Memorie van toelichting
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Memorie van toelichting
Nummer: 2020D15657, datum: 2020-04-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35450-XVI-2).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 35450 XVI-2 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) .
Onderdeel van zaak 2020Z07269:
- Indiener: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-05-07 22:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-05-12 15:30: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-06-02 14:00: Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) - 35450-XVI (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-07-01 10:15: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-07-02 14:10: Aansluitend: STEMMINGEN (over alle onderwerpen tot en met 1 juli) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019‒2020 |
35 450XVI | Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) |
Nr. 2 |
Ontvangen 29 april 2020 |
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2020 wijzigingen aan te brengen in:
- de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
- de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
De mutaties in deze suppletoire begroting bestaan uit herschikkingen binnen de begrotingsuitgaven of binnen de premie-uitgaven, uit overboekingen van en naar andere begrotingshoofdstukken, uit financieringsverschuivingen tussen premiemiddelen en begrotingsmiddelen en uit middelen die generaal aan de VWS-begroting zijn toegevoegd, dan wel middelen die generaal vrijvallen. De gepresenteerde cijfers sluiten aan bij de Voorjaarsnota 2020, die de Minister van Financiën aan de Tweede Kamer aanbiedt.
Om de leesbaarheid van de toelichting op de beleidsartikelen te bevorderen zijn de volgende uitgangspunten toegepast:
- Naast de beleidsmatig relevante mutaties worden de mutaties toegelicht als het hiermee gepaard gaande bedrag voor de uitgaven en ontvangsten op de instrumenten binnen een subartikelonderdeel hoger is dan € 2,5 miljoen. Eveneens kunnen bedragen onder deze norm worden toegelicht indien politiek relevant.
- Voor wat betreft de verplichtingenmutaties wordt per artikel enkel het saldo weergegeven.
- Er zijn in deze suppletoire begroting geen begrotingsstaten van de agentschappen opgenomen.
Aan de suppletoire begroting zijn twee extra onderdelen toegevoegd. Allereerst is zoals gebruikelijk is het Financieel Beeld Zorg opgenomen. Daarnaast is ook een bijlage opgenomen met twee toetsingskaders voor garanties die VWS heeft afgegeven in het kader van COVID-19.
2 Beleid
2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
Vastgestelde begroting 2020 | 18.846.295 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Dak- en thuislozen | 1,3 | 75.000 |
2) Tegenvaller subsidieregeling onverzekerde (verwarde) personen | 2 | 31.000 |
3) Vangnet cruciale jeugdhulp | 5 | 20.000 |
4) Middelen Transitieautoriteit Jeugd | 5 | 33.500 |
5) Bouw en onderhoud sportaccommodaties | 6 | 25.000 |
6) Zorgtoeslag | 8 | 22.600 |
7) Loon- en prijsbijstelling | 11 | 120.908 |
8) Overige mutaties | 1.214.790 | |
Stand 1e suppletoire begroting 2020 | 20.389.093 |
Toelichting
- Een verdubbeling van het aantal daklozen in tien jaar vraagt een tijdelijke impuls (van € 75 miljoen) om het aantal dak- en thuislozen te verminderen.
- Als gevolg van een toename van zorg aan onverzekerde (verwarde) personen doen meer zorgaanbieders een beroep op de subsidieregeling en zullen de kosten naar verwachting € 31 miljoen hoger uitvallen.
- De Jeugdautoriteit ontvangt € 20 miljoen als vangnet voor cruciale jeugdhulp.
- Doorgeschoven subsidie vanuit 2019 naar 2020 (ad € 33,5 miljoen) aan instellingen overeenkomstig de regeling Transitieautoriteit Jeugd (TAJ).
- Compensatie van de btw-maatregel voor de subsidieregeling Bouw en onderhoud sportaccommodaties (BOSA).
- Bijstelling van de uitgavenraming zorgtoeslag op basis van actuele raming CPB in het kader van het CEP.
- De tranche 2020 van de loon- en prijsbijstelling is overgemaakt naar de departementale begroting.
Vastgestelde begroting 2020 | 133.631 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Teruggave overschot bestemmingsreserves | 1 | 10.000 |
2) Afromen eigen vermogen CIBG | 9 | 6.431 |
3) Desaldering RIVM en CIBG | 10 | 6.168 |
4) Desaldering bijdrage EMA huurkosten | 10 | 5.150 |
5) Desaldering Intravacc | 10 | 3.484 |
6) Overige mutaties | 295.990 | |
Stand 1e suppletoire begroting 2020 | 460.854 |
Toelichting
- Overschot bestemmingsreserves 2013-2019 van screeningsorganisties (SO’s) vloeien terug naar de begroting van VWS.
- Uitkering van het (surplus) eigen vermogen van het CIBG conform Regeling agentschappen.
- Desaldering van ontvangsten van het RIVM en CIBG in verband met bijdragen aan SSC ICT 2020.
- Desaldering van ontvangsten van de EMA voor huurbetalingen welke door VWS aan het Rijksvastgoedbedrijf worden gedaan.
- Desaldering Intravacc betreft ontvangsten opdracht derden.
1) Onderzoek inzake COVID-19 ZonMW | 1 | 20.000 |
2) Onderzoek en testen COVID-19 RIVM en GGD | 1 | 12.650 |
3) Aanschaf en distributie medische hulpmiddelen | 2 | 970.100 |
4) Patiëntenspreiding en mobiel medisch vervoer | 2 | 5.500 |
5) Abonnementstarief Wmo | 3 | 18.000 |
6) Zorgkosten Caribisch Nederland | 4 | 31.700 |
7) Opleiden extra zorgpersoneel | 4 | 24.810 |
8) Bijdrage aan stichting ZWIC | 4 | 10.000 |
9) Elektronisch platform huisartsen | 4 | 6.280 |
10) Stichting waarborgfonds voor sportverenigingen | 6 | 10.500 |
11) Bijdrage vaccinonderzoek (CEPI) | 9 | 50.000 |
12) Overige maatregelen | 11 | 3.191 |
Totaal uitgaven | 1.162.731 | |
Ontvangsten 2020 | ||
Verkoop medische hulpmiddelen | 2 | ‒ 290.000 |
Totaal ontvangsten | ‒ 290.000 | |
Dekking vanuit VWS begroting | ‒ 40.841 | |
Totaal VWS begroting | 831.890 |
Toelichting
Hieronder treft u per post een korte toelichting. Ook in de artikelen is een toelichting opgenomen.
- Dit betreft door ZonMw – in nauw overleg met RIVM – geprioriteerde onderzoeksvoorstellen gericht op voorkomen van verdere verspreiding van het coronavirus en op bespoedigen van herstel van de Nederlandse bevolking.
- Extra kosten bij het RIVM en de GGD voor het uitvoeren van tests, contactonderzoek en voor een track en trace systeem.
- Inkoop van medische hulpmiddelen (circa € 700 miljoen) en beademings- en monitoringsapparatuur (circa € 250 miljoen).
- Kosten van het Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding (LCPS) en patiëntenvervoer.
- Met uitzondering van cliënten met voorzieningen beschermd wonen en opvang, zijn alle Wmo-cliënten voor de maanden april en mei 2020 vrijgesteld van een eigen bijdrage. De geraamde kosten bedragen € 9 miljoen per maand (totaal € 18 miljoen).
- Versterking van medische zorg voor Caribisch Nederland, waaronder uitbreiding IC capaciteit, personele capaciteit en apparatuur (totaal geraamd op € 31,7 miljoen) in verband met COVID-19.
- Opleidingskosten voor extra personeel dat is ingezet bij de medische zorgverlening aan coronapatiënten.
- Bijdrage aan de stichting Zorg na Werk in Coronazorg (ZWIC), waaruit zorgprofessionals of hun nabestaanden een tegemoetkoming kunnen krijgen.
- Kosten voor het elektronisch platform huisartsen, zodat artsen informatie over coronapatiënten sneller kunnen ontsluiten (€ 5,7 miljoen).
- Bijdrage aan de Stichting waarborgfonds sportverenigingen van waaruit verenigingen die door de corona uitbraak in financiële problemen komen, een lening kunnen krijgen.
- Bijdrage aan de ontwikkeling van een vaccin tegen COVID-19 door het Coalition for Preparedness Innovations (CEPI), waaraan ook Duitsland, Engeland en Noorwegen bijdragen.
- Het betreft overige kleinere maatregelen zoals controles van passagiers uit hoog risicolanden, support desk voor de specialist ouderen geneeskunde en beschikbaarheid van een landelijk telefoonnummer partnergeweld en opvoedhulp in verband met COVID-19.
Artikel 2. Curatieve zorg | Garantie NVZA | 0 | 20.400 | 20.400 | 1 juli 2020 | 20.400 | geen |
Artikel 2. Curatieve zorg | Garantie LHC (Mediq) | 0 | open | niet ge-maximeerd | 23 juni 2020 | geen | geen |
- kan indien nodig verlengt worden
Toelichting
Als onderdeel van de noodmaatregelen voor de beheersing van COVID-19
zijn op 23 maart en 7 april 2020 garanties afgegeven om de inkoop van
noodzakelijke genees- en hulpmiddelen te borgen. Met de garantieregeling
Landelijk Consortium Hulpmiddelen (Mediq) is beoogd de inkoop van
medische hulpmiddelen (waaronder mondkapjes en andere
beschermingsmaterialen) te borgen en met de garantieregeling met de
Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers (NVZA) wordt beoogd om
de aankoop van geneesmiddelen, grondstoffen en andere geneeskundige
middelen voor de gezondheidszorg gerelateerd aan de behandeling van
COVID-19 patiënten te borgen.
3 Beleidsartikelen
3.1 Artikel 1 Volksgezondheid
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 841.380 | ‒ 100 | 841.280 | ‒ 93.112 | 748.168 | 82.771 | ‒ 79.246 | ‒ 71.220 | 27.651 |
Uitgaven | 1.039.958 | ‒ 100 | 1.039.858 | 132.241 | 1.172.099 | 167.821 | 49.624 | 42.280 | 39.651 |
Waarvan juridisch verplicht | 95,3% | 99,0% | |||||||
1. Gezondheidsbeleid | 433.821 | ‒ 100 | 433.721 | 111.268 | 544.989 | 143.288 | 21.455 | 14.730 | 12.770 |
Subsidies | 25.107 | ‒ 100 | 25.007 | 382 | 25.389 | 601 | 550 | 472 | 472 |
(Lokaal) gezondheidsbeleid | 24.620 | ‒ 100 | 24.520 | 369 | 24.889 | 592 | 543 | 465 | 465 |
Overige | 487 | 0 | 487 | 13 | 500 | 9 | 7 | 7 | 7 |
Opdrachten | 2.080 | 0 | 2.080 | 833 | 2.913 | 937 | 339 | 339 | 339 |
(Lokaal) gezondheidsbeleid | 2.080 | 0 | 2.080 | 833 | 2.913 | 937 | 339 | 339 | 339 |
Bijdragen aan agentschappen | 108.907 | 0 | 108.907 | 7.427 | 116.334 | 7.579 | 7.184 | 7.097 | 6.274 |
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit | 90.474 | 0 | 90.474 | 4.120 | 94.594 | 5.916 | 5.876 | 5.877 | 5.878 |
RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed | 17.846 | 0 | 17.846 | 3.295 | 21.141 | 1.646 | 1.291 | 1.203 | 379 |
Overige | 587 | 0 | 587 | 12 | 599 | 17 | 17 | 17 | 17 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 297.590 | 0 | 297.590 | 102.748 | 400.338 | 134.168 | 12.850 | 6.290 | 5.153 |
ZonMw: programmering | 297.590 | 0 | 297.590 | 102.748 | 400.338 | 134.168 | 12.850 | 6.290 | 5.153 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan medeoverheden | 137 | 0 | 137 | ‒ 122 | 15 | 3 | 532 | 532 | 532 |
Aanpak Gezondheidsachterstanden | 137 | 0 | 137 | ‒ 122 | 15 | 3 | 3 | 3 | 3 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 529 | 529 | 529 |
2. Ziektepreventie | 439.164 | 0 | 439.164 | 15.325 | 454.489 | 17.663 | 26.557 | 26.155 | 25.586 |
Subsidies | 206.085 | 0 | 206.085 | 3.254 | 209.339 | 11.092 | 21.093 | 20.002 | 19.927 |
Ziektepreventie | 9.069 | 0 | 9.069 | 5.333 | 14.402 | 1.230 | 1.188 | 1.188 | 1.188 |
Bevolkingsonderzoeken | 147.196 | 0 | 147.196 | ‒ 1.968 | 145.228 | 8.538 | 18.503 | 17.392 | 17.302 |
Vaccinaties | 49.820 | 0 | 49.820 | ‒ 111 | 49.709 | 1.324 | 1.402 | 1.422 | 1.437 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 10.355 | 0 | 10.355 | ‒ 6.656 | 3.699 | ‒ 9 | ‒ 14 | ‒ 11 | ‒ 18 |
Ziektepreventie | 10.355 | 0 | 10.355 | ‒ 6.656 | 3.699 | ‒ 9 | ‒ 14 | ‒ 11 | ‒ 18 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan agentschappen | 221.680 | 0 | 221.680 | 13.894 | 235.574 | 7.598 | 6.495 | 7.181 | 6.694 |
RIVM: Opdrachtverlening aan kenniscentra | 93.396 | 0 | 93.396 | 23.531 | 116.927 | 7.025 | 6.020 | 6.699 | 6.292 |
RIVM: Bevolkingsonderzoeken | 37.631 | 0 | 37.631 | ‒ 269 | 37.362 | 845 | 931 | 950 | 950 |
RIVM: Vaccinaties | 89.640 | 0 | 89.640 | ‒ 8.386 | 81.254 | ‒ 272 | ‒ 456 | ‒ 468 | ‒ 548 |
Overige | 1.013 | 0 | 1.013 | ‒ 982 | 31 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan medeoverheden | 1.044 | 0 | 1.044 | 4.833 | 5.877 | ‒ 1.018 | ‒ 1.017 | ‒ 1.017 | ‒ 1.017 |
Overige | 1.044 | 0 | 1.044 | 4.833 | 5.877 | ‒ 1.018 | ‒ 1.017 | ‒ 1.017 | ‒ 1.017 |
3. Gezondheidsbevordering | 140.318 | 0 | 140.318 | 5.343 | 145.661 | 6.270 | 1.004 | 790 | 676 |
Subsidies | 116.037 | 0 | 116.037 | 5.526 | 121.563 | 5.377 | ‒ 4 | ‒ 211 | ‒ 332 |
Preventie van schadelijk middelengebruik | 19.114 | 0 | 19.114 | 4.132 | 23.246 | 602 | ‒ 88 | ‒ 95 | ‒ 139 |
Gezonde leefstijl en gezond gewicht | 23.857 | 0 | 23.857 | 719 | 24.576 | 1.349 | 711 | 511 | 484 |
Letselpreventie | 4.301 | 0 | 4.301 | 376 | 4.677 | 113 | 115 | 119 | 115 |
Bevordering van seksuele gezondheid | 67.788 | 0 | 67.788 | 274 | 68.062 | 3.291 | ‒ 772 | ‒ 776 | ‒ 821 |
Overige | 977 | 0 | 977 | 25 | 1.002 | 22 | 30 | 30 | 29 |
Opdrachten | 9.029 | 0 | 9.029 | ‒ 681 | 8.348 | ‒ 119 | 86 | 86 | 86 |
Gezondheidsbevordering | 9.029 | 0 | 9.029 | ‒ 681 | 8.348 | ‒ 119 | 86 | 86 | 86 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan agentschappen | 1.242 | 0 | 1.242 | 27 | 1.269 | 27 | 14 | 10 | 10 |
Overige | 1.242 | 0 | 1.242 | 27 | 1.269 | 27 | 14 | 10 | 10 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 114 | 0 | 114 | 3 | 117 | 20 | 20 | 20 | 20 |
Overige | 114 | 0 | 114 | 3 | 117 | 20 | 20 | 20 | 20 |
Bijdragen aan medeoverheden | 13.896 | 0 | 13.896 | 468 | 14.364 | 965 | 888 | 885 | 892 |
Heroïnebehandeling op medisch voorschrift | 13.896 | 0 | 13.896 | 468 | 14.364 | 965 | 888 | 885 | 892 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4. Ethiek | 26.655 | 0 | 26.655 | 305 | 26.960 | 600 | 608 | 605 | 619 |
Subsidies | 24.374 | 0 | 24.374 | ‒ 808 | 23.566 | ‒ 129 | ‒ 121 | ‒ 124 | ‒ 122 |
Abortusklinieken | 17.482 | 0 | 17.482 | 396 | 17.878 | 395 | 401 | 398 | 400 |
Medische Ethiek | 6.892 | 0 | 6.892 | ‒ 1.204 | 5.688 | ‒ 524 | ‒ 522 | ‒ 522 | ‒ 522 |
Opdrachten | 772 | 0 | 772 | 13 | 785 | 6 | 6 | 6 | 6 |
Medische Ethiek | 772 | 0 | 772 | 13 | 785 | 6 | 6 | 6 | 6 |
Bijdragen aan agentschappen | 1.509 | 0 | 1.509 | 1.100 | 2.609 | 723 | 723 | 723 | 735 |
CIBG: Uitvoeringstaken medische ethiek | 1.509 | 0 | 1.509 | 1.100 | 2.609 | 723 | 723 | 723 | 735 |
Ontvangsten | 13.903 | 0 | 13.903 | 10.000 | 23.903 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 13.903 | 0 | 13.903 | 10.000 | 23.903 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
1. Gezondheidsbeleid
Bijdragen aan agentschappen
Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit
Door een nieuw en breed pakket aan wettelijke maatregelen is het nodig
dat het reguliere toezicht van de NVWA (Nederlandse Voedsel- en
Warenautoriteit) op de domeinen tabak en alcohol wordt uitgebreid.
Toezicht is een essentieel onderdeel om van het Nationaal
Preventieakkoord een succes te maken. Ook heeft de Kamer meermaals
gevraagd om het toezicht en de communicatie op attractie- en
speeltoestellen aan te scherpen vanwege de risico’s. Hiervoor is
€ 1,8 miljoen overgeheveld naar de NVWA. Voorts is door het ministerie
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit € 1,3 miljoen overgeheveld
wegens BTW-compensatie. Het budget is daarnaast met € 1,9 miljoen
verhoogd wegens de loonprijsbijstelling 2020. Tot slot is er ook nog
voor de werkzaamheden van de NVWA € 1,0 miljoen aan budget overgeheveld.
Vanwege budgettaire neutrale verschuivingen vindt er een aanpassing van
€ 1,9 miljoen plaats.
RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning
zorgbreed
Voor de uitvoering van aanvullende opdrachten aan het RIVM is budget
overgeheveld naar dit instrument. Dit betreft opdrachten op het terrein
van de RIVM-programma’s Volksgezondheid & Zorg (€ 2,7 miljoen) en
Beleidsondersteuning Geneesmiddelen en Medische technologie
(€ 0,6 miljoen).
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
ZonMw: Programmering
Dit budget is verhoogd voor de financiële impuls voor de aanpak van dak-
en thuislozen van € 75 miljoen (en € 125 miljoen in 2021). Voorts is
€ 4,4 miljoen overgeheveld van artikel 3 Langdurige Zorg en
Ondersteuning voor de uitvoering van de programma's Beschermd Thuis,
Zingeving en Geestelijke Verzorging, Geweld Hoort Nergens Thuis en
Gewoon Bijzonder. Verder is € 4,2 miljoen overgeheveld van artikel
4 Zorgbreed voor de uitvoering van de programma's Kwaliteitsgelden en
Actieonderzoek Innovatieve Zorg. De overige mutaties bedragen per saldo
€ 1,2 miljoen.
ZonMw: COVID-19
ZonMw heeft inmiddels – in nauw overleg met RIVM – een expertgroep
gevraagd om onderzoeksvoorstellen te prioriteren, die op korte termijn
mogelijkheden inventariseren om verdere verspreiding van het coronavirus
te voorkomen en het herstel van de Nederlandse bevolking te bespoedigen.
Deze voorstellen hebben betrekking op: het volgen van personen die
herstellend zijn, de transmissie van het virus van en naar kinderen,
ziekenhuis epidemiologie, medicatieontwikkeling die op (zeer) korte
termijn toegepast kan worden, antilichamen en virusevolutie. Ook zijn er
onderzoeksvoorstellen geprioriteerd die naar de effecten van sociale
isolatie en de consequenties ervan kijken. Vanuit de begroting van VWS
wordt hiervoor een bijdrage van € 20 miljoen gedaan.
2. Ziektepreventie
Subsidies
Ziektepreventie
Het budget voor de tegemoetkoming Q-koorts patiënten is verhoogd met
€ 4,5 miljoen als gevolg van de verruiming van de subsidieregeling (TK
25.295 nr. 70). De overige mutaties bedragen per saldo € 0,8 miljoen.
Opdrachten
Ziektepreventie
Voor de uitvoering van vaccinonderzoek (€ 2,9 miljoen) en het onderzoek
naar alternatieven voor dierproeven (€ 0,8 miljoen) is budget
overgeboekt naar artikel 10 Apparaatsuitgaven. Verder is € 2,2 miljoen
overgeheveld naar het instrument Bijdragen agentschappen RIVM:
Opdrachtverlening aan Kenniscentra voor de aanpak van
antibioticaresistentie. De overige mutaties bedragen per saldo
€ 0,8 miljoen.
Bijdragen medeoverheden
GGD: COVID-19
Het gaat hier om extra kosten voor het uitvoeren van tests, contactonderzoek en voor een track en trace systeem in verband met COVID-19.
Bijdragen agentschappen
RIVM: Opdrachtverlening aan Kenniscentra
Het budget is verhoogd met € 2,9 miljoen voor de implementatie van het
echoscopisch onderzoek ter opsporing van structurele afwijkingen in het
eerste trimester van de zwangerschap (oftewel: de 13-wekenecho) in
onderzoeksverband. Voorts is € 2,2 miljoen overgeheveld van het
instrument opdrachten Ziektepreventie voor de aanpak van
antibioticaresistentie en € 2,2 miljoen van het instrument subsidies
NIPT voor de implementatie programmatische aanbieding van de NIPT door
het RIVM. Daarnaast is € 8,0 miljoen overgeheveld van het instrument
RIVM: Vaccinaties voor de implementatiekosten van de maternale
kinkhoestvaccinatie, de rotavirusvaccinatie en de pneumokokkenvaccinatie
voor ouderen. De overige mutaties bedragen per saldo € 1,4 miljoen.
RIVM: Vaccinaties
Er is € 8,0 miljoen overgeheveld naar het instrument RIVM:
Opdrachtverlening aan Kenniscentra voor de implementatiekosten van de
maternale kinkhoestvaccinatie, de rotavirusvaccinatie en de
pneumokokkenvaccinatie voor ouderen. De overige mutaties bedragen per
saldo minus € 0,4 miljoen.
RIVM: COVID-19
Het gaat hier om extra kosten voor het uitvoeren van tests, contactonderzoek en voor een track en trace systeem in verband met COVID-19.
3. Gezondheidsbevordering
Subsidies
Bevordering van de seksuele gezondheid
Betreft een kasschuif van het budget voor onbedoelde
zwangerschappen.
Nu niet zwanger/Onbedoelde zwangerschappen
De regeerakkoordmiddelen voor ‘Nu niet zwanger en onbedoelde
zwangerschappen’ worden in 2020 ingezet om uitvoering te geven aan het
plan Preventie en Ondersteuning Onbedoelde (tiener) Zwangerschappen.
Samen met een brede coalitie van veldpartijen zijn de afgelopen maanden
afspraken gemaakt over preventie en ondersteuning bij onbedoelde
(tiener) zwangerschappen. Het opstellen van het plan is een zorgvuldig
proces geweest zodat draagvlak en samenwerking geborgd is. Met het plan
wordt invulling gegeven aan de middelen die in het Regeerakkoord
beschikbaar zijn gesteld voor dit belangrijke maatschappelijke thema.
Het plan is reeds met de Kamer gedeeld.
Preventie van schadelijk middelengebruik
Deze middelen zijn vanuit een kasschuif van 2019 naar 2020 beschikbaar
voor verschillende doeleinden die voortkomen uit het Nationaal Preventie
Akkoord en betrekking hebben op alcohol en tabak. De kasschuif is
€ 1,9 miljoen.
Voor de uitvoering van het experiment gesloten coffeeshopketen zijn middelen nodig om uitvoering van het experiment in 2020 te waarborgen. Hiervoor is een kasschuif van € 1,1 miljoen toegepast waarvan € 0,8 miljoen beschikbaar is gesteld aan het ministerie van JenV voor de uitvoering van het experiment.
Verder is er € 1,9 miljoen overgeheveld voor diverse activiteiten op gebied van psychische gezondheid. Het budget is daarnaast met € 0,5 miljoen verhoogd wegens de loonprijsbijstelling 2020. Vanwege budgettaire neutrale verschuivingen vindt er een aanpassing van € 0,5 miljoen plaats.
Ontvangsten
De ontvangsten zijn verhoogd met € 10 miljoen in verband met de afroming van bestemmingsreserves op basis van de subsidieregeling Publieke Gezondheid
3.2 Artikel 2 Curatieve zorg
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 3.087.725 | ‒ 7.150 | 3.080.575 | 955.951 | 4.036.526 | 24.519 | 45.581 | 40.241 | 37.735 |
Uitgaven | 3.124.356 | ‒ 7.150 | 3.117.206 | 1.036.189 | 4.153.395 | 44.902 | 58.262 | 48.149 | 39.785 |
Waarvan juridisch verplicht | 99,4% | 99,4% | |||||||
1. Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg | 193.330 | ‒ 150 | 193.180 | 1.006.839 | 1.200.019 | 21.282 | 35.938 | 27.540 | 18.069 |
Subsidies | 141.236 | 0 | 141.236 | 1.001.420 | 1.142.656 | 17.151 | 33.063 | 24.878 | 14.154 |
Medisch specialistische zorg | 80.533 | 0 | 80.533 | ‒ 10.093 | 70.440 | ‒ 6.613 | ‒ 6.143 | ‒ 4.220 | ‒ 3.724 |
Curatieve ggz | 18.909 | 0 | 18.909 | 1.150 | 20.059 | 2.444 | 3.097 | 3.051 | 3.022 |
Eerste lijnszorg | 9.893 | 0 | 9.893 | 260 | 10.153 | 288 | 315 | 336 | 376 |
Lichaamsmateriaal | 20.608 | 0 | 20.608 | ‒ 2.037 | 18.571 | ‒ 591 | ‒ 554 | ‒ 598 | ‒ 593 |
Medische producten | 11.293 | 0 | 11.293 | 1.012.140 | 1.023.433 | 21.623 | 36.348 | 26.309 | 15.073 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 17.692 | ‒ 150 | 17.542 | ‒ 24 | 17.518 | 1.975 | 1.477 | 1.802 | 1.887 |
Medisch specialistische zorg | 1.157 | 0 | 1.157 | ‒ 184 | 973 | 11 | 11 | 11 | 5 |
Curatieve ggz | 4.887 | 0 | 4.887 | 330 | 5.217 | 325 | 64 | 58 | 58 |
Eerste lijnszorg | 153 | 0 | 153 | 3 | 156 | 1 | 1 | 2 | 2 |
Lichaamsmateriaal | 8.335 | 0 | 8.335 | ‒ 743 | 7.592 | 56 | 36 | 36 | 36 |
Medische producten | 3.160 | ‒ 150 | 3.010 | 570 | 3.580 | 1.582 | 1.365 | 1.695 | 1.786 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan agentschappen | 32.208 | 0 | 32.208 | 6.115 | 38.323 | 5.423 | 5.429 | 5.445 | 6.097 |
aCBG | 1.694 | 0 | 1.694 | 137 | 1.831 | 123 | 61 | 61 | 712 |
aCBG | 2.200 | 0 | 2.200 | 0 | 2.200 | 0 | 0 | 0 | 0 |
CIBG | 28.314 | 0 | 28.314 | 5.978 | 34.292 | 5.300 | 5.368 | 5.384 | 5.385 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 2.126 | 0 | 2.126 | ‒ 606 | 1.520 | ‒ 3.270 | ‒ 4.034 | ‒ 4.588 | ‒ 4.072 |
Overige | 2.126 | 0 | 2.126 | ‒ 606 | 1.520 | ‒ 3.270 | ‒ 4.034 | ‒ 4.588 | ‒ 4.072 |
Bijdragen aan medeoverheden | 68 | 0 | 68 | ‒ 66 | 2 | 3 | 3 | 3 | 3 |
Overige | 68 | 0 | 68 | ‒ 66 | 2 | 3 | 3 | 3 | 3 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3. Ondersteuning van het zorgstelsel | 2.931.026 | ‒ 7.000 | 2.924.026 | 29.350 | 2.953.376 | 23.620 | 22.324 | 20.609 | 21.716 |
Subsidies | 125.719 | ‒ 7.000 | 118.719 | 27.566 | 146.285 | 27.012 | 25.645 | 24.004 | 25.081 |
Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen | 1.303 | 0 | 1.303 | 34 | 1.337 | 34 | 34 | 34 | 34 |
Medisch-specialistische zorg | 65.531 | ‒ 7.000 | 58.531 | 104 | 58.635 | ‒ 535 | ‒ 743 | ‒ 1.469 | ‒ 1.538 |
Curatieve ggz | 8.981 | 0 | 8.981 | 233 | 9.214 | 292 | 318 | 76 | 239 |
Eerste lijnszorg | 8.702 | 0 | 8.702 | 229 | 8.931 | 260 | 226 | 77 | 53 |
Overige | 41.202 | 0 | 41.202 | 26.966 | 68.168 | 26.961 | 25.810 | 25.286 | 26.293 |
Bekostiging | 2.762.515 | 0 | 2.762.515 | ‒ 1.331 | 2.761.184 | ‒ 1.148 | ‒ 1.088 | ‒ 1.175 | ‒ 1.160 |
Rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds voor financiering van verzekerden 18- | 2.722.900 | 0 | 2.722.900 | 0 | 2.722.900 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Zorg illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen | 39.615 | 0 | 39.615 | ‒ 1.331 | 38.284 | ‒ 1.148 | ‒ 1.088 | ‒ 1.175 | ‒ 1.160 |
Inkomensoverdrachten | 18.523 | 0 | 18.523 | 0 | 18.523 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overgangsregeling FLO/VUT ouderenregeling ambulancepersoneel | 18.397 | 0 | 18.397 | 0 | 18.397 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 126 | 0 | 126 | 0 | 126 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 5.618 | 0 | 5.618 | 7.647 | 13.265 | 845 | 843 | 855 | 868 |
Risicoverevening | 1.986 | 0 | 1.986 | 33 | 2.019 | 33 | 33 | 33 | 33 |
Uitvoering zorgverzekeringstelsel | 1.201 | 0 | 1.201 | 20 | 1.221 | 15 | 15 | 15 | 15 |
Medisch-specialistische zorg | 118 | 0 | 118 | 5.502 | 5.620 | 2 | 7 | 20 | 32 |
Curatieve ggz | 417 | 0 | 417 | 7 | 424 | 7 | 0 | 0 | 1 |
Eerste lijnszorg | 100 | 0 | 100 | 2 | 102 | 2 | 2 | 2 | 2 |
Overige | 1.796 | 0 | 1.796 | 2.083 | 3.879 | 786 | 786 | 785 | 785 |
Bijdragen aan agentschappen | 13.846 | 0 | 13.846 | ‒ 4.033 | 9.813 | ‒ 3.205 | ‒ 3.203 | ‒ 3.202 | ‒ 3.202 |
CJIB: Onverzekerden en wanbetalers | 13.846 | 0 | 13.846 | ‒ 4.033 | 9.813 | ‒ 3.205 | ‒ 3.203 | ‒ 3.202 | ‒ 3.202 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 4.803 | 0 | 4.803 | ‒ 499 | 4.304 | 116 | 127 | 127 | 127 |
SVB: Onverzekerden | 3.778 | 0 | 3.778 | 99 | 3.877 | 99 | 100 | 100 | 100 |
Overige | 1.025 | 0 | 1.025 | ‒ 598 | 427 | 17 | 27 | 27 | 27 |
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 2 | 0 | 2 | 0 | 2 | 0 | 0 | 0 | 2 |
VenJ: Bijdrage C2000 | 2 | 0 | 2 | 0 | 2 | 0 | 0 | 0 | 2 |
Ontvangsten | 5.053 | 0 | 5.053 | 291.300 | 296.353 | 5.000 | 7.500 | 7.500 | 7.500 |
Overige | 5.053 | 0 | 5.053 | 291.300 | 296.353 | 5.000 | 7.500 | 7.500 | 7.500 |
Toelichting
1. Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg
Subsidies
Medisch-specialistische zorg
Ter dekking van problematiek op de VWS-begroting en anticiperend op onderuitputting wordt een meerjarige korting verwerkt op dit artikel van
€ 9,3 miljoen.
Medische producten
Deze post is het saldo van beleidsmatige mutaties voor onder meer de uitvoering van het landelijke Programma Medicatieoverdracht. In het landelijke Programma Medicatieoverdracht ondersteunt VWS partijen in het implementeren van de richtlijn medicatieoverdracht en de drie bijbehorende informatiestandaarden. Daarnaast worden middelen gereserveerd voor het ontwikkelen van medische isotopen.
Medische producten: COVID-19
In totaal wordt er naar huidige inschattingen voor € 970 miljoen aan
medische producten ingekocht vanwege COVID-19. Daar tegenover staan
ontvangsten doordat de medische hulpmiddelen worden doorverkocht, deze
ontvangsten zijn geraamd op het ontvangstenbudget.. De medische
hulpmiddelen (€ ca. 700 miljoen) waaronder mondkapjes en
beschermingsbrillen worden op dit moment door het Landelijk Consortium
Hulpmiddelen ingekocht en tegen de reguliere prijzen aan
zorginstellingen geleverd. Als gevolg zijn de geraamde ontvangsten van
de verkoop circa € 410 miljoen lager dan de geraamde uitgaven aan de
inkoop. Naast medische hulpmiddelen wordt beademingsapparatuur en
monitoringsapparatuur aangeschaft naar verwachting voor circa
€ 250 miljoen.
Bijdragen aan agentschappen
CIBG
Dit betreft onder meer hogere uitgaven aan het agentschap CIBG als
gevolg van kostenstijgingen door hogere uitgaven aan shared service
centra voor toegenomen eisen op het gebied van automatisering en
veiligheid (€ 5,4 miljoen).
3. Ondersteuning van het zorgstelsel
Subsidies
Overige
De zorgaanbieders doen steeds meer een beroep op de subsidieregeling onverzekerde personen waarmee financiële belemmeringen worden weggenomen om medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerde (verwarde) personen te verlenen. Deze stijging wordt veroorzaakt door een wijziging van de aanspraak van de regeling, zo geldt de eis van de verzekeringsplicht niet meer en wordt nu alle zorg vergoed, niet alleen de eerste 36 uur aan spoedzorg. Naar verwachting zullen de kosten voor 2020 en volgende jaren daardoor € 31 miljoen hoger uit vallen. In de komende jaren wordt verwacht dat gemeenten meer werk zullen maken van hun taak om onverzekerde verzekeringsplichtigen alsnog te verzekeren, zodat de kosten in die jaren iets af zullen nemen (€ 1,4 miljoen vanaf 2023). Tevens wordt onderzocht hoe een verdere stijging in de toekomst voorkomen kan worden.
Opdrachten
Patiëntenspreiding en mobiel vervoer: COVID-19
Er is een opdracht verstrekt aan het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ) om een Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding (LCPS) in te richten om de spreiding van patiënten over Nederland in goede banen te leiden. Tevens worden er middelen beschikbaar gesteld om patiënten te kunnen vervoeren.
Bijdragen aan agentschappen
Bij het CJIB is sprake van lagere uitvoeringskosten in het kader van de aanpak van onverzekerden en wanbetalers. De ruimte is mede het gevolg van lagere aantallen wanbetalers en onverzekerden dan waarmee eerder in de raming rekening was gehouden. Daarnaast was voor het CAK meerjarig een bedrag geraamd voor het omleiden van de zorgtoeslag. Gezamenlijk is geconcludeerd dat de baten niet opwegen tegen de kosten. Deze middelen vallen meerjarig vrij.
Ontvangsten
Doorverkoop van medische beschermingsmiddelen
Tegenover de uitgaven die hierboven zijn benoemd voor de inkoop van
medische beschermingsmiddelen staan ook ontvangsten. Deze betreffen de
verkoop van beschermingsmiddelen aan zorgaanbieders. De opbrengst
hiervan wordt geraamd op circa € 290 miljoen.
3.3 Artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 7.423.429 | 0 | 7.423.429 | ‒ 3.469.249 | 3.954.180 | 280.494 | 296.546 | 324.814 | 371.097 |
Uitgaven | 7.259.805 | 0 | 7.259.805 | 25.349 | 7.285.154 | 280.494 | 296.546 | 324.814 | 371.097 |
Waarvan juridisch verplicht | 99,3% | 99,3% | |||||||
1. Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen | 214.662 | 0 | 214.662 | 21.917 | 236.579 | ‒ 11.731 | ‒ 13.136 | ‒ 12.573 | ‒ 6.127 |
Subsidies | 70.054 | 0 | 70.054 | 16.106 | 86.160 | ‒ 5.993 | ‒ 7.611 | ‒ 7.318 | ‒ 961 |
Toegang tot zorg en ondersteuning | 18.668 | 0 | 18.668 | ‒ 5.001 | 13.667 | ‒ 423 | ‒ 209 | ‒ 221 | ‒ 229 |
Passende zorg en levensbrede ondersteuning | 20.415 | 0 | 20.415 | 22.730 | 43.145 | ‒ 5.140 | ‒ 6.782 | ‒ 6.564 | ‒ 179 |
Inclusieve samenleving | 15.256 | 0 | 15.256 | ‒ 1.109 | 14.147 | ‒ 194 | ‒ 215 | ‒ 205 | ‒ 209 |
Kennis en informatiebeleid | 10.300 | 0 | 10.300 | ‒ 566 | 9.734 | ‒ 306 | ‒ 384 | ‒ 306 | ‒ 317 |
Overige | 5.415 | 0 | 5.415 | 52 | 5.467 | 70 | ‒ 21 | ‒ 22 | ‒ 27 |
Opdrachten | 101.761 | 0 | 101.761 | ‒ 11.713 | 90.048 | ‒ 5.479 | ‒ 5.029 | ‒ 4.732 | ‒ 4.625 |
Bovenregionaal gehandicaptenvervoer | 63.721 | 0 | 63.721 | ‒ 3.528 | 60.193 | ‒ 2.521 | ‒ 3.005 | ‒ 3.128 | ‒ 3.217 |
Toegang tot zorg en ondersteuning | 6.950 | 0 | 6.950 | ‒ 3.185 | 3.765 | ‒ 250 | ‒ 299 | ‒ 312 | ‒ 321 |
Passende zorg en levensbrede ondersteuning | 3.200 | 0 | 3.200 | ‒ 222 | 2.978 | ‒ 45 | ‒ 83 | ‒ 49 | ‒ 50 |
Inclusiviteit | 12.056 | 0 | 12.056 | ‒ 4.795 | 7.261 | ‒ 1.428 | ‒ 260 | ‒ 245 | ‒ 260 |
Kennis, informatie en innovatiebeleid | 1.500 | 0 | 1.500 | 25 | 1.525 | 25 | 25 | 25 | 25 |
Aanbesteden Sociaal Domein | 3.495 | 0 | 3.495 | ‒ 3.438 | 57 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 10.839 | 0 | 10.839 | 3.430 | 14.269 | ‒ 1.260 | ‒ 1.407 | ‒ 1.023 | ‒ 802 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 12.847 | 0 | 12.847 | 890 | 13.737 | 633 | ‒ 496 | ‒ 523 | ‒ 541 |
Doventolkvoorzieningen | 12.847 | 0 | 12.847 | 890 | 13.737 | 633 | ‒ 496 | ‒ 523 | ‒ 541 |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 18.000 | 18.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 18.000 | 18.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Storting/onttrekking begrotingsreserve | 30.000 | 0 | 30.000 | ‒ 1.366 | 28.634 | ‒ 892 | 0 | 0 | 0 |
Stimulerings regeling wonen en zorg | 30.000 | 0 | 30.000 | ‒ 1.366 | 28.634 | ‒ 892 | 0 | 0 | 0 |
2. Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten | 7.045.143 | 0 | 7.045.143 | 3.432 | 7.048.575 | 292.225 | 309.682 | 337.387 | 377.224 |
Subsidies | 160.389 | 0 | 160.389 | ‒ 33.046 | 127.343 | 15.325 | 10.371 | ‒ 8.468 | ‒ 7.892 |
Zorg merkbaar beter maken | 74.933 | 0 | 74.933 | ‒ 14.861 | 60.072 | 16.774 | 12.232 | ‒ 8.767 | ‒ 8.827 |
Kennis, informatie en innovatiebeleid | 40.924 | 0 | 40.924 | ‒ 17.070 | 23.854 | 219 | ‒ 895 | ‒ 607 | ‒ 304 |
Palliatieve zorg en ondersteuning | 44.532 | 0 | 44.532 | ‒ 1.115 | 43.417 | ‒ 1.668 | ‒ 966 | 906 | 1.239 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bekostiging | 6.741.800 | 0 | 6.741.800 | 6.600 | 6.748.400 | 242.800 | 279.700 | 324.600 | 361.600 |
Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK) | 3.691.800 | 0 | 3.691.800 | 6.600 | 3.698.400 | 242.800 | 279.700 | 324.600 | 361.600 |
Bijdrage Wlz | 3.050.000 | 0 | 3.050.000 | 0 | 3.050.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 19.472 | 0 | 19.472 | 20.214 | 39.686 | 13.582 | 2.697 | 2.696 | 2.603 |
Zorgdragen voor langdurige zorg | 19.472 | 0 | 19.472 | 20.214 | 39.686 | 13.582 | 2.697 | 2.696 | 2.603 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan agentschappen | 0 | 0 | 0 | 500 | 500 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 500 | 500 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 123.482 | 0 | 123.482 | 9.164 | 132.646 | 20.518 | 16.914 | 18.559 | 20.913 |
Uitvoeringskosten Sociale Verzekerings Bank | 34.306 | 0 | 34.306 | 1.780 | 36.086 | 4.435 | 713 | 428 | 1.339 |
Uitvoeringskosten Centrum Indicatiestelling Zorg | 89.176 | 0 | 89.176 | 7.384 | 96.560 | 16.083 | 16.201 | 18.131 | 19.574 |
Ontvangsten | 5.691 | 0 | 5.691 | 0 | 5.691 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 5.691 | 0 | 5.691 | 0 | 5.691 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
1. Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen
Subsidies
Passende zorg en levensbrede ondersteuning
Vanwege de uitbraak van COVID-19 is de Stimuleringsregeling E-health
Thuis (SET) tijdelijk uitgebreid met een noodregeling: SET COVID-19. De
opdracht tot ‘social distancing’, ook wel sociale onthouding genoemd,
betekent dat er minder fysiek contact mogelijk is met mensen die
ondersteuning of ondersteuning nodig hebben. E-health toepassingen
kunnen in deze situatie uitkomst bieden. Van de beschikbare middelen
voor de SET in de komende jaren is met een kasschuif € 19 miljoen
toegevoegd aan het budget voor de SET in 2020.
Opdrachten
Bovenregionaal gehandicaptenvervoer
Op grond van een voorlopige raming is dit budget met € 3,5 miljoen
neerwaarts bijgesteld.
Toegang tot zorg en ondersteuning
Dit budget is verlaagd door onder andere het achterblijven van aanvragen
voor een gratis VOG voor vrijwilligers. Hierdoor is er € 2,8 miljoen
minder budget nodig dan vooraf ingeschat.
Inclusieve samenleving
De verlaging is onder andere ontstaan door overboekingen naar de
directie Communicatie van € 2,1 mln. voor de brede campagne Mantelzorg
en Mantelzorg Informatie Box en voor campagne voor Beeldvorming Ouderen.
Daarnaast is er € 1,6 miljoen overgeboekt naar de directie Publieke
Gezondheid voor het programma Versterking Aanpak Eenzaamheid dat door
ZonMw wordt uitgevoerd.
Aanbesteden Sociaal Domein
Bij het verwerken van een technische mutatie is er abusievelijk € 3,4
mln. teveel overgeboekt van Aanbesteden Sociaal Domein naar Opdrachten.
Dit zal in de volgende suppletoire begroting worden rechtgezet.
Bijdragen aan medeoverheden
Abonnementstarief Wmo COVID-19
In de huidige situatie kan het – gegeven de opvolging van
RIVM-aanwijzingen - voorkomen dat zorg en ondersteuning niet (volledig)
kan worden geleverd. Indien de beoogde Wmo-ondersteuning feitelijk in
enig maand niet wordt geboden, geldt de lijn dat de eigen bijdrage die
maand niet wordt gefactureerd, zoals in de Kamer in 2019 tijdens de
wetsbehandeling Wmo abonnementstarief als uitgangspunt genoemd
(start-stopbeleid). De toepassing van deze beleidslijn tijdens de
huidige crisis zou echter betekenen dat gemeenten nu, in overleg met
aanbieders, voor het totale cliëntenbestand Wmo zouden moeten bezien in
welke individuele situaties de eigen bijdrage gestopt zou moeten worden
(en wanneer deze weer gestart zou moeten worden). Dit zou alle betrokken
partijen in deze fase een onevenredig grote (administratieve)
uitvoeringslast bezorgen. Gelet op het voorgaande is besloten om alle
Wmo-cliënten, exclusief cliënten met de voorzieningen beschermd wonen en
opvang in elk geval voor de maanden april en mei vrij te stellen van een
eigen bijdrage. De geraamde kosten zijn € 9 miljoen per maand (totaal
€ 18 miljoen).
2. Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten
Subsidies
Zorg merkbaar beter maken
Het programma Thuis in het Verpleeghuis wordt voortgezet. Verpleeghuizen
worden ondersteund in het verbeteren van de kwaliteit via Waardigheid en
Trots op locatie en onder andere de beweging Radicale vernieuwing in de
verpleeghuiszorg en de stuurgroep kwaliteitskader verpleeghuiszorg
worden gefaciliteerd. Het programma Waardigheid en trots laat een andere
liquiditeitsbehoefte zien dan vooraf geraamd. Daarom zal een deel van
het budget in latere jaren tot besteding komen (totale mutatie
€ 19,9 miljoen).
Voor het aardbevingsbestendig maken van zorggebouwen in Groningen, zijn middelen van het uitgavenplafond zorg naar de begroting overgeheveld (€ 6,2 miljoen) en verder hebben zich op dit budget nog enkele beperkte mutaties voorgedaan van per saldo € 1,2 miljoen.
Kennis, informatie en innovatiebeleid
De subsidieregeling voor de versnelling van gegevensuitwisseling in de
langdurige zorg – InZicht – is per 2 september 2019 opengesteld. Om
ervaring op te doen met het uitwisselen van gegevens, binnen en buiten
de langdurige zorg, zijn 16 samenwerkingsverbanden in de zogenoemde
Proeftuinen InZicht gestart. Daarnaast is ter ondersteuning van de
regeling en de proeftuinen een programmabureau opgericht (waarvoor
€ 4,4 miljoen is overgeheveld naar het opdrachtenbudget) en hebben
enkele brancheorganisaties een projectsubsidie ontvangen
(€ 0,3 miljoen). Verder is gebleken dat niet alle begrote uitgaven dit
jaar tot besteding komen (€ 14,3 miljoen).
Het saldo betreft € 1,7 miljoen en zijn mutaties van geringe omvang naar andere instrumenten binnen de begroting.
Bekostiging
Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK)
De uitgavenraming voor de BIKK is op basis van het Centraal
Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau (CPB) bijgesteld
(€ 11,9 miljoen).
Opdrachten
Zorgdragen voor langdurige zorg
Voor de «Proeftuinen Inzicht» en het programmabureau voor deze
proeftuinen en de regeling is € 4,4 miljoen benodigd. Daarnaast zijn er
door noodzakelijke technische aanpassingen meeruitgaven aan het PGB2.0
systeem, het beheer en communicatie (€ 11,8 miljoen). Verder hebben in
2019 niet alle begrote uitgaven in 2019 tot betaling geleid, waardoor
deze in 2020 tot uitgaven leiden (€2,6 miljoen). Het resterende saldo
betreft een aantal geringe mutaties.
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
Uitvoeringskosten Centrum Indicatiestelling
Zorg
Het CIZ heeft een nieuwe rol bij de uitvoering Wet zorg en dwang en er
is een toename in het aantal aanvragen Wlz waarneembaar, wat tot
meerkosten leidt (samen € 4,9 miljoen). Daarnaast is de jaarlijkse
loonbijstelling (€ 2,4 miljoen).
3.4 Artikel 4 Zorgbreed beleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 950.840 | 7.150 | 957.990 | ‒ 32.785 | 925.205 | ‒ 54.199 | ‒ 54.468 | 8.069 | 9.453 |
Uitgaven | 1.072.559 | 7.150 | 1.079.709 | 95.494 | 1.175.203 | 46.289 | 33.489 | 24.548 | 25.932 |
Waarvan juridisch verplicht | 98,3% | 98,3% | |||||||
1. Positie cliënt en transparantie van zorg | 56.700 | 0 | 56.700 | 4.240 | 60.940 | 3.221 | 1.774 | 696 | 712 |
Subsidies | 42.967 | 0 | 42.967 | ‒ 8.952 | 34.015 | 1.685 | 184 | ‒ 893 | ‒ 877 |
Patiënten- en gehandicaptenorganisaties | 17.000 | 0 | 17.000 | ‒ 535 | 16.465 | 445 | 450 | ‒ 579 | ‒ 572 |
Transparantie van zorg | 25.927 | 0 | 25.927 | ‒ 8.418 | 17.509 | 1.239 | ‒ 267 | ‒ 315 | ‒ 311 |
Overige | 40 | 0 | 40 | 1 | 41 | 1 | 1 | 1 | 6 |
Opdrachten | 8.740 | 0 | 8.740 | 10.765 | 19.505 | 60 | 113 | 112 | 112 |
Ondersteuning cliëntorganisaties | 3.988 | 0 | 3.988 | 2.597 | 6.585 | 3 | 66 | 66 | 66 |
Transparantie van zorg | 693 | 0 | 693 | 11 | 704 | 7 | 7 | 7 | 7 |
Overige | 4.059 | 0 | 4.059 | 8.157 | 12.216 | 50 | 40 | 39 | 39 |
Bijdragen aan agentschappen | 4.993 | 0 | 4.993 | 2.427 | 7.420 | 1.476 | 1.477 | 1.477 | 1.477 |
CIBG | 4.993 | 0 | 4.993 | 2.427 | 7.420 | 1.476 | 1.477 | 1.477 | 1.477 |
2. Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt | 555.563 | 7.000 | 562.563 | 35.935 | 598.498 | 5.880 | 4.644 | 2.500 | 2.539 |
Subsidies | 534.341 | 7.000 | 541.341 | 33.417 | 574.758 | 5.488 | 4.242 | 2.092 | 2.131 |
Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt | 534.341 | 7.000 | 541.341 | 33.417 | 574.758 | 5.488 | 4.242 | 2.092 | 2.131 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 8.809 | 0 | 8.809 | 543 | 9.352 | 128 | 135 | 135 | 135 |
Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt | 8.809 | 0 | 8.809 | 543 | 9.352 | 128 | 135 | 135 | 135 |
Bijdragen aan agentschappen | 12.413 | 0 | 12.413 | 1.975 | 14.388 | 264 | 267 | 229 | 229 |
CIBG | 12.413 | 0 | 12.413 | 1.975 | 14.388 | 264 | 267 | 229 | 229 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 44 | 44 |
ZiNL | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 44 | 44 |
3. Informatiebeleid | 74.476 | 150 | 74.626 | 20.738 | 95.364 | 34.975 | 27.820 | 22.816 | 22.817 |
Subsidies | 35.793 | 150 | 35.943 | ‒ 353 | 35.590 | 10.739 | 9.742 | 5.438 | 5.438 |
Informatiebeleid | 10.967 | 0 | 10.967 | 4.321 | 15.288 | 5.239 | 5.234 | 5.235 | 5.235 |
Overige | 24.826 | 150 | 24.976 | ‒ 4.674 | 20.302 | 5.500 | 4.508 | 203 | 203 |
Opdrachten | 23.592 | 0 | 23.592 | 11.464 | 35.056 | 17.009 | 8.245 | 7.545 | 7.545 |
Informatiebeleid | 9.460 | 0 | 9.460 | 16.428 | 25.888 | 4.507 | 2.743 | 2.743 | 2.743 |
Overige | 14.132 | 0 | 14.132 | ‒ 4.964 | 9.168 | 12.502 | 5.502 | 4.802 | 4.802 |
Bijdragen aan agentschappen | 15.091 | 0 | 15.091 | 9.627 | 24.718 | 7.227 | 9.833 | 9.833 | 9.834 |
Informatiebeleid | 15.091 | 0 | 15.091 | 9.627 | 24.718 | 7.227 | 9.833 | 9.833 | 9.834 |
Overige | |||||||||
4. Inrichting Zorgstelsel | 251.889 | 0 | 251.889 | ‒ 1.305 | 250.584 | ‒ 2.033 | ‒ 5.138 | ‒ 5.906 | ‒ 4.700 |
Subsidies | 200 | 0 | 200 | 5 | 205 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Programma's Zorgstelsel | 200 | 0 | 200 | 5 | 205 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 1.839 | 0 | 1.839 | 530 | 2.369 | 34 | 26 | 9 | 9 |
Programma's Zorgstelsel | 1.300 | 0 | 1.300 | 521 | 1.821 | 25 | 17 | 0 | 0 |
Overige | 539 | 0 | 539 | 9 | 548 | 9 | 9 | 9 | 9 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 247.350 | 0 | 247.350 | 603 | 247.953 | 376 | ‒ 2.722 | ‒ 3.473 | ‒ 4.767 |
CAK | 124.389 | 0 | 124.389 | ‒ 6.071 | 118.318 | ‒ 4.531 | ‒ 5.917 | ‒ 6.180 | ‒ 6.367 |
NZa | 59.970 | 0 | 59.970 | 1.009 | 60.979 | 1.285 | 1.376 | 1.246 | 1.268 |
Zorginstituut Nederland | 59.878 | 0 | 59.878 | 5.474 | 65.352 | 647 | 637 | 559 | ‒ 570 |
CSZ | 2.200 | 0 | 2.200 | 57 | 2.257 | 57 | 59 | 59 | 59 |
Overige | 913 | 0 | 913 | 134 | 1.047 | 2.918 | 1.123 | 843 | 843 |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 2.500 | 0 | 2.500 | ‒ 2.443 | 57 | ‒ 2.443 | ‒ 2.442 | ‒ 2.442 | 58 |
EZK: ACM | 2.500 | 0 | 2.500 | ‒ 2.443 | 57 | ‒ 2.443 | ‒ 2.442 | ‒ 2.442 | 58 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5. Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland | 133.931 | 0 | 133.931 | 35.886 | 169.817 | 4.246 | 4.389 | 4.442 | 4.564 |
Subsidies | 0 | 0 | 0 | 3.142 | 3.142 | 2.224 | 2.223 | 2.223 | 2.223 |
Zorg en Welzijn | 0 | 0 | 0 | 3.142 | 3.142 | 2.224 | 2.223 | 2.223 | 2.223 |
Bekostiging | 133.331 | 0 | 133.331 | 30.430 | 163.761 | 1.122 | 1.266 | 1.319 | 1.441 |
Zorg en Welzijn | 133.331 | 0 | 133.331 | 30.430 | 163.761 | 1.122 | 1.266 | 1.319 | 1.441 |
Bijdragen aan medeoverheden | 600 | 0 | 600 | 2.314 | 2.914 | 900 | 900 | 900 | 900 |
Overige | 600 | 0 | 600 | 2.314 | 2.914 | 900 | 900 | 900 | 900 |
Ontvangsten | 70.655 | 0 | 70.655 | 0 | 70.655 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Wanbetalers en onverzekerden | 59.502 | 0 | 59.502 | 0 | 59.502 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 11.153 | 0 | 11.153 | 0 | 11.153 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
1. Positie cliënt en transparantie van zorg
Subsidies
Transparantie van zorg
Vanuit het programma Uitkomstgerichte zorg is € 2 miljoen overgeheveld
naar artikel 1 (onderdeel 1 Gezondheidsbeleid) voor het ZonMw programma
Kwaliteitsgelden en wordt € 5,9 miljoen via een kasschuif in
overeenstemming gebracht met de uitvoering van reeds voorziene
werkplannen.
Opdrachten
Voor de beheer- en bewaarplicht van medische dossiers van het failliete Slotervaart is € 2,8 miljoen beschikbaar gesteld.
Overig
Voor de uitvoering van de communicatie op verschillende dossiers en
programma’s wordt door directies campagnebudget overgeheveld naar de
directie Communicatie (totaal € 8,1 miljoen). Dit budget is onder andere
bestemd voor de uitvoering van de campagnes Seksuele Gezondheid &
Onbedoeld Zwanger (€ 1,7 miljoen), Mantelzorg Langer Thuis
(€ 1,25 miljoen) en Zorg van Nu (€ 1,2 miljoen).
2. Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt
Subsidies
Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt: COVID-19
Er is een extra categorie Corona aan het Sectorplan Plus toegevoegd. Deze middelen worden ingezet voor het inzetbaar maken en inwerken van de extra personeel , personeel dat zich heeft aangeboden om de coronacrisis te helpen bestrijden. Denk hierbij aan korte trainingen voor het omgaan met beademingsapparatuur. Hierdoor kunnen deze mensen, waaronder bijvoorbeeld voormalige zorgprofessionals snel aan de slag. In totaal gaat het om € 24,8 miljoen.
Overig: bijdrage aan stichting ZWIC (COVID-19)
Het gaat hier om een speciaal fonds voor zorgprofessionals die te maken hebben gekregen met COVID-19 – en aan de gevolgen zijn overleden of na een IC behandeling dusdanige schade hebben overgehouden dat arbeidsongeschiktheid is ontstaan. Deze zorgprofessionals ontvangen een tegemoetkoming. Met de bijdrage vanuit de VWS-begroting kan de stichting vanuit het fonds de tegemoetkoming verstrekken.
3. Informatiebeleid
Subsidies
Informatiebeleid
Voor 2020 zijn aanvullende middelen beschikbaar gesteld voor subsidies die bijdragen aan de digitaliseringsdoelstelling: de juiste informatie op het juiste moment en op de juiste plek, veilig en betrouwbaar. Voor de instellingssubsidie van Nictiz is in 2020 € 3 miljoen extra beschikbaar en structureel vanaf 2021 € 3,5 miljoen extra. Ook zijn middelen beschikbaar gesteld voor het professionaliseren en doorontwikkelen van de diensten en staande Z-CERT organisatie en collectieve deelname zorgsectoren (€ 1 miljoen in 2020 en structureel € 1,5 miljoen).
Overig
In het Regeerakkoord zijn middelen beschikbaar gesteld voor het
bevorderen van digitaal ondersteunde zorg. Een deel van deze middelen
stonden nog op de Aanvullende Post bij Financiën en zijn nu voor de
jaren 2020 t/m 2023 beschikbaar gesteld. Voor 2020 wordt een budget van
€ 0,8 miljoen overgeheveld naar de VWS-begroting. Deze middelen worden
ingezet voor de PGO-gebruikersregeling. Daarnaast is sprake van diverse
overhevelingen (€ 3,2 miljoen), namelijk voor Pharos, voor het programma
Zorg van Nu en Actieonderzoek. Een bedrag van € 3 miljoen wordt
doorgeschoven naar 2021, omdat ook in 2021 uitgaven voor subsidies
worden verwacht en hiervoor nog geen budget beschikbaar is.
Opdrachten
Informatiebeleid
Om toegang tot medische gegevens in de zorg te versnellen en deze uitwisseling veilig en betrouwbaar te maken, is extra geld beschikbaar gesteld voor de thema’s authenticatie in de zorg en het programma gegevensuitwisseling. Dit draagt bij aan de realisatie van de doelstelling inzake digitalisering: de juiste informatie op het juiste moment en op de juiste plek, veilig en betrouwbaar (€ 9,5 miljoen). Ook is € 1 miljoen beschikbaar gesteld naar aanleiding van het aangenomen amendement van de Kamerleden Van Den Berg en Veldman over digitalisering van zorg in de regio tijdens de begrotingsbehandeling 2020 van het ministerie van VWS.
Overig
In het Regeerakkoord zijn middelen beschikbaar gesteld voor het
bevorderen van digitaal ondersteunde zorg. Een deel van deze middelen
stonden nog op de Aanvullende Post bij Financiën en zijn nu voor de
jaren 2020 t/m 2023 beschikbaar gesteld. Voor 2020 wordt een budget van
€ 2,8 miljoen overgeheveld naar de VWS-begroting. Deze middelen worden
ingezet voor de impuls- en voucherregeling Juiste Zorg op de Juiste
Plek. Daarnaast is sprake van diverse overhevelingen (€ 1,5 miljoen)
voor opdrachten voor Zorg voor innoveren en de e-healthmonitor. Vanuit
2020 wordt € 5 miljoen doorgeschoven naar 2021, omdat ook in 2021
uitgaven voor opdrachten worden verwacht en hiervoor nog geen budget
beschikbaar is.
Overig: elektronisch platform huisartsen (COVID-19)
Op dit moment zijn er speciale Corona-huisartsenpraktijken om patiënten te ontvangen. Niet in alle gevallen is het mogelijk om de huisartseninformatie dan direct in te kunnen zien. Om deze informatie voor huisartsen sneller te ontsluiten worden de gegevens digitaal ontsloten, hiervoor is € 5,7 miljoen beschikbaar.
Bijdragen aan agentschappen
Informatiebeleid
Authenticatie op voldoende hoog niveau is belangrijk in de zorg. De kosten voor beheer en exploitatie van DigiD en MijnOverheid worden doorbelast aan afnemers. Het gebruik van deze authenticatiemiddelen neemt toe en ook de komende jaren zal het gebruik van deze voorzieningen sterk toenemen, onder andere omdat de patiënt online toegang krijgt tot zijn medisch dossier. Voor 2020 nemen de kosten met € 5,2 miljoen toe, in 2021 met € 7,2 miljoen en vanaf 2022 naar verwachting met € 9,8 miljoen.
Tegenover hogere opbrengsten voor het Unieke Zorgverlener Identificatie (UZI) register in 2019 (als gevolg van een verkorting van de levensduur van UZI-passen en vroegtijdige vervanging van servercertificaten) staan lagere inkomsten voor het CIBG c.q. een hogere bijdrage van de opdrachtgever in 2020 (desaldering € 4,1 miljoen in 2020).
4. Inrichting Zorgstelsel
Bijdragen aan ZBO's/RWT
CAK
Dit betreft het saldo van diverse mutaties. De belangrijkste zijn de
toedeling van de OVA-bijstelling 2020 (€ 3,3 miljoen).
Zorginstituut
Dit betreft het saldo van diverse mutaties. De belangrijkste is een
overheveling van € 4,8 miljoen vanuit de premiegefinancierde uitgaven
(beheerskosten Wlz) ten behoeve van het project Keteninformatie
Kwaliteit Verpleeghuiszorg (KIK-V). Daarnaast is een bedrag van
€ 2,7 miljoen overgeheveld vanuit begrotingsartikel 2 ten behoeve van
het programma Zorgevaluatie en Gepast Gebruik van het Zorginstituut.
Tenslotte is hier sprake van de toedeling van de OVA-bijstelling 2020
(€ 1,5 miljoen).
5. Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland
Subsidies
Zorg en welzijn
Er worden een aantal jeugdorganisaties op Caribisch Nederland gesubsidieerd. Sinds 2020 verloopt de betaling van de subsidies rechtstreeks vanuit VWS in plaats vanuit de Rijksdienst Caribisch Nederland. Daarom wordt € 3,1 miljoen overgeboekt naar dit begrotingsinstrument.
Bekostiging
Zorg en welzijn: COVID‒ 19
De medische zorg wordt in verband met COVID-19 in Caribisch Nederland versterkt. Het betreft tijdelijke uitbreiding van de IC capaciteit en extra inzet van personeel, extra capaciteit voor medische evacuaties, inhuur van artsen, repatriëringen verzekerden en levering van apparatuur. In totaal worden de kosten geraamd op € 31,7 miljoen.
3.5 Artikel 5 Jeugd
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 95.773 | 11.500 | 107.273 | 48.164 | 155.437 | 39.964 | 40.355 | 27.255 | 27.187 |
Uitgaven | 95.773 | 11.500 | 107.273 | 58.164 | 165.437 | 39.964 | 40.355 | 27.255 | 27.187 |
93,5% | 97,9% | ||||||||
3. Effectief en efficiënt werkend jeugdstelsel | 95.773 | 11.500 | 107.273 | 58.164 | 165.437 | 39.964 | 40.355 | 27.255 | 27.187 |
Subsidies | 85.859 | 11.500 | 97.359 | 58.063 | 155.422 | 39.432 | 39.891 | 27.074 | 27.006 |
Kennis en informatiebeleid | 6.825 | 0 | 6.825 | 4.330 | 11.155 | 4.518 | 4.428 | 4.404 | 4.388 |
Jeugdbeleid | 60.749 | 11.500 | 72.249 | 54.635 | 126.884 | 35.459 | 36.139 | 23.379 | 23.347 |
Jeugdstelsel | 18.285 | 0 | 18.285 | ‒ 902 | 17.383 | ‒ 545 | ‒ 676 | ‒ 709 | ‒ 729 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 8.366 | 0 | 8.366 | 68 | 8.434 | 499 | 430 | 147 | 147 |
Kennis en informatiebeleid | 1.652 | 0 | 1.652 | 27 | 1.679 | 27 | 27 | 31 | 31 |
Jeugdbeleid | 6.714 | 0 | 6.714 | 41 | 6.755 | 472 | 403 | 116 | 116 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan agentschappen | 1.331 | 0 | 1.331 | 28 | 1.359 | 28 | 29 | 29 | 29 |
Overige | 1.331 | 0 | 1.331 | 28 | 1.359 | 28 | 29 | 29 | 29 |
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 217 | 0 | 217 | 5 | 222 | 5 | 5 | 5 | 5 |
Overige | 217 | 0 | 217 | 5 | 222 | 5 | 5 | 5 | 5 |
Ontvangsten | 26.085 | 0 | 26.085 | 0 | 26.085 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 26.085 | 0 | 26.085 | 0 | 26.085 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
3. Effectief en efficiënt werkend jeugdstelsel
Subsidies
Kennis en informatiebeleid
De voornaamste oorzaak van de wijziging op dit hoofdbudget is
de mutatie vanuit subsidies Zorg voor de Jeugd naar subsidies Kennis en
beleidsinformatie van € 4,3 miljoen, om de structurele ophoging van de
instellingssubsidie aan het Nederlandse Jeugdinstituut (NJI) op te
vangen. De overige mutaties betreffen diverse reguliere en technische
mutaties voor kennis en informatiebeleid.
Jeugbeleid
Om de continuïteit van cruciale jeugdhulp, jeugdbescherming en
jeugdreclassering te waarborgen is sinds 1 januari 2019 de
Jeugdautoriteit operationeel. De Jeugdautoriteit werkt voor de zomer van
2020 aan een ontwikkelagenda om het doel en de taken van de
Jeugdautoriteit verder vorm te geven en instrumenten te ontwikkelen ten
behoeve van de continuïteit van jeugdhulp en het voorkomen van
schoksgewijze bewegingen in het zorglandschap. Daarnaast wordt
onderzocht of verbeterprogramma’s waarbij gemeenten en aanbieders van
cruciale jeugdhulp niet vrijblijvend ondersteund worden van toegevoegde
waarde kunnen zijn. Dit is van belang voor een betere organisatie van
cruciale jeugdhulp. De totale mutatie is € 54,6 miljoen.
3.6 Artikel 6 Sport en bewegen
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 405.574 | ‒ 62.200 | 343.374 | 23.593 | 366.967 | ‒ 56.408 | ‒ 57.131 | 1.224 | 882 |
Uitgaven | 436.166 | ‒ 62.200 | 373.966 | 28.263 | 402.229 | ‒ 56.408 | ‒ 57.131 | 1.224 | 882 |
Waarvan juridisch verplicht | 98,6% | 99,0% | |||||||
1. Passend sport- en beweegaanbod | 976 | 0 | 976 | 508 | 1.484 | 9 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies | 976 | 0 | 976 | 508 | 1.484 | 9 | 0 | 0 | 0 |
Passend sport- en beweegaanbod | 976 | 0 | 976 | 508 | 1.484 | 9 | 0 | 0 | 0 |
2. Uitblinken in sport | 1.284 | 0 | 1.284 | 34 | 1.318 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies | 1.284 | 0 | 1.284 | 34 | 1.318 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitblinken in sport | 1.284 | 0 | 1.284 | 34 | 1.318 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4. Sport verenigt Nederland | 433.906 | ‒ 62.200 | 371.706 | 27.721 | 399.427 | ‒ 56.417 | ‒ 57.131 | 1.224 | 882 |
Subsidies | 162.809 | 100 | 162.909 | 20.170 | 183.079 | ‒ 1.575 | ‒ 8.060 | ‒ 5.887 | ‒ 6.235 |
Sportakkoord | 68.207 | 100 | 68.307 | 5.264 | 73.571 | 5.854 | ‒ 77 | 2.065 | 1.982 |
Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties | 86.871 | 0 | 86.871 | 14.730 | 101.601 | ‒ 7.687 | ‒ 8.314 | ‒ 8.345 | ‒ 8.593 |
Kennis en innovatie | 7.731 | 0 | 7.731 | 176 | 7.907 | 258 | 331 | 393 | 376 |
Inkomensoverdrachten | 13.340 | 0 | 13.340 | 475 | 13.815 | 437 | 441 | 441 | 441 |
Financiële voorziening topsporters | 13.340 | 0 | 13.340 | 475 | 13.815 | 437 | 441 | 441 | 441 |
Opdrachten | 4.143 | 0 | 4.143 | 297 | 4.440 | 139 | 12 | 12 | 12 |
Sportakkoord | 3.927 | 0 | 3.927 | 267 | 4.194 | 135 | 8 | 8 | 8 |
Kennis en innovatie | 216 | 0 | 216 | 30 | 246 | 4 | 4 | 4 | 4 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 2.472 | 0 | 2.472 | 255 | 2.727 | 255 | 255 | 255 | 257 |
Dopingautoriteit | 2.472 | 0 | 2.472 | 255 | 2.727 | 255 | 255 | 255 | 257 |
Bijdragen aan medeoverheden | 177.924 | 0 | 177.924 | 15.341 | 193.265 | 14.661 | 14.705 | 4.707 | 4.710 |
Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties | 177.924 | 0 | 177.924 | 4.676 | 182.600 | 4.661 | 4.705 | 4.707 | 4.710 |
Sportakkoord | 0 | 0 | 0 | 10.665 | 10.665 | 10.000 | 10.000 | 0 | 0 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 230 | 0 | 230 | 95 | 325 | 95 | 95 | 95 | 95 |
Dopingbestrijding | 230 | 0 | 230 | 95 | 325 | 95 | 95 | 95 | 95 |
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 72.988 | ‒ 62.300 | 10.688 | ‒ 8.912 | 1.776 | ‒ 70.429 | ‒ 64.579 | 1.601 | 1.602 |
Sportakkoord | 72.988 | ‒ 62.300 | 10.688 | ‒ 8.912 | 1.776 | ‒ 70.429 | ‒ 64.579 | 1.601 | 1.602 |
Ontvangsten | 740 | 0 | 740 | 0 | 740 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 740 | 0 | 740 | 0 | 740 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
4. Sport verenigt Nederland
Subsidies
Sportakkoord
Voor het uitvoeren van het aanvalsplan discriminatie en racisme is
€ 4,2 miljoen beschikbaar. Ook is € 1,8 miljoen voor loonbijstelling
beschikbaar. Daarnaast is budgettair neutraal binnen de sportbegroting
€ 0,6 miljoen overgeheveld naar andere instrumenten om de uitgaven vanaf
het juiste financiële instrument te verantwoorden, en heeft een aantal
mutaties van beperkte omvang van € 0,1 miljoen plaatsgevonden.
Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties
Er is € 25,0 miljoen voor de BOSA-regeling beschikbaar gekomen. Ook is
2,3 miljoen loonbijstelling beschikbaar gesteld. Daarnaast vindt
er vanwege budgettair neutrale verschuivingen en voor de
uitvoeringskosten BOSA/SPUK een aanpassing plaats.
Overig: Stichting waarborgfonds voor sportverenigingen
(COVID-19)
Vanuit de Stichting waarborgfonds voor sportverenigingen kunnen
sportverenigingen een lening afsluiten. Er wordt € 10,5 miljoen gestort
in de Stichting waarborgfonds om leningen in verband met COVID-19
mogelijk te maken.
Bijdragen aan medeoverheden
Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties
Er is een bedrag van € 4,7 miljoen voor loonbijstelling voor de
specifieke uitkering stimulering sport (SPUK) beschikbaar.
Sportakkoord
Er is budgettair neutraal binnen de begroting € 10,7 miljoen
overgeheveld van een ander instrument (bijdragen aan andere
begrotingshoofdstukken) om de uitgaven in het kader van het Sportakkoord
vanaf het juiste financiële instrument te verantwoorden. Vanaf dit
instrument worden middelen beschikbaar gesteld voor lokale overheden om
een procesbegeleider aan te kunnen stellen en om lokale coalities te
ondersteunen bij de uitvoering van hun lokale sportakkoord.
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
GF: Inclusief sporten
Gemeenten stellen professionals aan als buurtsportcoaches. Zij leggen
verbindingen tussen sport en sectoren als onderwijs, cultuur, zorg,
welzijn en buitenschoolse opvang. Vanuit VWS is bij de Nota van
Wijziging in 2020 € 62,3 miljoen overgeboekt naar het gemeentefonds.
Sportakkoord
Er is budgettair neutraal binnen de begroting € 10,7 miljoen
overgeheveld naar een ander instrument (bijdragen aan medeoverheden) om
de uitgaven in het kader van het Sportakkoord vanaf het juiste
financiële instrument te verantwoorden.
Daarnaast is er loonbijstelling beschikbaar gesteld en heeft een aantal mutaties van beperkte omvang plaatsgevonden. In totaal gaat het om € 1,8 miljoen aan mutaties.
3.7 Artikel 7 Oorlogsgetroffenen en Herinnering WO II
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 254.599 | 0 | 254.599 | ‒ 224.962 | 29.637 | 7.623 | ‒ 3.592 | ‒ 5.782 | ‒ 6.117 |
Uitgaven | 254.599 | 0 | 254.599 | ‒ 4.997 | 249.602 | 8.423 | ‒ 3.592 | ‒ 5.782 | ‒ 6.117 |
Waarvan juridisch verplicht | 99,2% | 98,7% | |||||||
1. De zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WOII en de herinnering aan WO II | 28.392 | 0 | 28.392 | 2.247 | 30.639 | 15.225 | 3.134 | 1.266 | 1.255 |
Subsidies | 27.546 | 0 | 27.546 | 2.239 | 29.785 | 15.217 | 3.126 | 1.258 | 1.247 |
Nationaal Comité | 5.824 | 0 | 5.824 | 153 | 5.977 | 143 | 144 | 144 | 145 |
Nationale herinneringscentra | 3.522 | 0 | 3.522 | 93 | 3.615 | 66 | 67 | 67 | 67 |
Collectieve Erkenning Indisch Nederland | 2.109 | 0 | 2.109 | 55 | 2.164 | 56 | 40 | 26 | 26 |
Zorg- en dienstverlening | 6.115 | 0 | 6.115 | 161 | 6.276 | 160 | 162 | 162 | 162 |
Overige | 9.976 | 0 | 9.976 | 1.777 | 11.753 | 14.792 | 2.713 | 859 | 847 |
Bekostiging | 400 | 0 | 400 | 0 | 400 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 400 | 0 | 400 | 0 | 400 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 421 | 0 | 421 | 7 | 428 | 7 | 7 | 7 | 7 |
Overige | 421 | 0 | 421 | 7 | 428 | 7 | 7 | 7 | 7 |
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 25 | 0 | 25 | 1 | 26 | 1 | 1 | 1 | 1 |
Overige | 25 | 0 | 25 | 1 | 26 | 1 | 1 | 1 | 1 |
2. Pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II | 226.207 | 0 | 226.207 | ‒ 7.244 | 218.963 | ‒ 6.802 | ‒ 6.726 | ‒ 7.048 | ‒ 7.372 |
Inkomensoverdrachten | 215.815 | 0 | 215.815 | ‒ 7.576 | 208.239 | ‒ 6.845 | ‒ 6.885 | ‒ 7.010 | ‒ 4.924 |
Wetten en regelingen verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen | 215.815 | 0 | 215.815 | ‒ 7.576 | 208.239 | ‒ 6.845 | ‒ 6.885 | ‒ 7.010 | ‒ 4.924 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 10.392 | 0 | 10.392 | 332 | 10.724 | 43 | 159 | ‒ 38 | ‒ 2.448 |
SVB | 8.650 | 0 | 8.650 | 227 | 8.877 | 223 | 221 | 216 | 212 |
PUR | 1.230 | 0 | 1.230 | 92 | 1.322 | ‒ 193 | ‒ 74 | ‒ 269 | ‒ 2.745 |
Overige | 512 | 0 | 512 | 13 | 525 | 13 | 12 | 15 | 85 |
Ontvangsten | 2.901 | 0 | 2.901 | 0 | 2.901 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 2.901 | 0 | 2.901 | 0 | 2.901 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
1. De zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II en de herinnering aan WO II
Subsidies
Voor de erkenning, herinnering en versterking van het verleden van de Indische gemeenschap in Nederland is er € 2,4 miljoen aan extra middelen beschikbaar gesteld voor 2020, € 14,7 miljoen in 2021 en € 2,6 miljoen in 2022 en € 0,7 miljoen structureel vanaf 2023. In overleg met de Indisch Molukse gemeenschap wordt in aansluiting op de collectieve erkenning een plan uitgewerkt voor de besteding van de middelen.
Bijdrage aan Fonds Auschwitz Birkenau
In het kader van de viering van 75 jaar vrijheid zal aan het Fonds
Auschwitz Birkenau een eenmalige bijdrage van € 1 miljoen worden
verleend voor de instandhoudingswerkzaamheden en het behoud van alle
authentieke overblijfselen van het voormalige nazi-Duitse concentratie-
en vernietigingskamp Auschwitz.
Bijdrage aan de International Holocoast Remenbrance Alliance
(IHRA)
In het kader van de viering van 75 jaar vrijheid draagt het kabinet
eenmalig € 75.000 extra bij aan de International Holocaust Remembrance
Alliance (IHRA). IHRA zal de € 75.000 besteden aan een project voor
brede internationale toepassing van de Recommendations for Teaching and
Learning about the Holocaust. De Recommendations zijn ontwikkeld in
nauwe samenwerking met experts uit de 34 IHRA-lidstaten.
2. Pensioenen en uiterkingen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II
Inkomensoverdrachten
Het betreft een neerwaartse bijstelling van € 8 miljoen op de ramingen voor tegemoetkomingen van verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen. Er is sprake van een sterke daling van het aantal personen dat recht heeft op de diverse regelingen. VWS heeft het bedrag bestemd voor deze uitkeringen hier zo nauwkeurig mogelijk op aangepast.
3.8 Artikel 8 Tegemoetkoming specifieke kosten
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 5.238.449 | 0 | 5.238.449 | 39.600 | 5.278.049 | ‒ 19.800 | 28.200 | ‒ 115.700 | ‒ 245.000 |
Uitgaven | 5.238.449 | 0 | 5.238.449 | 39.600 | 5.278.049 | ‒ 19.800 | 28.200 | ‒ 115.700 | ‒ 245.000 |
Waarvan juridisch verplicht | 100,0% | 100,0% | |||||||
Inkomensoverdrachten | 5.238.449 | 0 | 5.238.449 | 39.600 | 5.278.049 | ‒ 19.800 | 28.200 | ‒ 115.700 | ‒ 245.000 |
Zorgtoeslag | 5.197.000 | 0 | 5.197.000 | 22.600 | 5.219.600 | ‒ 31.800 | 16.200 | ‒ 127.700 | ‒ 257.000 |
Tegemoetkoming specifieke zorgkosten | 41.449 | 0 | 41.449 | 17.000 | 58.449 | 12.000 | 12.000 | 12.000 | 12.000 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
1. Inkomensoverdrachten
Zorgtoeslag
De raming 2020 van de uitgaven zorgtoeslag is op basis van het Centraal
Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau (CPB) opwaarts
bijgesteld met € 22,6 miljoen. Dit betreft het saldo van twee effecten.
De zorgtoeslag komt (ruim € 30 miljoen) lager uit omdat de
zorgverzekeraars de nominale premie gemiddeld € 6 lager hebben
vastgesteld dan geraamd in de VWS-begroting 2020. Daar tegenover staat
de verwerking van de nieuwe ramingen van het CPB.
Tegemoetkomingen specifieke zorgkosten
Het budget voor de tegemoetkomingen specifieke zorgkosten is in 2020 met
€ 17 miljoen verhoogd. De verwachting is dat de uitgaven hoger uitvallen
als gevolg van een toename van het aantal aanvragen en een snellere
afhandeling door de Belastingdienst.
4 Niet-beleidsartikelen
4.1 Artikel 9 Algemeen
Budgettaire gevolgen van niet-beleid algemeen
Verplichtingen | 23.374 | 0 | 23.374 | 62.511 | 85.885 | 3.583 | 4.146 | 3.921 | 3.696 |
Uitgaven | 26.572 | 0 | 26.572 | 63.971 | 90.543 | 4.483 | 4.146 | 3.921 | 3.696 |
1. Internationale samenwerking | 5.482 | 0 | 5.482 | 61.012 | 66.494 | 4.027 | 3.802 | 3.577 | 3.352 |
Opdrachten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan agentschappen | 900 | 0 | 900 | 0 | 900 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 900 | 0 | 900 | 0 | 900 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 4.582 | 0 | 4.582 | 61.012 | 65.594 | 4.027 | 3.802 | 3.577 | 3.352 |
World Health Organization | 2.968 | 0 | 2.968 | 0 | 2.968 | 0 | 0 | 0 | 0 |
EMA | 0 | 0 | 0 | 5.409 | 5.409 | 4.027 | 3.802 | 3.577 | 3.352 |
Overige | 1.614 | 0 | 1.614 | 55.603 | 57.217 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3. Eigenaarsbijdrage RIVM | 16.090 | 0 | 16.090 | 2.959 | 19.049 | 456 | 344 | 344 | 344 |
Bijdragen aan agentschappen | 16.090 | 0 | 16.090 | 2.959 | 19.049 | 456 | 344 | 344 | 344 |
Eigenaarsbijdrage RIVM | 15.990 | 0 | 15.990 | 2.959 | 18.949 | 456 | 344 | 344 | 344 |
Eigenaarsbijdrage aCBG | 100 | 0 | 100 | 0 | 100 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Eigenaarsbijdrage CIBG | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4. Begrotingsreserve achterborg WFZ-garanties | 5.000 | 0 | 5.000 | 0 | 5.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Garanties | 5.000 | 0 | 5.000 | 0 | 5.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 5.000 | 0 | 5.000 | 0 | 5.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 8.331 | 8.331 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 8.331 | 8.331 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
1. Internationale samenwerking
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
EMA
De mutatie in de bijdrage aan de EMA (€ 5,4 miljoen) betreft de
(technische) overheveling van budgetten vanuit artikel 10 naar dit
artikel.
Overig
Dit betreft met name een desaldering van ontvangsten van de EMA voor
huurbetalingen welke door VWS aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) worden
gedaan (€ 5,2 miljoen). Zie ook bij de ontvangsten van artikel 10.
Overig : Bijdrage vaccinonderzoek COVID-19
De Coalition for Preparedness Innovations (CEPI), die zich bezighoudt
met de ontwikkeling van een vaccin voor COVID-19, ontvangt € 50 miljoen.
Naast Nederland leveren ook Duitsland, Engeland en Noorwegen een
bijdrage.
2. Eigenaarsbijdrage agentschappen
Bijdragen aan agentschappen
Eigenaarsbijdrage RIVM
De mutatie op dit artikelonderdeel houdt onder meer verband met de
aanzuivering door de eigenaar van het negatief eigen vermogen van het
RIVM ultimo 2019. Daarnaast is aan dit artikelonderdeel loonbijstelling
toegevoegd (€ 0,3 miljoen).
Ontvangsten
Overige
Op grond van de Regeling agentschappen is het eigen vermogen van baten-lastenagentschappen aan een maximum gebonden. Aangezien zowel bij het aCBG als het CIBG sprake is van een overschrijding van dit maximum vindt een storting plaats van het agentschap aan het moederdepartement van € 1,9 miljoen (aCBG) en € 6,4 miljoen (CIBG). In totaal € 8,3 miljoen.
4.2 Artikel 10 Apparaatsuitgaven
Apparaatsuitgaven Kerndepartement Budgettaire gevolgen
Verplichtingen | 338.243 | 0 | 338.243 | 56.304 | 394.547 | 30.810 | 29.779 | 30.257 | 30.711 |
Uitgaven | 340.989 | 0 | 340.989 | 57.382 | 398.371 | 30.856 | 29.779 | 30.257 | 30.711 |
Personele uitgaven | 261.246 | 0 | 261.246 | 29.208 | 290.454 | 21.125 | 20.530 | 20.203 | 19.316 |
waarvan eigen personeel | 248.371 | 0 | 248.371 | 21.173 | 269.544 | 19.272 | 19.080 | 18.753 | 17.866 |
waarvan inhuur externen | 9.474 | 0 | 9.474 | 8.035 | 17.509 | 1.853 | 1.450 | 1.450 | 1.450 |
waarvan overige personele uitgaven | 3.401 | 0 | 3.401 | 0 | 3.401 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Materiële uitgaven | 79.743 | 0 | 79.743 | 28.174 | 107.917 | 9.731 | 9.249 | 10.054 | 11.395 |
waarvan ICT | 7.148 | 0 | 7.148 | 8.606 | 15.754 | 4.680 | 4.519 | 4.785 | 5.463 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 50.021 | 0 | 50.021 | 7.051 | 57.072 | 1.839 | 1.781 | 2.320 | 2.983 |
waarvan overige materiële uitgaven | 22.574 | 0 | 22.574 | 12.517 | 35.091 | 3.212 | 2.949 | 2.949 | 2.949 |
Ontvangsten | 8.603 | 0 | 8.603 | 17.592 | 26.195 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 8.603 | 0 | 8.603 | 17.592 | 26.195 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief agentschappen en Zelfstandige Bestuursorganen/Rechtspersonen met een wettelijke taak
Totaal apparaatsuitgaven Ministerie van VWS | 340.989 | 0 | 340.989 | 57.382 | 398.371 | 30.856 | 29.779 | 30.257 | 30.711 |
Personele uitgaven kerndepartement | 160.703 | 0 | 160.703 | 26.255 | 186.958 | 15.168 | 15.617 | 15.290 | 14.403 |
waarvan eigen personeel | 149.970 | 0 | 149.970 | 18.332 | 168.302 | 13.348 | 14.167 | 13.840 | 12.953 |
waarvan externe inhuur | 8.121 | 0 | 8.121 | 7.923 | 16.044 | 1.820 | 1.450 | 1.450 | 1.450 |
waarvan overige personele uitgaven | 2.612 | 0 | 2.612 | 0 | 2.612 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Materiële uitgaven kerndepartement | 57.782 | 0 | 57.782 | 22.817 | 80.599 | 6.251 | 6.049 | 6.854 | 8.182 |
waarvan ICT | 2.524 | 0 | 2.524 | 3.702 | 6.226 | 1.479 | 1.319 | 1.585 | 2.250 |
waarvan bijdrage SSO's | 45.701 | 0 | 45.701 | 7.046 | 52.747 | 1.810 | 1.781 | 2.320 | 2.983 |
waarvan overige materiële uitgaven | 9.557 | 0 | 9.557 | 12.069 | 21.626 | 2.962 | 2.949 | 2.949 | 2.949 |
Personele uitgaven inspecties | 80.479 | 0 | 80.479 | 493 | 80.972 | 4.235 | 4.235 | 4.235 | 4.235 |
waarvan eigen personeel | 78.670 | 0 | 78.670 | 493 | 79.163 | 4.235 | 4.235 | 4.235 | 4.235 |
waarvan externe inhuur | 1.020 | 0 | 1.020 | 0 | 1.020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige personele uitgaven | 789 | 0 | 789 | 0 | 789 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Materiële uitgaven inspecties | 16.865 | 0 | 16.865 | 3.200 | 20.065 | 3.200 | 3.200 | 3.200 | 3.201 |
waarvan ICT | 3.850 | 0 | 3.850 | 3.200 | 7.050 | 3.200 | 3.200 | 3.200 | 3.201 |
waarvan bijdrage SSO's | 3.950 | 0 | 3.950 | 0 | 3.950 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële uitgaven | 9.065 | 0 | 9.065 | 0 | 9.065 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Personele uitgaven SCP en raden | 20.064 | 0 | 20.064 | 2.460 | 22.524 | 1.722 | 678 | 678 | 678 |
waarvan eigen personeel | 19.731 | 0 | 19.731 | 2.348 | 22.079 | 1.689 | 678 | 678 | 678 |
waarvan externe inhuur | 333 | 0 | 333 | 112 | 445 | 33 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige personele uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Materiële uitgaven SCP en raden | 5.096 | 0 | 5.096 | 2.157 | 7.253 | 280 | 0 | 0 | 12 |
waarvan ICT | 774 | 0 | 774 | 1.704 | 2.478 | 1 | 0 | 0 | 12 |
waarvan bijdrage SSO's | 370 | 0 | 370 | 5 | 375 | 29 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële uitgaven | 3.952 | 0 | 3.952 | 448 | 4.400 | 250 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Toelichting apparaatsuitgaven kerndepartement
Personele uitgaven kerndepartement
Met de eerste suppletoire begroting vindt er een mutatie plaats op de
personele uitgaven van het kerndepartement van per saldo € 26,3 miljoen.
De toename in de uitgaven aan eigen personeel (€ 18,3 miljoen) betreffen een groot aantal mutaties. Het betreft kosten voor IV-governance, juridische en communicatie taken. Voor de uitvoering van de banenafspraak is € 5,2 miljoen aan het budget toegevoegd en voor het programma Privacy € 1,1 miljoen. Circa € 4,1 miljoen betreft de uitvoering van diverse subsidieregelingen. Door de start per 1 januari 2020 van de Programmadirectie Zorg en Jeugd in Caribisch Nederland (ZJCN) heeft een budgetverschuiving van per saldo -/- € 2,2 miljoen plaatsgevonden (zie ook bij materiële uitgaven kerndepartement). Vanwege budgettair neutrale verschuivingen vindt er een aanpassing van € 1,1 miljoen plaats.
De toename op de inhuur externen (€ 7,9 miljoen) hangt grotendeels samen met de budgetoverheveling voor 2020 vanuit het ministerie van OCW (€ 4,0 miljoen) ten behoeve van de uitvoering van subsidieregelingen door DUS-I. Daarnaast is er € 1,0 miljoen toegevoegd voor de inhuur voor het project Vernieuwing Marjolein (digitaal archiveringssysteem).
Materiële uitgaven kerndepartement
Met de eerste suppletoire begroting vindt er een mutatie op de materiële
uitgaven van het kerndepartement plaats van per saldo € 22,8 miljoen.
De hogere uitgaven aan ICT (€ 3,7 miljoen) houden met name verband met de oplopende (beheer- en onderhouds)kosten van twee bestaande ICT-systemen en de ontwikkelkosten van een nieuw ICT-systeem bij een directie (€ 2,1 miljoen). Daarnaast wordt voor de uitgaven ten gevolge van de Wet open overheid € 0,9 miljoen aan het budget toegevoegd. Door de start per 1 januari 2020 van de Programmadirectie Zorg en Jeugd in Caribisch Nederland (ZJCN) heeft een budgetoverheveling van € 0,7 miljoen plaatsgevonden.
De hogere uitgaven aan SSO's (€ 7,0 miljoen) zijn enerzijds het gevolg van doorbelasting van deze kosten aan een aantal buitendiensten. Tegenover deze uitgaven staan navenant hogere ontvangsten vanuit deze diensten (€ 7,9 miljoen). Daarnaast wordt rekening gehouden met een tariefstijging van de SSO's (€ 1,9 miljoen) en een volumegroei (€ 0,7 miljoen). Voor de uitvoering van de banenafspraak wordt het budget met € 1,4 miljoen bijgesteld. Vanuit dit artikelonderdeel wordt voor het project EMA € 5,4 miljoen naar artikel 9 overgeheveld. Tenslotte vindt een neerwaartse bijstelling plaats van het budget voor het EMA-project (€ 2,1 miljoen).
Het budget voor overige materiële uitgaven van het kerndepartement wordt met € 12,1 miljoen bijgesteld. Het betreft met name het budget ten behoeve van de projectdirectie Anthonie van Leeuwenhoekterrein (PD-ALT) (€ 8,7 miljoen). Deels betreft deze mutatie een overheveling vanuit artikel 1 ( € 3,7 miljoen), anderzijds staan tegenover deze hogere uitgaven ook hogere ontvangsten ( € 3,5 miljoen). Voor de ZJCN heeft een budgetoverheveling van per saldo € 1,5 miljoen plaatsgevonden. Vanwege doorbelasting van facilitaire kosten aan de EMA vindt er een bijstelling plaats met € 1,0 miljoen. Hier tegenover zijn ook hogere ontvangsten. Tenslotte wordt voor de RTE hogere locatiekosten voorzien (€ 1,1 miljoen). Dit betreft deels een bijstelling van het budget voor eerdere prijsstijgingen, daarnaast houden de kosten ook verband met de verhuizing naar nieuwe locaties.
Toelichting apparaatsuitgaven inspecties
Materiële uitgaven inspecties
Bij de IGJ is sprake van stijgende ICT-kosten. Zodoende wordt
€ 3,2 miljoen aan het budget toegevoegd.
Ontvangsten
Met de eerste suppletoire begroting vindt er een mutatie van in totaal
€ 17,6 miljoen plaats op de ontvangsten van het centrale apparaatsartikel. Het betreft voor € 8,0 miljoen aan ontvangsten van buitendiensten in verband met kosten SSO's. Van de EMA wordt € 6,1 miljoen ontvangen voor huur- en facilitaire kosten en de ontvangsten van PD-Alt worden met € 3,5 miljoen verhoogd in verband met opbrengsten derden. Tegenover deze hogere ontvangsten staan ook hogere uitgaven. Zie daarvoor de betreffende artikelonderdelen.
4.3 Artikel 11 Nominaal en onvoorzien
Budgettaire gevolgen van niet-beleid nog onverdeeld
Verplichtingen | 19.369 | ‒ 11.500 | 7.869 | 11.142 | 19.011 | 11.133 | 10.091 | 9.536 | 9.525 |
Uitgaven | 19.369 | ‒ 11.500 | 7.869 | 11.142 | 19.011 | 11.133 | 10.091 | 9.536 | 9.525 |
Personele uitgaven | 9.967 | ‒ 3.856 | 6.111 | 6.995 | 13.106 | 6.256 | 5.726 | 5.583 | 6.166 |
Loonbijstelling | 9.967 | ‒ 3.856 | 6.111 | 6.995 | 13.106 | 6.256 | 5.726 | 5.583 | 6.166 |
Materiële uitgaven | 9.352 | ‒ 7.644 | 1.708 | 2.197 | 3.905 | 4.877 | 4.365 | 3.953 | 3.359 |
Prijsbijstelling | 9.352 | ‒ 7.644 | 1.708 | 2.197 | 3.905 | 4.877 | 4.365 | 3.953 | 3.359 |
Overige | 50 | 0 | 50 | 1.950 | 2.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 50 | 0 | 50 | 1.950 | 2.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Loonbijstelling
Deze mutatie betreft de toevoeging van de loonbijstelling tranche 2020 (€ 7,0 miljoen).
Prijsbijstelling
Deze mutatie betreft de toevoeging van de prijsbijstelling tranche 2020 (€ 2,2 miljoen).
5 Financieel Beeld Zorg
5.1 Inleiding
In de 1e suppletoire begroting 2020 worden de budgettaire ontwikkelingen voor 2020-2024 vanaf de ontwerpbegroting 2020 toegelicht binnen de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz) en de begrotingsgefinancierde zorguitgaven.
Het Financieel Beeld Zorg (FBZ) geeft een actueel beeld van de zorguitgaven en de ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg. Naast de doorwerking van de voorlopige zorguitgaven 2019, geeft deze paragraaf de bijstellingen weer voor 2020 en de doorwerking daarvan in volgende jaren.
De effecten van COVID-19 op de premie-gefinancierde zorguitgaven zijn op dit moment nog ongewis. De bijstelling van de raming van de zorguitgaven gebeurt aan de hand van realisatiecijfers per kwartaal, aangevuld met schattingen van verzekeraars over de uitgaven in de daarop volgende kwartalen. Op dit moment kunnen verzekeraars op basis van die eerste kwartaalcijfers, nog geen inschatting maken van het effect op de zorguitgaven in heel 2020, gegeven de onzekere situatie waar we op dit moment in zitten.
Wijzigingen in de 1e suppletoire begroting 2020
De 1e suppletoire begroting 2020 heeft ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2019 de onderstaande verandering ondergaan:
- Het verdiepingshoofdstuk wordt integraal als open data beschikbaar gesteld. Op https://opendata.rijksbegroting.nl/#dataset_4c en https://data.overheid.nl/data/dataset?tags=vws wordt integraal ingegaan op zowel de ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg als de meerjarige ontwikkeling. Hierin worden de financiële bijstellingen per deelsector tussen de ontwerpbegroting 2020 en de 1e suppletoire begroting 2020 gepresenteerd en toegelicht.
5.2 Ontwikkeling van de netto zorguitgaven en het Uitgavenplafond Zorg
5.2.1 Ontwikkeling van de netto zorguitgaven
De netto zorguitgaven zijn de bruto zorguitgaven verminderd met de ontvangsten (eigen betalingen Zvw en eigen bijdragen Wlz). In tabel 1 is vanaf de stand ontwerpbegroting 2020 de ontwikkeling van de netto zorguitgaven op hoofdlijnen te zien.
Netto zorguitgaven stand ontwerpbegroting 2020 | 73.443,4 | 77.154,3 |
Zorgverzekeringswet | ‒ 398,5 | ‒ 370,4 |
Wet langdurige zorg | 471,2 | 1.092,3 |
Begrotingsgefinancierd | 93,4 | ‒ 437,3 |
Totaal bijstelling netto zorguitgaven | 166,2 | 284,5 |
Netto zorguitgaven stand 1e suppletoire begroting 2020 | 73.609,5 | 77.438,8 |
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens. |
Toelichting
Ten opzichte van de stand ontwerpbegroting 2020 komen de netto zorguit gaven in 2020 € 166 miljoenen in 2021 € 285 miljoen hogeruit. De stijging van de netto zorguitgaven in 2020 en 2021 wordt voornamelijk veroorzaakt door een tegenvaller in het Wlz-kader van € 480 miljoen. Het kabinet heeft hiervoor structurele financiële ruimte vrijgemaakt. Dit is van belang in een tijd waarin behoefte is aan extra capaciteit om daarmee wachtlijsten te kunnen beheersen.
In paragraaf 5.3 wordt de ontwikkeling van de netto zorguitgaven toegelicht.
5.2.2 Ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg
Het Uitgavenplafond Zorg is bij de Startnota van het kabinet-Rutte III voor de periode 2018-2021 vastgesteld. Het Uitgavenplafond Zorg wordt conform de begrotingsregels bijgesteld voor loon- en prijsontwikkelingen en overboekingen tussen de Uitgavenplafond Zorg, Rijksbegroting en Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt (SZA).
In tabel 2 is de opbouw van het Uitgavenplafond Zorg vanaf de stand ontwerpbegroting 2020 te zien.
Uitgavenplafond Zorg stand ontwerpbegroting 2020 | 74.712,9 | 78.363,9 |
Loon- en prijsontwikkeling | ‒ 16,5 | 431,2 |
Overboekingen tussen Uitgavenplafonds | ‒ 93,8 | ‒ 141,6 |
Plafondcorrecties noodmaatregelen corona | 31,7 | 0,0 |
Totaal bijstelling Uitgavenplafond Zorg | ‒ 78,6 | 289,6 |
Toelichting
Bijstelling als gevolg van de loon- en prijsontwikkeling
Het Uitgavenplafond Zorg wordt ten opzichte van de CPB-raming bij miljoenennota 2020, als gevolg van de raming van de loon- en prijsontwikkeling in de zorg op basis van het CEP 2020 neerwaarts bijgesteld met € 17 miljoen in 2020 en opwaarts bijgesteld met € 431 miljoen in 2021. Met name de loonraming voor 2021 en verder is opwaarts bijgesteld ten opzichte van de eerdere korte-termijnraming bij MEV en de middellange termijnraming uit november 2019.
Bijstelling als gevolg van overboekingen tussen de Uitgavenplafonds
Het Uitgavenplafond Zorg wordt verlaagd met € 94 miljoen in 2020 en met € 142 miljoen in 2021 als gevolg van overboekingen vanuit het Uitgavenplafond Zorg naar het Uitgavenplafond Rijksbegroting. Een groot deel van de overboekingen betreft de overboekingen naar de VWS- begroting ten behoeve van dak- en thuislozen € 75 miljoen in 2020 en € 125 miljoen in 2021. Dit betreft een overboeking naar de VWS-begroting voor de aanpak van dak- en thuisloosheid in de jaren 2020 en 2021. De overige kleinere mutaties betreffen voornamelijk overboekingen naar de VWS-begroting.
Plafondcorrecties noodmaatregelen corona
Het Uitgavenplafond Zorg wordt in 2020 opwaarts bijgesteld met € 31,7 miljoen, om de zorgcapaciteit op Caribisch Nederland te versterken. Het betreft tijdelijke uitbreiding van de IC capaciteit en extra personeel, extra capaciteit voor medische evacuaties, inhuur artsen, repatriëringen verzekerden en levering apparatuur.
5.2.3 Toetsing van de netto zorguitgaven aan het Uitgavenplafond Zorg
Om te toetsen of het Uitgavenplafond Zorg overschreden danwel onderschreden is, worden de netto zorguitgaven getoetst aan het Uitgavenplafond Zorg.
Tabel 3 laat de toetsing van de netto zorguitgaven aan het Uitgavenplafond Zorg zien voor de jaren 2020 en 2021.
A | Netto zorguitgaven | ||
1 | Stand ontwerpbegroting 2020 | 73.443,4 | 77.154,3 |
2 | Bijstelling netto zorguitgaven | 166,2 | 284,5 |
3 | Stand 1e suppletoire begroting 2020 | 73.609,5 | 77.438,8 |
B | Uitgavenplafond Zorg | ||
4 | Stand ontwerpbegroting 2020 | 74.712,9 | 78.363,9 |
5 | Bijstelling Uitgavenplafond Zorg | ‒ 78,6 | 289,6 |
6 | Stand 1e suppletoire begroting 2020 | 74.634,3 | 78.653,5 |
C | + Overschrijding/- Onderschrijding | ||
7 | Stand ontwerpbegroting 2020 (=1-4) | ‒ 1.269,6 | ‒ 1.209,6 |
8 | Bijstelling bij 1e suppletoire begroting 2020 | 244,8 | ‒ 5,0 |
9 | Stand 1e suppletoire begroting 2020 (=3-6) | ‒ 1.024,8 | ‒ 1.214,6 |
1 Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. |
Toelichting
De actuele stand van de onderschrijding van het Uitgavenplafond Zorg bedraagt afgerond € 1,0 miljard in 2020 en € 1,2 miljard in 2021.
Bij de ontwerpbegroting 2020 was sprake van een onderschrijding van het Uitgavenplafond Zorg van € 1,3 miljard in 2020 en € 1,2 miljard in 2021. De afname van de onderschrijding is het gevolg van de opwaartse bijstelling van de netto zorguitgaven in 2020 en 2021(zie onderdeel A) voornamelijk als gevolg van de hogere Wlz-uitgaven. Daarnaast is het Uitgavenplafond Zorg neerwaarts bijgesteld in 2020 en opwaarts bijgesteld in 2021 (zie onderdeel B).
In 2021 zijn de bijstellingen van de netto zorguitgaven en van het Uitgavenplafond Zorg nagenoeg even groot, vandaar ook een lagere bijstelling van de onderschrijding.
5.3 Verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten
De verticale toelichting bevat een cijfermatig overzicht van de budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan sinds de ontwerpbegroting 2020.
De afzonderlijke posten worden toegelicht als het hiermee gepaard gaande bedrag hoger is dan € 10 miljoen.
5.3.1 Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten
Tabel 4 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2020 de verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten van de Zvw zien. Onder de tabel is een toelichting van de verschillende posten opgenomen.
Bruto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2020 | 51.044,3 | 52.974,4 | 54.829,3 | 57.834,6 | 60.894,9 |
Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2020 | |||||
Autonoom | ‒ 306,7 | ‒ 205,9 | ‒ 82,3 | ‒ 17,7 | ‒ 76,8 |
Actualisering zorguitgaven (zie tabel 4A) | ‒ 285,0 | ‒ 485,0 | ‒ 485,0 | ‒ 485,0 | ‒ 485,0 |
Loon- en prijsontwikkeling | ‒ 21,7 | 279,1 | 402,7 | 467,3 | 408,2 |
Beleidsmatig | ‒ 75,0 | ‒ 75,0 | ‒ 75,0 | ‒ 75,0 | ‒ 75,0 |
Ramingsbijstelling genees- en hulpmiddelen | ‒ 167,5 | ‒ 100,0 | ‒ 100,0 | ‒ 100,0 | ‒ 100,0 |
Besparingsverlies vertraging Wgp | 87,5 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Voorraadverhoging geneesmiddelen | 5,0 | 25,0 | 25,0 | 25,0 | 25,0 |
Technisch | ‒ 16,8 | ‒ 89,1 | ‒ 84,1 | ‒ 79,1 | ‒ 79,1 |
Uitbreiding ggz in de Wlz | 0,0 | ‒ 78,0 | ‒ 78,0 | ‒ 78,0 | ‒ 78,0 |
Gedeeltelijke vrijval VT-middelen | ‒ 15,0 | ‒ 10,0 | ‒ 5,0 | 0,0 | 0,0 |
Overig technisch | ‒ 1,8 | ‒ 1,1 | ‒ 1,1 | ‒ 1,1 | ‒ 1,1 |
Totaal bijstellingen | ‒ 398,5 | ‒ 370,0 | ‒ 241,4 | ‒ 171,8 | ‒ 230,9 |
Bruto Zvw-uitgaven 1e suppletoire begroting 2020 | 50.645,9 | 52.604,4 | 54.588,0 | 57.662,8 | 60.664,0 |
Zvw-ontvangsten ontwerpbegroting 2020 | 3.189,7 | 3.215,4 | 3.308,8 | 3.491,6 | 3.674,9 |
Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2020 | |||||
Actualisering eigen risico | 0,0 | 0,4 | 0,5 | 0,0 | ‒ 1,2 |
Totaal bijstellingen | 0,0 | 0,4 | 0,5 | 0,0 | ‒ 1,2 |
Zvw-ontvangsten 1e suppletoire begroting 2020 | 3.189,7 | 3.215,8 | 3.309,3 | 3.491,6 | 3.673,7 |
Netto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2020 | 47.854,6 | 49.759,0 | 51.520,5 | 54.343,0 | 57.220,0 |
Bijstellingen in de netto Zvw-uitgaven | ‒ 398,5 | ‒ 370,4 | ‒ 241,9 | ‒ 171,8 | ‒ 229,7 |
Netto Zvw-uitgaven 1e suppletoire begroting 2020 | 47.456,2 | 49.388,6 | 51.278,7 | 54.171,2 | 56.990,3 |
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens. |
Toelichting
Autonoom
Actualisering van de Zvw-uitgaven
Eerstelijnszorg | 3,6 | 3,6 | 3,6 | 3,6 | 3,6 |
Tweedelijnszorg | ‒ 53,8 | ‒ 53,8 | ‒ 53,8 | ‒ 53,8 | ‒ 53,8 |
Geneesmiddelen | ‒ 58,4 | ‒ 58,4 | ‒ 58,4 | ‒ 58,4 | ‒ 58,4 |
Hulpmiddelen | ‒ 5,5 | ‒ 5,5 | ‒ 5,5 | ‒ 5,5 | ‒ 5,5 |
Wijkverpleging | ‒ 341,1 | ‒ 341,1 | ‒ 341,1 | ‒ 341,1 | ‒ 341,1 |
Ziekenvervoer | ‒ 29,7 | ‒ 29,7 | ‒ 29,7 | ‒ 29,7 | ‒ 29,7 |
Nominaal en onverdeeld | 200,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Stand 1e suppletoire begroting 2020 | ‒ 285,0 | ‒ 485,0 | ‒ 485,0 | ‒ 485,0 | ‒ 485,0 |
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens. |
In tabel 4A is het onderdeel ‘Actualisering Zvw-uitgaven’ uit tabel 4 uitgesplitst. De actualisering van de zorguitgaven vindt plaats op basis van voorlopige realisatiegegevens 2019 van het Zorginstituut en de NZa.
Actualisatie Zvw-uitgaven (niet HLA-sectoren)
Op basis van de voorlopige realisatiecijfers over 2019 van het Zorginstituut Nederland zijn de uitgaven van de niet HLA-sectoren geactualiseerd. De uitgaven in 2019 zijn bij diverse sectoren lager uitgevallen dan geraamd. Vanaf 2020 wordt een deel van deze lagere uitgaven structureel verwerkt. Het gaat onder meer om aanpassingen van € 53 miljoen bij de genees- en hulpmiddelen, € 54 miljoen bij de tweedelijnszorg (Geriatrische revalidatiezorg en Eerstelijnsverblijf ‒ € 68 miljoen en overig curatief +€ 14 miljoen) en € 30 miljoen bij het ziekenvervoer. Bij de afgelopen ontwerpbegroting is voor 2020 uitgegaan van een onderschrijding van € 200 miljoen, die is verwerkt op nominaal en onverdeeld; nu de voorlopige realisatiecijfers op sectorniveau worden verwerkt, wordt de mutatie op nominaal en onverdeeld tegengeboekt. Per saldo resteert nu een overschrijding van € 56 miljoen in 2020 (-€ 144 miljoen en +€ 200 miljoen).
Actualisering Wijkverpleging
Op basis van voorlopige realisatiecijfers over 2019 van het Zorginstituut Nederland zijn de uitgaven aan wijkverpleging geactualiseerd. Verwacht wordt dat de uitgaven aan wijkverpleging in 2019 € 441 miljoen lager uitvallen dan geraamd. Voor 2020 en volgende jaren wordt de uitgavenraming wijkverpleging met structureel € 341 miljoen verlaagd.
Loon- en prijsontwikkeling
De raming van de loon- en prijsontwikkeling is aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB) in het CEP. Met name de loonraming voor 2021 en verder is opwaarts bijgesteld ten opzichte van de eerdere korte-termijnraming bij MEV en de middellange termijnraming uit november 2019.
Beleidsmatig
Ramingsbijstelling genees- en hulpmiddelen
De uitgaven aan geneesmiddelen zijn in 2020 en verder op basis van een raming van het Zorginstituut Nederland naar verwachting lager dan eerder geraamd. Dit leidt tot een neerwaartse bijstelling van de uitgaven aan geneesmiddelen van € 128 miljoen in 2020 en vanaf 2021 € 100 miljoen. Daarnaast heeft er in 2020 een ramingsbijstelling van € 40 miljoen plaatsgevonden op het extramurale hulpmiddelenkader (de uitgaven zijn naar verwachting lager dan het beschikbare budgettaire kader).
Besparingsverlies vertraging Wgp
Door uitstel van de aanpassing van de Wet geneesmiddelenprijzen (Wgp) ontstaat een besparingsverlies. De kosten hiervan bedragen € 88 miljoen. Een deel van de kosten kan naar verwachting binnen het bestaande financiële kader voor extramurale geneesmiddelen worden opgevangen. Het overige deel van € 32,5 miljoen wordt gedekt uit het extramurale hulpmiddelenkader (zie ook ramingsbijstelling genees- en hulpmiddelen).
Voorraadverhoging geneesmiddelen
Om geneesmiddelentekorten tegen te gaan worden er extra voorraden van geneesmiddelen opgebouwd, zoals aangekondigd in de kamerbrief van november 2019 (Kamerstuk II 2019/2020, 29 477, Nr. 622). Hiermee worden naar verwachting 85% van de tijdelijke geneesmiddeltekorten opgevangen. De extra voorraden worden aangelegd bij firma’s en groothandels. Het aanleggen van de voorraden start in 2020 en kost naar schatting structureel € 25 miljoen (€ 15 miljoen extramuraal en € 10 miljoen intramuraal). De opbouw van de ijzeren voorraad gebeurt in fases en zal naar verwachting twee jaar duren.
Technisch
Uitbreiding ggz in de Wlz
Met ingang van 1 januari 2021 wordt de Wlz opengesteld voor mensen met een psychische stoornis. Er wordt hiervoor € 78 miljoen overgeheveld van de Zvw naar de Wlz. Dit bedrag is verkregen door de tarieven uit 2017 (€ 75 miljoen) te indexeren naar prijspeil 2020.
Gedeeltelijke vrijval VT-middelen
In verband met nieuwe regeling voorwaardelijke toelating geneesmiddelen wordt het hiervoor beschikbare budget binnen de sector geneesmiddelen overgeboekt naar nominaal en onverdeeld Zvw. Omdat uitgegaan wordt van een ingroeipad valt een bedrag van cumulatief € 30 miljoen vrij.
Overig technisch
Deze post is het saldo van verschillende kleine technische mutaties.
Ontvangsten
Autonoom
Actualisering eigen risico
Op basis van nieuwe data (van ESHPM) over het aantal verzekerden blijkt een groei in het aantal verzekerden. Dit leidt tot beperkt hogere opbrengsten. Daarnaast leidt ook de hogere loon- en prijsontwikkeling zoals geraamd in het CEP tot een marginaal hogere opbrengst van het eigen risico.
5.3.2 Verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten
Tabel 5 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2020 de verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten van de Wlz zien. Onder de tabel is een toelichting van de verschillende posten opgenomen.
Bruto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2020 | 25.070,2 | 26.967,8 | 28.825,5 | 30.527,8 | 32.258,0 |
Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2020 | |||||
Autonoom | 483,2 | 629,4 | 708,8 | 715,0 | 631,4 |
Tegenvaller Wlz-kader | 480,0 | 480,0 | 480,0 | 480,0 | 480,0 |
Loon- en prijsontwikkeling | 3,2 | 149,4 | 228,8 | 235,0 | 151,4 |
Beleidsmatig | 134,8 | 116,4 | ‒ 38,9 | ‒ 42,6 | ‒ 49,3 |
Ramingsbijstellingen overige Wlz-uitgaven | ‒ 11,2 | ‒ 121,5 | ‒ 137,9 | ‒ 137,9 | ‒ 137,9 |
Dak- en thuislozen | 75,0 | 125,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Vrouwenopvang | 59,1 | 59,1 | 54,1 | 54,1 | 54,1 |
Uitbreiding ggz in de Wlz | 0,0 | 36,0 | 36,0 | 36,0 | 36,0 |
Overig beleidsmatig | 11,9 | 17,8 | 8,9 | 5,2 | ‒ 1,5 |
Technisch | ‒ 146,7 | 382,5 | 507,6 | 507,5 | 507,5 |
Uitbreiding ggz in de Wlz | 0,0 | 573,0 | 573,0 | 573,0 | 573,0 |
LP-indexatie 2020 budget beschermd wonen | ‒ 59,0 | ‒ 56,9 | ‒ 57,2 | ‒ 57,2 | ‒ 57,2 |
Dak- en thuislozen | ‒ 75,0 | ‒ 125,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Overig technisch | ‒ 12,7 | ‒ 8,7 | ‒ 8,1 | ‒ 8,2 | ‒ 8,2 |
Totaal bijstellingen | 471,2 | 1.128,3 | 1.177,5 | 1.179,9 | 1.089,6 |
Bruto Wlz-uitgaven 1e suppletoire begroting 2020 | 25.541,4 | 28.096,1 | 30.003,0 | 31.707,7 | 33.347,6 |
Wlz-ontvangsten ontwerpbegroting 2020 | 1.931,4 | 2.022,1 | 2.114,7 | 2.211,2 | 2.312,8 |
Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2020 | |||||
Autonoom | 0,0 | 36,0 | 36,0 | 36,0 | 36,0 |
Ramingsbijstelling | 0,0 | ‒ 3,0 | ‒ 3,0 | ‒ 3,0 | ‒ 3,0 |
Extra eigen bijdragen als gevolg van uitbreiding ggz in de Wlz | 0,0 | 39,0 | 39,0 | 39,0 | 39,0 |
Totaal bijstellingen | 0,0 | 36,0 | 36,0 | 36,0 | 36,0 |
Wlz-ontvangsten 1e suppletoire begroting 2020 | 1.931,4 | 2.058,1 | 2.150,7 | 2.247,2 | 2.348,8 |
Netto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2020 | 23.138,8 | 24.945,7 | 26.710,8 | 28.316,6 | 29.945,2 |
Bijstellingen in de netto Wlz-uitgaven | 471,2 | 1.092,3 | 1.141,5 | 1.143,9 | 1.053,6 |
Netto Wlz-uitgaven 1e suppletoire begroting 2020 | 23.610,0 | 26.038,0 | 27.852,3 | 29.460,5 | 30.998,8 |
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens. |
Toelichting
Autonoom
Tegenvaller Wlz-kader
De NZa heeft in de Maartbrief een tekort van € 550 miljoen geraamd voor de Wlz. Dit tekort wordt voornamelijk veroorzaakt door groeiende aanspraken in de ouderenzorg. Zo is het aantal uitstaande indicaties voor verpleging en verzorging toegenomen van ruim 162.000 op 1 januari 2019 naar bijna 170.000 op 1 januari 2020, wat heeft geleid tot een toename van wachtlijsten. Na inzet van de gereserveerde herverdeelmiddelen van € 70 miljoen in het Wlz-kader, resteerde een knelpunt van € 480 miljoen. Het kabinet heeft ervoor gekozen dit structureel op te vangen zodat er voldoende capaciteit beschikbaar is en de wachtlijsten kunnen worden beheerst. Dit gebeurt , onder andere via een verlaging van de uitgavenraming wijkverpleging (€ 341 miljoen).
Loon- en prijsontwikkeling
De raming van de loon- en prijsontwikkeling is aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB) in het CEP. Met name de loonraming voor 2021 en verder is opwaarts bijgesteld ten opzichte van de eerdere korte-termijnraming bij MEV en de middellange termijnraming uit november 2019.
Beleidsmatig
Ramingsbijstellingen overige Wlz-uitgaven
Het CPB heeft voor het Kwaliteitskader verpleeghuiszorg in totaal € 300 miljoen geraamd voor de aanzuigende werking. Per 2021 wordt het laatste deel hiervan (€ 110 miljoen) ingezet als onderdeel van de dekking voor het tekort op het Wlz-kader. Daarnaast wordt, naast enkele kleinere bijstellingen, de raming voor zorginfrastructuur vanaf 2022 met € 20 miljoen naar beneden bijgesteld.
Dak- en thuislozen
Het kabinet maakt extra geld vrij voor de opvang van dak- en thuislozen. Het betreft een financiële impuls van € 200 miljoen voor de aanpak van dak- en thuislozen in de jaren 2020 en 2021.
Vrouwenopvang
Het kabinet maakt extra geld vrij voor de vrouwenopvang. Het betreft extra middelen voor verschillende onderwerpen binnen de decentralisatie-uitkering vrouwenopvang. Het gaat om structureel € 38,6 miljoen voor Veilig Thuis, structureel € 14 miljoen voor het creëren van benodigde extra opvangplekken voor acute crisissituaties en voor het oplossen van door- en uitstroomproblematiek, structureel € 1,5 miljoen voor de kosten die voortkomen uit de stijging van het aantal slachtoffers dat contact legt met de Centra Seksueel Geweld (CSG’s) en tot slot in de jaren 2020 en 2021 jaarlijks € 5 miljoen voor de uitvoering van de actieagenda Schadelijke praktijken.
Uitbreiding ggz in de Wlz
Betreft de toevoeging van € 36 miljoen extra budget voor de Wlz als gevolg van het openstellen van de Wlz voor cliënten met een psychische stoornis per 2021. Hier staan extra eigen bijdrage ontvangsten tegenover (zie ook de toelichting bij extra eigen bijdragen als gevolg van uitbreiding ggz in de Wlz).
Overig beleidsmatig
Deze post is het saldo van verschillende kleine beleidsmatige mutaties.
Technisch
Uitbreiding ggz in de Wlz
Betreft de overheveling van een deel van het budget voor beschermd wonen (€ 495 miljoen) en de ggz in de Zvw (€ 78 miljoen) naar de Wlz, als gevolg van het openstellen van de Wlz voor mensen met een psychische stoornis per 2021. Dit volgt uit het principe geld volgt cliënt (uitname Wmo en Zvw) om zorg vanuit de Wlz te gaan verlenen en te vergoeden.
LP-indexatie 2020 budget beschermd wonen
Betreft het overboeken van de loon- en prijsindexatie 2020 naar het budget voor beschermd wonen in het gemeentefonds.
Dak- en thuislozen
Dit betreft een overboeking naar de VWS-begroting voor de aanpak van dak- en thuislozen in de jaren 2020 en 2021.
Overig technisch
Deze post is het saldo van verschillende kleine technische mutaties.
Ontvangsten
Autonoom
Ramingsbijstelling
In de ramingen over de afgelopen jaren is gebleken dat deze hoger lagen dan de daadwerkelijke realisaties. Hierdoor wordt de raming van de eigen bijdragen met € 3 miljoen bijgesteld.
Extra eigen bijdragen als gevolg van uitbreiding ggz in de Wlz
Door het openstellen van de Wlz voor mensen met een psychische stoornis stijgen ook de ontvangsten uit eigen bijdragen (€ 39 miljoen).
5.3.3 Verticale ontwikkeling begrotingsgefinancierde zorguitgaven
Bij de begrotingsgefinancierde zorguitgaven gaat het met name om middelen die voor beschermd wonen in het Uitgavenplafond Zorg beschikbaar zijn. Naast beschermd wonen vallen enkele andere begrotingsgefinancierde posten onder de zorguitgaven. Tot deze categorie horen bepaalde uitgaven voor zorgopleidingen, de uitgaven voor zorg, jeugd en welzijn in Caribisch Nederland en de subsidie(regelingen) NIPT. Deze uitgaven worden op de VWS-begroting verantwoord en toegelicht bij de artikelen 1 en 4. Ten slotte zijn er bedragen gereserveerd op de aanvullende post van het ministerie van Financiën die onder het Uitgavenplafond Zorg vallen. Dit betreft onder meer de loon- en prijsbijstelling voor de begrotingsgefinancierde zorguitgaven.
In tabel 6 wordt de ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven weergegeven. De uitgaven voor beschermd wonen worden in tabel 6A gespecificeerd.
Netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven ontwerpbegroting 2020 | 2.449,9 | 2.449,6 | 2.460,4 | 2.387,7 | 2.401,0 |
Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2020 | |||||
Beschermd wonen (gemeentefonds). Zie tabel 6A | 59,0 | ‒ 438,1 | ‒ 437,8 | ‒ 437,8 | ‒ 437,8 |
Autonoom | 2,0 | 2,6 | 7,7 | 0,5 | ‒ 0,9 |
Loon- en prijsontwikkeling | 2,0 | 2,6 | 7,7 | 0,5 | ‒ 0,9 |
Beleidsmatig | 32,5 | ‒ 1,8 | ‒ 1,6 | ‒ 2,7 | ‒ 2,7 |
Subsidie NIPT (Artikel 1) | ‒ 2,2 | ‒ 2,4 | ‒ 2,3 | ‒ 3,4 | ‒ 3,4 |
Zorgopleidingen (Artikel 4) | 0,7 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Zorg, jeugd en welzijn in Caribisch Nederland (Artikel 4) | 33,9 | 2,2 | 2,2 | 2,2 | 2,2 |
Loon- en prijsbijstelling | 0,0 | ‒ 1,7 | ‒ 1,5 | ‒ 1,4 | ‒ 1,5 |
Totaal bijstellingen | 93,4 | ‒ 437,3 | ‒ 431,6 | ‒ 439,9 | ‒ 441,4 |
Netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven 1e suppletoire begroting 2020 | 2.543,4 | 2.012,2 | 2.028,8 | 1.947,7 | 1.959,6 |
Netto beschermd wonen ontwerpbegroting 2020 | 1.873,7 | 1.884,7 | 1.896,6 | 1.896,7 | 1.896,7 |
Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2020 | |||||
Technisch | 59,0 | ‒ 438,1 | ‒ 437,8 | ‒ 437,8 | ‒ 437,8 |
Uitbreiding ggz in de Wlz | 0,0 | ‒ 495,0 | ‒ 495,0 | ‒ 495,0 | ‒ 495,0 |
LP-indexatie 2020 budget beschermd wonen | 59,0 | 56,9 | 57,2 | 57,2 | 57,2 |
Totaal bijstellingen | 59,0 | ‒ 438,1 | ‒ 437,8 | ‒ 437,8 | ‒ 437,8 |
Netto beschermd wonen 1e suppletoire begroting 2020 | 1.932,7 | 1.446,5 | 1.458,9 | 1.458,9 | 1.458,9 |
Toelichting
Technisch
Uitbreiding ggz in de Wlz
Betreft de overheveling van een deel van het budget voor beschermd wonen naar de Wlz als gevolg van het openstellen van de Wlz voor mensen met een psychische stoornis.
LP-indexatie 2020 budget beschermd wonen
Betreft het overboeken van de loon- en prijsindexatie 2020 naar het budget voor beschermd wonen in het gemeentefonds.
Bijlage Garantieregeling
Als onderdeel van de noodmaatregelen voor de beheersing van COVID-19 zijn op 23 maart en 7 april 2020 garanties afgegeven om de inkoop van noodzakelijke genees- en hulpmiddelen te borgen. Met de garantieregeling Mediq is beoogd de inkoop van medische hulpmiddelen (waaronder mondkapjes en andere beschermingsmaterialen) te borgen en met de garantieregeling met de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers (NVZA) wordt beoogd om de aankoop van geneesmiddelen, grondstoffen en andere geneeskundige middelen voor de gezondheidszorg gerelateerd aan de behandeling van COVID-19 patiënten te borgen. In deze bijlage zijn de twee toetsingskaders van de garantieregeling opgenomen.
1 Garantstelling NVZA
Inleiding
De Staat is op 7 april 2020 een overeenkomst aangegaan met de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers (NVZA), waarbij de NVZA de mogelijkheid heeft om namens de Staat garant te staan richting marktpartijen bij de aankoop van geneesmiddelen, grondstoffen en andere geneeskundige middelen voor de gezondheidszorg gerelateerd aan de behandeling van COVID-19 patiënten. Het maximale bedrag van de garanties betreft € 20,4 miljoen.
Probleemstelling en rol van de overheid
Conform het beleidskader risicoregelingen (dat onderdeel uitmaakt van de begrotingsregels 2018-2021) vindt besluitvorming over een nieuwe risicoregeling (garantie, lening en achterborgstelling) en/of aanpassing van een bestaande risicoregeling plaats aan de hand van het «Toetsingskader Risicoregelingen». Na besluitvorming in de ministerraad wordt het toetsingskader verstuurd aan het parlement.
Als onderdeel van de noodmaatregelen voor de beheersing van COVID-19 zijn op 7 april 2020 garanties afgegeven om de aankoop van geneesmiddelen, grondstoffen en andere geneeskundige middelen voor de gezondheidszorg gerelateerd aan de behandeling van COVID-19 patiënten te borgen. Gezien de uitzonderlijke omstandigheden waaronder de garantieovereenkomst tot stand is gekomen wordt het ingevulde afwegingskader na de besluitvorming aan het parlement toegestuurd en heeft dit een globaal karakter.
1. Wat is het probleem dat aanleiding is geweest voor het beleid?
De COVID-19 uitbraak heeft geleid tot een sterke stijging van het aantal beademde IC-patiënten. De vraag naar geneesmiddelen voor zorg aan COVID-19 patiënten is op dit moment hoog. Daarnaast stokt de toevoer van geneesmiddelen door onder meer de wereldwijde stijging in gebruik, de handelsbelemmeringen als gevolg van de crisis en de vermindering van de productie van zowel de grondstoffen als de eindproducten. Het risico bestaat dat de beschikbaarheid van specifiek voor de behandeling van COVID-19 patiënten benodigde geneesmiddelen in het gedrang kan komen. Het is daarom op dit moment noodzakelijk de aankoop van geneesmiddelen snel centraal te kunnen coördineren. De minister van VWS heeft de NVZA verzocht de coördinatie van de beschikbaarheid van deze geneesmiddelen landelijk te organiseren.
Voor de uitoefening van deze functie is het voor de NVZA noodzakelijk een aantal financiële risico’s van marktpartijen af te kunnen dekken. Deze risico’s komen door de uitzonderlijke marktomstandigheden (beperkte leverbetrouwbaarheid, instabiele prijsvorming en de wenselijkheid voorraden aan te kopen met onzekerheid over de toekomstige vraag daarnaar). De volgende risico’s kunnen worden afgedekt: (i) het definitieve verschil tussen de door marktpartijen betaalde inkoopprijzen en de verkoopprijzen voor relevante geneesmiddelen (relevant wanneer marktprijzen plotseling zouden dalen); (ii) het risico dat de zorgaanbieder niet of slechts gedeeltelijk betaalt aan de marktpartij voor de relevante geneesmiddelen; (iii) het risico dat de door de marktpartij ingekochte geneesmiddelen niet binnen de uiterste houdbaarheidsdatum kunnen worden verkocht of ingezet; en (iv) het risico dat bestelde geneesmiddelen niet geleverd worden maar wel betaald zijn.
2. Waarom rekent de centrale overheid het tot haar verantwoordelijkheid om het probleem op te lossen?
Het is op dit moment noodzakelijk om centraal de aankoop van de geneesmiddelen voor de behandeling van COVID-19 te coördineren. Het is aannemelijk, gezien de marktomstandigheden, dat deze coördinatie onvoldoende tot stand kan komen zonder afdekking van financiële risico’s door de centrale overheid. Als alternatief instrument kan directe inkoop door de Rijksoverheid worden genoemd. De Rijksoverheid is hier echter minder goed toe in staat dan marktpartijen die hiermee ervaring hebben.
3. Is het voorstel voor de risicoregeling:
a) ter compensatie van risico’s die niet in de markt kunnen worden gedekt, en/of b) het beste instrument waarmee een optimale doelmatigheidswinst kan worden bewerkstelligd ten opzichte van andere beleidsinstrumenten? Maak een vergelijking met alternatieve beleidsinstrumenten.
Door de onvoorspelbaarheid en wereldwijde omvang van de COVID-19 crisis en daardoor voortdurend wijzigende omstandigheden is dit risico niet via de markt te verzekeren.
4. Op welke wijze wordt het nieuw aan te gane risico gecompenseerd door risico’s vanuit andere risicoregelingen binnen de begroting te verminderen?
Dit gebeurt niet. Gezien het karakter van een noodmaatregel is er geen gelegenheid geweest compensatie risico’s van andere risicoregelingen binnen de begroting te verminderen.
Risico’s en risicobeheersing
5. Wat zijn de risico’s van de regeling voor het Rijk?
a. Wat is het totaalrisico van de regeling op jaarbasis? Kent de
regeling een totaalplafond?
De regeling kent een totaalplafond van € 20,4 mln. Het is op voorhand
niet duidelijk hoe lang de COVID-19 crisis zal duren en wat exact het
effect zal zijn op de vraag en aanbod van relevante geneesmiddelen.
Daarom kan geen nadere inschatting worden gemaakt van het risico onder
het totaalplafond.
b. Hoe staan risico en rendement van de regeling tot elkaar in
verhouding?
Het betreft een tijdelijke noodmaatregel waarvoor geen marktconforme
risicopremie wordt gevraagd. De Staat ontvangt dus geen rendement.
c. Wat is de inschatting van het risico voor het Rijk in termen
van waarschijnlijkheid, impact, blootstellingduur en beheersingsmate?
Er wordt vooralsnog vanuit gegaan dat bovenstaande risico’s zich tot
1 juli 2020 zullen voordoen. De exacte mate waarin is vooralsnog niet
goed voorzienbaar. Het alternatief «zelf aankopen, distribueren en
factureren» vanuit de Rijksoverheid heeft overigens dezelfde risico’s,
maar dan moet de overheid de risico’s zelf beheersen.
Tot dat moment aangegane overeenkomsten blijven na ommekomst van deze termijn gegarandeerd onder deze garantstellingsverklaring. Indien noodzakelijk – bijvoorbeeld omdat de wereldwijde markt voor geneesmiddelen op dat moment nog niet gestabiliseerd is en landelijk gecoördineerde inkoop noodzakelijk blijft - kan de minister de duur van deze garantstellingsverklaring verlengen.
6. Welke risico-beheersende en risico-mitigerende maatregelen worden getroffen om het risico voor het Rijk te minimaliseren? Heeft de budgettair verantwoordelijke minister voldoende mogelijkheden tot beheersing van de risico’s, ook als de regeling op afstand van het Rijk wordt uitgevoerd?
Er zijn de volgende afspraken vastgelegd c.q. maatregelen getroffen om de risico’s te mitigeren:
- De regeling kent een totaalplafond (€ 20,4 mln.) en wordt behoudens een aanvullend besluit door de minister van VWS niet verlengd tot na 1 juli 2020.
- Vooraf is een limitatieve lijst kritieke middelen en grondstoffen vastgesteld die centraal kunnen worden ingekocht en waarvoor garanties kunnen worden afgegeven.
- De NVZA is verplicht zich in te spannen om met de zorgaanbieders tot verkoopprijzen van de geneesmiddelen te komen die in een gebruikelijke verhouding staan tot de, eventueel gestegen, inkoopprijzen. De NVZA zal deze verplichting tevens opleggen aan marktpartijen bij het verlenen van een garantstelling.
- De NVZA is verplicht wekelijks een rapportage te overleggen aan de minister van VWS. Deze rapportage bevat de volgende informatie: (i) de hoeveelheid bestelde Relevante Geneesmiddelen en de kosten daarvan; (ii) de marktpartijen aan wie een garantstelling is afgegeven; (iii) mogelijke problemen met betrekking tot de (niet) nakoming van hun verplichtingen door toeleveranciers of zorgaanbieders jegens de marktpartijen; en (iv) eventueel gematerialiseerde schades waarvoor een garantstelling is afgegeven.
- De NVZA is verplicht om er voor te zorgen dat de marktpartijen aan wie zij een garantstellingsverklaring namens de minister afgeven, ook direct aan de minister rapporteren.
- De NVZA is verplicht de minister per ommegaande te informeren indien hij voorziet dat het totaalbedrag van de garantstellingen de limiet nadert of dreigt te overschrijden.
- De NVZA is verplicht de minister per ommegaande te informeren indien een individuele garantstelling een relatief groot bedrag behelst, betrekking heeft op zeer hoge prijzen of andere opmerkelijke situaties.
- De NVZA biedt de minister de gelegenheid om te verifiëren of de gemaakte afspraken nagekomen worden door de NVZA. Indien daartoe verzocht, geeft NVZA per omgaande en zonder enig voorbehoud inzage in de relevant geachte delen van de administratie van de NVZA.
7. Bij complexe risico's: hoe beoordeelt een onafhankelijke expert het risico van het voorstelen de risico-beheersende en risico-mitigerende maatregelen van Rijk?
Het betreft een tijdelijke noodmaatregel waarvoor geen onafhankelijke expertopinie is gevraagd.
Vormgeving
8. Welke premie wordt voorgesteld en hoeveel wordt doorberekend aan de eindgebruiker? Is deze premiekostendekkend en marktconform. Zo nee, hoeveel budgettaire ruimte wordt het door het vakdepartement specifiek ingezet?
Er is afgezien van het in rekening brengen van een marktconforme
premie gelet op de tijdelijke en kortdurende aard van deze maatregel en
omdat de kosten ongeacht de uitvoeringsvariant uit collectieve middelen
worden betaald. De uitgaven resulterend uit deze regeling zullen
generaal worden ingepast.
9. Hoe wordt de risicovoorziening vormgegeven?
De regeling is van tijdelijke en kortdurende aard. Daarom wordt geen
risicovoorziening ingesteld.
10. Welke horizonbepaling wordt gehanteerd (standaardtermijn is maximaal 5 jaar)?
De regeling is geldig tot 1 juli 2020, maar kan indien nodig verlengd
worden.
11.Wie voert de risicoregeling uit en wat zijn de uitvoeringskosten van de regeling?
De NVZA voert de regeling uit. De operationele kosten zullen door VWS
worden vergoed nadat over de hoogte daarvan overeenstemming is bereikt.
De kosten worden nu ingeschat op € 200.000.
12. Hoe wordt de regeling geëvalueerd, welke informatie is daarvoor relevant evaluatie en hoe wordt een deugdelijke evaluatie geborgd?
Momenteel zijn nog geen afspraken gemaakt over de evaluatie van noodmaatregelen in de COVID-19 crisis. De aandacht gaat uit naar de beheersing van de acute crisis. De rapportageverplichtingen genoemd onder punt 6 zullen naar verwachting voldoende informatie opleveren over de uitvoering van deze regeling om een toekomstige evaluatie te kunnen informeren.
2 Garantstelling Landelijk Consortium Hulpmiddelen (Mediq)
Inleiding
De Staat is op 23 maart 2020 een overeenkomst aangegaan met Mediq als
inkopende en leverende partij bij het Landelijk Consortium Hulpmiddelen
(LCH). De minister van VWS staat hiermee garant voor alle directe schade
die op welke wijze dan ook voor Mediq voortvloeit uit hoofde van de
overeenkomst en daaruit voortvloeiende overeenkomsten bij de inkoop van
hulpmiddelen voor de bestrijding van COVID-19. Daarnaast verstrekt het
ministerie van VWS leningen die de voorfinanciering van de inkoop
mogelijk maakt.
Probleemstelling en rol van de overheid
Conform het beleidskader risicoregelingen (dat onderdeel uitmaakt van de begrotingsregels 2018-2021) vindt besluitvorming over een nieuwe risicoregeling (garantie, lening en achterborgstelling) en/of aanpassing van een bestaande risicoregeling plaats aan de hand van het «Toetsingskader Risicoregelingen». Na besluitvorming in de ministerraad wordt het toetsingskader verstuurd aan het parlement.
Als onderdeel van de noodmaatregelen voor de beheersing van COVID-19
zijn op 23 maart 2020 garanties afgegeven om de inkoop van noodzakelijke
beschermingsmiddelen te borgen. Gezien de uitzonderlijke omstandigheden
waaronder de garantieovereenkomst tot stand is gekomen wordt het
ingevulde afwegingskader na de besluitvorming aan het parlement
toegestuurd en heeft dit een globaal karakter.
1. Wat is het probleem dat aanleiding is geweest voor het beleid?
Door de COVID-19 uitbraak is er in Nederland een tekort aan persoonlijke beschermingsmiddelen en een aantal andere producten voor de gezondheidszorg. De vraag is op dit moment een veelvoud van het reguliere aanbod. Daarnaast stokt de toevoer door de wereldwijde stijging in gebruik en de handelsbelemmeringen als gevolg van de crisis. Het is daarom op dit moment noodzakelijk de aankoop van deze hulpmiddelen snel centraal te kunnen coördineren.
Er is een nationaal consortium gevormd dat ervoor moet zorgen dat er voldoende producten zijn in verband met de COVID-19 crisis (het LCH). In het consortium zijn de krachten van inkopende zorginstellingen, leveranciers, distributeurs en producenten gebundeld. De minister van VWS staat in directe verbinding met het consortium. De minister heeft dit consortium, waar Mediq partij bij is, gevaagd om de inkoop van deze producten in Nederland te verzorgen. Juridisch loopt de inkoop, de verkoop en de facturatie via Mediq.
Mediq wil hierbij zoveel mogelijk open en transparant handelen en neemt hierbij als uitgangspunt dat zij deze diensten verleent zonder winstoogmerk. Gezien de uitzonderlijke marktomstandigheden (beperkte leverbetrouwbaarheid, instabiele prijsvorming en de wenselijkheid voorraden aan te kopen met onzekerheid over de toekomstige vraag daarnaar) loopt Mediq hierbij een aantal financiële risico’s.
De minister heeft daarom besloten om zich garant te stellen voor de
volgende risico’s: i) het definitieve verschil tussen de door Mediq
betaalde inkoopprijzen en de verkoopprijzen voor de persoonlijke
beschermingsmiddelen voor de gezondheidszorg en de andere relevante
producten die op dit moment in de gezondheidszorg benodigd zijn; het
kredietrisico dat Mediq loopt bij de verkoop van de producten; iii) het
financiële risico dat bestelde producten niet geleverd worden maar wel
betaald zijn; iv) alle andere financiële risico's die voor Mediq uit de
overeenkomst voortkomen (hieronder mede begrepen de risico's met
betrekking tot de distributie van de producten) die redelijkerwijs niet
zijn af te dekken in de overeenkomsten met de leveranciers. Daarnaast
verstrekt het ministerie leningen aan Mediq die voorfinanciering van de
inkoop mogelijk maakt.
2. Waarom rekent de centrale overheid het tot haar verantwoordelijkheid om het probleem op te lossen?
Het is op dit moment noodzakelijk om centraal de aankoop en
distributie van persoonlijke beschermingsmiddelen en een aantal andere
producten te coördineren. De minister heeft er mee ingestemd dat Mediq
als partij van het LCH deze faciliterende rol op zich neemt. Het is
aannemelijk, gezien de marktomstandigheden, dat deze rol onvoldoende tot
stand kan komen zonder afdekking van financiële risico’s door de
centrale overheid. Als alternatief instrument kan directe inkoop door de
Rijksoverheid worden genoemd. De Rijksoverheid is hier echter minder
goed toe in staat dan marktpartijen die hiermee ervaring hebben.
3. Is het voorstel voor de risicoregeling:
a) ter compensatie van risico’s die niet in de markt kunnen worden gedekt, en/of b) het beste instrument waarmee een optimale doelmatigheidswinst kan worden bewerkstelligd ten opzichte van andere beleidsinstrumenten? Maak een vergelijking met alternatieve beleidsinstrumenten.
Door de onvoorspelbaarheid en wereldwijde omvang van de COVID-19 crisis en daardoor voortdurend wijzigende omstandigheden is dit risico niet via de markt te verzekeren.
4. Op welke wijze wordt het nieuw aan te gane risico gecompenseerd door risico’s vanuit andere risicoregelingen binnen de begroting te verminderen?
Dit gebeurt niet. Gezien het karakter van een noodmaatregel is er geen gelegenheid geweest compensatie risico’s van andere risicoregelingen binnen de begroting te verminderen.
Risico’s en risicobeheersing
5. Wat zijn de risico’s van de regeling voor het Rijk?
a. Wat is het totaalrisico van de regeling op jaarbasis? Kent de
regeling een totaalplafond?
De regeling kent geen totaalplafond.
b. Hoe staan risico en rendement van de regeling tot elkaar in
verhouding?
Het betreft een tijdelijke noodmaatregel waarvoor geen marktconforme
risicopremie wordt gevraagd. De Staat ontvangt dus geen rendement.
c. Wat is de inschatting van het risico voor het Rijk in termen
van waarschijnlijkheid, impact, blootstellingduur en beheersingsmate?
Het is een open overeenkomst waar veel risico’s aan zitten. De afgegeven
garantie is niet gemaximeerd. Al snel werd duidelijk dat dit in deze
uitzonderlijke omstandigheden voor Mediq niet werkbaar is, omdat de
omvang van het risico vooraf niet goed in te schatten en te beheersen
is.
Met betrekking tot het risico door het prijsverschil tussen inkoop en
verkoop is zeker dat kosten zullen ontstaan door de gestegen
marktprijzen. Deze kosten zullen zich voordoen ongeacht de
uitvoeringsvariant. De minister voor MZS heeft besloten de prijsstijging
per product niet aan de zorgaanbieders door te berekenen, maar als
Rijksoverheid te dragen. De raming van deze kosten is verwerkt in de
1e suppletoire begrotingswet 2020 van het ministerie van
VWS.
Aangezien zorgaanbieders te maken hebben met een hoger dan normaal
gebruik van beschermingsmaterialen, zullen zij desondanks met hogere
kosten worden geconfronteerd (volume-effect). Voor de vergoeding van
deze hogere kosten is de toezegging van zorgverzekeraars over de omgang
met meerkosten als gevolg van corona van toepassing. Het alternatief
«zelf aankopen, distribueren en factureren» vanuit de Rijksoverheid
heeft overigens dezelfde risico’s, maar dan moet de overheid de risico’s
zelf beheersen. Mediq en de partijen binnen het consortium zijn hiertoe
beter toegerust.
De garantstelling geldt tot en met 23 juni 2020. Tot dat moment
aangegane overeenkomsten blijven na ommekomst van deze termijn
gegarandeerd onder deze garantstellingsverklaring. Indien noodzakelijk –
bijvoorbeeld omdat de wereldwijde markt voor beschermingsmiddelen zich
op dat moment nog niet gestabiliseerd is en landelijk gecoördineerde
inkoop en distributie noodzakelijk blijft - kan de minister de duur van
deze garantstellingsverklaring verlengen.
6. Welke risico-beheersende en risico-mitigerende maatregelen
worden getroffen om het risico voor het Rijk te minimaliseren? Heeft de
budgettair verantwoordelijke minister voldoende mogelijkheden tot
beheersing van de risico’s, ook als de regeling op afstand van het Rijk
wordt uitgevoerd?
Er zijn de volgende afspraken vastgelegd c.q. maatregelen getroffen om
de risico’s te mitigeren:
- De garantstelling geldt vooralsnog tot en met 23 juni 2020.
- Er is een limitatieve lijst met persoonlijke beschermingsmiddelen die centraal worden ingekocht en waarvoor garanties kunnen worden afgegeven.
- Mediq is verplicht zich maximaal in te spannen om de risico’s zoveel mogelijk te beheersen en te beperken en leveranciers tot nakoming te bewegen.
- Mediq is verplicht dagelijks en wekelijks VWS schriftelijk te rapporteren over de hoeveelheid en de kosten van de ingekochte persoonlijke beschermingsmiddelen. De rapportage ziet in elk geval ook op problemen in de (niet) nakoming van verplichtingen en eventueel gerealiseerde schades.
- Mediq biedt de minister van VWS de gelegenheid om te verifiëren of de gemaakte afspraken worden nagekomen door Mediq. Indien daartoe verzocht, geeft Mediq per omgaande en zonder enig voorbehoud inzage in de door de minister relevant geachte delen van de administratie van Mediq.
- Door het besluit van de minister voor MZS om het verschil tussen de
gebruikelijke (pre corona-) prijs en de actuele kostprijs voor zijn
rekening te nemen is de materiële omvang van de afgegeven garantie
beperkt ten laste van een hogere directe uitgave vanuit de begroting van
VWS.
7. Bij complexe risico's: hoe beoordeelt een onafhankelijke expert het risico van het voorstel en de risico-beheersende en risico-mitigerende maatregelen van Rijk?
Het betreft een tijdelijke noodmaatregel waarvoor geen onafhankelijke expertopinie is gevraagd.
Vormgeving
8. Welke premie wordt voorgesteld en hoeveel wordt doorberekend aan de eindgebruiker? Is deze premiekostendekkend en marktconform. Zo nee, hoeveel budgettaire ruimte wordt het door het vakdepartement specifiek ingezet?
Er is afgezien van het in rekening brengen van een marktconforme
premie gelet op de tijdelijke en kortdurende aard van deze maatregel en
omdat de kosten ongeacht de uitvoeringsvariant uit collectieve middelen
worden betaald. De uitgaven resulterend uit deze regeling zullen
generaal worden ingepast.
9. Hoe wordt de risicovoorziening vormgegeven?
De regeling is van tijdelijke en kortdurende aard. Daarom wordt geen
risicovoorziening ingesteld.
10. Welke horizonbepaling wordt gehanteerd (standaardtermijn is
maximaal 5 jaar)?
De regeling is geldig tot 23 juni 2020, maar kan indien nodig verlengd
worden.
11.Wie voert de risicoregeling uit en wat zijn de
uitvoeringskosten van de regeling?
De risicoregeling wordt uitgevoerd door het ministerie van VWS. Voor de
uitvoeringskosten is geen inschatting beschikbaar.
12. Hoe wordt de regeling geëvalueerd, welke informatie is
daarvoor relevant en hoe wordt een deugdelijke evaluatie
geborgd?
Momenteel zijn nog geen afspraken gemaakt over de evaluatie van
noodmaatregelen in de COVID-19 crisis. De aandacht gaat uit naar de
beheersing van de acute crisis. De rapportageverplichtingen genoemd
onder punt 6 zullen informatie over de uitvoering van deze regeling
opleveren voor een toekomstige evaluatie.