[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2020D15661, datum: 2020-04-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35450-XVII-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35450 XVII-2 Wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) .

Onderdeel van zaak 2020Z07266:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019‒2020
35 450XVII Wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

Ontvangen 29 april 2020

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2020 wijzigingen aan te brengen in:

  1. de departementale begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

Wetsartikel 3

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

S.A.M. Kaag

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2020 van hoofdstuk XVII van de begroting van het Rijk.

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de extra maatregelen die genomen zijn als gevolg van de impact van het coronavirus (COVID 19). Het betreft uitgaven welke binnen de bestaande budgettaire kaders op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking worden opgevangen. In de Kamerbrief zijn de maatregelen verder toegelicht, alsmede in het overzicht belangrijke uitgavenmutaties (onderdeel 2) en de artikelsgewijze toelichting budgettaire gevolgen van beleid (onderdeel 3).

2 WASH programma UNICEF 2020Z06703 7.500 7.500
4 Strategic Preparedness and Responce Plan 2020Z06703 7.500 7.500
4 Dutch Relief Alliance 2020Z06703 10.000 10.000
4 Central Emergency Response Fund 2020Z06703 15.000 15.000
4 Country Based Pooled Funds 2020Z06703 5.000 5.000
4 Internationaal Comité van het Rode Kruis 2020Z06703 5.000 5.000
3 Global Financing Facility - Wereldbank 2020Z06703 10.000 10.000
5 IMF Catastrophe Containment and Relief Trust 2020Z06703 25.000 25.000
5 VN Responce and Recovery Trust Fund 2020Z06703 15.000 15.000
Subtotaal 100.000 100.000
4 Noodfonds WHO 2020Z06703 5.000 5.000
4 Internationaal Comité van het Rode Kruis 2020Z06703 6.300 6.300
Subtotaal 11.300 11.300
Totaal 111.300 111.300

In hoofdstuk 2 is een overzicht opgenomen met de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Ten slotte volgt per artikel een toelichting op de opmerkelijke verschillen.

Hoofdstuk 3 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na de tabel ‘budgettaire gevolgen van beleid’ wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de vorige stand op artikelniveau.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1000 5 10
=> 1000 10 20

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen die per saldo leiden tot een verlaging van de geraamde uitgaven op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingsamenwerking (XVII) met EUR 88 miljoen en daling van de ontvangsten met EUR 11 miljoen.

De belangrijkste uitgavenmutaties bij eerste suppletoire begroting worden in onderstaande tabel weergegeven en toegelicht. De uitgebreide toelichtingen zijn per beleidsartikel opgenomen in hoofdstuk 3.

Vastgestelde begroting 2020 3.079.086
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 1.3 ‒ 12.950
2) Voedselzekerheid 2.1 ‒ 10.100
3) Water 2.2 1.389
4) Klimaat 2.3 ‒ 6.487
5) Vrouwen en gendergelijkheid 3.2 ‒ 1.979
6) Maatschappelijk middenveld 3.3 ‒ 10.601
7) Humanitaire hulp 4.1 42.500
8) Opvang en bescherming in regio, migratiesamenwerking 4.2 ‒ 5.000
9) Veiligheid en rechtstaatontwikkeling 4.3 ‒ 18.280
10) Multilaterale samenwerking 5.1 29.358
11) Overig armoede beleid 5.2 ‒ 7.374
12) Nog te verdelen ivm wijzigingen BNI en/of toerekeningen 5.4 ‒ 87.821
Overige mutaties ‒ 115
Stand 1e suppletoire begroting 2020 2.991.626

Toelichting uitgaven

1) t/m 11): Via Kamerbrief Nederlandse inzet bestrijding coronacrisis ontwikkelingslanden van 14 april 2020 bent u geïnformeerd dat EUR 100 miljoen op de BHOS- begroting is vrijgemaakt ten behoeve van het bestrijden van de COVID-19 pandemie in ontwikkelingslanden en het mitigeren van de sociaaleconomische effecten. Deze uitgavenverlagingen worden ingezet ter financiering van het corona steunpakket. Daarnaast heeft Nederland, zoals ook in de Kamerbrief toegelicht, aan het begin van de coronacrisis al EUR 5 miljoen extra beschikbaar gesteld aan het noodfonds van de Wereldgezondheidsorganisatie en EUR 6,3 miljoen het Rode Kruis. Deze middelen zijn afkomstig uit het reguliere noodhulpbudget.

De bijdragen uit het steunpakket van EUR 100 miljoen zijn bedoeld voor preventie in de armste landen, het lenigen van humanitaire noden en de versterking van sociaaleconomische weerbaarheid en macro-economische stabiliteit van lage-inkomenslanden. Deze steun wordt zo veel mogelijk verleend via reeds bestaande financieringskanalen en coördinatiestructuren.

Een bedrag van EUR 90 miljoen voor de extra inspanningen voor het bestrijden van de coronacrisis is in het begrotingsjaar 2020 verwerkt. Hiermee is een belangrijk deel van de niet juridisch en bestuurlijk verplichte ruimte gebruikt.

De dekking van het resterende gedeelte gebeurt ten laste van 2021. Reden is dat een deel van de totale IMF bijdrage is aangeduid als ‘Contingent on demand’. Er wordt vanuit gegaan dat deze uitgaven plaatsvinden in 2021.

Bovenstaande mutaties geven de per saldo budgetoverhevelingen weer die nodig zijn om de snelle respons binnen de vastgestelde begroting te kunnen dekken.

12) De belangrijkste oorzaak van de daling van het budget op het artikel 5.4 is de hogere toerekening aan ODA van de kosten voor de eerstejaars opvang van asielzoekers.

3 Beleidsartikelen

3.1 Beleidsartikel 1: Duurzame Economische ontwikkeling, handel en investeringen

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 524 896 0 524 896 28 159 553 055 ‒ 24 011 150 539 ‒ 14 209 ‒ 19 209
waarvan garantieverplichtingen 129 000 129 000 129 000
waarvan overige verplichtingen 395 896 395 896 424 055
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 540 518 0 540 518 ‒ 10 805 529 713 ‒ 4 050 1 999 1 749 1 749
waarvan juridisch verplicht 99% 100%
1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem, incl. MVO 28 322 0 28 322 1 325 29 647 350 350 100 100
Subsidies
MVO en beleidsondersteuning (ODA) 9 575 9 575 1 125 10 700
MVO en beleidsondersteuning (non-ODA) 1 367 1 367 500 1 867 500 500 500 500
Opdrachten
MVO en beleidsondersteuning (non-ODA) 2 685 2 685 ‒ 650 2 035 ‒ 500 ‒ 500 ‒ 500 ‒ 500
Bijdrage aan agentschappen
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 1 500 1 500 350 1 850 350 350 100 100
Bijdrage (inter)nationale organisaties
MVO en beleidsondersteuning (ODA) 8 000 8 000 0 8 000
Contributies internationaal ondernemen (non-ODA) 5 195 5 195 0 5 195
1.2 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie 108 996 0 108 996 ‒ 4 180 104 816 ‒ 4 400 1 649 1 649 1 649
Subsidies
Programma's internationaal ondernemen 17 911 17 911 ‒ 800 17 111 ‒ 700 1 649 1 649 1 649
Versterking concurrentiepositie Nederland 6 502 6 502 0 6 502
Invest NL Internationaal 9 000 9 000 0 9 000
Dutch Trade and Investment Fund 0 0 17 374 17 374 9 210 4 829 4 829 4 829
Leningen
Dutch Trade and Investment Fund 17 374 17 374 ‒ 17 374 0 ‒ 9 210 ‒ 4 829 ‒ 4 829 ‒ 4 829
Garanties
Dutch Trade and Investment Fund 4 200 4 200 0 4 200
Opdrachten
Programma's internationaal ondernemen 2 000 2 000 250 2 250
Dutch Trade and Investment Fund 440 440 0 440
Wereldtentoonstelling Dubaï 2 000 2 000 ‒ 30 1 970
China-strategie 600 600 0 600
Bijdragen aan agentschappen
Rijksdienst voor ondernemend Nederland 42 648 42 648 200 42 848 200
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Programma's internationaal ondernemen 0 0 600 600 500
Bijdragen aan ander begrotingshoofdstuk
Versterking economische functie 570 570 0 570
Overig 5 751 5 751 ‒ 4 400 1 351 ‒ 4 400 0
1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 403 200 0 403 200 ‒ 7 950 395 250 0 0 0 0
Subsidies
Marktontwikkeling en markttoegang 6 950 6 950 ‒ 1 500 5 450 ‒ 1 500 ‒ 1 500 ‒ 1 500 ‒ 1 500
Economic governance and institutions 26 400 26 400 0 26 400
Financiële sector ontwikkeling 10 000 10 000 0 10 000 0 0 0 0
Infrastructuurontwikkeling 34 350 34 350 0 34 350
Duurzame productie en handel 39 700 39 700 0 39 700
(Jeugd)werkgelegenheid 10 000 10 000 0 10 000
Dutch Good Growth Fund 25 000 25 000 0 25 000
Leningen
Infrastructuurontwikkeling 7 000 7 000 0 7 000
Dutch Good Growth Fund 24 000 24 000 0 24 000
Garanties
Dutch Good Growth Fund 1 000 1 000 0 1 000
Opdrachten
Marktontwikkeling en markttoegang 12 000 12 000 0 12 000
Economic governance and institutions 18 000 18 000 0 18 000
Financiële sector ontwikkeling 4 000 4 000 0 4 000
Infrastructuurontwikkeling 750 750 0 750
(Jeugd)werkgelegenheid 25 250 25 250 0 25 250
Bijdragen aan agentschappen
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 36 000 36 000 0 36 000
Bijdragen (inter)nationale organisaties
International Labour Organisation 5 700 5 700 ‒ 465 5 235
Lokale private sector ontwikkeling 27 100 27 100 ‒ 4 163 22 937
Marktontwikkeling en markttoegang 7 000 7 000 1 500 8 500 1 500 1 500 1 500 1 500
Partnershipprogramma ILO 5 500 5 500 ‒ 472 5 028
Economic governance and institutions 7 000 7 000 0 7 000
Financiële sector ontwikkeling 3 000 3 000 0 3 000
Infrastructuurontwikkeling 45 000 45 000 0 45 000
(Jeugd)werkgelegenheid 3 000 3 000 0 3 000
Nexus onderwijs en werk 19 500 19 500 ‒ 2 850 16 650
Ontvangsten 6 373 0 6 373 0 6 373 0 0 0 0
1.10 Ontvangsten duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen 3 373 3 373 0 3 373
1.30 Ontvangsten DGGF 3 000 3 000 0 3 000

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget is voor artikel 1 duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen verhoogd. Dit komt hoofdzakelijk door de verlenging van twee subsidies op het gebied van duurzame productie en handel.

Uitgaven

Artikel 1.1

Het uitgavenbudget op artikel 1.1 is voor 2020 verhoogd. Deze verhoging komt hoofdzakelijk door een toename in verwachte uitvoeringskosten van het Fonds Verantwoord Ondernemen dat bij de RVO is belegd.

Artikel 1.2

Het uitgavenbudget op artikel 1.2 is voor 2020 verlaagd. Dit komt hoofdzakelijk door een bijdrage aan de uitvoering van extra controles ten aanzien van internationaal sanctiebeleid bij de douane.

Verder is op artikel 1.2 voor de uitvoering van de amendement Amhaouch en Weverling (Kamerstuk, 35 300 XVII, nr. 19) eenmalig EUR 2 miljoen vrijgemaakt voor internationalisering van het MKB in de regio’s via het Trade Relations Programma. De middelen worden verspreid over twee jaar aan de partners beschikbaar gesteld. Naar aanleiding van het amendement Weverling (Kamerstuk, 35 300 XVII, nr. 25) is vanaf 2020 EUR 4 miljoen vrijgemaakt voor twee pilotprojecten. Deze projecten dienen ter ondersteuning van het bedrijfsleven bij het opzetten van langdurige, bilaterale innovatiesamenwerkingsprojecten, die inzicht zullen moeten geven in de mogelijke aansluitingen van het Nederlandse (internationale) innovatiebeleid en het handelsbeleid.

Artikel 1.3

Het uitgavenbudget op artikel 1.3 neemt per saldo af. Dit saldo is enerzijds het resultaat van een verhoging van het budget als gevolg van een overheveling uit artikel 2.1 Voedselzekerheid om aan een toezegging voor het versterken van de private sector in Tunesië op het gebied van voedselzekerheid invulling te geven. Anderzijds is er op dit artikelonderdeel sprake van een verlaging het budget voor de dekking van de respons op COVID-19. Deze dekking is hoofdzakelijk gevonden op aan ambassades gedelegeerde programma's.

3.2 Beleidsartikel 2: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en ketens

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 604 880 0 604 880 370 557 975 437 ‒ 86 032 ‒ 6 029 ‒ 58 063 ‒ 28 113
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 753 477 0 753 477 ‒ 20 198 733 279 0 0 0 0
waarvan juridisch verplicht 92% 98%
2.1 Voedselzekerheid 339 295 0 339 295 ‒ 15 100 324 195 0 0 0 0
Subsidies
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen 24 445 24 445 ‒ 2 445 22 000 ‒ 4 845 770 ‒ 5 700 ‒ 4 850
Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sect. 36 605 36 605 ‒ 3 000 33 605
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid 31 000 31 000 ‒ 25 000 6 000 ‒ 25 000 ‒ 25 000 ‒ 25 000 ‒ 25 000
Uitbannen huidige honger en voeding 22 085 22 085 ‒ 12 095 9 990
Opdrachten
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid 10 000 10 000 25 000 35 000 25 000 25 000 25 000 25 000
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen 15 000 15 000 ‒ 3 000 12 000 ‒ 3 550
Bijdrage aan agentschappen
Rijksdienst voor ondernemend Nederland 4 000 4 000 0 4 000
Bijdragen (inter) nationale organisaties
Voedselzekerheid 165 160 165 160 7 440 172 600 11 200 ‒ 2 220 5 700 4 850
Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sect. 15 000 15 000 ‒ 2 000 13 000 ‒ 2 805 1 450
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid 12 000 12 000 0 12 000
Uitbannen huidige honger en voeding 4 000 4 000 0 4 000
2.2 Water 193 714 0 193 714 1 389 195 103 0 0 0 0
Subsidies
Waterbeheer 22 449 22 449 ‒ 3 075 19 374 ‒ 4 494 ‒ 1 407 ‒ 2 100
Drinkwater en sanitatie 25 500 25 500 ‒ 8 241 17 259 ‒ 8 041 ‒ 4 928 ‒ 3 000
Bijdragen aan agentschappen
Rijksdienst voor ondernemend Nederland 2 000 2 000 0 2 000
Bijdragen (inter) nationale organisaties
Waterbeheer 86 700 86 700 1 570 88 270 5 500 4 940 5 100
Drinkwater en sanitatie 57 065 57 065 11 135 68 200 7 035 1 395
2.3 Klimaat 220 468 0 220 468 ‒ 6 487 213 981 0 0 0 0
Subsidies
Klimaat algemeen 56 179 56 179 ‒ 24 179 32 000 ‒ 24 179 ‒ 24 179 ‒ 24 179 ‒ 24 179
Hernieuwbare energie 36 000 36 000 ‒ 1 000 35 000 ‒ 1 000 ‒ 1 000 ‒ 1 000 ‒ 1 000
Dutch Fund for Climate and Development 40 000 40 000 0 40 000
Opdrachten
Klimaat algemeen 4 000 4 000 ‒ 4 000 0 ‒ 4 000 ‒ 4 000 ‒ 4 000 ‒ 4 000
Bijdragen aan agentschappen
Rijksdienst voor ondernemend Nederland 0 0 3 000 3 000 3 000 3 000 3 000 3 000
Bijdragen (inter) nationale organisaties
Contributie IZA/IZT 357 357 0 357
Klimaatprogramma's (non-ODA) 1 550 1 550 0 1 550
Klimaat algemeen 75 240 75 240 1 834 77 074 8 321 8 321 8 321 8 321
Hernieuwbare energie 0 0 17 000 17 000 17 000 17 000 17 000 17 000
UNEP 7 142 7 142 858 8 000 858 858 858 858

Toelichting

Verplichtingen

De stijging van het verplichtingenbudget kent een aantal oorzaken. De meest in het oog springende verhogingen ontstaan als gevolg van de verlenging van bestaande programma’s. Dit geldt voor zowel programma’s gefinancierd vanuit de centrale budgetten als voor budgetten die zijn gedelegeerd aan ambassades voor de financiering van activiteiten in het kader van de samenwerking met de Wageningen Universiteit en de Wereldbank in EthiopiĂ«. Andere oorzaken zijn de verlenging van programma’s op het gebied van voedselzekerheid en water in de regio Grote Meren, van een aantal waterprogramma’s in Mali, en van centrale programma’s op het gebied van water, drinkwater en sanitatie. Tenslotte een kleine verhoging in verband met de optopping voor de UNICEF bijdrage in het kader van de COVID-19 respons, zie uitgaven.

Uitgaven

Artikel 2.1

Afgezien van een verlaging van het budget voor de dekking van de respons op COVID-19 neemt het budget voor het artikelonderdeel Voedselzekerheid ook af als gevolg van een budgetoverheveling naar het artikelonderdeel 1.3 ‘Versterkte Private sector en Arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden’ om aan een toezegging voor het versterken van de private sector op het gebied van voedselzekerheid in TunesiĂ« invulling te geven. 

Artikel 2.2

In verband met de snelle eerste respons op de COVID-19 pandemie is het budget voor de bijdrage aan het UNICEF WASH (water, sanitation and health) programma opgetopt. Deze optopping is deels opgevangen door verlagingen van budgetten op decentrale programma’s in een aantal West-Afrikaanse landen en in de Hoorn van Afrika.

Artikel 2.3

Over de uitvoering van het amendement Bouali (Kamerstuk, 35 300 XVII, nr. 16) is de Kamer reeds geïnformeerd in de brief Internationale Inzet Bosbehoud en Bosherstel van 9 maart jl. Hierin is aangegeven dat de financiering voor activiteiten die bijdragen aan het tegengaan van ontbossing worden verdubbeld naar ten minste EUR 25 miljoen vanaf dit jaar.

Verder is het budget voor het artikelonderdeel Klimaat teruggebracht vanwege de benodigde dekking voor de eerste snelle respons op COVID-19.

3.3 Beleidsartikel 3: Sociale vooruitgang

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 1 366 461 0 1 366 461 843 098 2 209 559 ‒ 364 598 ‒ 86 002 ‒ 25 196 ‒ 5 002
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 764 679 0 764 679 ‒ 13 180 751 499 0 0 0 0
waarvan juridisch verplicht 97% 97%
3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en hiv/aids 421 784 0 421 784 0 421 784 0 0 0 0
Subsidies
SRGR en hiv/aids 117 778 117 778 ‒ 8 500 109 278 ‒ 2 000 ‒ 2 000 ‒ 2 000
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis 75 75 0 75
Opdrachten
SRGR en hiv/aids 14 478 14 478 0 14 478
Bijdragen aan agentschappen
Rijksdienst voor ondernemend Nederland 110 110 0 110
Bijdragen (inter)nationale organisaties
WHO/PAHO 6 713 6 713 0 6 713
Gezondheidszorg 0
SRGR en hiv/aids 115 692 115 692 500 116 192 2 000 2 000 2 000 2 000
UNFPA 60 000 60 000 ‒ 2 000 58 000 ‒ 2 000
UNAIDS 20 000 20 000 0 20 000
Partnershipprogramma WHO 12 013 12 013 0 12 013
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis 51 925 51 925 0 51 925
UNICEF 7 000 7 000 0 7 000
Vrouwenrechten en keuzevrijheid 16 000 16 000 10 000 26 000
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 52 439 0 52 439 ‒ 1 979 50 460 0 0 0 0
Subsidies
Vrouwenrechten 33 766 33 766 ‒ 2 679 31 087 1 250 1 000
Opdrachten
Vrouwenrechten 500 500 0 500
Bijdragen aan agentschappen
Rijksdienst voor ondernemend Nederland 200 200 0 200
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Vrouwenrechten 11 973 11 973 700 12 673 ‒ 1 250 ‒ 1 000
UNWOMEN 6 000 6 000 0 6 000
3.3 Maatschappelijk middenveld 180 531 0 180 531 ‒ 10 601 169 930 0 0 0 0
Subsidies
Twinningsfaciliteit Suriname 1 700 1 700 0 1 700
Versterking maatschappelijk middenveld 155 833 155 833 ‒ 10 601 145 232 ‒ 1 449 ‒ 1 270 ‒ 470 ‒ 470
Opdrachten
Versterking maatschappelijk middenveld 11 000 11 000 ‒ 2 895 8 105
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Versterking maatschappelijk middenveld 11 998 11 998 2 895 14 893 1 449 1 270 470 470
3.4 Onderwijs 109 925 0 109 925 ‒ 600 109 325 0 0 0 0
Subsidies
Onderzoeksprogramma's 1 500 1 500 0 1 500
Garanties
Onderwijs 40 375 40 375 0 40 375
Opdrachten
Onderzoeksprogramma's 1 500 1 500 0 1 500
Hoger Onderwijs 38 300 38 300 7 400 45 700 8 000 8 000 8 000 8 000
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Onderwijs 18 250 18 250 ‒ 8 000 10 250 ‒ 8 000 ‒ 8 000 ‒ 8 000 ‒ 8 000
Global partnership for education 10 000 10 000 0 10 000

Toelichting

Verplichtingen

Op artikel 3 Sociale ontwikkeling is het verplichtingenbudget verhoogd. Deze verhoging is hoofdzakelijk het gevolg van de subsidietenders voor de nieuwe subsidiekaders voor Versterking Maatschappelijk Middenveld (Power of Voices), Power of Women, Women, Peace and Security en het SRGR-Partnerschap fonds van waaruit in 2020 nieuwe subsidies worden verstrekt. Voor een gedeelte zal de verhoging van het verplichtingenbudget in 2020 worden gecompenseerd door een verlaging van het verplichtingenbudget in 2021 en 2022.

In 2020 worden ook door de posten nieuwe verplichtingen aangegaan op het gebied van SRGR. Hiervoor is onder andere in Ethiopië, Niger en Burkina Faso het verplichtingenbudget voor 2020 naar boven bijgesteld. Ook wordt in Mozambique het Hands off! programma van het Aids fonds verlengd naar vijf jaar.

Uitgaven

Artikel 3.1

Ten aanzien van de eerste COVID-19 respons is er op artikel 3.1 SRGR EUR 10 miljoen vrijgemaakt voor Versterking van gezondheidssystemen, moeder en kindzorg via de Wereldbank.

Artikel 3.2

Het uitgavenbudget voor Vrouwenrechten en gendergelijkheid is in 2020 verlaagd vanwege de benodigde dekking voor de eerste snelle respons op COVID-19. Deze verlaging wordt opgevangen door geplande eerste betalingen voor de nieuwe subsidiekaders deels uit te stellen naar 2021.

Artikel 3.3

Het uitgavenbudget voor het maatschappelijk middenveld is in 2020 verlaagd vanwege de benodigde dekking voor de eerste snelle respons op COVID-19. Deze verlaging wordt opgevangen door geplande eerste betalingen voor de nieuwe subsidiekaders deels uit te stellen naar 2021.

Artikel 3.4

Geen opmerkingen.

3.4 Beleidsartikel 4: Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 332 742 0 332 742 42 720 375 462 ‒ 9 000 ‒ 2 400 ‒ 3 400 0
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 767 260 0 767 260 20 020 787 280 0 0 0 0
waarvan juridisch verplicht 71% 80%
4.1 Humanitaire hulp 370 017 0 370 017 43 300 413 317 0 0 0 0
Subsidies
Noodhulpprogramma's 87 000 87 000 15 000 102 000
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Noodhulpprogramma's 200 000 200 000 27 500 227 500
Noodhulpprogramma's non-ODA 1 017 1 017 800 1 817
UNHCR 33 000 33 000 0 33 000
UNRWA 13 000 13 000 0 13 000
Wereldvoedselprogramma 36 000 36 000 0 36 000
4.2 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking 162 000 0 162 000 ‒ 5 000 157 000 0 0 0 0
Subsidies
Opvang in de regio 5 000 5 000 0 5 000
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Opvang in de regio 123 000 123 000 0 123 000
Migratie en ontwikkeling 34 000 34 000 ‒ 5 000 29 000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 235 243 0 235 243 ‒ 18 280 216 963 0 0 0 0
Subsidies
Legitieme stabiliteit 26 950 26 950 ‒ 14 950 12 000 ‒ 10 000 ‒ 10 000 ‒ 10 000 ‒ 10 000
Inclusieve vredes- en politieke processen 7 362 7 362 638 8 000 638 638 2 638 2 638
Vredesdividend: werkgelegenheid en basisvoorzieningen 51 000 51 000 ‒ 36 000 15 000 ‒ 45 000 ‒ 49 000 ‒ 51 000 ‒ 51 000
Functionerende rechtsorde 14 476 14 476 11 612 26 088 19 412 17 902 19 862 19 862
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Legitieme stabiliteit 305 305 7 332 7 637 10 000 10 000 10 000 10 000
Functionerende rechtsorde 110 150 110 150 3 350 113 500 14 950 20 460 16 500 16 500
Inclusieve vredes- en politieke processen 25 000 25 000 9 738 34 738 10 000 10 000 12 000 12 000
4.4 Noodhulpfonds 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Noodhulpfonds 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen

Saldo van diverse mutaties waarvan de belangrijkste verhogingen in verband met programma’s in Burkina Faso, Niger en Palestijnse gebieden en een vanwege vertraging in de voorbereiding vanuit 2019 doorgeschoven verplichting voor Grote Meren. Daarnaast is het verplichtingenbudget verhoogd in verband met het kunnen opstarten van noodhulp programma's ten behoeve van de eerste snelle respons op de COVID-19 pandemie(Kamerbrief Nederlands inzet bestrijding coronacrisis ontwikkelingslanden van 14 april 2020).

Uitgaven

Artikel 4.1

In verband met de snelle eerste respons (Kamerbrief Nederlands inzet bestrijding coronacrisis ontwikkelingslanden van 14 april 2020) op de COVID-19 pandemie is het budget voor humanitaire hulp verhoogd. De extra middelen worden ingezet voor het Strategic Preparedness and Response Plan, voor acute crisis respons via de VN (CERF), inzet op lokale capaciteit, het Rode Krijs met bijzondere aandacht voor Psychosociale hulp en het flexibele noodhulpkanaal van het Nederlandse maatschappelijk middenveld.

Artikel 4.2

Het budget voor bijdragen migratie en ontwikkeling is teruggebracht vanwege de benodigde dekking voor de eerste snelle respons op COVID-19.

Artikel 4.3

Op het artikel onderdeel 4.3 wordt per saldo budgetneutraal geschoven tussen een aantal instrumenten. Vanwege voortschrijdend inzicht vindt overheveling plaats tussen de instrumenten subsidies en bijdragen internationale organisaties van het thema Legitieme stabiliteit. Verder wordt het instrument subsidies Vredesdividend uitgefaseerd ten gunste van instrumenten onder Functionerende rechtsorde en Inclusieve vredesprocessen. De wijziging heeft betrekking op de financiering van specifieke sociaaleconomische wederopbouw projecten. Deze zullen niet meer worden geïnitieerd onder beleidsartikel 4.3 aangezien deze projecten al onder andere thema’s worden uitgevoerd (zoals voedselzekerheid, water, werkgelegenheid).

De benaming van het beleidsartikel is in 2019 aangepast naar ‘veiligheid en rechtstaatontwikkeling’ om het in lijn te brengen met de beleidsnota BHOS Investeren in Perspectief (2018). Over de invulling van het veiligheid en rechtsorde thema is de Tweede Kamer geïnformeerd per brief van 14 december 2018 over de Theories of Change (ToC) voor de thematische prioriteiten van het ontwikkelingsbeleid en de geografische focus binnen de bilaterale samenwerking.

Aanvullend is het budget verlaagd vanwege de benodigde dekking voor de eerste snelle respons op COVID-19. De budgetten voor bijdragen functionele rechtsorde van een aantal decentrale programma's zijn teruggebracht, alsmede de centrale budgetten voor bijdragen en subsidies voor legitieme stabiliteit.

Artikel 4.4

Geen opmerkingen.

3.5 Beleidsartikel 5: Multilaterale samenwerking en overige inzet

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 59 800 0 59 800 871 462 931 262 8 458 80 542 ‒ 1 542 ‒ 9 042
waarvan garantieverplichtingen 828 440
waarvan overige verplichtingen 102 822
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 253 152 0 253 152 ‒ 63 297 189 855 ‒ 82 190 355 53 441 58 191
waarvan juridisch verplicht 99% 99%
5.1 Multilaterale samenwerking 164 616 0 164 616 35 308 199 924 12 000 7 000 7 000 7 000
Bijdragen (inter)nationale organisaties
UNIDO 1 950 1 950 ‒ 642 1 308
UNDP 30 000 30 000 0 30 000
UNICEF 31 000 31 000 2 000 33 000 2 000 7 000 7 000 7 000
Speciale multilaterale activiteiten 11 077 11 077 15 000 26 077
Assistent deskundigenprogramma 9 000 9 000 0 9 000
Internationale Financiële Instellingen 8 324 8 324 15 000 23 324 10 000
Middelenaanvullingen multilaterale banken en fondsen 66 789 66 789 0 66 789
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbanken 6 476 6 476 3 950 10 426
5.2 Overig armoedebeleid 87 448 0 87 448 ‒ 9 696 77 752 388 1 565 ‒ 5 416 ‒ 5 560
Subsidies
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling 10 765 10 765 ‒ 3 202 7 563 ‒ 2 725 ‒ 2 700 ‒ 2 650 ‒ 2 650
Bijdragen (inter)nationale organisaties
UNESCO 4 400 4 400 ‒ 234 4 166
Diverse ondersteunende activiteiten 9 903 9 903 85 9 988 2 388 3 565 ‒ 3 416 ‒ 3 560
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling 2 200 2 200 395 2 595 725 700 650 650
Schuldverlichting 59 930 59 930 ‒ 6 740 53 190
Voorlichting op het terrein van Ontwikkelingssamenwerking 250 250 0 250
5.4 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen 1 088 0 1 088 ‒ 88 909 ‒ 87 821 ‒ 94 578 ‒ 8 210 51 857 56 751
Ontvangsten 72 915 0 72 915 ‒ 10 500 62 415 ‒ 19 232 ‒ 23 445 ‒ 28 210 ‒ 32 816
5.20 Ontvangsten en restituties met betrekking tot leningen 41 739 41 739 ‒ 5 500 36 239 ‒ 9 232 ‒ 13 445 ‒ 18 210 ‒ 22 816
5.21 Ontvangsten OS 31 176 31 176 ‒ 5 000 26 176 ‒ 10 000 ‒ 10 000 ‒ 10 000 ‒ 10 000
5.22 Koersverschillen OS pm pm pm
5.23 Diverse ontvangsten non-ODA 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor beleidsartikel 5 Multilaterale samenwerking en overige inzet wordt in 2020 verhoogd. Deze stijging kan grotendeels worden toegeschreven aan de zevende kapitaalverhoging van de African Development Bank (AfDB). Op basis van het Nederlands aandelenbezit zal een garantieverplichting ter waarde van EUR 828 miljoen worden aangegaan in 2020. De Kamer zal spoedig een brief inclusief toetsingskader hierover ontvangen. Het resterende deel van de verhoging van het verplichtingenbudget in 2020 is nodig om aan zowel programma's van Internationale Financiële instellingen (IFI's) als programma's in het kader van beleidskader Internationaal Cultuurbeleid 2021-2024 te kunnen committeren.

Het verplichtingenbudget zal ook voor de jaren 2021 en verder worden verhoogd. Hier liggen verschillende redenen aan ten grondslag. Zo zal de verdeling van enkele bestaande verplichtingenbudgetten worden aangepast omdat er wordt overgegaan op een systematiek van meerjarige commiteringen. Dit is van toepassing op bijdragen aan VN-hervormingen, de Joint Agenda 2030 en aan enkele programma's van Internationale Financiële instellingen (IFI's). Daarnaast zal, vanwege de afspraken die gemaakt zijn in het VN Funding Compact, vanaf 2020 het uitgaven- en verplichtingenbudget voor UNICEF meerjarig toenemen. Ook hier zal worden overgegaan op een systeem van meerjarige committeringen. Om dit te faciliteren zal het verplichtingenbudget in 2022 met EUR 54 miljoen toenemen.

Bovenop de reguliere mutaties zal, in het kader van het steunpakket ter bestrijding van de coronacrisis in ontwikkelingslanden, het verplichtingenbudget in 2020 met EUR 29 miljoen toenemen en in 2021 per met EUR 10 miljoen toenemen.

Uitgaven

Artikel 5.1

Het uitgavenbudget voor artikel 5.1 Multilaterale samenwerking stijgt in totaal met EUR 6 miljoen in 2020. De redenen voor deze toename zijn tweeledig. Vanwege een aanvullende bijdrage aan UNICEF in verband met de afspraken die gemaakt zijn in het VN Funding Compact stijgt het uitgavenbudget meerjarig, beginnend met EUR 2 miljoen in 2020. Daarnaast is er sprake van een verhoging voor de financiering van een kapitaalaanvulling ten behoeve van African Development Bank (AfDB), ook in 2020.

Bovenop de eerdergenoemde mutaties vinden er, in het kader van Nederlands inzet ter bestrijding van de coronacrisis in ontwikkelingslanden, nog de volgende mutaties plaats op artikel 5.1. Het uitgavenbudget voor 2020 neemt met EUR 30 miljoen toe ten behoeve van bijdragen aan het Response and Recovery Trust Fund (RRTF) van de VN (EUR 15 miljoen) en aan de Catastrophe Containment and Relief Trust (CCRT) van het IMF (EUR 15 miljoen). Voor het CCRT is ook via het uitgavenbudget voor 2021 EUR 10 miljoen op aanvraag beschikbaar gesteld. Tegenover deze verhoging staat een verlaging van het uitgavenbudget van 2020 voor UNIDO met EUR 0,6 miljoen.

Artikel 5.2

Het uitgavenbudget voor artikel 5.2 Overig Armoedebeleid daalt per saldo met EUR 2 miljoen. Omdat er voor algemene decentrale programma's minder budget nodig bleek zijn budgetten van verschillende posten en directies hierop aangepast. Verder is vanwege het vervroegen van een betaling aan het Prins Claus Fonds van 2020 naar 2019 budget vrijgevallen.

Hiernaast worden enkele uitgavenbudgetten voor 2020 verlaagd om budget voor het COVID-19 steunpakket vrij met maken. Het betreft een verlaging van EUR 7 miljoen, bestaande uit lagere uitgavenbudgetten voor onder andere schuldverlichting en UNESCO.

Artikel 5.4

Om de inzichtelijkheid van de BHOS-begroting verder te verbeteren is er met ingang van begrotingsjaar 2017 artikelonderdeel 5.4 gecreëerd. Zie ook Kamerbrief 34 300 XVII, nr. 62 over de inzichtelijkheid van de BHOS-begroting. De ontwikkeling van het ODA-budget is gekoppeld aan de ontwikkeling van het BNI en wordt hiervoor bijgesteld. In het kader van behoedzaamheid en stabiliteit in de begroting worden groei en krimp niet direct door vertaald in de OS-programmalijnen. Deze zogeheten BNI-ruimte kan immers weer toenemen of afnemen als in de loop van het jaar de BNI-raming wordt bijgesteld. Daarnaast kan er sprake zijn van nog te verdelen toerekeningen aan het ODA-budget.

Per saldo neemt het budget van dit artikelonderdeel in 2020 af met EUR 89 miljoen. In de volgende jaren is juist er sprake van verhogingen.

De belangrijkste mutaties op dit artikel zijn:

  1. Het Centraal Planbureau heeft de ramingen van de groei van het BNI in hun meest recente raming structureel verhoogd. Het gevolg hiervan is een verhoging van het ODA-budget met EUR 26 miljoen in 2020, oplopend naar EUR 164 miljoen in 2022. In deze cijfers is nog geen rekening gehouden met de economische effecten als gevolg van de COVID-19 pandemie. Deze worden pas in de loop van het jaar in de macrocijfers verwerkt.
  1. Vooral door een langere verblijfsduur, vanwege achterstanden bij de IND, als ook door en een verhoging van de instroomramingen van asielzoekers voor 2020 en verder nemen de kosten voor eerstejaarsopvang van asielzoekers toe. Dit leidt in 2020 tot een overheveling van EUR 94 miljoen van de begroting van BHOS naar de begroting van JenV. Hier bovenop komt een bedrag van EUR 5 miljoen vanwege de afrekening van de asieltoerekeing over 2019.
  2. In het kader van het steunpakket ter bestijding van de coronacrisis in ontwikkelingslanden zal het uitgavenbudget tijdelijk in 2021 met EUR 10 mln verslechteren. Deze mutatie zal met de tweede suppletoire begroting 2020 worden gecorrigeerd.

Ontvangsten

Artikel 5.2

Het ontvangstenbudget voor 2020 en verder is naar beneden aangepast. Dit omdat recente ramingen van terugbetalingen op leningen die worden beheerd door de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden (NIO) een afloop laten zien.

Artikel 5.21

De ontvangsten van artikel 5.21 Ontvangsten OS zijn jaar-op-jaar relatief volatiel. Op basis van inschattingen over 2020 en verder zal het ontvangstenbudget in 2020 afnemen met EUR 5 miljoen en vanaf 2021 met EUR 10 mln.