[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Videoconferentie cultuurministers van de EU inzake COVID-19 op 8 april 2020

Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport

Brief regering

Nummer: 2020D13193, datum: 2020-04-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-34-326).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 34-326 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport .

Onderdeel van zaak 2020Z06258:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 326 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 april 2020

Het Kroatisch voorzitterschap heeft besloten om een videoconferentie te organiseren met de cultuurministers van de EU. Deze videoconferentie vindt plaats op woensdag 8 april aanstaande. Het voorzitterschap stelt voor van gedachten te wisselen over de grote impact die de COVID-19 uitbraak heeft op de culturele, creatieve en mediasector (hierna: brede culturele sector) en mogelijke mitigerende maatregelen om de impact te beperken. Er zal een besloten informele discussie plaatsvinden met de cultuurministers van de EU-lidstaten en de Europese Commissie.

In een discussiedocument licht het voorzitterschap toe dat door de COVID-19 pandemie culturele instellingen en zalen gesloten zijn waardoor de meeste culturele evenementen zijn afgelast. Vooral het MKB, zzp’ers en flexwerkers waarvan er veel in de culturele sector werkzaam zijn, merken de gevolgen. Deze mensen bevinden zich nu in een kwetsbare positie. Ook de media industrie lijdt onder de maatregelen vanwege teruglopende advertentie-inkomsten, terwijl er juist in deze tijd behoefte is aan duidelijke informatievoorziening door professionele media en journalisten.

Eerder kondigde de Europese Commissie al een steunpakket aan met diverse financiële maatregelen, waaronder versoepeling van de staatssteunmogelijkheden. Volgens het voorzitterschap zijn echter snel gerichte maatregelen nodig om freelancers en ondernemers in de brede culturele sector te ondersteunen. Op langere termijn zou het goed zijn te kijken naar duurzame oplossingen om de veerkracht van de culturele en creatieve sector te verbeteren, met name op het gebied van werkgelegenheid, financiering en digitalisering. Een aspect dat het voorzitterschap aanhaalt is een mogelijke crisisrespons binnen het Creative Europe programma. Overigens zijn lidstaten gevraagd informatie over de situatie in de diverse sectoren en voorstellen voor gewenste nationale crisismaatregelen te delen.

Ministers worden uitgenodigd te interveniëren op de volgende punten:

– Hoe zou de informatie die in kaart is gebracht van nationale maatregelen het best gebruikt kunnen worden ten behoeve van de culturele en creatieve sector?

– Welk type maatregelen (zowel op nationaal als op EU-niveau) zouden duurzaam kunnen bijdragen aan de veerkracht van de culturele en creatieve sector op korte en lange termijn?

Nederland is het eens met de geschetste situatie door het voorzitterschap. Ook in Nederland zien we dat de brede culturele sector hard geraakt wordt. Hierover stuurde ik op 27 maart jl. een brief aan de Tweede Kamer. Ik zal mijn Europese collega’s informeren over de generieke maatregelen die ook gelden voor de brede culturele sector, zoals werktijdverkorting voor werknemers en werkgevers, extra ondersteuning van zzp’ers, belastingmaatregelen en andere maatregelen gericht op ondernemers. Ook zal ik kort ingaan op specifieke coulance maatregelen, zoals het verschuiven van deadlines, of het niet afrekenen op prestaties die nu niet geleverd kunnen worden, terwijl wel subsidie is verleend.

Ik ben blij dat de Europese Commissie voor het Creative Europe programma vergelijkbare maatregelen heeft genomen. Wel zal ik erop aandringen dat deze duidelijk en toereikend moeten zijn en dat het programmacomité hierbij betrokken dient te worden.

Ook zal ik aandacht vragen voor duurzame maatregelen in de EU voor de brede culturele sector. Deze zouden volgens mij zoveel mogelijk kunnen aansluiten op generiek beleid.

Tenslotte zal ik nogmaals mijn waardering en respect uitspreken voor het culturele en creatieve veld dat zelfs in zware tijden veerkracht laat zien.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven