Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2019-2020

35 430 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2020 (Tweede incidentele suppletoire begroting inzake noodpakket banen en economie)

Nr. 6 AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN KENT EN JASPER VAN DIJK

Ontvangen 12 april 2020

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 3 Arbeidsongeschiktheid worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 55.000 (x € 1.000).

II

In artikel 5 Werkloosheid worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met 235.000 (x € 1.000).

III

In artikel 6 Ziekte en zwangerschap worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met 145.000 (x € 1.000).

Toelichting

Met dit amendement wordt voor mensen met een WW-uitkering, een Ziektewetuitkering of een arbeidsongeschiktheidsuitkering geregeld dat de uitkeringsperiode met 3 maanden verlengd wordt. Daartoe wordt opgedragen 3 nieuwe tijdelijke regelingen op te stellen die voorzien in het 3 maanden langer toekennen van WW, ZW en WIA aan de doelgroep. De budgettaire middelen voor deze tijdelijke regelingen worden gedekt uit de met dit amendement toegekende extra middelen op de artikelen 3, 5 en 6. Deze groepen uitkeringsgerechtigden hebben veel moeite met het vinden van een baan vanwege de coronacrisis. De indieners zijn van mening dat zij evenals het bedrijfsleven ondersteuning verdienen. Mensen met een WW-uitkering hebben problemen met het vinden van een baan omdat veel sollicitatiegesprekken worden afgezegd in verband met corona of omdat banen (tijdelijk) zijn verdwenen. Ook mensen die in de ziektewet zitten en na afloop van de ziektewetperiode mogelijk als 35-minner in de bijstand komen of helemaal zonder inkomen geraken, lopen tegen dezelfde problematische situatie aan bij het vinden van een baan. Mensen wiens Loongerelateerde Uitkeringsperiode (LGU) van de WIA afloopt, ondervinden dezelfde moeilijkheden bij het vinden van een baan. Personen die een LAU-uitkering krijgen en door de coronacrisis minder dan de helft verdienen van wat ze volgens de arbeidsdeskundige van het UWV kunnen verdienen, komen in de veel lagere vervolguitkering (VVU) terecht. Ook zij worden geconfronteerd met de gevolgen van de coronamaatregelen op de arbeidsmarkt, waardoor het veel moeilijker wordt om aan de inkomenseis te voldoen. Deze groepen mensen hebben door de coronacrisis bijna geen kans om hun situatie te veranderen. Daarom verlengt dit amendement de uitkeringsperiode voor bovenstaande gevallen met 3 maanden. De mensen met een LAU-uitkering blijven in een periode van 3 maanden aanspraak maken op een LAU-uitkering en vervallen niet tot de VVU, ook niet als zij minder dan de helft verdienen van wat ze volgens de arbeidsdeskundige van het UWV kunnen verdienen. De indieners denken zo tegemoet te komen aan de problemen die deze groepen ondervinden op de arbeidsmarkt en tevens te voorkomen dat deze mensen hun financiële verplichtingen niet meer na kunnen komen, in de schulden belanden of mogelijk zelfs hun huis verliezen.

Van Kent

Jasper van Dijk