[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Fiche: Mededeling Europese digitaliseringsstrategie

Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Brief regering

Nummer: 2020D14230, datum: 2020-04-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22112-2859).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 22112 -2859 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie.

Onderdeel van zaak 2020Z06708:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 2859 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 april 2020

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij vier fiches die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche: Mededeling over een Europese datatstrategie (Kamerstuk 22 112, nr. 2858)

Fiche: Mededeling Europese digitaliseringsstrategie

Fiche: Verordening Europese klimaatwet (Kamerstuk 22 112, nr. 2860)

Fiche: Gendergelijksheidsstrategie 2020–2025 (Kamerstuk 22 112, nr. 2861)

De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok

Fiche: Mededeling Europese digitaliseringsstrategie

1. Algemene gegevens

a) Titel voorstel

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s: De digitale toekomst van Europa vormgeven

b) Datum ontvangst Commissiedocument

19 februari 2020

c) Nr. Commissiedocument

COM (2020) 67

d) EUR-lex

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?qid=1582227177287&uri=CELEX:52020DC0067

e) Nr. Impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing

Niet opgesteld.

f) Behandeltraject Raad

Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie (VTE), Raad voor Concurrentievermogen en de JBZ Raad.

g) Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat in nauwe samenwerking met de Ministeries van Justitie en Veiligheid en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

2. Essentie voorstel

De mededeling «De digitale toekomst van Europa vormgeven» geeft invulling aan de digitaliseringsambities van de Europese Commissie voor de komende vijf jaar. De Commissie heeft hiertoe drie ambities geformuleerd: technologie die werkt voor mensen, een eerlijke en concurrerende economie, en een open, democratische en duurzame maatschappij.

Europa moet vrij zijn om te kiezen hoe en op welke wijze zij de digitale transformatie maakt. Deze door de Europese Commissie benoemde «Europese technologische soevereiniteit» begint bij het garanderen van de integriteit en weerbaarheid van de Europese data infrastructuur en communicatienetwerken. Dit vraagt om het creëren van de juiste omstandigheden waarbinnen Europa mondiale sleuteltechnologieën (zoals 5G, AI en toekomstige 6G-technologie, kwantum en high performance computing) kan ontwikkelen en implementeren en haar afhankelijkheid van technologie uit andere regio’s op de wereld kan beperken. Deze capaciteiten zijn nodig als Europa haar eigen regels en waarden in het digitale tijdperk wil blijven definiëren om op mondiaal niveau een speler van formaat wil zijn

De Commissie doet in de mededeling uitsluitend aankondigingen voor toekomstige (wetgevings)voorstellen die moeten bijdragen aan het behalen van de drie bovengenoemde doelen. Gelijktijdig met deze strategie heeft de Commissie een AI-Witboek1 en Data-strategie2 gepresenteerd, waarover gelijktijdig met deze beoordeling een BNC-fiche aan uw Kamer zijn verzonden.

Technologie die werkt voor mensen

Met de mededeling zet de Commissie in op de ontwikkeling, inzet en investeringen in technologie die een wezenlijk verschil zal maken in het dagelijks leven en die rekening houdt met de publieke waarden en rechten van mensen. De Commissie is van mening dat er meer geïnvesteerd moet worden in strategische capaciteiten die bijdragen aan de ontwikkeling van cruciale digitale infrastructuren zoals 5G en 6G. Hiertoe zou ook het toekomstig meerjarig financieel kader (MFK) moeten bijdragen. Voor een succesvolle digitale transformatie is vertrouwen van burgers en bedrijven van belang, met name vertrouwen dat toepassingen en producten (cyber) veilig zijn, en in het bijzonder ook vertrouwen in de toepassing van technologieën zoals AI. Verder geeft de Commissie aan dat digitale vaardigheden van groot belang zijn om de digitale transformatie van Europa vorm te geven, met werknemers die digitaal vaardig zijn in een steeds verder gedigitaliseerde economie. Daarbij vormt de positie van vrouwen in de tech-industrie een aandachtspunt. De focus op vaardigheden gaat verder dan de arbeidsmarkt en zal volgens de Commissie er ook voor zorgen dat de gehele maatschappij kan beschikken over digitale vaardigheden. Eveneens wil de Commissie zich richten op het oplossen van nieuwe uitdagingen rondom arbeidsvoorwaarden en de wettelijke? bescherming van werknemers in het licht van de opkomst van online platforms. Om aan bovenstaande ambities te voldoen heeft de Commissie een aantal acties aangekondigd, waaronder een AI Witboek3, het versnellen van investeringen in de Europese Gigabyte society en de ontwikkeling van een Europese Cybersecurity Strategie met als vlaggenschip een joint Cyber Unit. Daarnaast moeten een versterkte EU Vaardighedenagenda, een Jeugdgarantie en een herziening van het EU actieplan digitaal onderwijs uit 20184 een impuls geven aan digitale geletterdheid en competenties op alle onderwijsniveaus, vaardigheden voor de arbeidsmarkt en breder in de samenleving.

Een eerlijke en concurrerende economie

De Commissie ambieert een interne markt waar bedrijven van alle schaalgroottes onder gelijke voorwaarden kunnen concurreren en waarbij consumentenrechten worden geborgd.

Beschikbaarheid, toegankelijkheid en makkelijk gebruik van data is hiervoor essentieel volgens de Commissie. Daarom is deze mededeling samen met eerdergenoemde data-strategie gepubliceerd.5

De Commissie gaat op verschillende grensoverschrijdende uitdagingen rondom digitalisering in, waaronder marktmacht, de netwerkeffecten van grote spelers, en de verantwoordelijkheden van grote online platforms voor de verwerking van data. Deze platforms kunnen als gevolg van de economische netwerkeffecten een positie verkrijgen, die ertoe leidt dat consumenten en ondernemers niet of nauwelijks meer om deze platforms heen kunnen (platforms met een poortwachtersfunctie) – ook omdat deze grote spelers alle concurrentie uit de markt drukken.

De Commissie geeft aan dat er in het laatste kwartaal van 2020 een «Digital Services Act package» komt. Het pakket is tweeledig en zal waarschijnlijk toezien op een herziening van de Richtlijn elektronische handel onder de noemer Digital Services Act (DSA) en mogelijk ex ante regulering voor platforms met een poortwachtersfunctie. Aandachtspunten van de Commissie zijn daarbij het versterken van de digitale interne markt en het herzien en harmoniseren van verantwoordelijkheden van online platforms en diensten van de informatiemaatschappij. Ook heeft de Commissie een Consumenten Agenda aangekondigd die consumenten in staat moet stellen geïnformeerde keuzes te maken en een actieve rol te spelen in de digitale transformatie.

Verder zal de Commissie uitdagingen rondom belastingheffing in de digitale economie adresseren en kijkt de Commissie onder andere naar de mogelijkheden voor een Europees regelgevend kader voor crypto valuta’s en regelgeving op het gebied van cyberweerbaarheid van financiële instellingen.

Een open, democratische en duurzame maatschappij

De Commissie wil dat burgers zich gesterkt voelen in hoe wordt omgegaan met data die ze online en offline verstrekken. Dit vraagt volgens de Commissie om een Europese aanpak; namelijk door de digitale transformatie zo plaats te laten vinden dat die onze democratische waarden versterkt, fundamentele rechten respecteert en bijdraagt aan een duurzame, klimaat neutrale economie.

In de mededeling benadrukt de Commissie het belang van het beschermen van onze democratieën, waaronder tegen desinformatie en het belang van kwaliteitsjournalistiek in dit verband. Europa heeft daarom meer transparantie nodig over de manieren waarop informatie online gedeeld en beheerd wordt, als ook betrouwbare kwaliteitsmedia. De Commissie kondigt daarom zowel een Democratie Actieplan als een actieplan aan dat gericht zal zijn op de media en de Audiovisuele-sector en dat de digitale transformatie en concurrentievermogen van deze sector moet ondersteunen. Voor een goede online identiteit voor burgers gaat de Commissie aan de slag met het zogenaamde Electronic IDentification Authentication and Trust Services (eIDAS), een publieke mogelijkheid voor grensoverschrijdende elektronische identificatie.

De Commissie maakt verder nadrukkelijk een koppeling tussen duurzaamheid en digitalisering. In de data-strategie6, de brede digitaliseringsstrategie en de Green Deal zet de Commissie er op in om enerzijds de ecologische impact van digitalisering zelf te verkleinen, en anderzijds om digitalisering in te zetten om andere sectoren efficiënter en dus duurzamer te laten werken. De Commissie ziet hiertoe als acties o.a. een circulair elektronica initiatief en initiatieven om klimaatneutraliteit en duurzame datacenters op te zetten ten laatste in 2030.

Daarnaast heeft de Commissie aandacht voor de internationale dimensie van haar beleid, waarbij de nadruk sterk ligt op een digitale samenwerkingsstrategie. De Commissie ziet kansen om haar regelgevende kader mondiaal te doen gelden, onder meer op het gebied van standaarden voor 5G en Internet of Things (IoT).

3. Nederlandse positie ten aanzien van de mededeling

a. Essentie Nederlands beleid op dit terrein

In juni 2018 heeft het kabinet de Nederlandse Digitaliseringstrategie (NDS)7 gelanceerd. Dit is de eerste keer dat er kabinetsbreed een ambitie en doelstellingen zijn geformuleerd voor een succesvolle digitale transitie in Nederland.

Hiermee is een nieuwe beweging in gang gezet, waarmee Nederland digitaal koploper wil worden in Europa. Dat doet het kabinet langs twee sporen. Het eerste spoor richt zich op het benutten van de economische en maatschappelijke kansen van digitalisering in domeinen als de zorg, mobiliteit, de agrosector, het onderwijs, het midden- en kleinbedrijf en de overheid. Het tweede spoor richt zich op het versterken van het fundament waarop de digitale transitie rust, zoals op de terreinen van onderzoek en (sociale) innovatie, digitale vaardigheden en inclusie, digitale weerbaarheid, eerlijke concurrentie en grondrechten en ethiek. Alleen als het fundament op orde is, ontstaat het noodzakelijke vertrouwen voor een succesvolle transitie

In juni 2019 is er een update van de NDS naar de Kamer gestuurd, waarin een zestal prioriteiten zijn benoemd: AI, datadelen en -toegang, digitale vaardigheden en inclusie, digitale overheid, connectiviteit en digitale weerbaarheid. Samen met medeoverheden, ondernemers, wetenschap en maatschappelijke organisaties geeft het kabinet aan deze prioriteiten een extra impuls. Voorbeelden zijn de lancering van het Strategisch Actieplan AI8 en de AI Coalitie op 8 oktober 2019. Deze sporen zijn complementair aan elkaar en richten zich op het versterken van de gehele waardeketen van (human centric) AI. De AI Coalitie is inmiddels gegroeid meer dan 300 deelnemers. Een ander voorbeeld is de oprichting van de datadeelcoalitie, bestaande uit meer dan 20 partijen, waar gewerkt wordt aan een afsprakenstelsel die het delen tussen sectoren moet vergemakkelijken. Op deze manier benutten we data voor economie en maatschappij. Daarnaast is op het gebied van digitale vaardigheden en inclusie het kabinet in de NDS ingegaan op de Nederlandse inspanningen op het gebied van basisvaardigheden, digitale inclusie, duurzame inzetbaarheid en leven lang ontwikkelen, inclusief om- en bijscholing voor de vaardigheden en banen van de toekomst. Voor het zomerreces ontvangt uw Kamer een update van de NDS.

In de Nederlandse Cyber Security Agenda uit 2018 en de Kamerbrief Tegengaan statelijke dreigingen9, worden de aan elkaar gerelateerde beleidsprioriteiten voor cybersecurity en economische veiligheid uiteengezet. In de kabinetsreactie 10op het WRR-rapport «voorbereiden op digitale ontwrichting»11 van 20 maart 2020 en de beleidsreactie op het Cybersecurity Beeld Nederland (CSBN) 2019 van 12 juni 201912 zijn aanvullende maatregelen aangekondigd om cybersecurity verder te versterken. Gezien het inherente grensoverschrijdende karakter van cyberbeveiliging en cyberdreiging staat Europese en internationale samenwerking in de Nederlandse aanpak centraal, zoals vervat in de Internationale Cyberstrategie.

b. Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

Het kabinet verwelkomt de ambitieuze en integrale digitaliseringsagenda van de Commissie. Het kabinet is van mening dat er een goede balans moet zijn tussen een open economie met voldoende waarborgen om het gelijke speelveld te borgen en om te kunnen beschermen waar nodig. Van de EU verwacht het kabinet dan ook een prominente rol op digitalisering, want digitalisering kent geen grenzen. Door een gezamenlijke benadering vanuit de lidstaten kan een sterke bijdrage worden geleverd om een relevante en toonaangevende Europese economie te ondersteunen waarin iedereen op verantwoorde wijze mee kan doen. Nederland ondersteunt ook de stevige ambitie van de EU om mondiaal concurrerend te blijven en ziet digitalisering als kans om de concurrentiekracht van de EU op duurzame wijze te vergroten.

Nederland hecht grote waarde aan Europese samenwerking op digitalisering om gezamenlijk bij te dragen aan het versterken van Europees digitaal leiderschap waarbij waarden en regels van de Europese democratische en duurzame maatschappij geborgd blijven. Daar waar de publieke belangen (zoals veiligheid, bescherming van persoonsgegevens en privacy, (keuze)vrijheid maar ook verdienvermogen) in het geding komen door ongewenste afhankelijkheden op technologie uit derde landen zal de EU moeten kiezen voor het verminderen van deze strategische afhankelijkheden. Voor Nederland is daarbij de balans tussen een open economie en het beschermen van eigen economische en maatschappelijke waarden van belang.

De thema’s die de Commissie benoemt in haar mededeling sluiten aan bij de prioritaire thema’s van het kabinet binnen het digitale domein zoals opgenomen in de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS): AI, data, digitale vaardigheden en inclusie, digitale overheid, connectiviteit en digitale weerbaarheid. De Commissie kiest voor eenzelfde benadering als de Nederlandse: een agenda over de breedte van de beleidsterreinen waar digitalisering als een dwarsdoorsnijdend thema is gekozen die economie en maatschappij ondersteunt en rechten waarborgt. Het kabinet ondersteunt dan ook het belang van de mededeling en de initiatieven die hieruit zullen voortvloeien.

Hieronder een beoordeling van de meest substantiële en uitgewerkte onderdelen van de strategie, deze wijkt af van de structuur in de Commissie-mededeling. Deze komen grotendeels ook overeen met de onderdelen en prioriteiten van de NDS.

Artificiële Intelligentie en Datadelen en -toegang

Het kabinet vindt het belangrijk dat data verantwoord en kansrijk benut wordt. AI en data zijn voor de Commissie prioritaire thema’s: voor een uitgebreide beoordeling is gelijktijdig met deze beoordeling een kabinetsreactie op het Witboek AI13 en een BNC-fiche over de Europese strategie voor data14 aan uw Kamer verzonden.

Digitale vaardigheden en inclusie

Het kabinet verwelkomt dat de Commissie aandacht schenkt aan de vraag hoe op EU-niveau kan worden bijgedragen aan het voorzien in voldoende digitaal talent en digitale vaardigheden en benadrukt daarbij dat hierbij iedereen hierbij betrokken moeten worden.

Het kabinet benadrukt dat de EU primair een ondersteunende rol heeft ten aanzien van de lidstaten op het gebied van onderwijs en leven lang ontwikkelen. Kennisuitwisseling en samenwerking en financiële ondersteuning bij experimenten, pilotprojecten en het opschalen van succesvolle projecten vormen hiervan voorbeelden. Daarvoor is ook een goede verbinding nodig met de nieuwe EU-subsidieprogramma’s Erasmus+ en Digitaal Europa 2021–2027.

Hoewel de huidige doelstellingen en maatregelen van de Vaardighedenagenda uit 201615 en het actieplan digitaal onderwijs uit 201816 nog grotendeels relevant zijn, zijn er nieuwe ontwikkelingen in de digitale transitie zoals de opkomst van AI en daarmee gepaard gaande gevolgen voor werk, banen en opleidingsbehoeften. Ook is het wenselijk dat niet alleen naar digitalisering van funderend en hoger onderwijs gekeken wordt, zoals in 2018, maar ook naar beroepsonderwijs en leven lang ontwikkelen. Het kabinet verwelkomt daarom de actualisering van beide agenda’s. Daarbij dient er een balans te zijn tussen de aandacht voor meer gevorderde digitale vaardigheden enerzijds, waaraan in Nederland relatief grotere behoefte bestaat en waarover niet iedere burger behoeft te beschikken, en basisvaardigheden en digitale geletterdheid anderzijds. Verder vindt het kabinet het positief dat de Commissie aandacht heeft voor de rechten van werkenden bij nieuwe vormen van werk. De top over platformwerk die de Commissie gaat organiseren kan hierbij leiden tot nieuwe inzichten.

De Commissie benadrukt dat de digitale transitie eerlijk en rechtvaardig moet zijn. Het kabinet vindt het van belang dat digitalisering kansen en risico’s biedt voor de inclusie van achtergestelde groepen en dat de EU-digitaliseringsstrategie de bestaande digitale kloof tussen verschillende groepen niet versterkt. Dit vergt ook een goede analyse van de groepen die profiteren van digitale voorzieningen en groepen mensen die dat niet (voldoende) doen.

Digitale overheid

Het valt het kabinet op dat de Europese Digitaliseringsstrategie geen nieuw apart actieplan voor de Digitale Overheid aankondigt. Sinds 2003 bestaan dergelijke actieplannen die het gebruik van grensoverschrijdende digitale publieke diensten tussen burgers, bedrijven en overheden hebben bevorderd. Nederland vindt het belangrijk dat overheden meegaan in digitale ontwikkelingen, anders dreigen zij hun relevantie te verliezen, kunnen zij maatschappelijke problemen niet adequaat oplossen en schaadt dit uiteindelijk de belangen van burgers, ondernemers en de economie. De Europese digitaliseringsstrategie biedt nieuwe mogelijkheden voor de rol van overheden, niet alleen voor hun eigen dienstverlening maar ook om de verhouding tussen publieke en private sector in de digitale dienstverlening verder vorm te geven Zo heeft Nederland een wettelijk kader in voorbereiding dat burgers de mogelijkheid gaat geven om eigen gegevens veilig digitaal te kunnen delen met private dienstverleners, juist ook als het om persoonsgegevens uit overheidsregistraties gaat. Methoden en standaarden voor het betrouwbaar, veilig onder eigen regie van de burger beschikbaar stellen van gegevens worden beproefd in pilots en eerste toepassingen. Tegelijkertijd maakt Nederland werk van verplicht gebruik van gegevens in publieke diensten, de inzage en correctierechten die daarbij horen, alsook van de transparantie die het vertrouwen in het delen van gegevens moet ondersteunen. Het kader en de ervaringen van Nederland kunnen helpen bij het uitwerken van individuele dataruimtes zoals in de Europese datastrategie aangekondigd. Dit is ook vanuit het perspectief van de digitale overheid een belangrijke vervolgstap. De ambitie van het kabinet is om met een groep gelijkgestemde lidstaten hier verder actief op te blijven inzetten.

Connectiviteit

Een hoogwaardige digitale infrastructuur is onmisbaar voor de economie en samenleving. Het kabinet vindt dat de uitrol van vaste en mobiele netwerken zoveel mogelijk mark gedreven moet zijn. De overheid moet hiervoor de goede randvoorwaarden creëren, onder meer op het gebied van cybersecurity. Het kabinet zal de uitwerking van de aangekondigde acties op het terrein van connectiviteit hierop beoordelen en heeft in lijn met de raadsconclusies over 5G en nationaal beleid ook nadrukkelijk oog voor de veiligheidsdimensie. Verder kijkt het kabinet kijkt met interesse naar maatregelen om de kosten voor de aanleg van snelle telecommunicatienetwerken te verminderen.

Voor het kabinet is het van belang dat er meer mogelijkheden voor coördinatie van civiele werken door lokale autoriteiten komen en dat, vanwege de uitwerking, bij de vormgeving hiervan nauwe samenwerking wordt gezocht met lokale autoriteiten. Tevens wil het kabinet betere afstemming en consistentie met de definities uit de Telecomcode (richtlijn 2018/1977/EU). Nu lopen veel definities uiteen, zoals de definitie over «civiele werken.

Verder is het kabinet benieuwd naar hoe de uitrol van 5G-netwerken langs transportwegen (5G corridors) en de (door)ontwikkeling van 5G- en straks 6G-technologie in Europa wordt vormgegeven.

Daarnaast kijkt het kabinet uit naar het meerjarig-spectrumbeleidsprogramma dat zal worden opgesteld en zal dienen als wettelijke basis voor besluitvorming voor radiospectrum met de tijdhorizon van 2025–2030.

Digitale weerbaarheid

Nederland zet in op een open, veilige en vrije maatschappij. Hierin worden kansen die digitalisering onze economie en samenleving biedt volop benut, worden dreigingen het hoofd geboden en worden fundamentele rechten en waarden beschermd17. Het kabinet steunt de versterking en professionalisering van de informatie-uitwisseling.

Belangrijk onderdeel van het verbeteren en garanderen van de digitale weerbaarheid van burgers is dat zij erop kunnen vertrouwen dat hun persoonsgegevens online goed beschermd worden en dat zij grip hebben op de bescherming van hun persoonsgegevens en dat hun (digitale) rechten gewaarborgd worden. Het kabinet vindt het van groot belang dat dit wordt geborgd in de ontwikkeling van nieuwe initiatieven en ziet dat de Commissie hier aandacht voor heeft in de mededeling. In het BNC-fiche over de data-strategie18 wordt nader ingegaan op voorstellen die ook ter bevordering van de controle over persoonsgegevens kunnen dienen.

Het kabinet ondersteunt coördinatie in Europees en internationaal verband voor het versterken van digitale weerbaarheid. Voor alle beleidsterreinen op digitaal gebied geldt tevens dat cybersecurity een essentiële randvoorwaarde is. Nederland zal daarom bewaken dat dit thema wordt geadresseerd in de diverse beleidsvoorstellen. Het kabinet is ook benieuwd hoe nieuwe voorstellen zoals de Joint Cyber Unit zich verhouden tot bestaande en op te richten netwerken en organisaties, zoals het CSIRT’s netwerk, en ENISA. Daarbij zal erop worden gelet dat niet wordt getreden in de nationale bevoegdheden voor wat betreft nationale veiligheid. Daarnaast maakt Nederland in EU verband zich sterk voor wettelijke cybersecurity minimumeisen voor IoT-apparaten via de Radio Equipement Directive. Het kabinet ziet in de Nederlandse Roadmap Veilige Hard- en Software19 een goede basis voor Europees beleid.

In het kader van het beschermen van de democratie in het digitale tijdperk, zal het Actieplan Democratie zich onder meer richten op het tegengaan van desinformatie, maar ook op het versterken van het medialandschap en op de rol die online platforms spelen in het democratisch proces. Daartoe heeft de Commissie ook aangekondigd dat zij denkt aan het uitwerken van een initiatief binnen dit actieplan voor de regulering van politieke advertenties. Het kabinet is verheugd over deze aangekondigde initiatieven voor het beschermen van de democratie in Europa waaronder op het gebied van online desinformatie. Waar het gaat om de impact van Big Tech op de democratische samenleving is het kabinet van mening dat wetenschappers onder bepaalde voorwaarden structurele toegang tot noodzakelijke gegevens moeten hebben om onderzoek te kunnen doen.20 Sommige van deze bedrijven hebben nog werk te verzetten op het gebied van samenwerking met de wetenschap en het delen van data ten behoeve van onderzoek.21

Het kabinet ondersteunt coördinatie in Europees en internationaal verband. Desinformatie houdt niet op bij de grenzen. Voor het kabinet staat daarbij voorop dat de vrijheid van meningsuiting en de onafhankelijkheid van de pers bij deze aanpak gewaarborgd moeten zijn. Ook heeft het kabinet hierbij aandacht voor de verdeling van bevoegdheden. Nederland is een open samenleving en een klein taalgebied. Dat vraagt naast aandacht voor concurrentievermogen ook om inzet op culturele diversiteit, samenwerking en talentontwikkeling in de audiovisuele sector. Het kabinet ziet met belangstelling uit naar het aangekondigde Media en AV-actieplan.

Naast genoemde strategische prioriteiten springen er drie thema’s uit waarvoor de Commissie in het bijzonder aandacht heeft: de positie van platforms, consumentenbeleid en de verduurzaming van de digitalisering.

Platforms

Positief is dat een herziening van EU-mededingingsregels wordt aangekondigd. Het Nederland kabinet is voorstander van het toepasbaar houden van het mededingingsinstrumentarium in relatie tot online platforms bestaat uit meerdere pijlers. Zo wordt op Europees niveau ingezet op een bevoegdheid voor een toezichthouder zoals de Europese Commissie om vooraf (ex ante) in te kunnen grijpen bij platforms waar gebruikers nauwelijks omheen kunnen en die dus een poortwachterspositie hebben, zoals Nederland heeft bepleit. Daarnaast pleit Nederland op Europees niveau voor aanpassing van de richtsnoeren voor toepassing van het mededingingsrecht. Nederland heeft zich in Europa actief ingezet voor regelgeving voor platforms met een poortwachtersfunctie. De voorstellen die de Commissie aankondigt zijn in lijn met de kabinetsinzet. Het kabinet vindt het positief dat de Commissie actie onderneemt.

Met de Digital Services Act wil de Commissie de richtlijn elektronische handel herzien, waarin de focus ligt op het versterken van de digitale interne markt en het herzien en harmoniseren van verantwoordelijkheden van online platforms en diensten van informatiemaatschappijen. Voor het kabinet is het belangrijk dat er een balans wordt gevonden tussen verdere eenmaking van de interne markt en de vereiste proportionaliteit en subsidiariteit om overheden in staat te stellen publieke belangen te waarborgen. Bestaande regels voor platforms moeten zo worden aangepast dat ze ondernemingen die hun verantwoordelijkheid willen nemen belonen in plaats van bestraffen, waarbij zij zich uiteraard te houden hebben aan Europese regelgeving en zij daarbij de vrijheid van meningsuiting respecteren. Een eventueel wetgevend voorstel voor de DSA wordt pas verwacht in het laatste kwartaal van 2020.

Consumentenagenda

De aankondiging voor een nieuwe Consumenten Agenda moet consumenten in staat stellen om geïnformeerde keuzes te maken en een actieve rol in de digitale transformatie te spelen. Dat wordt onderschreven door het Kabinet. Ook voor problemen met de directe import van producten uit landen buiten de EU onderschrijft het kabinet het nut van nieuwe regels voor online platforms. Het kabinet vindt dat op dit moment regels voor de relatie tussen consument en platform voor een belangrijk deel ontbreken. Van een platform kan worden verwacht dat het meer verantwoordelijkheid neemt.

Internationale product- en waardeketens maken dat het kabinet ook duidelijk meerwaarde ziet van een Europese aanpak op dit gebied. Zodoende kan een gelijk speelveld binnen Europa gerealiseerd worden en is de mondiale impact van dit verduurzamingsbeleid groter. Nederland zal ook aandacht vragen voor de toegang tot data na overlijden door nabestaanden (de digitale nalatenschap). Ook hierbij ziet het kabinet, gezien het grensoverschrijdende karakter van grote digitale platforms, duidelijke meerwaarde van een Europese aanpak. Bij het verschijnen van concrete maatregelen zal het kabinet deze beoordelen op hun effectiviteit.

Duurzaamheid

Het kabinet verwelkomt de ambitie van de Commissie om digitalisering in te zetten voor efficiënter gebruik van energie en grondstoffen. Het kabinet ziet daar een groot potentieel. Dat is op verschillende niveaus zichtbaar, bijvoorbeeld met een app die consumenten laat bijdragen aan het voorkomen van voedselverspilling of op sectoraal niveau bijvoorbeeld door grondstoffen in waardeketens digitaal te labelen en zo hun effectieve gebruik en hergebruik mogelijk te maken. Daarnaast vindt het kabinet het belangrijk om de milieu-impact van de snelgroeiende ICT-sector te beperken en daarmee een bijdrage te leveren aan een klimaatneutraal Europa. Het kabinet steunt de ambitie om datacentra en telecommunicatie klimaatneutraal te maken in 2030. Het kabinet acht het zinvol hier in Europees verband op samen te werken.

c. Eerste inschatting van krachtenveld

De Strategie is overwegend positief ontvangen door lidstaten en het Europees Parlement. Er bestaat brede overeenstemming onder lidstaten over het belang van een integrale agenda op digitalisering. Omdat de strategie een inzicht geeft in de prioriteiten van de Commissie op een veelheid aan thema’s, waaronder onderwijs, economie en veiligheid geldt dat het krachtenveld per onderwerp verschilt. Uw Kamer zal hierover worden geïnformeerd in de BNC-fiches over de inhoudelijke Commissievoorstellen.

4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten

a. Bevoegdheid

Het Kabinet heeft een positieve grondhouding ten aanzien van de bevoegdheid voor deze mededeling. De mededeling ziet op de Europese digitaliseringsstrategie, die een essentieel aspect van de interne markt betreft. De mededeling ziet dan ook voornamelijk op het terrein van de interne markt. Hier is sprake van een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten (artikel 4, lid 2, sub a VWEU).

b. Subsidiariteit

De grondhouding ten opzichte van de subsidiariteit van de mededeling is positief. Grensoverschrijdende problemen die zich voordoen rondom digitalisering zijn het gevolg van verschillen in de nationale aanpak (beleids- en regelgevende kaders). Een aanpak op Europees niveau waar een gecoördineerd optreden van de lidstaten deel van uit maakt is onontbeerlijk. Het vormgeven van de digitale transitie kan onvoldoende door optreden van de lidstaten afzonderlijk worden verwezenlijkt.

c. Proportionaliteit

De grondhouding ten opzichte van de proportionaliteit voor de mededeling is positief. De mededeling biedt aanknopingspunten om de economische en maatschappelijke kansen van de digitale transitie te benutten en uitdagingen het hoofd te bieden. Het kabinet is van mening dat de aangekondigde acties noodzakelijk zijn om dit doel te bereiken.

d. Financiële gevolgen

Gezien de aard van de mededeling heeft deze geen directe financiële of administratieve consequenties. Het kabinet is van mening dat de benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2014–2020 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting. De kabinetsinzet voor het volgende MFK is leidend voor een integrale afweging van middelen voor de periode na 2020; Het kabinet wil niet vooruitlopen op de besluitvorming over het volgende MFK.

Indien er sprake is van budgettaire gevolgen voor Nederland, dan zullen deze worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels van de budgetdiscipline. De financiële gevolgen voor de Rijksbegroting en het nationale inkomstenkader moeten per voorstel worden bezien. Er zal hierbij ook gekeken moeten worden naar de financiële gevolgen voor decentrale overheden.

e. Gevolgen voor regeldruk, administratieve lasten en concurrentiekracht

Deze mededeling bevat deze nog geen concrete (wetgevings-)voorstellen en heeft vooralsnog geen extra regeldruk tot gevolg.

De aangekondigde (wets-)voorstellen kunnen wel effect hebben op de regeldruk. Bij de uitwerking van de (wetgevings-)voorstellen dient het uitgangspunt te zijn dat deze zo lastenluw mogelijk worden vormgegeven, met daarbij specifiek aandacht voor het beperken van de lasten voor het MKB. Ook zullen deze voorstellen nader beoordeeld worden op de effecten op de concurrentiekracht.


  1. COM(2020)65. Het bijbehorende BNC-fiche wordt gelijktijdig aan uw Kamer gezonden.↩︎

  2. COM (2020)66 – Het bijbehorende BNC-fiche wordt gelijktijdig aan uw Kamer gezonden.↩︎

  3. COM(2020)65. Het bijbehorende BNC-fiche wordt gelijktijdig aan uw Kamer gezonden.↩︎

  4. COM(2018)22 – Actieplan voor digitaal onderwijs (Kamerstuk 22 112, nr. 2525).↩︎

  5. COM (2020)66 – Het bijbehorende BNC-fiche wordt gelijktijdig aan uw Kamer gezonden.↩︎

  6. COM(2020)66. Het bijbehorende BNC-fiche wordt gelijktijdig aan uw Kamer gezonden.↩︎

  7. Kamerstuk 26 643, nr. 541.↩︎

  8. Kamerstukken 26 643 en 32 761, nr. 640.↩︎

  9. Kamerstuk 30 821, nr. 72.↩︎

  10. Kamerstukken 26 643 en 30 821, nr. 673.↩︎

  11. WRR, 2019, Via: https://www.wrr.nl/publicaties/rapporten/2019/09/09/voorbereiden-op-digitale-ontwrichting.↩︎

  12. Kamerstuk 26 643, nr. 614.↩︎

  13. COM(2020)65. Het bijbehorende BNC-fiche wordt gelijktijdig aan uw Kamer gezonden.↩︎

  14. COM(2020)66. Het bijbehorende BNC-fiche wordt gelijktijdig aan uw Kamer gezonden.↩︎

  15. Kamerstuk 22 112, nr. 2174.↩︎

  16. Kamerstuk 22 112, nr. 2525.↩︎

  17. Kamerstuk 26 643, nr. 536.↩︎

  18. COM(2020)66. Het bijbehorende BNC-fiche wordt gelijktijdig aan uw Kamer gezonden.↩︎

  19. Kamerstuk 26 643, nr. 535.↩︎

  20. Kamerstuk 35 300 VII, nr. 88.↩︎

  21. Bijlage bij Kamerstuk 30 821, nr. 91.↩︎