Rapport ‘Op het eerste gezicht: een verkenning van gezichtsherkenning en privacyrisico’s in horizontale relaties´
Initiatiefnota van het lid Koopmans: Onderlinge privacy
Brief regering
Nummer: 2020D15053, datum: 2020-04-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34926-9).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 34926 -9 Initiatiefnota van het lid Koopmans: Onderlinge privacy.
Onderdeel van zaak 2020Z07066:
- Indiener: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-05-07 22:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-05-11 10:45: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-01-20 14:30: Extra procedurevergadering Justitie en Veiligheid (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-01-28 13:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-05-20 10:00: Bescherming persoonsgegevens (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-05-26 13:25: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
34 926 Initiatiefnota van het lid Koopmans: Onderlinge privacy
Nr. 9 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 april 2020
Met deze brief bied ik uw Kamer het rapport «Op het eerste gezicht: een verkenning van gezichtsherkenning en privacyrisico’s in horizontale relaties» aan1.
In de kabinetsvisie horizontale privacy heeft het kabinet aangekondigd dat het wenselijk is om bij nieuwe technologische ontwikkelingen in een veel vroeger stadium na te denken over de risico´s van deze ontwikkelingen voor de privacy van burgers. Het gebruik van gezichtsherkenningstechnologie neemt in rap tempo toe. Daarom heeft het kabinet besloten onderzoek te laten doen naar de (voorziene) risico´s van deze technologie voor de privacy van burgers, en naar de maatregelen die kunnen worden genomen om deze risico´s te beperken.2
Het aangeboden rapport betreft een verkenning van het gebruik van gezichtsherkenningstechnologie in horizontale relaties, oftewel door burgers en bedrijven. Ook biedt het inzicht in de wijze waarop het gebruik van deze technologie, nu en over vijf jaar, een inbreuk kan vormen op de privacy van burgers. Teneinde de geïdentificeerde privacy-inbreuken te voorkomen of te beperken, stelt het rapport een aantal reguleringsopties voor.
Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoekers van het Tilburg Institute for Law, Technology and Society (TILT) in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum. Om tot een kabinetsreactie op dit rapport te komen wil ik eerst in gesprek gaan met belanghebbende organisaties. Daarbij denk ik aan zowel producenten en gebruikers van gezichtsherkenningstechnologie als organisaties die privacybelangen behartigen. Tegen die achtergrond verwacht ik uw Kamer in het najaar een beleidsreactie op het onderzoek toe te zenden waarin ik inga op het (potentiële) gebruik van de geïdentificeerde gezichtsherkenningstoepassingen en de privacyrisico’s hieromtrent, en een appreciatie geef van de genoemde reguleringsopties.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker