Antwoord op vragen van het lid Karabulut over sancties die de bestrijding van het coronavirus belemmeren
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2020D14526, datum: 2020-04-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-2464).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2020Z05782:
- Gericht aan: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Indiener: S. Karabulut, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2464
Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over sancties die de bestrijding van het coronavirus belemmeren (ingezonden 30 maart 2020).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 15 april 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met de oproepen van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties (VN), António Guterres, en de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN, Michelle Bachelet, om sancties op te schorten tegen landen waar die sancties een obstakel (kunnen) vormen voor de effectieve bestrijding van het uiterst dodelijke coronavirus?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van deze oproep? Deelt u de inschatting dat bepaalde sancties humanitaire hulp of handel in medisch materieel (kunnen) belemmeren en daarmee de strijd tegen het coronavirus in de weg staan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Het tegengaan van de impact van sancties op humanitaire doeleinden, waaronder levering van medische goederen, is een belangrijke prioriteit van de VN en de EU, zeker ook in deze crisisperiode. Dit wordt onderstreept in een verklaring van de Hoge Vertegenwoordiger van de EU van 3 april jl. waarin hij zich aansluit bij de oproep van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties tot een onmiddellijke wereldwijde wapenstilstand in het kader van de coronacrisis. Juist vanwege het belang van de voortzetting van humanitaire hulp kennen de meeste EU en VN sanctieregimes uitzonderingen en ontheffingsgronden voor humanitaire doeleinden. Vooralsnog heeft het kabinet geen signalen van bedrijven of hulporganisaties gekregen dat specifieke EU- of VN-sancties de bestrijding van het coronavirus belemmeren.
Voorop gesteld moet worden dat de grootste obstakels voor het adequaat leveren van humanitaire hulp worden opgeworpen door de regeringen van landen waar humanitaire steun wordt geboden zoals bijvoorbeeld in Syrië en Noord-Korea. Gebrek aan duurzame humanitaire toegang is een constante uitdaging voor de humanitaire gemeenschap in die landen. Tegelijkertijd worden er in de praktijk problemen ervaren in de humanitaire respons richting landen waartegen sancties gelden. Deze problemen zijn vaak het gevolg van onbedoelde neveneffecten die optreden bij de implementatie van sancties. Zo zijn financiële instellingen wereldwijd huiverig om transacties te verzorgen naar sommige landen, ook als die een humanitair doel hebben. Naast het feit dat financiële instellingen een transactie niet mogen uitvoeren wanneer dit onder geldende regelgeving is verboden, kunnen financiële instellingen ook weigeren een transactie uit te voeren wanneer zij zelf de risico’s te hoog achten. Hierbij kunnen zij verschillende aspecten laten meewegen, waaronder de eigen verantwoordelijkheid om te voldoen aan regelgeving omtrent sancties, (indirecte) financiering van terrorisme of witwassen.
Om kennis bij financiële instellingen en humanitaire organisaties over sanctieregimes te vergroten en daarmee de gevolgen van onbedoelde neveneffecten te verkleinen, hebben de Europese Commissie en EDEO voor verscheidene EU-sanctieregimes een aanvullende guidance uitgebracht met uitleg hoe gebruik gemaakt kan worden van uitzonderingen en ontheffingsgronden in sanctieregimes. Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, organiseren dialogen tussen financiële instellingen en ngo’s om derisking door de financiële sector terug te dringen en daarmee humanitaire hulp te faciliteren.
Vraag 3 en 5
Tegen welke landen vindt u dat sancties (deels) opgeschort dienen te worden? Kunt u uw antwoord toelichten?
Bent u bereid in overleggen in EU-verband en daarbuiten aan te dringen op het opschorten van sancties en het opheffen van blokkades die de effectieve bestrijding van het coronavirus in de weg staan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3 en 5
De EU heeft als beleid dat sancties in principe zo gericht mogelijk moeten zijn op specifieke personen, entiteiten en organisaties verantwoordelijk voor schendingen van het internationaal recht en/of ernstige mensenrechtenschendingen. Het kabinet ziet geen aanleiding om deze gerichte sancties (targeted sanctions) – zoals bevriezing van tegoeden en visumrestricties – te verlichten.
Brede economische sancties worden in principe vermeden om de bevolking zoveel mogelijk te ontzien. Vanwege het belang van de voortzetting van humanitaire hulp kennen de meeste VN en EU sanctieregimes uitzonderingen en ontheffingsgronden voor humanitaire doeleinden.
Zoals in het antwoord op vraag 2 is aangegeven heeft het kabinet vooralsnog geen signalen van bedrijven of hulporganisaties gekregen dat specifieke EU of VN sancties de bestrijding van het coronavirus belemmeren.
Vraag 4
Deelt u de opvatting dat ook blokkades vanwege de uitbraak van het coronavirus beëindigd dienen te worden, onder andere de blokkade van Jemen en Gaza? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
In het kader van het VN-wapenembargo Jemen vinden er door de Saudi-geleide coalitie inspecties plaats op schepen die willen aanmeren in Noord-Jemen (havens onder controle van de Houthi’s). Het VN verificatie- en inspectiemechanisme (UNVIM) dient o.a. ervoor te zorgen dat schepen met humanitaire en commerciële goederen hier zo weinig mogelijk hinder van ondervinden. Nederland ondersteunt al enkele jaren UNVIM en brengt belemmeringen door toedoen van de coalitie voortdurend onder de aandacht van deze landen, zowel in bilateraal als in multilateraal verband. Mede vanwege de coronacrisis zal het kabinet in samenwerking met de VN en andere donoren blijven aandringen op het belang van het goed kunnen blijven opereren van UNVIM.
Het kabinet maakt zich zorgen om de situatie in Gaza en de mogelijke humanitaire impact van een COVID-19 uitbraak in de reeds bestaande fragile situatie. Nederland en de EU dringen er al jaren op aan de geldende restricties op te heffen, met inachtneming van Israëlische veiligheidszorgen. De huidige gezondheidssituatie vraagt om een aangepaste respons. De Israëlische en Palestijnse autoriteiten zijn zich er bewust van dat in deze situatie samenwerking van groot belang is om de crisis het hoofd te bieden. Deze samenwerking neemt dan ook toe en wordt gesteund door de VN. Israël heeft de VN verzekerd dat het alles zal doen om snelle implementatie van het VN COVID-19 response plan mogelijk te maken en heeft Gaza van gezondheidsbenodigdheden zoals testkits en beschermende kleding voorzien. De Palestijnse Autoriteit heeft een noodplan opgesteld, dat zowel de noden in Gaza als de Westelijke Jordaanoever bestrijkt. De VN en de Wereldgezondheidssituatie staan tevens in contact met de Israëlische en Palestijnse autoriteiten en de-facto autoriteiten in Gaza over de toegang van verdere benodigdheden en mogelijke maatregelen. De EU en Nederland werken aan een inzet van extra middelen voor COVID-19 bestrijding, respons en mitigatie wereldwijd.
UN News, 24 maart 2020, «G-20 summit provides chance to rally strongly against coronavirus threat: UN chief» (https://news.un.org/en/story/2020/03/1060142) en UN News, 24 maart 2020, «Ease sanctions against countries fighting COVID-19: UN human rights chief» (https://news.un.org/en/story/2020/03/1060092).↩︎