Antwoord op vragen van het lid Becker over oorlogsmisdadigers in de gemeentelijke bed-, bad-, brood voorziening
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2020D13499, datum: 2020-04-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-2398).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ()
Onderdeel van zaak 2019Z25842:
- Gericht aan: A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Indiener: B. Becker, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (đ origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2398
Vragen van het lid Becker (VVD) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over oorlogsmisdadigers in de gemeentelijke bed-, bad-, brood voorziening (ingezonden 19Â december 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 8Â april 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019â2020, nr. 1300.
Vraag 1
Kent u het bericht oorlogsmisdadigers tussen migranten in de opvang? 1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3
Kunt u cijfers verstrekken van het aantal oorlogsmisdadigers dat de afgelopen jaren op enig moment is opgevangen in gemeentelijke bed-, bad- en broodvoorzieningen uitgesplitst naar gemeente?
Kunt u bevestigen dat bij personen met de 1F-status die dus niet voor verblijf in aanmerking komen, wordt gewerkt aan uitzetting en dat aan degenen bij wie dat niet lukt in geen geval gemeentelijke opvang verleend wordt?
Antwoord 2, 3
Ik kan bevestigen dat ingezet wordt op gedwongen vertrek indien vreemdelingen met een 1F-status niet zelfstandig vertrekken. Wanneer een vreemdeling niet kan terugkeren naar het land van herkomst vanwege een artikel 3 EVRM beletsel, is uitzetting naar het land van herkomst echter niet mogelijk. Zoals u weet, werkt dit kabinet met gemeenten samen in het kader van het programma Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen (hierna: LVV). Met de deelnemende pilotgemeenten heb ik afgesproken dat bepaalde categorieĂ«n vreemdelingen in principe zijn uitgezonderd van toelating tot de pilot-LVVÂŽs. Daartoe behoren onder meer vreemdelingen met een 1F-status, omdat zij nagenoeg altijd een zwaar inreisverbod of een ongewenstverklaring krijgen opgelegd. De gemeentelijke bed, bad en broodvoorzieningen (hierna: BBBÂŽs) betreffen echter buitenwettelijk begunstigend beleid dat gemeenten onder eigen verantwoordelijkheid uitvoeren. Dit betekent concreet dat gemeenten zelf besluiten wie wordt toegelaten tot de BBBâs en dat cijfers derhalve door hen dienen te worden verstrekt.
Vraag 4
Welke afspraken heeft u gemaakt met de gemeenten die thans nog een bed-, bad,- broodvoorziening hebben maar die in het kader van de pilot met de landelijke vreemdelingen voorziening zal moeten worden afgebouwd? Wanneer moeten zij afgebouwd zijn en hoe werken gemeenten daar momenteel aan?
Antwoord 4
De BBBâs in de pilotgemeenten zijn zoveel als mogelijk als basis benut voor de pilot-LVVâs. De afgelopen periode is gewerkt aan de transitie van BBB naar LVV, die nog niet overal is afgerond. Met de gemeenten die niet deelnemen aan de pilotfase ben ik in gesprek over de nog te ontwikkelen regionale functie van de LVVâs en hoe deze zich verhoudt tot het afbouwen van hun BBBâs. Mijn voorganger sprak met de VNG af dat zij dit doen na het sluiten van een definitief akkoord of zoveel eerder als mogelijk.
Vraag 5
Bent u bereid de bed-, bad-, broodvoorziening(en) waar sprake is geweest of zelfs nog steeds is van de opvang van oorlogsmisdadigers als eerste te laten sluiten?
Antwoord 5
Ik verwijs naar de antwoorden onder vragen 2 en 4. Ter aanvulling daarop laat ik u weten dat ik heb begrepen dat de BBB in Den Haag per 31Â december 2019 is gesloten en dat de BBB in Leiden per 1Â juli 2020 zal sluiten.
Vraag 6
Bent u bereid de gemeente Leiden een aanwijzing te geven om per direct de opvang van een oorlogsmisdadiger te beëindigen en de IND en Dienst Terugkeer en Vertrek in stelling te brengen om deze persoon te verwijderen uit Nederland?
Antwoord 6
Er bestaat geen vreemdelingenrechtelijke bevoegdheid tot het geven van een aanwijzing van bovengenoemde strekking. In geval van toepassing van artikel 1F informeert de IND altijd het Openbaar Ministerie zodat bezien kan worden in hoeverre strafrechtelijke vervolging mogelijk is. Voor het overige verwijs ik naar het antwoord onder vragen 2 en 3, waarin is aangegeven dat ingezet wordt op gedwongen vertrek indien vreemdelingen met een 1F-status niet zelfstandig vertrekken. Ter aanvulling daarop laat ik weten dat de DT&V naar alternatieve vertrekmogelijkheden kijkt wanneer vreemdelingen met een 1F-status niet kunnen worden uitgezet naar het land van herkomst. Aan de hand van dossierstudie wordt nagegaan of er aanknopingspunten zijn voor andere landen, bijvoorbeeld een land van eerder verblijf, waarnaar de vreemdeling kan terugkeren.
Telegraaf, 13Â december 2019, https://www.telegraaf.nl/nieuws/262152677/oorlogsmisdadigers-tussenmigranten-in-de-opvangâ©ïž