Parkeren van vliegtuigen op Nederlandse luchthavens
Luchtvaartbeleid
Brief regering
Nummer: 2020D11244, datum: 2020-03-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31936-728).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31936 -728 Luchtvaartbeleid.
Onderdeel van zaak 2020Z05420:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-03-26 10:16: Debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus (Plenair debat (debat)), TK
- 2020-04-01 20:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-04-08 20:31: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-04-21 12:00: Luchtvaart (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-04-23 14:00: Procedurevergadering (per videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
31 936 Luchtvaartbeleid
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 728 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 maart 2020
Als gevolg van de wereldwijde reis- en vliegbeperkingen ter beheersing van het nieuwe coronavirus (COVID-19) is de vraag naar en het aanbod van de luchtvaart sterk afgenomen. De omvang van de dienstverlening op de Nederlandse luchthavens wordt daarom sterk gereduceerd. Daarbij wordt rekening gehouden met de toenemende parkeerbehoefte voor vliegtuigen van Nederlandse luchtvaartmaatschappijen. In totaal worden ongeveer honderdvijftig vliegtuigen van Nederlandse maatschappijen voor onbepaalde tijd aan de grond gehouden.
Het afschalen van de dienstregeling is een complexe operatie. Luchtvaartmaatschappijen maken een planning wanneer een bepaald toestel kan worden geparkeerd. Daarbij worden onder andere de volgende criteria in acht genomen:
• Parkeren vindt bij voorkeur plaats op de luchthaven waar het vliegtuig uit, en op een later moment weer in de dienstregeling wordt genomen. Dit om lege ferryvluchten zoveel mogelijk te vermijden;
• Geparkeerde vliegtuigen dienen gedurende de gehele periode toegankelijk te zijn voor onderhouds- en schoonmaakpersoneel, zodat deze op een later tijdstip zo snel mogelijk weer operationeel inzetbaar zijn;
• De volgorde van parkeren is van belang en de mogelijkheid voor rangeren wordt hierin meegenomen;
• Er wordt onderscheid gemaakt tussen parkeren van widebody vliegtuigen (bijv. Boeing 777/787) en narrowbody (bijv. Boeing 737) en kleiner (bijv. Embraer) in verband met de benodigde parkeerruimte. Overigens haalt KLM haar Boeing 747 passagiersvliegtuigen permanent uit de operatie. Dit betreft een versnelling van de reeds geplande uitfasering van dit toestel.
Er vindt afstemming plaats tussen Royal Schiphol Group en de KLM Groep, om de afschaling van Schiphol en het uit de dienstregeling nemen van vliegtuigen op elkaar af te stemmen. Op dit moment verwacht Schiphol dat alle vliegtuigen van de KLM Groep op Schiphol kunnen worden ondergebracht. Vanwege de hierboven genoemde criteria, wordt tevens bezien of er, en zo ja welke, vliegtuigen geparkeerd kunnen worden op de overige luchthavens. TUI en Corendon zijn zelf in overleg met de Nederlandse luchthavens om bilaterale afspraken te maken met betrekking tot parkeren en vooralsnog verloopt dit voorspoedig. Het aanwenden van parkeerfaciliteiten op militaire vliegbases is in samenwerking met Defensie onderzocht en mogelijk bevonden, maar is op dit moment niet aan de orde.
Internationaal is er mogelijk schaarste aan parkeerplaatsen voor vliegtuigen en er is belangstelling vanuit het buitenland voor parkeerruimte in Nederland. Schiphol heeft mij verzekerd dat er bij het opstellen van het parkeerplan voorrang wordt gegeven aan de luchtvaartmaatschappijen met Schiphol als thuisbasis. Naast de Nederlandse luchtvaartmaatschappijen, gaat het daarbij tevens om enkele vliegtuigen van EasyJet. Het proces rond het parkeren verloopt ordelijk zodat het inzetten van noodwetgeving op dit moment niet nodig is. Het staat de overige luchthavens vrij om de (rest)capaciteit aan derden te verhuren om ook buitenlandse luchtvaartmaatschappijen te kunnen faciliteren bij het oplossen van problemen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga