[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2020D15639, datum: 2020-04-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35450-X-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35450 X-2 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) .

Onderdeel van zaak 2020Z07281:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019‒2020
35 450X Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

Ontvangen 29 april 2020

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Artikel 1 

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2020 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Defensie (X).

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

DE MINISTER VAN DEFENSIE,

A.Th.B. Bijleveld-Schouten

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De voorliggende eerste suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de ontwerpbegroting 2020 van hoofdstuk X van de begroting van het Rijk.

In deze eerste suppletoire begroting van het ministerie van Defensie zijn de besluiten van het kabinet over de Voorjaarsnota verwerkt. Deze suppletoire wet dient dan ook in samenhang te worden gezien met de Voorjaarsnota. Als gevolg hiervan wordt de Defensiebegroting 2020 met € 456 miljoen verhoogd tot € 11,5 miljard.

In de begroting van het ministerie van Defensie zijn geen Coronagerelateerde uitgaven begroot. Daarom is de extracomptabele tabel overzicht coronamaatregelen niet opgenomen. Defensie zal als gevolg van de huidige virusepidemie wel extra kosten maken en niet begrote uitgaven doen. Defensie houdt hierop zicht door deze apart te registreren. Indien er diensten of goederen aanvullend of afwijkend op de reguliere bedrijfsvoering moeten worden aangeschaft of kosten worden gemaakt en deze een directe relatie met de huidige virusepidemie hebben, moeten deze meteen en achteraf traceerbaar zijn. Wanneer de inzet van Defensie buiten de reguliere bijstandsconstructie van FNIK valt en in opdracht van een ander departement gebeurt loopt de financiering van deze inzet ook via het desbetreffende departement.

In paragraaf 2.1 wordt de cijfermatige aansluiting ten opzichte van de ontwerpbegroting uiteengezet. Vervolgens worden in paragraaf 2.2 de belangrijkste begrotingswijzigingen op deze begroting van het ministerie van Defensie vermeld, waarna deze in paragrafen 2.3, overzicht uitgavenmutaties, en 2.4, overzicht ontvangstenmutaties, worden toegelicht. Afsluitend is in paragraaf 2.5 per artikel een tabel opgenomen met daarin de budgettaire gevolgen van beleid en de uitgaven- en ontvangstenmutaties. Per artikel worden de mutaties groter dan of gelijk aan onderstaande staffel op het niveau van de financiële instrumenten (en eventueel artikelonderdeel) toegelicht.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1000 5 10
=> 1000 10 20

De toelichtingen op de uitgaven gelden ook voor de verplichtingen. Alleen indien sprake is van een groot verschil van de verplichtingenmutaties ten opzichte van de uitgavenmutaties wordt dit verschil apart toegelicht. Deze verschillen ontstaan bijvoorbeeld doordat verplichtingen zijn aangegaan die niet tot een uitgavenmutatie leiden of door regelingen waarvoor de verplichtingen dit jaar worden aangegaan terwijl de uitgaven pas volgend jaar (of in de jaren daarna) plaatsvinden.

2 Het beleid

2.1 Voorstel van wet

Met het onderhavige wetsvoorstel wordt voorgesteld de uitgavenbegroting 2020 van het ministerie van Defensie (X) ten opzichte van de ontwerpbegroting met een bedrag van € 456,6 miljoen te verhogen. Voor het begrotingsbedrag van de ontvangsten 2020 wordt voorgesteld dit met € 6,1 miljoen te verhogen. Dit leidt voor het ministerie van Defensie tot een uitgavenbudget van € 11.491,7 miljoen en een ontvangstenbudget van € 270,7 miljoen. De begroting voor de in 2020 aan te gane verplichtingen stijgt met € 456,6 miljoen tot € 11.852,3 miljoen. De cijfermatige aansluiting ten opzichte van de ontwerpbegroting 2020 is als volgt:

Stand ontwerpbegroting 2020 € 11.035.078
Wijzigingen 1e suppletoire begroting 2020 € + 456.595
Stand begroting Defensie (X) in de Voorjaarsnota 2020 € 11.491.673
Stand ontwerpbegroting 2020 € 264.617
Wijzigingen 1e suppletoire begroting 2020 € + 6.054
Stand begroting Defensie (X) in de Voorjaarsnota 2020 € 270.671

2.2 Belangrijkste begrotingswijzigingen

De omvangrijkste begrotingswijziging voor deze eerste suppletoire begroting betreft het verhogen van de uitgavenbegroting met de loon- en prijsbijstelling ter hoogte van respectievelijk € 170,3 en € 92,3 miljoen. Deze zijn in deze suppletoire begroting op artikel 12 Nog onverdeeld geparkeerd en zullen met de tweede suppletoire begroting worden verdeeld over de loongevoelige en de prijsgevoelige delen van de Defensiebegroting. Daarnaast is de Defensiebegroting verhoogd met de eindejaarsmarge van in totaal € 209,3 miljoen, waarvan € 72,8 miljoen voor de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) en € 136,4 voor diverse exploitatieartikelen en voor artikel 6 Investeringen.

2.3 Uitgavenmutaties

Begroting 2020 (incl. amendementen en NvW'n) 11.035.078
Belangrijkste suppletoire mutaties
1 O&T-munitie 7 40.000
2 Nationaal Fonds Ereschuld 8 20.800
3 Werkkostenregeling 8 5.000
4 Nog onverdeeld 12 ‒ 49.500
5 Defensiebrede herprioritering 2, 3, 4, 5, 7, 8, 10 ‒ 30.600
6 Loonbijstelling 12 170.320
7 Prijsbijstelling 12 92.282
8 Eindejaarsmarge Defensie 6, 12 136.407
9 Eindejaarsmarge HGIS 1, 8, 11 72.845
10 Claims en bijdragen 1, 6, 8 ‒ 43.657
11 Interdepartementale Budgetoverhevelingen 2, 5, 6, 7, 9,10 22.346
12 Doorwerking hogere ontvangsten door medegebruik 8 6.000
Overige mutaties 14.352
Stand 1e suppletoire begroting 2019 11.491.673
De totalen kunnen afwijken van de som van de losse delen als gevolg van afrondingen

Toelichting overzicht uitgavenmutaties

1. O&T-munitie

Het budget voor munitie wordt in 2020 verhoogd met € 40 miljoen. De verhoging is noodzakelijk omdat het budget leidde tot een belemmering in het operationeel gereed stellen van (a) eenheden in het algemeen en (b) voor het operationeel gereed stellen van eenheden voor inzet, standby-opdrachten en de nationale taak (EODD) in het bijzonder.

2. Nationaal Fonds Ereschuld

Het budget voor Nationaal Fonds Ereschuld wordt in 2020 verhoogd met € 20,8 miljoen. Met de bijstelling van het budget zijn geraamde uitgaven en budget in evenwicht.

3. Werkkostenregeling

Het budget voor de Werkkostenregeling wordt verhoogd met € 5,0 miljoen. Belangrijke oorzaak van de hogere uitgaven is enerzijds de belasting van WKR-plichtige uitgaven voor personeel en anderzijds het kleiner worden van de vrije ruimte van het Rijk. Hiervan kon Defensie eerder profiteren.

4. Nog onverdeeld

Vanuit het budget Nog onverdeeld (artikel 12) wordt € 49,5 miljoen overgeheveld naar (onder meer) de begrotingsartikelen 7 en 8 voor respectievelijk O&T-munitie en Nationaal Fonds Ereschuld.

5. Defensiebrede herprioritering

Het budget op de begroting van de Defensieonderdelen (artikelen 2, 3, 4, 5, 7, 8 en 10) wordt verlaagd met per saldo € 30,6 miljoen. Vrijval, vooral vanwege ondervulling, wordt ingezet ter dekking van de mutaties O&T-munitie, Nationaal Fonds Ereschuld en de Werkkostenregeling.

6. Loonbijstelling

De loonbijstelling tranche 2020 van € 170,3 miljoen is toegevoegd aan de Defensiebegroting. Deze tranche bestaat uit een vergoeding voor de contractloonontwikkeling en de ontwikkeling in sociale werkgeverslasten. De loonbijstelling is geparkeerd op artikel 12 en zal met de tweede suppletoire begroting voor 2020 en meerjarig in de ontwerpbegroting 2021 worden toegewezen aan de betreffende artikelen.

7. Prijsbijstelling

De prijsbijstelling tranche 2020 van € 92,3 miljoen is toegevoegd aan de Defensiebegroting. De prijstelling is geparkeerd op artikel 12 en zal met de tweede suppletoire begroting voor 2020 en meerjarig in de ontwerpbegroting 2021 worden toegewezen aan de betreffende artikelen.

8. Eindejaarsmarge Defensie

Dit betreft de toevoeging van de eindejaarsmarge 2019 van € 136,4 miljoen aan de begroting van Defensie. In dit bedrag zit ook de doorwerking van de meerontvangsten van HGIS (€ 3,9 miljoen), die is toegevoegd aan artikel 1 inzet.

9. Eindejaarsmarge HGIS

Dit betreft het saldo van de toevoeging van de eindejaarsmarge 2019 van HGIS. De eindejaarsmarge bestaat uit de toevoeging van de som van de eindejaarsmarge Budget Internationale Veiligheid (BIV) van € 69,8 miljoen, de toevoeging aan «Geheim (artikel 11)» met € 0,3 miljoen en de eindejaarsmarge Attaches € 2,8 miljoen.

10. Claims en bijdragen

Vanuit de eindejaarsmarge BIV 2019 is in 2020 voor € 8,8 miljoen bijgedragen aan de gasproblematiek, voor € 10 miljoen bijgedragen aan de versterking van de beveiliging van de hoog risico posten van Buitenlandse Zaken en is tevens een reservering gemaakt voor de uitvoering van het Srebrenica-arrest van € 35 miljoen in totaal verdeeld over de jaren 2020 t/m 2022, waarvan € 5 miljoen in 2020. De eindejaarsmarge Defensieattaches (€ 2,8 miljoen) is doorgeschoven naar 2021, 2022 en 2023 en er is 0,5 miljoen euro structureel beschikbaar gekomen voor prijs- en loonbijstelling attaches. Ook wordt er per 2020 vanuit het BIV structureel bijdragen aan de inzet van de BSB met € 2,6 op de begroting van BZ. Tot slot is er vanuit de HGIS-middelen voor 2020 € 10 miljoen toegekend aan artikel 6, doordat door onvoorziene omstandigheden het beschikbaar gestelde bedrag voor de NCIA onvoldoende is gebleken om het project conform het aangegane commitment uit te voeren.

11. Interdepartementale budgetoverhevelingen

Vanuit Defensie is onder andere € 1,2 miljoen overgeheveld naar Binnenlandse Zaken (BZK) voor het gebruik van softwarelicenties voor de MIVD. Ook is er € 0,4 miljoen naar Justitie en Veiligheid (J&V) overgeheveld als bijdrage aan het project Direct Betalen.

Daarnaast heeft een aantal ministeries budget overgeheveld naar Defensie voor het uitvoeren van activiteiten. Het betreft onder meer € 15,3 miljoen van het ministerie van Buitenlandse Zaken voor de inzet van de Koninklijke Marechaussee bij de beveiliging van hoog risico vertegenwoordigingen van het Koninkrijk der Nederlanden in het buitenland. Daarnaast is in totaal € 3,9 miljoen ontvangen van verschillende ministeries (Infrastructuur en Waterstraat, Justitie en Veiligheid, Financiën en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) voor de ontwikkeling van het Maritiem Operatie Centrum (MOC). Ook wordt € 2,9 miljoen overgeheveld van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) voor de betalingen aan de Rijksrederij door de Kustwacht Nederland voor betonning en noodsleephulp.

Per saldo stijgt de begroting van Defensie als gevolg van de interdepartementale budgetoverhevelingen met € 22,3 miljoen.

12. Doorwerking ontvangsten door medegebruik

Defensie ontvangt inkomsten door het faciliteren van het gebruik van (delen) van kazernecomplexen door met name (lagere) overheden. De inkomsten komen via het Rijksvastgoedbedrijf ten gunste van de defensiebegroting.

2.4 Ontvangstenmutaties

Deze suppletoire begroting bevat geen ontvangstenmutaties die boven de in de Rijksbegrotingsvoorschriften opgenomen staffelgrenzen uitkomen. Daarom wordt hier geen verdere toelichting opgenomen.

2.5 Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 1 Inzet

Verplichtingen 171.298 171.298 17.642 188.940 7.400 7.400 ‒ 7.600 ‒ 7.600
Uitgaven 195.247 195.247 17.642 212.889 7.400 7.400 ‒ 7.600 ‒ 7.600
waarvan juridisch verplicht 15% 15% 29%
Opdrachten 195.247 195.247 17.642 212.889 7.400 7.400 ‒ 7.600 ‒ 7.600
- Crisisbeheersingsoperaties (BIV/HGIS) 187.882 187.882 16.492 204.374 7.400 7.400 ‒ 7.600 ‒ 7.600
- Financiering nationale inzet krijgsmacht 3.252 3.252 3.252
- Overige inzet 4.113 4.113 1.150 5.263
Programma ontvangsten 2.907 2.907 2.907
- Crisisbeheersingsoperaties (BIV/HGIS) 1.407 1.407 1.407
- Overige inzet 1.500 1.500 1.500

Voor dit artikel worden mutaties met een grootte van € 2,0 miljoen of meer toegelicht.

Toelichting op de uitgaven

Opdrachten

Het beschikbare BIV-budget stijgt per saldo met € 16,5 miljoen in 2020. Dit wordt allereerst veroorzaakt door toevoeging van de eindejaarsmarge BIV 2019 van € 25 miljoen aan het budget in 2020 en € 15 miljoen in 2021 en 2022 t.b.v. internationale inzet en een reservering voor de uitvoering van het Srebrenica-arrest (dit is in totaal € 35 miljoen verdeeld over de jaren 2020-2022). Daarnaast wordt in navolging van afspraken over de missie gerelateerde geheime uitgaven van de MIVD met de eerste suppletoire begroting 2020 € 5,9 miljoen in 2020 en structureel € 5 miljoen per 2021 van het BIV op artikel 1 Inzet overgeheveld naar artikel 11 Geheim. Het BIV-deelbudget op artikel 11 blijft deel uitmaken van BIV/HGIS. Tot slot draagt het BIV per 2020 € 2,6 miljoen structureel bij aan het budget voor de inzet van de BSB dat op de begroting van BZ staat.

Vanuit de totale eindejaarsmarge BIV 2019 (€ ca. 74 miljoen) is ook bijgedragen aan de gasproblematiek in 2020 en versterking van de beveiliging van hoogrisicoposten van Buitenlandse Zaken (€ 18,8 miljoen in totaal).

Beleidsartikel 2 Koninklijke Marine

Verplichtingen 925.904 925.904 21.201 947.105 3.479 9.395 10.184 11.092
Uitgaven 925.904 925.904 21.201 947.105 3.479 9.395 10.184 11.092
waarvan juridisch verplicht 77% 77% 94%
Opdrachten 196.006 196.006 9.413 205.419 121 166 166 166
- gereedstelling 31.479 31.479 2.896 34.375 204 249 249 249
- instandhouding materieel 164.527 164.527 6.517 171.044 ‒ 83 ‒ 83 ‒ 83 ‒ 83
Personele uitgaven 701.294 701.294 20.643 721.937 22.835 21.018 21.345 22.501
- waarvan eigen personeel 666.220 666.220 8.974 675.194 21.085 20.935 21.261 22.417
- waarvan externe inhuur 770 770 10.796 11.566 13 8 8 8
- waarvan overige personele exploitatie (1) 34.304 34.304 873 35.177 1.737 75 76 76
Materiële uitgaven 28.604 28.604 ‒ 8.855 19.749 ‒ 19.477 ‒ 11.789 ‒ 11.327 ‒ 11.575
- waarvan instandhouding infrastructuur 392 392 ‒ 15 377
- waarvan instandhouding IT 1.364 1.364 1.364
- waarvan overige materiële exploitatie (1) 26.848 26.848 ‒ 8.840 18.008 ‒ 19.477 ‒ 11.789 ‒ 11.327 ‒ 11.575
Apparaatsontvangsten 20.396 20.396 20.396

Voor dit artikel worden mutaties met een grootte van € 5,0 miljoen of meer toegelicht.

Toelichting op de uitgaven

Opdrachten

Het budget voor opdrachten neemt per saldo toe met € 9,4 miljoen. Dit betreft voornamelijk de toename van het budget voor instandhouding materieel als gevolg van een toevoeging vanuit de eindejaarsmarge van € 6,6 miljoen. Het budget voor gereedstelling neemt toe met € 2,9 miljoen als gevolg van een interdepartementale overboeking van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor de betalingen aan de Rijksrederij door de Kustwacht Nederland voor betonning en noodsleephulp.

Personele uitgaven

Het budget voor personele uitgaven neemt per saldo toe met € 20,6 miljoen euro, voornamelijk als gevolg van de overheveling van de pensioenpremies van € 17,5 miljoen euro vanuit artikel 10 als gevolg van de decentrale pensioenpremieafdracht (zie voor nadere toelichting niet-beleidsartikel 10) en uitdeling werkgeverslasten van € 2,4 miljoen euro. Daarnaast is er budget herschikt tussen salarissen eigen personeel en externe inhuur (€ 10,8 miljoen) om vervangende inhuur op formatie te financieren.

Materiële uitgaven

Het budget voor materiële uitgaven neemt per saldo af met € 8,9 miljoen, voornamelijk als gevolg van een Defensiebrede herprioritering. Vanuit het budget voor materiele uitgaven levert CZSK een bijdrage (€ 5,5 miljoen) aan de Defensiebrede herprioritering. Daarnaast hebben er technische herschikkingen binnen het artikel plaatsgevonden voor het op de juiste plaatsen in de begroting verwerken van maatregelen uit de Defensienota 2018 (€ 3,1 miljoen).

Beleidsartikel 3 Koninklijke Landmacht

Verplichtingen 1.520.832 1.520.832 18.522 1.539.354 10.616 21.069 23.822 23.585
Uitgaven 1.520.832 1.520.832 18.522 1.539.354 10.616 21.069 23.822 23.585
waarvan juridisch verplicht 80% 80% 95%
Opdrachten 272.441 272.441 26.928 299.369 ‒ 4.500 ‒ 4.700 ‒ 4.400 ‒ 4.400
- gereedstelling 74.297 74.297 ‒ 17.105 57.192 300 300 300 300
- instandhouding materieel 198.144 198.144 44.033 242.177 ‒ 4.800 ‒ 5.000 ‒ 4.700 ‒ 4.700
Personele uitgaven 1.228.896 1.228.896 ‒ 19.435 1.209.461 15.258 25.911 27.454 27.217
- waarvan eigen personeel 1.171.766 1.171.766 ‒ 45.577 1.126.189 15.193 25.843 27.386 27.150
- waarvan externe inhuur 2.926 2.926 11.411 14.337 101 104 106 105
- waarvan overige personele exploitatie (1) 54.204 54.204 14.731 68.935 ‒ 36 ‒ 36 ‒ 38 ‒ 38
Materiële uitgaven 19.495 19.495 11.029 30.524 ‒ 142 ‒ 142 768 768
- waarvan instandhouding infrastructuur 1.374 1.374 ‒ 401 973
- waarvan overige materiële exploitatie (1) 18.121 18.121 11.430 29.551 ‒ 142 ‒ 142 768 768
Apparaatsontvangsten 10.375 10.375 10.375

Voor dit artikel worden mutaties met een grootte van € 10,0 miljoen of meer toegelicht

Toelichting op de uitgaven

Opdrachten

Per saldo is het budget in 2020 voor opdrachten met € 26,9 miljoen gestegen. Het gereedstellingsbudget is verlaagd met € 17,1 miljoen vanwege lagere verwachte uitgaven voor onder meer oefeningen. Dit komt door een lagere personele vulling. De verhoging van het instandhoudingsbudget voor materieel met € 44,0 miljoen heeft onder andere te maken met uitgaven die betrekking hebben op het verhogen van voorraadniveaus en noodzakelijke onderhoudsuitgaven ter voorbereiding op de midlife update van de CV-90.

Personele uitgaven

Het budget voor personele uitgaven is in 2020 per saldo met € 19,4 miljoen naar beneden bijgesteld. De voornaamste reden hiervoor is de lagere personele vulling waardoor het budget voor salarissen eigen personeel met € 45,6 miljoen is verlaagd. Daarentegen zijn de budgetten voor de personele uitgaven t.b.v. externe inhuur en de overige personele uitgaven verhoogd met respectievelijk €11,4 miljoen en € 14,7 miljoen vanwege de extra uitgaven aan specifieke opleidingen en de uitvoering van de Wet Banenafspraak.

Materiële uitgaven

Het budget voor materiële uitgaven neemt per saldo toe met € 11,0 miljoen, voornamelijk door verwachte meeruitgaven aan kleinere aanschaffingen en uitgaven aan technologieontwikkeling en innovatie voor wetenschappelijke doeleinden.

Beleidsartikel 4 Koninklijke Luchtmacht

Verplichtingen 847.316 847.316 20.578 867.894 18.536 24.276 24.867 24.863
Uitgaven 847.316 847.316 20.578 867.894 18.536 24.276 24.867 24.863
waarvan juridisch verplicht 83% 83% 96%
Opdrachten 262.141 262.141 ‒ 13.949 248.192 ‒ 13.594 ‒ 7.902 ‒ 7.466 ‒ 2.714
- gereedstelling 18.618 18.618 6.185 24.803 3.126 3.295 3.218 3.246
- instandhouding materieel 243.523 243.523 ‒ 20.134 223.389 ‒ 16.720 ‒ 11.197 ‒ 10.684 ‒ 5.960
Personele uitgaven 563.898 563.898 32.213 596.111 32.130 32.178 32.333 27.577
- waarvan eigen personeel 473.101 473.101 28.073 501.174 28.066 28.114 28.268 28.412
- waarvan externe inhuur
- waarvan overige personele exploitatie (1) 90.797 90.797 4.140 94.937 4.064 4.064 4.065 ‒ 835
Materiële uitgaven 21.277 21.277 2.314 23.591
- waarvan instandhouding infrastructuur 355 355 355
- waarvan instandhouding IT 4.906 4.906 ‒ 606 4.300
- waarvan overige materiële exploitatie (1) 16.016 16.016 2.920 18.936
Apparaatsontvangsten 12.032 12.032 12.032

Voor dit artikel worden mutaties met een grootte van € 5,0 miljoen of meer toegelicht.

Toelichting op de uitgaven

Opdrachten

Het budget voor opdrachten neemt per saldo met € 13,9 miljoen af. Het budget voor gereedstelling neemt toe met € 6,2 miljoen, voornamelijk doordat de luchtruimvisie 2012 leidt tot hogere kosten van € 3,5 miljoen voor Maastricht Upper Area Control (MUAC). Als gevolg van de afspraken uit de luchtruimvisie 2012 zijn taken die de luchtmacht voorheen zelf deed herbelegd bij MUAC en Luchtverkeersleiding Nederland, voor de taken van MUAC is de luchtmacht een bijdrage verschuldigd. Daarnaast is budget herschikt binnen het artikel ten behoeve van de ondersteuning van het oefenprogramma (€ 2,7 miljoen). Het budget voor instandhouding materieel neemt per saldo af met € 20,1 miljoen, voornamelijk als gevolg van een verlaging van het budget vanuit de eindejaarsmarge 2019 (€ 8,5 miljoen). De Koninklijke Luchtmacht heeft de begroting in 2019 licht overschreden door onder meer betalingen te doen die in 2020 gepland stonden, als gevolg hiervan is het budget voor 2020 verlaagd. Ook wordt het budget verlaagd als gevolg van een defensiebrede herprioritering. Vanuit het budget voor instandhouding levert CLSK een bijdrage aan deze herprioritering. Daarnaast daalt het budget als gevolg van een herschikking binnen het artikel naar gereedstelling ten behoeve van het oefenprogramma (€ 2,7 miljoen), overige personele uitgaven ter ondersteuning van het oefenprogramma (€ 1 miljoen) en innovatie (€ 3 miljoen).

Personele uitgaven

Het budget voor personele uitgaven neemt per saldo toe met € 32,2 miljoen. Het budget voor uitgaven eigen personeel neemt toe met € 28,1 miljoen, voornamelijk door overheveling van de pensioenpremies van € 17,4 miljoen euro vanuit artikel 10 als gevolg van de decentrale pensioenpremieafdracht (zie voor nadere toelichting niet-beleidsartikel 10). Daarnaast neemt het budget toe door een herschikking binnen de begroting voor internationale functies die voorheen onder DOSCO vielen (€ 7,1 miljoen) en een herschikking (€ 1,5 miljoen) binnen de begroting als gevolg van het openhouden van de locatie AOCS Nieuw Milligen waardoor additionele budgetten nodig zijn voor personele uitgaven.

Beleidsartikel 5 Koninklijke Marechaussee

Verplichtingen 436.668 436.668 27.392 464.060 10.454 11.089 12.168 12.324
Uitgaven 436.668 436.668 27.392 464.060 10.454 11.089 12.168 12.324
waarvan juridisch verplicht 86% 86% 95%
Opdrachten 6.724 6.724 400 7.124
- gereedstelling 6.724 6.724 400 7.124
- instandhouding materieel
Personele uitgaven 412.460 412.460 27.404 439.864 18.862 17.295 17.449 17.706
- waarvan eigen personeel 393.985 393.985 27.617 421.602 19.350 17.914 17.450 17.706
- waarvan externe inhuur
- waarvan overige personele exploitatie (1) 18.475 18.475 ‒ 213 18.262 ‒ 488 ‒ 619 ‒ 1
Materiële uitgaven 17.484 17.484 ‒ 412 17.072 ‒ 8.408 ‒ 6.206 ‒ 5.281 ‒ 5.382
- waarvan instandhouding infrastructuur
- waarvan overige materiële exploitatie (1) 17.484 17.484 ‒ 412 17.072 ‒ 8.408 ‒ 6.206 ‒ 5.281 ‒ 5.382
Apparaatsontvangsten 4.576 4.576 4.576

Voor dit artikel worden mutaties met een grootte van € 5,0 miljoen of meer toegelicht.

Toelichting op de uitgaven

Personele uitgaven

Het budget voor personele uitgaven neemt per saldo toe met € 27,4 miljoen, voornamelijk als gevolg van de overheveling van de pensioenpremies van € 14,8 miljoen euro vanuit artikel 10 als gevolg van de decentrale pensioenpremieafdracht (zie voor nadere toelichting niet-beleidsartikel 10) en uitdeling werkgeverslasten van € 1,5 miljoen euro. Daarnaast zijn er twee interdepartementale budgetoverhevelingen geboekt op de personele uitgaven van de KMar: van Buitenlandse Zaken voor de beveiliging van ambassades door de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (€ 9,2 miljoen) en van Justitie & Veiligheid voor grensbewaking Eurostar (€ 1 miljoen).

Beleidsartikel 6 Investeringen

Verplichtingen 3.255.860 3.255.860 157.159 3.413.019 3.905 4.076 3.776 3.776
Opdrachten 3.185.857 3.185.857 147.247 3.333.104 4.812 5.000 4.700 4.700
Investeringen materieel 2.621.457 2.621.457 14.835 2.636.292 ‒ 31.588 ‒ 28.500 4.700 4.700
Investeringen infrastructuur 248.006 248.006 9.021 257.027
Investeringen IT 316.394 316.394 123.391 439.785 36.400 33.500
Begrotingsreserve
Bekostiging 37.311 37.311 7.134 44.445 ‒ 907 ‒ 924 ‒ 924 ‒ 924
Bijdrage aan internationale organisaties 32.692 32.692 2.778 35.470
Uitgaven 2.864.661 2.864.661 157.159 3.021.820 3.905 4.076 3.776 3.776
waarvan juridisch verplicht 75% 75% 102%
Opdrachten 2.794.658 2.794.658 147.247 2.941.905 4.812 5.000 4.700 4.700
Investeringen materieel 2.191.803 2.191.803 14.835 2.206.638 ‒ 31.588 ‒ 28.500 4.700 4.700
Investeringen infrastructuur 286.461 286.461 9.021 295.482
Investeringen IT 316.394 316.394 123.391 439.785 36.400 33.500
Begrotingsreserve
Reserve valutaschommelingen
Bekostiging 37.311 37.311 7.134 44.445 ‒ 907 ‒ 924 ‒ 924 ‒ 924
Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten 2.400 2.400 8.023 10.423
Technologieontwikkeling 26.511 26.511 ‒ 889 25.622 ‒ 907 ‒ 924 ‒ 924 ‒ 924
Kennisgebruik 3.400 3.400 3.400
Kort-cyclische innovatie 5.000 5.000 5.000
Bijdrage aan internationale organisaties 32.692 32.692 2.778 35.470
Investeringen infrastructuur NAVO 32.692 32.692 2.778 35.470
Programma ontvangsten 75.228 75.228 75.228
- Verkoopopbrengsten strategisch materieel 34.958 34.958 12.700 47.658 12.700 12.700 12.700 12.700
- Overige ontvangsten materieel 30.700 30.700 ‒ 12.700 18.000 ‒ 12.700 ‒ 12.700 ‒ 12.700 ‒ 12.700
- Verkoopopbrengsten strategisch infrastructuur 5.050 5.050 5.050
- Overige ontvangsten infrastructuur 1.220 1.220 1.220
- Ontvangsten Internationale organisaties 3.300 3.300 3.300

Voor dit artikel worden mutaties met een grootte van € 10,0 miljoen of meer toegelicht.

Toelichting op de uitgaven

Investeringen materieel

Het budget investeringen materieel is met € 14,8 miljoen verhoogd. De belangrijkste oorzaak is de toevoeging van € 19,0 miljoen vanuit de eindejaarsmarge.

Investeringen IT

Investeringen IT is met € 123,4 miljoen verhoogd. De belangrijkste verklaring is de toevoeging van € 111,6 miljoen vanuit de eindejaarsmarge. Daarnaast is dit het gevolg van een herschikking in de begroting met € 4,4 miljoen vanuit Investeringen materieel om te voorzien in de aanschaf van radiomiddelen. Ook is vanuit Investeringen materieel het project Levensduur Verlengend Onderhoud Mobile Combat Training Centre overgeheveld naar Investeringen IT. Voor 2020 betreft dit € 2,0 miljoen. Tot slot hebben de ministeries van Infrastructuur en Waterstraat, Justitie en Veiligheid, Financiën en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in totaal € 3,9 miljoen aan het budget toegevoegd ten behoeve van de ontwikkeling van het Maritiem Operatiecentrum Kustwacht.

Beleidsartikel 7 Defensie Materieel Organisatie

Verplichtingen 1.013.939 1.013.939 35.296 1.049.235 34.000 ‒ 2.826 ‒ 3.408 ‒ 3.505
Uitgaven 1.020.608 1.020.608 35.296 1.055.904 34.000 ‒ 2.826 ‒ 3.408 ‒ 3.505
waarvan juridisch verplicht 71% 71% 89%
Opdrachten 381.701 381.701 18.758 400.459 28.524 ‒ 8.484 ‒ 8.802 ‒ 8.929
- gereedstelling 141.085 141.085 ‒ 35.342 105.743 ‒ 11.476 ‒ 8.484 ‒ 8.802 ‒ 8.929
- instandhouding materieel 240.616 240.616 54.100 294.716 40.000
Personele uitgaven 394.229 394.229 16.714 410.943 5.444 5.451 5.412 5.442
- waarvan eigen personeel 342.863 342.863 3.924 346.787 4.524 4.535 4.552 4.582
- waarvan externe inhuur 34.334 34.334 12.690 47.024 920 916 860 860
- waarvan overige personele exploitatie (1) 17.032 17.032 100 17.132
Materiële uitgaven 244.678 244.678 ‒ 176 244.502 32 207 ‒ 18 ‒ 18
- waarvan instandhouding infrastructuur 231 231 ‒ 231 0
- waarvan instandhouding IT 230.825 230.825 155 230.980 32 207 ‒ 18 ‒ 18
- waarvan overige materiële exploitatie (1) 13.622 13.622 ‒ 100 13.522
Apparaatsontvangsten 50.074 50.074 50.074

Voor dit artikel worden mutaties met een grootte van € 10,0 miljoen of meer toegelicht.

Toelichting op de uitgaven

Gereedstelling

Het budget voor gereedstelling is met € 35,3 miljoen verlaagd. Dit komt met name door de vrijval op het brandstofbudget als gevolg van de lagere vatprijzen van de reeds ingekochte en de dit jaar nog te kopen brandstof en de gunstige dollarkoers. Van de vrijval is € 19,4 miljoen toegevoegd aan het instandhoudingsbudget voor kleding en persoonlijke uitrusting, waarvoor nog onvoldoende budget was.

Instandhouding materieel

Het budget voor de instandhouding van het materieel is met € 54,1 miljoen toegenomen. Dat is voornamelijk het gevolg van de stijging van het budget voor munitie dat in 2020 wordt verhoogd met € 40 miljoen. Het budget leidde tot een belemmering in het operationeel gereed stellen van (a) eenheden in het algemeen en (b) voor het operationeel gereed stellen van eenheden voor inzet, standby-opdrachten en de nationale taak (EODD) in het bijzonder. Daarnaast wordt vanuit het vrijgevallen brandstofbudget € 19,4 miljoen toegevoegd aan het budget van het KPU-bedrijf voor de aanschaf van kleding en persoonlijke uitrusting.

Personele uitgaven

Het budget voor personele uitgaven is verhoogd met € 16,7 miljoen. Dat is voornamelijk het gevolg van de stijging van de externe inhuur met € 12,7 miljoen. Dit betreft de inhuur van specialisten die benodigd zijn voor de migratie van de munitieketen naar SAP voor € 8,0 miljoen en de benodigde specialistische inhuur voor de verbetering van de munitieketen voor € 3,8 miljoen. Dit is gefinancierd uit de vrijval in het brandstofbudget.

Beleidsartikel 8 Defensie Ondersteuningscommando

Verplichtingen 1.335.147 1.335.147 40.171 1.375.318 50.532 64.879 58.987 57.378
Uitgaven 1.335.147 1.335.147 40.171 1.375.318 50.532 64.879 58.987 57.378
waarvan juridisch verplicht 53% 53% 115%
Opdrachten
- gereedstelling
Inkomensoverdrachten 37.465 37.465 24.500 61.965 38.600 47.900 42.900 42.900
- waarvan Nationaal Fonds Ereschuld 37.465 37.465 20.800 58.265 34.900 44.200 39.200 39.200
- waarvan reservering regeling uitkering chroom 6 Defensie 3.700 3.700 3.700 3.700 3.700 3.700
Personele uitgaven 746.130 746.130 26.391 772.521 17.691 17.757 16.576 15.166
- waarvan eigen personeel 593.251 593.251 13.554 606.805 8.281 8.418 6.568 6.639
- waarvan externe inhuur 3.178 3.178 1.314 4.492 82 82 82 82
- waarvan overige personele exploitatie 137.209 137.209 10.980 148.189 8.125 8.054 7.903 7.902
- waarvan attachés 12.492 12.492 543 13.035 1.203 1.203 2.023 543
Materiële uitgaven 551.552 551.552 ‒ 10.720 540.832 ‒ 5.759 ‒ 778 ‒ 489 ‒ 688
- waarvan instandhouding infrastructuur 254.536 254.536 12.303 266.839 4.033 4.275 4.165 4.166
- waarvan overige materiële exploitatie 287.796 287.796 ‒ 23.023 264.773 ‒ 9.792 ‒ 5.053 ‒ 4.654 ‒ 4.854
- waarvan attachés 9.220 9.220 9.220
Apparaatsontvangsten 81.355 81.355 6.000 87.355

Voor dit artikel worden mutaties met een grootte van € 10,0 miljoen of meer toegelicht.

Toelichting op de uitgaven

Inkomensoverdrachten

Het budget voor de inkomensoverdrachten stijgt per saldo met € 24,5 miljoen. Aan het budget voor het Nationaal Fonds Ereschuld is € 20,8 miljoen toegevoegd. Dit komt onder andere door een Defensiebrede herprioritering (€ 12,6 miljoen) en een interne herschikking van het Nationaal Fonds Ereschuld vanwege een rechterlijke uitspraak over de te hanteren rekenrente, waardoor het budget voor schadevergoedingen dat niet in 2019 is uitgekeerd, in 2020 weer aan het budget is toegevoegd (€ 8,2 miljoen). De verhoging van het budget Reservering chroom-6 (€ 3,7 miljoen) is bestemd voor aanvullende claims voor geleden materiële schade. Dit budget is aanvullend aan het budget voor de Uitkeringsregeling chroom-6 Defensie die ondergebracht is op artikel 9 Algemeen. De gecreëerde ruimte (€ 5,5 miljoen) wordt ingezet voor Defensiebrede problematiek (o.a. O&T-munitie, Nationaal Fonds Ereschuld en de Werkkostenregeling).

Personele uitgaven

Het budget voor de personele uitgaven stijgt per saldo met € 26,4 miljoen. Dit komt onder andere door de overheveling van de pensioenpremies van € 12,8 miljoen vanuit artikel 10 als gevolg van de decentrale pensioenpremieafdracht (zie voor nadere toelichting niet-beleidsartikel 10) en uitdeling werkgeverslasten van € 1,6 miljoen. Daarnaast heeft een herschikking plaatsgevonden tussen de budgetten van de verschillende dienstverleningsactiviteiten (€ 11,7 miljoen).

Materiële uitgaven

Het budget voor de materiële uitgaven daalt per saldo met € 10,7 miljoen. Dit komt onder andere door een herschikking tussen de budgetten van de verschillende dienstverleningsactiviteiten (-€ 11,7 miljoen), de herschikking van budget naar het Nationaal Fonds Ereschuld (-€ 6,2 miljoen) en een hoger uitgavenbudget als gevolg van hogere ontvangsten voor medegebruik van vastgoed (€ 6 miljoen). Ten slotte heeft Paresto over 2019 een resultaat van ‒ € 1,8 miljoen. Het resultaat is conform de vigerende regelgeving verrekend met het eigen vermogen. Dit is slechts gedeeltelijk mogelijk, omdat het eigen vermogen niet toereikend is. Het restant, € 0,2 miljoen, wordt aangevuld vanuit de DOSCO begroting.

Niet-Beleidsartikel 9 Algemeen

Verplichtingen 159.397 159.397 1.939 161.336 10.276 9.829 10.627 11.635
Uitgaven 159.397 159.397 1.939 161.336 10.276 9.829 10.627 11.635
Subsidies 30.329 30.329 1.757 32.086 832 682 682 682
- subsidies 30.329 30.329 1.757 32.086 832 682 682 682
Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken 44.506 44.506 889 45.395 907 924 924 924
- kennisopbouw TNO via EZK 42.183 42.183 682 42.865 699 716 716 716
- kennisopbouw NLR via EZK 517 517 7 524 8 8 8 8
- kennisopbouw MARIN via EZK 1.500 1.500 200 1.700 200 200 200 200
- overige bijdragen 306 306 306
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties 58.993 58.993 ‒ 6.299 52.694 8.401 8.181 9.221 10.221
- bijdrage aan de NAVO 43.571 43.571 4.443 48.014 9.157 8.957 10.057 11.056
- bijdrage aan internationale samenwerking 4.579 4.579 101 4.680 101 81 21 21
- overige bijdragen 10.843 10.843 ‒ 10.843 ‒ 857 ‒ 857 ‒ 857 ‒ 856
Opdrachten 11.390 11.390 ‒ 508 10.882 136 42 ‒ 200 ‒ 192
- opdrachten beleid 4.019 4.019 4.552 8.571 4.554 2.503 2.369 2.671
- opdrachten milieu beleid 2.000 2.000 ‒ 100 1.900
- overige opdrachten 5.371 5.371 ‒ 4.960 411 ‒ 4.418 ‒ 2.461 ‒ 2.569 ‒ 2.863
Bekostiging 3.579 3.579 ‒ 300 3.279
- bekostiging diverse instellingen 3.579 3.579 ‒ 300 3.279
Inkomensoverdrachten 10.600 10.600 6.400 17.000
- Reservering Regeling Uitkering chroom 6 Defensie 10.600 10.600 6.400 17.000
Programmaontvangsten 825 825

Voor dit artikel worden mutaties met een grootte van € 2,0 miljoen of meer toegelicht.

Toelichting op de uitgaven

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Het budget Bijdrage aan (inter)nationale organisaties is afgenomen met € 6,3 miljoen. Dit komt met name door de uitdeling van de Very High Readiness Joint Task Force (VJTF)-gelden aan andere Defensieonderdelen van € 10 miljoen en een toekenning van € 3,6 miljoen aan de bijdrage aan de NAVO door herprioritering binnen de Defensiebegroting.

Opdrachten

Het budget opdrachten beleid is met € 4,6 miljoen toegenomen en het budget overige opdrachten is met € 5,0 miljoen afgenomen. Dit komt onder andere door een herschikking van de middelen voor de uitvoering van de Defensiebrede personeelsagenda ter hoogte van € 4,6 miljoen van overige opdrachten naar opdrachten beleid.

Inkomensoverdrachten

Het budget voor inkomensoverdrachten is toegenomen met € 6,4 miljoen. Dit als gevolg van een toevoeging vanuit de eindejaarsmarge van € 6,4 miljoen euro voor de Regeling Uitkering chroom-6.

Niet-Beleidsartikel 10 Apparaat kerndepartement

Verplichtingen 1.635.828 1.635.828 ‒ 97.233 1.538.595 ‒ 105.550 ‒ 105.133 ‒ 106.973 ‒ 108.161
Uitgaven 1.635.828 1.635.828 ‒ 97.233 1.538.595 ‒ 105.550 ‒ 105.133 ‒ 106.973 ‒ 108.161
Personele uitgaven 1.605.512 1.605.512 ‒ 98.126 1.507.386 ‒ 112.688 ‒ 111.866 ‒ 113.685 ‒ 114.488
- waarvan eigen personeel 234.676 234.676 ‒ 883 233.793 5.831 7.551 8.074 8.078
- waarvan externe inhuur 3.143 3.143 8.564 11.707
- waarvan overige personele exploitatie (1) 11.215 11.215 2.037 13.252 341 341 341 301
- waarvan uitkeringen (pensioenen en wachtgelden) 1.356.478 1.356.478 ‒ 107.844 1.248.634 ‒ 118.860 ‒ 119.758 ‒ 122.100 ‒ 122.867
Materiële uitgaven 30.316 30.316 893 31.209 7.138 6.733 6.712 6.327
- waarvan overige materiële exploitatie (1) 30.316 30.316 893 31.209 7.138 6.733 6.712 6.327
Apparaatsontvangsten 7.674 7.674 ‒ 771 6.903 54 54 54 54

Voor dit artikel worden mutaties met een grootte van € 10,0 miljoen of meer toegelicht.

Toelichting op de uitgaven

Personele uitgaven

Het budget voor personele uitgaven is met € 98,1 miljoen afgenomen. Dit komt voornamelijk door een budgetoverheveling van de pensioenbudgetten, omdat per 2020 de pensioenpremies volledig decentraal door Defensieonderdelen worden afgedragen (-€ 107,8 miljoen). Op 1 juni 2001 is Defensie overgestapt van een omslagstelsel naar kapitaaldekkingsstelsel. Om dit mogelijk te maken is Defensie een financieringsconstructie aangegaan en werd een groot deel van de pensioenpremies centraal afgedragen. Als gevolg van het beëindigen van de financieringsconstructie wordt het deel van de pensioenpremies dat tot nu toe centraal door de Bestuursstaf werd betaald, voortaan betaald door de defensieonderdelen.

Niet-Beleidsartikel 11 Geheim

Verplichtingen 9.895 9.895 6.117 16.012 5.000 5.000 5.000 5.000
Uitgaven 9.895 9.895 6.117 16.012 5.000 5.000 5.000 5.000

Toelichting op de uitgaven

Het budget op artikel 11 is toegenomen met € 6,1 miljoen. Dit komt voornamelijk door een budgetoverheveling van artikel 1 naar artikel 11 die betrekking heeft op missiegerelateerde geheime uitgaven.

Niet-Beleidsartikel 12 Nog onverdeeld

Verplichtingen 83.575 83.575 207.811 291.386 238.830 241.343 241.601 242.740
Uitgaven 83.575 83.575 207.811 291.386 238.830 241.343 241.601 242.740
Loonbijstelling
Prijsbijstelling
Nog onverdeeld 83.575 83.575 207.811 291.386 238.830 241.343 241.601 242.740
Ontvangsten

Voor dit artikel worden mutaties met een grootte van € 2,0 miljoen of meer toegelicht.

Toelichting op de uitgaven

Loonbijstelling

De loonbijstelling tranche 2020 van € 170,3 miljoen is toegevoegd aan de Defensiebegroting. Deze tranche bestaat uit een vergoeding voor de loonontwikkeling en de ontwikkeling in sociale werkgeverslasten. De loonbijstelling is geparkeerd op artikel 12 en zal met de tweede suppletoire begroting voor 2020 en meerjarig in de ontwerpbegroting 2021 worden toegewezen aan de betreffende artikelen. De sociale werkgeverslasten van € 14,5 miljoen zijn uitgedeeld aan de Defensieonderdelen.

Prijsbijstelling

De prijsbijstelling tranche 2020 van € 92,3 miljoen is toegevoegd aan de Defensiebegroting. De prijstelling is geparkeerd op artikel 12 en zal met de tweede suppletoire begroting voor 2020 en meerjarig in de ontwerpbegroting 2021 worden toegewezen aan de betreffende artikelen.

Nog onverdeeld

Vanuit het budget Nog onverdeeld, wordt € 49,5 miljoen overgeheveld naar (onder meer) de begrotingsartikelen 7 en 8 voor respectievelijk O&T-munitie en Nationaal Fonds Ereschuld.