[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Amendement van het lid Nijboer over tijdelijke maximering van huurprijsstijgingen van sociale huur

Tijdelijke regels omtrent het kunnen verlengen van huurovereenkomsten voor bepaalde tijd (Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten)

Amendement

Nummer: 2020D13994, datum: 2020-04-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35431-11).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35431 -11 Tijdelijke regels omtrent het kunnen verlengen van huurovereenkomsten voor bepaalde tijd (Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten) .

Onderdeel van zaak 2020Z06568:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

35 431 Tijdelijke regels omtrent het kunnen verlengen van huurovereenkomsten voor bepaalde tijd (Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten)

Nr. 11 AMENDEMENT VAN HET LID NIJBOER

Ontvangen 10 april 2020

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In het opschrift wordt na «bepaalde tijd» ingevoegd «en het maximeren van de huurprijsstijging» en wordt na «tijdelijke huurovereenkomsten» ingevoegd «en maximering huurprijsstijging».

II

Voor de puntkomma aan het slot van de beweegreden wordt ingevoegd «alsmede om de huurprijsstijging te maximeren».

III

In artikel 1 wordt «Deze wet is van toepassing» vervangen door «De artikelen 2 tot en met 8 zijn van toepassing».

IV

Na artikel 8 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8a

In afwijking van artikel 248, tweede lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek is een beding als bedoeld in het eerste lid van dat artikel dat leidt tot een verhoging van de huurprijs, op een datum gelegen tussen de datum van inwerkingtreding van deze wet en het vervallen daarvan, met een percentage dat hoger is dan het inflatiepercentage, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, nietig voor zover dat beding leidt tot een hogere verhoging dan dat inflatiepercentage en geldt de huurprijs als verhoogd met dat inflatiepercentage.

V

In artikel 9, tweede lid, wordt voor de punt aan het slot ingevoegd «, met uitzondering van artikel 8a dat vervalt met ingang van 30 juni 2020».

VI

In artikel 10 wordt voor de punt aan het slot ingevoegd «en maximering huurprijsstijging».

Toelichting

De huur van woningen met gereguleerde contracten mag in 2020 met maximaal 5,1 procent tot 6,6 procent worden verhoogd. Indiener is van mening dat deze sterke mate van huurverhoging niet past bij een situatie waarin mensen hun baan en inkomen dreigen te verliezen, de economische groei negatief is, en de koopkracht verslechterd. De maximaal toegestane huurverhoging is vastgesteld op basis van gunstigere verwachtingen over de ontwikkeling van de koopkracht. Indiener stelt daarom voor om de huren van woningen met gereguleerde contracten maximaal met de inflatie te verhogen. Dit amendement maximeert daarom de maximale toegestane individuele huurverhoging voor het jaar 2020 op de inflatie. Daarmee bieden we huurders meer zekerheid dat ze de huur kunnen blijven betalen.

In het licht van de grote opgave waarvoor woningcorporaties zich gesteld zien om voldoende betaalbare woningen te bouwen en woningen te verduurzamen, beoogt de indiener dat de regering maatregelen treft om te waarborgen dat de financiële positie van woningcorporaties niet verslechtert als gevolg.


Nijboer