Uitstel beantwoording vragen van de leden Ronnes en Omtzigt over tienduizenden appartementeigenaren die een te hoge WOZ-beschikking ontvangen
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2020D12412, datum: 2020-04-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-2301).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
Onderdeel van zaak 2020Z03669:
- Gericht aan: S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen
- Gericht aan: J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
- Indiener: H.A.G. Ronnes, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2301
Vragen van de leden Ronnes en Omtzigt (beiden CDA) aan de Minister voor Milieu en Wonen en de Staatssecretaris van Financiën over tienduizenden appartementeigenaren die een te hoge WOZ-beschikking ontvangen (ingezonden 21 februari 2020).
Mededeling van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst) (ontvangen 13 maart 2020)
Vraag 1
Kent u de uitzending van Kassa «Tienduizenden appartementeigenaren ontvangen te hoge WOZ-beschikking» en het bericht «Te hoge belasting omdat gemeente VvE-reserve meerekent in WOZ-bepaling»1 2?
Vraag 2
Is u bekend hoeveel gemeenten het aandeel in de VvE-reserve meenemen in de waardebepaling van een woning?
Vraag 3
Deelt u de conclusie dat het handelen van die gemeenten in strijd is met de uitspraak van Rechtbank Den Haag3 en de eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad uit 19934?
Vraag 4
Deelt u de mening dat het nooit juist kan zijn dat het aandeel in de VvE-reserve zowel deel uitmaakt van de WOZ-waarde, en dus belast wordt in box 1, als belast wordt in box 3, omdat in de Inkomstenbelasting inkomsten nooit in meerdere boxen kunnen vallen?
Vraag 5
Klopt het dat gemeenten van het kadaster de verkoopcijfers krijgen aangeleverd op basis waarvan ze de WOZ-beschikking vaststellen en dat daarbij niet is weergegeven wat het VvE-aandeel in de koopsom is?
Vraag 6
Klopt het dat gemeenten daarom op basis van de genoemde jurisprudentie de gegevens van het VvE-aandeel in de koopsom expliciet moeten opvragen?
Vraag 7
Wilt u gemeenten wijzen op de uitspraak van Rechtbank Den Haag zodat de WOZ-beschikkingen correct worden vastgesteld en voorkomen wordt dat de VvE-reserve in meerdere boxen belast wordt en dat eigenaren individueel jaarlijks bezwaar moeten maken tegen de WOZ-beschikking?
Vraag 8
Wilt u bij de herziening van het box-3-stelsel ingaan op de vraag of het voor mensen met een VvE-reserve, de uitvoering van de WOZ door gemeenten en uitvoeringspraktijk van box 3 door de Belastingdienst gunstiger is als de VvE-reserve in box 3 blijft vallen of als deze reserve wettelijk aan de woning wordt toegerekend en dus in box 1 valt in geval van een eigen woning?
Mededeling
De vragen van de leden Lodders en Koerhuis (beiden VVD) over het bericht «Te hoge belasting omdat gemeente VvE-reserve meerekent in WOZ bepaling» (2020Z03230, ingezonden 18 februari 2020) en van de leden Ronnes en Omtzigt (beiden CDA) over tienduizenden appartementseigenaren die een te hoge WOZ-beschikking ontvangen (2020Z03669, ingezonden 21 februari 2020) kunnen helaas niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord, aangezien er nadere (interdepartementale) afstemming nodig is. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op deze Kamervragen doen toekomen.
Algemeen Dagblad, 15 februari 2020, «Te hoge belasting omdat gemeente VvE-reserve meerekent in WOZ-bepaling» (https://www.ad.nl/wonen/te-hoge-belasting-omdat-gemeente-vve-reserve-meerekent-in-woz-bepaling~a792157c/)↩︎
Uitspraak van Rechtbank Den Haag van 28 maart 2019, nr. AWB-18_6384, V-N 2019/2058↩︎
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBDHA:2019:6136.↩︎
Arrest van de Hoge Raad van 8 september 1993, nr. 29 300, LJN ZC5446, BNB 1993/325.↩︎