Nota naar aanleiding van het verslag
Wijziging van de Kadasterwet in verband met de elektronische ondertekening van volledig geautomatiseerd aangemaakte en ondertekende berichten
Nota n.a.v. het (nader/tweede nader/enz.) verslag
Nummer: 2020D13913, datum: 2020-04-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35395-6).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35395 -6 Wijziging van de Kadasterwet in verband met de elektronische ondertekening van volledig geautomatiseerd aangemaakte en ondertekende berichten.
Onderdeel van zaak 2020Z03008:
- Indiener: S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Onderdeel van zaak 2020Z06533:
- Indiener: S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-02-18 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-03-05 11:30: Procedurevergadering vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-03-26 14:00: Wijziging van de Kadasterwet in verband met de elektronische ondertekening van volledig geautomatiseerd aangemaakte en ondertekende berichten (TK 35395) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-04-06 11:00: Procedurevergadering vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-05-14 11:30: Procedurevergadering vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (per videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-05-19 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-05-28 11:00: Hamerstuk: Wijziging van de Kadasterwet in verband met de elektronische ondertekening van volledig geautomatiseerd aangemaakte en ondertekende berichten (35395) (Hamerstukken), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 395 Wijziging van de Kadasterwet in verband met de elektronische ondertekening van volledig geautomatiseerd aangemaakte en ondertekende berichten
Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Ontvangen 15 april 2020
Met belangstelling heb ik kennisgenomen van het verslag dat de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken over het onderhavige wetsvoorstel heeft uitgebracht. Ik dank de leden van de fractie van het CDA voor de door hen gestelde vragen. In deze nota naar aanleiding van het verslag beantwoord ik die vragen.
De leden van de CDA-fractie vragen of de totale kosten die bij de notarissen terecht komen in beeld zijn. Graag vernemen zij wat die extra kosten zijn en wat de notarissen aan extra uitgaven in het vooruitzicht hebben.
Er slaan in verband met deze wetswijziging geen kosten neer bij de notarissen. De notarissen moesten enkel een nieuw certificaat van de certificaatdienstverlener installeren om de berichten van het Kadaster te kunnen blijven ontvangen. Dat certificaat is gratis ter beschikking gesteld en het installeren is in september 2019 probleemloos verlopen.
Deze leden vragen voorts waarom de Autoriteit Persoonsgegevens niet geconsulteerd is.
Met het voorliggende wetsvoorstel wordt wettelijk mogelijk gemaakt dat het Kadaster automatisch gegenereerde en verzonden berichten kan ondertekenen met een elektronisch zegel als bedoeld in de eIDAS-verordening.1 De handtekening dient ter authenticatie van de berichtgeving van het Kadaster. Er is hierbij geen sprake van het verwerken van persoonsgegevens. De Autoriteit Persoonsgegevens is daarom niet geconsulteerd.
De Minister voor Milieu en Wonen,
S. Van Veldhoven-van der Meer
Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van richtlijn 1999/93/EG (PbEU 2014, L 257).↩︎