Uitstel beantwoording vragen van het lid Tielen over een uitspraak van de hoogste Franse rechter over platformorganisatie Uber
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2020D12387, datum: 2020-04-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-2359).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van zaak 2020Z04468:
- Gericht aan: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Indiener: J.Z.C.M. Tielen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2359
Vragen van het lid Tielen (VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over een uitspraak van de hoogste Franse rechter over platformorganisatie Uber (ingezonden 6 maart 2020).
Mededeling van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 1 april 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Hoogste rechtscollege Frankrijk ziet chauffeurs van digitale taxidienst Uber als werknemers»?1
Vraag 2
Wat is in uw ogen de kern van het arrest op basis waarvan de Franse rechter afweegt dat sprake is van een gezagsrelatie en de chauffeurs ondergeschikt zijn aan Uber?
Vraag 3
Wat is in uw ogen de verhouding tussen enerzijds het Franse arrest en het eerdere arrest van het Hof van Jusititie van de Europese Unie (HvJ-EU) over Uber2 en een andere uitspraak van het HvJ-EU waarbij het platform AirBNB als informatiedienstverlener werd gekwalificeerd?3
Vraag 4
In hoeverre is de uitspraak van de Franse rechter gestoeld op uitsluitend Franse wetgeving en/of is hierbij ook de rechtspraktijk in andere (Europese) landen betrokken?
Vraag 5
In hoeverre is de werkwijze van Uber onder Frans recht – waar de hoogste Franse rechter een uitspraak over gedaan heeft – vergelijkbaar met de situatie onder Nederlands recht? Kunt u hierbij aangeven welke relevante verschillen hiertussen zitten? Wat voor gevolgen kan deze uitspraak in Frankrijk hebben voor de Nederlandse Uber-chauffeurs?
Vraag 6
Op welke wijze wordt jurisprudentie van nationale rechters en van het HvJ-EU meegenomen in gesprekken over Europese initiatieven op het gebied van platformwerk die in voorbereiding zijn?
Vraag 7
Heeft u gesprekken met platformorganisaties over de wijze waarop zij in Nederland ruimte bieden aan onder andere chauffeurs om echt als zelfstandige te kunnen werken? Zo ja, wat is de uitkomst van die besprekingen? Zo nee, wat bent u wel van plan te doen voor meer duidelijkheid over de vrijheden en rechten van zelfstandige chauffeurs?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van het lid Tielen (VVD) over een uitspraak van de hoogste Franse rechter over platformorganisatie Uber niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is, omdat er nog verdere interdepartementale afstemming nodig is.
Het Financieele Dagblad, 4 maart 2020 «Hoogste rechtscollege Frankrijk ziet chauffeurs van digitale taxidienst Uber als werknemers» (https://fd.nl/ondernemen/1336941/hoogste-rechtscollege-frankrijk-ziet-chauffeurs-van-digitale-taxidienst-uber-als-werknemers)↩︎
AD, 20 december 2017 «Europees Hof: Uber is gewoon een taxibedrijf» (https://www.ad.nl/economie/europees-hof-uber-is-gewoon-een-taxibedrijf-br~a0fb8643/)↩︎
NRC Handelsblad, 19 december 2017 «Europees Hof: Airbnb is geen verhuurbedrijf, maar een informatiedienst» (https://www.nrc.nl/nieuws/2019/12/19/europees-hof-airbnb-is-geen-verhuurbedrijf-maar-een-informatiedienst-a3984398)↩︎