Verslag Milieuraad 5 maart 2020
Milieuraad
Brief regering
Nummer: 2020D12170, datum: 2020-03-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-08-800).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 08-800 Milieuraad.
Onderdeel van zaak 2020Z05816:
- Indiener: S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen
- Medeindiener: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-04-08 20:31: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-04-14 12:00: Informele Milieuraad 21 - 22 april 2020 (GEANNULEERD) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-04-23 14:00: Procedurevergadering (per videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-06-11 12:00: Milieuraad d.d. 23 juni 2020 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-09-03 14:45: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
21 501-08 Milieuraad
Nr. 800 BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR MILIEU EN WONEN EN VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 maart 2020
Met deze brief informeren wij u over de Milieuraad die op 5 maart 2020 onder Kroatisch voorzitterschap bijeenkwam in Brussel. De ochtendsessies van de Raad stonden in het teken van het klimaat en werd er gesproken over de Green Deal en de indiening van de EU-langetermijnstrategie voor klimaat bij de UNFCCC. In de middag nam de Raad conclusies aan over luchtkwaliteit en werd er van gedachten gewisseld over Europese waterwetgeving, specifiek de Kaderrichtlijn Water, en vergroening van het Europees Semester.
Onder het agendapunt «diversen» werd onder meer gesproken over ETS luchtvaart, het Just Transition Mechanism, de Europese klimaatwet, bijvangst van walvisachtigen en het High Level Syposium on Water wat van 2–6 juni in Lissabon, Portugal plaats zal vinden.
Daarnaast wordt in deze brief een terugkoppeling gegeven van de bijeenkomst van de klimaatkopgroep en marge van de Raad, en de lancering van het Europese Plastic Pact op 6 maart.
De Minister voor Milieu en Wonen,
S. van Veldhoven-van der Meer
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
BIJLAGE
I. Verslag Milieuraad, 5 maart 2020
Green Deal
De gedachtewisseling over de Green Deal richtte zich op de route naar klimaatneutraliteit in 2050 en de benodigde maatregelen voor een circulaire economie. De discussie werd ingeleid door vicevoorzitter Timmermans met een toelichting op de klimaatwet, die de dag voorafgaand aan de Raad (4 maart jl.) werd gepresenteerd1. Commissaris Ferreira (Cohesie) gaf een toelichting op het Just Transition Mechanism en Commissaris Sinkevičius (Milieu en Oceanen) sprak zich uit over het belang van een circulaire economie. Hij verwees hierbij naar het nieuwe actieplan voor circulaire economie, dat inmiddels op 11 maart jl. is uitgebracht2.
Voorafgaand aan de discussie over de Green Deal gaf het Kroatische voorzitterschap het woord aan Greta Thunberg. De klimaatactiviste hield een pleidooi over de tekortkomingen van de klimaatwet en deed een oproep aan de Raad om meer klimaatambitie te tonen.
De meeste lidstaten verwelkomden de klimaatwet, die met de verankering van het 2050-doel duidelijkheid moet creëren voor burgers en bedrijven. Het voorstel van de Commissie om het traject tussen 2030 en 2050 vast te stellen middels gedelegeerde handeling werd door enkele lidstaten bekritiseerd. Vicevoorzitter Timmermans gaf aan dat het hier gaat over het bewaken van de voortang richting klimaatneutraliteit, en niet over het vaststellen van nieuwe doelen.
Een groeiend aantal klimaatambitieuze lidstaten, waaronder Nederland, onderstreepten het belang van een tijdige Impact Assessment en een besluit over de ophoging van het 2030-doel. Voorafgaand aan de Raad hebben een aantal klimaatambitieuze lidstaten per brief dezelfde boodschap aan de Commissie overgebracht. Andere thema’s die veelal aan bod kwamen waren het belang van een sociale en rechtvaardige transitie, waarbij werd verwezen naar het Just Transition Mechanism, en het creëren van draagvlak bij burgers en maatschappij. Tevens werd de noodzaak benadrukt om op mondiaal niveau EU-leiderschap te tonen, en omalle sectoren te betrekken bij de route naar klimaatneutraliteit, zoals industrie, landbouw en transport.
Een brede meerderheid van de lidstaten gaf aan uit te kijken naar het nieuwe actieplan voor circulaire economie, waarbij veelvuldig werd gememoreerd dat verhoogde grondstofefficiëntie ook kan bijdragen aan de Europese ambitie op klimaat, biodiversiteit en de industriestrategie. Diverse ondertekenaars van het Europese Plastic Pact riepen andere lidstaten op om zich hierbij aan te sluiten. Andere thema’s die werden aangehaald zijn de vermindering en hergebruik van afvalstromen, ecodesign, de bewustwording van de consument, het recht op reparatie van producten en de kansen van digitalisering (Artificial Intelligence, big data) voor enerzijds het creëren van innovatieve bedrijfsmodellen en anderzijds de informatievoorziening van een product aan de consument door middel van digitale technologieën.
EU-langetermijnstrategie voor klimaat (UNFCCC-indiening)
De Raad heeft de EU-langetermijnstrategie voor klimaat aangenomen. Hiermee communiceert de EU officieel de ambitie van klimaatneutraliteit in 2050 richting de VN. De strategie zal nu worden ingediend bij het secretariaat van de UNFCCC. Door een tijdige indiening bij de UNFCCC kan dit als inspirerend voorbeeld dienen voor andere partijen in aanloop naar COP26 en kan de EU op mondiaal niveau leiderschap tonen.
Raadsconclusies luchtkwaliteit
De Raad heeft conclusies aangenomen over de luchtkwaliteit. Tijdens de Milieuraad lagen in eerste instantie conceptconclusies voor waar nog niet alle lidstaten (waaronder Nederland) mee in konden instemmen. Er bestond met name nog onenigheid over het ambitieniveau in relatie tot de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en over handhaving van voertuigemissies op de weg. De Raad was het er wel over eens dat er ruimte voor verbetering bestaat in de huidige richtlijnen en dat er winst valt te boeken door het schoneluchtbeleid beter met andere relevante beleidsterreinen te koppelen.
Hoewel blootstelling aan luchtverontreiniging sinds 2008 is gedaald, blijft het de belangrijkste milieugerelateerde oorzaak van gezondsheidsproblemen in de EU en veroorzaakt het meer dan 400.000 vroegtijdige sterfgevallen per jaar. De Nederlandse inzet met betrekking tot verbetering van de luchtkwaliteit richtte zich primair op het vergroten van de aandacht voor gezondheidswinst door vermindering van luchtverontreiniging. Nederland en Oostenrijk riepen gezamenlijk andere lidstaten op om door middel van de Raadsconclusies bij de Commissie aan te dringen om de WHO-advieswaarden op EU-niveau na te streven. Daarvoor deden zij gezamenlijk een tekstvoorstel. Het voorzitterschap besloot een compromisvoorstel voor te leggen en daarmee konden alle lidstaten instemmen met de herziene en ambitieuzere Raadsconclusies.
Europese waterwetgeving
Tijdens de Raad werden lidstaten gevraagd hun visie te geven op de opvolging van de uitkomsten van de fitness check van de EU-waterwetgeving en in het bijzonder de Kaderrichtlijn Water (KRW)3, evenals de evaluatie van de Richtlijn Stedelijk Afvalwater4.
De Commissie concludeerde in december 2019 dat de bestaande wetgeving grotendeels «fit for purpose» is, maar op onderdelen wel aan modernisering toe is. Vrijwel alle lidstaten onderschreven deze conclusie. Er is een breed gedeelde wens om de vervuiling door nieuwe chemische stoffen als medicijnresten en microplastics beter aan te pakken. Verwijzend naar het in 2021 te verschijnen Zero Pollution Ambition actieplan voor lucht, water en bodem, deed de Commissie een oproep aan lidstaten suggesties te doen om hier uitvoering aan te geven. De Commissie wijst op de noodzaak om wetgeving, en dan in het bijzonder de Richtlijn Stedelijk Afvalwater, beter aan te laten sluiten bij nieuwe ontwikkelingen, zoals de transitie naar een circulaire economie.
Er werd herhaaldelijk gepleit voor meer aandacht voor klimatologische veranderingen die waterbeheer binnen de Unie steeds uitdagender zal gaan maken. Communicatie is een aandachtspunt en diverse lidstaten wijzen er op dat de «one-out-all-out»-methode van de KRW hierin tekort schiet. Meerdere lidstaten waren van mening dat een aantal kleine aanpassingen binnen de huidige wetgeving nodig zouden zijn om deze nieuwe uitdagingen het hoofd te kunnen bieden, evenals ruimte te creëren voor nieuwe monitoringstechnieken en het verlagen van de administratieve kosten en lasten.
De discussie gaf opnieuw blijk van verschillende voorkeuren onder lidstaten ten aanzien van de vraag of het aanpakken van deze aspecten ook zou moeten betekenen dat de wetgeving moet worden aangepast, of dat kan worden volstaan met het verbeteren van de implementatie en aanpalende maatregelen. Veel Lidstaten benadrukten het belang van een betere coherentie met wetgeving op relevante, aanpalende terreinen. Hierbij werd in het bijzonder gewezen op de landbouwsector en het gemeenschappelijk landbouwbeleid. De Commissie benadrukte het belang van het verbeteren van de uitvoering van wetgeving, zowel op gebied van water als andere relevante wetgeving en het beschikbaar stellen van voldoende (financiële) middelen hiervoor.
Vergroening Europees Semester
Lidstaten gaven aan de vergroening van het Europees Semester te steunen. De Europese economie zal een noodzakelijke transitie moeten ondergaan tot een klimaatneutrale, circulaire en schone economie. Daarnaast is er een mogelijk toenemende relevantie van klimaat- en milieurisico’s voor de macro-economische en budgettaire stabiliteit van de lidstaten en de EU als geheel. Daarbij werd het belang van sociale en duurzame stabiliteit voor economische stabiliteit benadrukt. Tevens werd benadrukt dat de focus van het Semester op macro-economisch beleid behouden moet blijven. Aandacht werd gevraagd voor het voorkomen van dubbele monitoring op de SDG’s en voor de administratieve lasten die hier uit zouden kunnen voortkomen.
ETS Luchtvaart
De door Polen ingediende oproep aan de Commissie om zo snel mogelijk met een voorstel te komen om de gratis emissierechten voor de luchtvaart uit te faseren, werd verwelkomd door diverse lidstaten, waarbij enkele lidstaten de Commissie opriepen om ook te kijken naar andere maatregelen, waaronder het stimuleren van duurzame luchtvaartbrandstoffen. Daarnaast pleitte Nederland voor ruimte en ondersteuning van radicale/disruptieve initiatieven zoals hybride of elektrisch vliegen. Enkele lidstaten uitten ook enige zorg gezien het belang van de luchtvaart voor de bereikbaarheid van afgelegen gebieden. De Commissie verwelkomde het initiatief en gaf aan dit mee te nemen bij de herziening van het emissiehandelssyteem ETS, waarbij naar alle opties gekeken zal worden.
Bijvangst walvisachtigen
Eurocommissaris Sinkevičius heeft een open brief gestuurd aan alle visserij- en milieuministers over zijn zorgen over bijvangsten van walvisachtigen en andere beschermde soorten. Specifiek noemt hij de alarmerende aantallen gestrande, vermoedelijk bij-gevangen, gewone dolfijnen in de Golf van Biskaje en de Keltische Zee en de bijvangst van kritisch bedreigde bruinvissen in de Baltische Zee.
High Level Symposium on Water 2–6 juni 2020
In Portugal vindt van 2–6 juni de VN-conferentie over SDG 14 plaats (life below water, bescherming en duurzaam gebruik van de oceaan). Portugal gaf een toelichting over de invulling van het programma en deed een oproep tot deelname. Nederland ondersteunt de voorgestelde verbinding tussen SDG6 en SDG14 als invalshoek voor de conferentie.
Kopgroepbijeenkomst klimaatministers
En marge van de Milieuraad werd een kopgroepbijeenkomst georganiseerd die door Nederland werd voorgezeten. Hier werden de verschillende opties en gelegenheden besproken om zo snel mogelijk de discussie over het ophogen van het 2030-doel te voeren met het oog op de COP26 in november 2020. Ook werden de aanwezigen opgeroepen om in dialoog te gaan met lidstaten die ophoging van het 2030-doel (nog) niet kunnen steunen maar wel een belangrijke rol spelen om de discussie verder te brengen. Daarnaast werd een oproep gedaan om andere klimaatambitieuze lidstaten te benaderen voor mogelijke uitbreiding van de kopgroep.
II. Europese Plastic Pact
Op 6 maart is het Europese Plastic Pact, in aanwezigheid van een groot aantal ministers van Europese landen, CEO’s en vicevoorzitter van de Europese Commissie, Frans Timmermans, in Brussel gelanceerd. Veel van de aanwezige ondertekenaars plus de Commissie en de Europese InvesteringsBank benadrukten bij de lancering het belang van dit initiatief, naast wetgeving, om op dit moment de overgang naar een circulaire plasticeconomie te versnellen.
De lijst met ondertekenaars blijft groeien. Op 11 maart 2020 waren er 106 handtekeningen uit 19 landen in Europa (waaronder Noorwegen, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk) en de Verenigde Staten. Er hebben 17 overheden uit 14 landen getekend: België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Letland, Litouwen, Nederland, Portugal, Slovenië, Spanje en Zweden. De Noorse en Luxemburgse overheden hebben aangegeven snel te willen ondertekenen. Verder hebben zich 65 bedrijven (zowel grote multinationals als kleinere gespecialiseerde bedrijven), 3 ngo’s en 21 andere organisaties aangesloten, waaronder bedrijfskoepels en kennisinstellingen. De website van het Pact5 zal regelmatig geactualiseerd worden met de laatste stand van zaken van ondertekenaars.
Aansluitend aan de conferentie kwamen de ondertekenaars op expertniveau bijeen om te spreken over onderwerpen als monitoring en rapportage, circulair ontwerpen en toepassingen van plastic in relatie tot voedsel. De overtuiging bestaat dat met de huidige groep ondertekenaars ruim voldoende expertise en bereidheid beschikbaar is om de doelen te realiseren waaraan de ondertekenaars zich hebben verbonden, op weg naar een circulaire plasticeconomie.