een deurwaarder mag toch verwacht worden dat hij maatschappelijk verantwoord incasseert? Waarom wordt hij dan niet beloond als hij zich inzet tot een verantwoorde betalingsregeling te komen, ook al is dat nadat een executoriale titel is verkregen?

7. Vergoeding voor een beslag op roerende zaken

De leden van de SP-fractie vragen of het klopt dat wanneer een deurwaarder een eerste keer geen beslag kan leggen, de daarmee verband houdende inspanningen niet worden gehonoreerd, en dat zo blijft als de actie niet wordt vervolgd, bijvoorbeeld omdat de deurwaarder constateert dat een beslag niet zinvol is? Klopt het dat de deurwaarder pas bij een volgende succesvolle beslagpoging wordt beloond voor het eerste bezoek? Waarom acht u het rechtvaardig dat er dus een systeem is wat erop neerkomt dat er of een vergeefse en onbetaalde eerste beslagpoging gedaan wordt óf een deurwaarder dubbele werkzaamheden verricht tegen anderhalve vergoeding? Gaat hier geen perverse prikkel van uit, doordat de werkzaamheden alleen vergoed worden bij maximale inspanningen van de kant van de deurwaarder? Bent u bereid dit systeem te herzien? Zo nee, waarom niet?

8. Vergoeding exploten onder toevoeging

De leden van de SP-fractie vragen of het klopt dat in zaken waarin sprake is van een toevoeging en het geïnde bedrag onvoldoende is om daaruit de kosten van de ambtshandeling te betalen, de staat slechts 75% van het BTAG-tarief vergoed? Waarom vergoedt de staat niet 100%? Kan dit uitgebreid worden gemotiveerd?