Regeling Groeifaciliteit
Noodpakket banen en economie
Brief regering
Nummer: 2020D16071, datum: 2020-04-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35420-29).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (Ooit BBB kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35420 -29 Noodpakket banen en economie.
Onderdeel van zaak 2020Z07519:
- Indiener: M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-05-07 22:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-05-18 16:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-05-26 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 420 Noodpakket banen en economie
Nr. 29 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 april 2020
In artikel 4.10, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016 is bepaald dat subsidieregelingen een vervaltermijn van maximaal vijf jaren bevatten. De subsidiemodule Garantie gericht op financiering met risicokapitaal voor ondernemers (Groeifaciliteit) van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies heeft een vervaldatum van 1 juli 2020.
In overeenstemming met artikel 4.10, zevende lid, van de Comptabiliteitswet 2016 leg ik de regeling die strekt tot wijziging van het tijdstip, waarop voormelde subsidiemodules vervallen, aan u voor1. De regeling dient dan niet eerder vastgesteld te worden dan 30 dagen na verzending van deze brief. Op grond van de memorie van toelichting bij artikel 4.10 van de Comptabiliteitswet 2016 kan een Minister echter de Tweede Kamer der Staten-Generaal laten weten dat uitstel van het vaststellen van de regeling niet in het belang van de Staat is en de Tweede Kamer verzoeken binnen 30 dagen, inclusief de recesdagen, uitsluitsel te geven over haar standpunten. Graag doe ik een beroep op deze mogelijkheid om de recesdagen te doen gelden binnen de 30 dagen van de voorhangprocedure.
De verlenging houdt verband met de maatregelen die ingezet worden om ondernemingen te ondersteunen gedurende de coronacrisis, waarover uw Kamer op 7 april jl. is geïnformeerd.2 Gegeven de grote gevolgen waarvoor de ondernemingen zich op dit moment gesteld zien, is een discontinuering van de Groeifaciliteit ongewenst. Om hieronder vermelde redenen ben ik van mening dat de verlenging van de Groeifaciliteit een breder landsbelang dient. Indien uw kamer de regeling ter kennisgeving mocht aannemen, dan beschouw ik dit als toestemming om tot publicatie van de regeling over te gaan, mede in verband met het voormelde landsbelang. De beoogde verlenging zal lopen tot 1 juli 2021.
De Groeifaciliteit helpt mkb-ondernemingen bij het aantrekken van risicodragend vermogen. Op grond van de Groeifaciliteit verstrekt de Nederlandse staat een garantstelling voor de financiering van mkb-bedrijven die neerkomt op een garantie van 50 procent van de waarde van verstrekte achtergestelde leningen of verstrekt aandelenkapitaal. Voor deze garantstelling betaalt de financier een kostendekkende provisie aan de Nederlandse staat.
In de Kamerbrief van 15 februari 20183 over Invest-NL was aangekondigd dat de Groeifaciliteit uitgefaseerd zou worden per 1 juli 2020, omdat de doelen via Invest-NL gerealiseerd zouden kunnen worden. Invest-NL is namelijk bezig een alternatief in te richten die bestemd is voor snelgroeiende innovatie bedrijven. Voor de andere doelen van de Groeifaciliteit, zoals balansversterking, is Invest-NL echter nog niet startklaar.
De coronacrisis, die het mkb hard raakt, vormt aanleiding de voorgenomen uitfasering van de Groeifaciliteit met één jaar op te schorten tot 1 juli 2021. Investeerders, private equity- en venture capital-partijen kennen de werking van de Groeifaciliteit goed. Omdat veel bedrijven op dit moment interen op hun eigen vermogen, hebben zij op korte termijn behoefte aan extra risicokapitaal. Voldoende eigen vermogen is een noodzakelijke voorwaarde voor vreemd vermogen verschaffers als banken. Ook de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen (NVP) geeft aan dat deze zomer niet het moment is om de Groeifaciliteit uit te faseren, maar wenselijk is deze uitfasering op te schorten met een jaar.
TechLeapNL heeft daarnaast een enquête onder startups en scale-ups uitgezet. Hieruit blijkt dat als gevolg van de coronacrisis 59 procent van de ondervraagden een daling in bedrijfsactiviteiten ervaart en dat de investeerders zich terugtrekken of investeringen uitstellen. De Groeifaciliteit is juist nu een vertrouwde regeling voor verstrekkers van eigen vermogen, waardoor deze maatregel snel en direct effectief is. Om die reden is continuering van de Groeifaciliteit voor nog één jaar gewenst.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer