[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitvoering van de gewijzigde motie van het lid Alkaya over sancties indien Vietnam bepaalde conventies niet ratificeert (Kamerstuk 21501-02-2130)

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Brief regering

Nummer: 2020D12963, datum: 2020-04-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2142).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2142 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .

Onderdeel van zaak 2020Z06174:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2142 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 april 2020

Op maandag 30 maart 2020 heeft de Raad door middel van een schriftelijke procedure ingestemd met de sluiting van het handelsakkoord tussen de EU en Vietnam. Nederland heeft zich aangesloten bij de stemverklaring1 van België en Spanje waarin het belang onderstreept wordt van de ratificatie en implementatie van de twee resterende fundamentele ILO conventies (nummer 87 en nummer 105). Daarnaast heeft Nederland een tweede stemverklaring2 afgegeven. Indien Vietnam onvoldoende actie onderneemt om de twee resterende fundamentele ILO conventies volgens het aangegeven tijdpad te ratificeren en implementeren, roept Nederland de Commissie in deze tweede stemverklaring op om alle opties te onderzoeken die nodig zijn om dit te adresseren, inclusief geschillenbeslechting.

Het handelsverdrag voorziet niet in de mogelijkheid tot sancties of opschorting van het verdrag indien Vietnam de conventies over dwangarbeid en de vrijheid van vereniging niet ratificeert vóór respectievelijk 2020 en 2023. Dit in acht nemende heb ik uitvoering gegeven aan de gewijzigde motie ingediend door het lid Alkaya (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2130 ter vervanging van die gedrukt onder Kamerstuk 21 501-02, nr. 2125).

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag


  1. https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-6449–2020-ADD-1-REV-2/en/pdf↩︎

  2. https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-6449–2020-ADD-2/en/pdf↩︎