Motie van het lid Dik-Faber over een moreel beroep op woningcorporaties om de voorgenomen huurverhoging uit te stellen
Tijdelijke regels omtrent het kunnen verlengen van huurovereenkomsten voor bepaalde tijd (Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten)
Motie
Nummer: 2020D14433, datum: 2020-04-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35431-28).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.K. Dik-Faber, Tweede Kamerlid (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35431 -28 Tijdelijke regels omtrent het kunnen verlengen van huurovereenkomsten voor bepaalde tijd (Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten) .
Onderdeel van zaak 2020Z06780:
- Indiener: R.K. Dik-Faber, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2020-04-15 10:30: Tijdelijke regels omtrent het kunnen verlengen van huurovereenkomsten voor bepaalde tijd (Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten) TK-35431 (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-04-16 20:16: EINDE VERGADERING STEMMINGEN (over moties ingediend bij het debat over het coronavirus, de tweede incidentele suppletoire begroting inzake noodpakket banen en economie (35 430), de Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten (35431) en de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid (35434)) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 431 Tijdelijke regels omtrent het kunnen verlengen van huurovereenkomsten voor bepaalde tijd (Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten)
Nr. 28 MOTIE VAN HET LID DIK-FABER
Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 15 april 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat een verhuurder gewoonlijk eenmaal per twaalf maanden de huur mag verhogen, maar dat er voor woningcorporaties uitzonderingsmogelijkheden zijn om in plaats hiervan maximaal tweemaal in 24 maanden een huurverhoging toe te passen;
overwegende dat een aantal woningcorporaties door de coronacrisis huurders de helpende hand reikt en de huurverhoging niet op de gebruikelijke datum van 1 juli doorvoert maar een aantal maanden uitstelt;
verzoekt de regering, een moreel beroep te doen op woningcorporaties om de voorgenomen huurverhoging uit te stellen;
verzoekt de regering tevens, in kaart te brengen of eenzelfde regeling voor het geliberaliseerde huursegment mogelijk en wenselijk is,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dik-Faber